Een open overheid is nodig voor het vertrouwen tussen de samenleving en de overheid. Het is een belangrijk onderdeel van de democratie. De Wet open overheid (Woo) is de wet die het recht op toegang tot informatie van de overheid regelt. Hoofdonderdelen van de Woo zijn: actieve openbaarmaking, passieve openbaarmaking en het op orde brengen van de informatiehuishouding. Actieve openbaarmaking betekent dat de gemeente uit zichzelf informatie openbaar maakt. Passieve openbaarmaking betekent dat de gemeente op verzoek bepaalde informatie openbaar maakt (Woo-verzoeken).
In de Openbaarheidsparagraaf van de begroting laten we zien wat onze beleidsplannen zijn voor de Woo. Dit is een wettelijke verplichting die in de Woo is opgenomen.
De Woo kent een verplichting tot het actief openbaar maken van een paar categorieën van informatie. De invoering van de actieve openbaarmaking vindt plaats in vier fases (tranches). Aan iedere tranche zijn verschillende informatiecategorieën gekoppeld.1 Hierbij kun je denken aan het openbaar maken van raads- en collegebesluiten, Woo-verzoeken en wet en regelgeving. Maar ook aan bijvoorbeeld adviezen, klachten en beschikkingen.
De eerste tranche is in werking getreden op 1 november 2024 en deze informatiecategorieën maakt de gemeente al actief openbaar. Informatie over organisatie, werkwijze en de bereikbaarheidsgegevens van de gemeente zijn nu te vinden in de Woo-index.2 Het is belangrijk dat de informatie die we actief openbaar maken op een centrale plek staat. Zo is deze voor inwoners, journalisten en andere betrokkenen makkelijk te vinden.
Binnen het programma Open en Toegankelijke Overheidsinformatie (OTO) bereiden wij de overige tranches voor actieve openbaarmaking voor. Hierin zitten vooral meer ingewikkelde informatiecategorieën. Voor de Rijksoverheid is de actieve openbaarmaking van deze categorieën gepland vanaf half 2025. Voor andere bestuursorganen, zoals gemeenten, is de ingangