Programmabegroting 2026

3.2.1 Lokale heffingen

Inleiding

Deze paragraaf bevat informatie over de lokale heffingen. Eerst komt de actualiteit aan de orde. Daarna worden de heffingen behandeld die deel uitmaken van de zogenaamde woonlasten, te weten de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing. Vervolgens wordt ingegaan op de heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten: de parkeerbelastingen, de toeristenbelasting, de precariobelasting en de overige heffingen. Tot slot wordt het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente Leiden behandeld.

A. Overzicht van de lokale heffingen

De volgende heffingen worden door de gemeente Leiden geïnd:
1. Onroerende-zaakbelastingen,
2. Afvalstoffenheffing,
3. riool- en waterzorgheffing,
4. Parkeerbelasting,
5. Toeristenbelasting,
6. Precariobelasting. 
7. leges
8. Binnenhavengeld
9. marktgelden

De belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) verzorgt voor Leiden de heffing en de invordering van een groot aantal lokale belastingen en heffingen (Onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, toeristenbelasting en precariobelasting). Ook bepaald de BSGR de WOZ-waarde voor alle onroerende zaken in onze gemeente. Meer informatie over de BSGR is te vinden in de paragraaf Verbonden partijen en op www.bsgr.nl

B. Ontwikkelingen / Actualiteit

Trendmatige verhoging

De trendverhoging voor 2026 is in Leiden berekend op 3,6% voor de belastingen en de retributies die hieronder worden gespecificeerd.

Beleid lokale heffingen (tarieven) 

Onroerende-zaakbelastingen

Onroerende-zaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2026 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2025.

Zoals verwoord in het Beleidsakkoord 2022-2026 wordt de ozb voor woningen en niet-woningen trendmatig verhoogd voor met de trend voor de loon- en prijsstijging, voor 2026 3,6%, Na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden zullen alle tarieven aan die nieuwe waarden worden bijgesteld. Uitgangspunt hierbij is: stijgt de waarde, dan daalt het tarief, waarna de geraamde opbrengst gelijk blijft.

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een heffing ter bestrijding van kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. De heffing is afhankelijk van de omvang van het betreffende huishouden. Er worden drie tarieven gehanteerd, namelijk voor een-, twee- en drie- of meerpersoonshuishoudens.

In het Beleidsakkoord 2022-2026 is opgenomen dat de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend is. Wijzigingen in aantal te belasten huishoudens, oninbaarheid dan wel kwijtscheldingen hebben hierdoor invloed op de hoogte van de tarieven. De lasten voor de verwerking van huishoudelijk afval stijgen door uitvoering van de grondstoffennota. De afvalstoffenheffing wordt met 4,5% verhoogd. Dit is inclusief de trend van 3,6% voor de loon- en prijsstijging. Door daling van de kosten blijft de stijging beperkt.

Voor de afvalstoffenheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overstijgen. Met de geraamde opbrengst voor 2026 zal de kostendekkendheid op 99,9% liggen.

Riool- en waterzorgheffing

In de nieuwe riool- en waterzorgheffing wordt geheven van eigenaren en gebruikers van alle percelen in Leiden, ook al hebben de percelen geen aansluiting op de gemeentelijke riolering. Daarnaast betalen eigenaren van woningen een vast bedrag per woning. Voor gebruikers van woningen blijft het tarief afhankelijk van de omvang van het huishouden. Er zijn drie tarieven, namelijk voor een-, twee- en drie- of meerpersoonshuishoudens. Bij niet-woningen is het tarief voor eigenaren, zowel als voor gebruikers, afhankelijk van de hoogte van de WOZ-waarde.

In het Beleidsakkoord 2022-2026 is opgenomen dat de riool- en waterzorgheffing maximaal 100% kostendekkendheid is. Net als bij de afvalstoffenheffing hebben wijzigingen in aantallen huishoudens en oninbaarheid dan invloed op de hoogte van de tarieven. De kapitaallasten voor de riolering en waterzorg dalen door vertraging in de uitvoering van de wijkvervangingen, hierdoor vallen de geraamde rente- en afschrijvingslasten lager uit. De tarieven voor riool- en waterzorgheffing stijgen met 0,3%. Dit is inclusief de trend van 3,6% voor loon- en prijsstijging.

Voor de riool- en waterzorgheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overstijgen. Met de geraamde opbrengst voor 2026 bedraagt de kostendekkendheid 99,6%

Parkeerbelasting

Parkeerbelastingen wordt geheven voor het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip of voor verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelastingen worden algemene inkomsten verkregen. Zie voor een toelichting op de ontwikkeling parkeerbelastingen de tekst bij het programma Beleidsterrein 4B Bereikbaarheid.

Toeristenbelasting

Voor overnachtingen in hotels, pensions of andere vakantieonderkomens binnen de gemeente Leiden wordt van niet-ingezetenen toeristenbelasting geheven. De belasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot overnachting biedt (de hotelier, pensionhouder, e.d.); deze mag de belasting doorberekenen aan degene die overnacht. Tot en met 2025 zijn de trendverhogingen cumulatief eens in de drie jaar toegepast. In 2026 vindt er weer een trendverhoging plaats. Naar aanleiding van de motie 'eerlijke toeristenbelasting' heeft er een evaluatie plaatsgevonden. Eén van de uitkomsten is dat het tarief met ingang van 2026 jaarlijks wordt gecorrigeerd met de trend voor de loon- en prijsstijging. De toeristenbelasting wordt in 2026 met 3,6 % verhoogd.

Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De belasting is verschuldigd door degene die de voorwerpen daar heeft of ten behoeve van wie ze daar zijn. Met de heffing van precariobelasting worden algemene inkomsten verkregen. Voor 2026 worden de tarieven verhoogd met de trend van 3,6%. De aanslagen worden achteraf opgelegd. De aanslagen over 2026 worden dus in 2027 opgelegd.

Leges

Leges zijn vergoedingen voor een product die bij de gemeente wordt aangevraagd of voor een dienst die door de gemeente op verzoek wordt uitgevoerd.

In algemene zin worden de legestarieven verhoogd met de trend van 3,6%. Enkele nieuwe belastbare feiten worden opgenomen c.q. Bestaande belastbare feiten worden gewijzigd in relatie tot onder meer gewijzigde regelgeving. Enkele tarieven worden aangepast om een betere aansluiting te krijgen tussen tijdsbesteding van de behandeling van de aanvraag en de hoogte van het tarief. Verder zijn gemeentes gebonden aan de door de rijksoverheid vastgestelde maximumtarieven.

Binnenhavengeld

Binnenhavengelden worden betaald door de houder van een ligplaatsvergunning of de eigenaar van een vaartuig voor het gebruik van het havengebied en voor het genot van de door de gemeente verstrekte diensten in verband met dat gebruik. . Het te betalen bedrag is afhankelijk van de duur van het verblijf en de oppervlakte/lengte (in strekkende meters / in m2) van het vaartuig. De opbrengsten van binnenhavengelden worden onder ander gebruikt voor handhaving en het onderhoud van de havens en grachten.

De tarieven van de havengelden worden verhoogd met de trend van 3,6%.
Beleidsterrein 5B2. Exploiteren havens en waterwagen.

Marktgeld

Marktgelden worden geheven voor alle week- en dagmarkten in de gemeente. Er zijn tarieven voor een vaste standplaats en een dagplaats. Belastingplichtigen betalen een bedrag op basis van de plaats (m2) die wordt ingenomen. De opbrengsten van de belasting wordt onder andere ingezet voor het onderhoud van de markt. Daarbij valt te denken aan het reinigen van het marktterrein, toezicht op de markt en energie- en watervoorzieningen.

De tarieven worden verhoogd met de trend van 3,6%
Beleidsterrein 3A Ruimte om te ondernemen.

Opbrengsten

Voor 2026 raamt de gemeente Leiden aan te ontvangen lokale heffingen de volgende bedragen:

Heffing, bedragen * 1.000

2025

2026

Afvalstoffenheffing

21.910

22.895

Ozb-eigenaren woningen

30.674

32.083

Ozb-eigenaren niet-woningen

22.245

23.813

Ozb-gebruikers niet-woningen

20.642

21.952

Parkeerbelastingen

14.568

15.540

Precariobelasting

465

482

riool- en waterzorgheffing woningen

12.292

12.328

riool- en waterzorgheffing niet-woningen

2.212

2.246

Toeristenbelasting

1.680

1.740

Totaal

126.688

133.079

Kwijtschelding

2.118

2.188

Kostendekking lokale heffingen

Omdat de overhead met ingang van 2017 niet langer wordt doorgerekend aan de programma’s heeft de wetgever bepaald dat in de paragraaf lokale heffingen volgens een voorgeschreven model inzicht wordt gegeven in de mate van kostendekkendheid van de heffingen. Die kostendekkendheid moet buiten de boekhouding om worden berekend. Voor de toerekening van de overhead zijn daartoe twee verdeelsleutels toegestaan, te weten de loonkosten per taakveld of de omvang per taakveld. Beide sleutels mogen worden toegepast, maar is eenmaal een keuze gemaakt, dan moet die sleutel ook consequent worden gehanteerd. Deze sleutels moeten in de financiële verordening door de Raad worden bevestigd. Op basis van de opgestelde berekening kiezen wij ervoor om standaard te kiezen voor de verdeelsleutel van de loonsom per taakveld. Loonkosten bepalen in de meeste gevallen immers een groot deel van het tarief. Die sleutel ligt dan ook het meest voor de hand en de uitkomsten laten ook zien dat via deze sleutel verhoudingsgewijs een hoger deel van de overhead mag worden toegerekend aan de betreffende exploitatie respectievelijk in het tarief mag worden betrokken.

Berekening kostendekkendheid van de Riool- en waterzorgheffing

Verkeer en vervoer

922

Openbaar groen en (openlucht) recreatie

1.087

Inkomensregelingen (kwijtschelding)

508

Waterbeheer en riolering

9.302

Overhead

1.746

BTW

1.068

Totale kosten

14.633

Opbrengst heffingen

14.574

Dekking

99,6%

Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing 

Verkeer en wegen (straatreiniging)

2.201

Inkomensregelingen (kwijtschelding)

1.704

Afval

13.974

Overhead

3.159

BTW

1.883

Totale kosten

22.921

Opbrengst heffingen

22.895

Dekking

99,9%

Berekening kostendekkendheid van de leges

Titel 1 Burgerzaken leges

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

2.658.831

Overhead

811.205

BCF - btw

Totaal lasten

3.470.036

Legesopbrengsten

2.948.670

Titel 2 Bouw leges (wabo)

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

5.125.237

Overhead

2.748.040

BCF - btw

Totaal lasten

7.873.277

Baten

4.794.190

Titel 3 Overige leges (evenementen en horeca)

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

346.792

Overhead

200.939

BCF - btw

Totaal lasten

547.731

Baten

179.016

Kostendekkendheid

Titel 1 burgerzaken

84,98%

Titel 2 bouw leges

60,89%

Titel 3 overige leges

32,68%

Totaal

66,62%

Lokale lastendruk

Onderstaand is de lokale lastendruk in de jaren 2025 en 2026 aangegeven. De lasten zijn weergegeven voor een huurwoning en een koopwoning en onderscheiden in de verschillende huishoudengrootten waarvoor Leiden verschillende tarieven kent. Het betreft de tarieven voor eenpersoonshuishoudens (1 PH); voor tweepersoonshuishoudens (2 PH) en voor drie- of meerpersoonshuishoudens (3 PH).

Bij een huurwoning bestaan de lasten uit afvalstoffenheffing en riool- en waterzorgheffing. Bij een koopwoning bestaan de lasten uit, naast de genoemde gebruikerslasten, ook uit de door eigenaren verschuldigde onroerende-zaakbelastingen.

Uitgangspunten is een koopwoning met een gemiddelde WOZ-waarde en de naar verwachting door een huishouden verschuldigde afvalstoffenheffing en riool- en waterzorgheffing. De gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning in Leiden was voor het belastingjaar 2025 circa 546.000. De gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning is 506.000 (herleid uit Coelo, Atlas van de lokale lasten 2025). In het belastingjaar 2026 zullen er weer nieuwe WOZ-waarden (naar prijspeil 2025) gelden.

 

2025

1 PH

2026

1 PH

2025

2 PH

2026

2 ph

2025

3 PH

2026

3 ph

Huurwoning

Afvalstoffenheffing

258

269

371

388

484

506

Riool- en waterzorgheffing

67

68

98

98

129

130

Totaal

325

337

469

486

613

636

Ontwikkeling woonlasten huurder t.o.v. 2025

3,6%

3,6%

3,6%

Koopwoning

Onroerende-zaakbelasting koopwoning WOZ waarde 546.000

621

643

621

643

621

643

Afvalstoffenheffing

258

269

371

388

484

506

Riool- en waterzorgheffing

157

157

187

188

219

220

Totaal

1.036

1.070

1.179

1.219

1.324

1.368

Ontwikkeling woonlasten eigenaar/gebruiker t.o.v. 2025

3,3%

3,3%

3,4%

Vergelijking lastendruk met omliggende gemeenten over jaar 2025

In de tabel hieronder staan, op alfabetische volgorde, de woonlasten 2025 weergegeven van de in Leiden omliggende gemeenten. De cijfers zijn overgenomen uit de Atlas lokale lasten 2025 van het Coelo. Daarin staan de lasten voor eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens in koopwoningen. Voor Leiden wordt voor de woonlasten van meerpersoonshuishoudens het tarief voor 3- of meerpersoonshuishoudens gehanteerd.

Gemeente

Woonlasten
eenpersoonshuishoudens

Woonlasten meerpersoonshuishoudens

gem. WOZ waarde koopwoning x 1.000

Katwijk

1.047

1.188

534

Leiden

1.033

1.322

546

Leiderdorp

1.115

1.336

520

Leidschendam-Voorburg

1.007

1.085

548

Oegstgeest

1.398

1.606

688

Teylingen

951

1.112

560

Voorschoten

1.441

1.539

627

Wassenaar

1.589

1.842

941

Zoeterwoude

1.195

1.214

552

De woonlasten in Leiden liggen voor eenpersoonshuishoudens onder het gemiddelde in de regio. Het gemiddelde voor meerpersoonshuishoudens liggen de woonlasten in Leiden op het gemiddelde in de regio.

Meer informatie is beschikbaar op de website http://leiden.woonlastenmeters.nl/

Kwijtscheldingsbeleid

Voor de volgende heffingen kan om kwijtschelding worden verzocht:

  • Onroerende-zaakbelastingen;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Riool- en waterzorgheffing;
  • Precariobelasting voor woonboten als de aanslag wordt opgelegd aan een belastingplichtige die de woonboot als permanente woning gebruikt;
  • Binnenhavengeld voor woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt.

Of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt getoetst aan de betalingscapaciteit en de hoogte van het vermogen van een belastingplichtige. Hier zijn normeringen voor. Minimaal 80% van de betalingscapaciteit dient te worden aangewend ter voldoening van belastingschulden. De betalingscapaciteit wordt berekend door het netto besteedbaar inkomen te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. Deze genormeerde kosten van bestaan betreffen een percentage van de uitkering die de belastingplichtige naar de normen van de bijstandsregelgeving zou kunnen krijgen. De gemeente Leiden kent in het kader van het kwijtscheldingsbeleid een 100%-norm. Dit is het maximaal toegestane percentage.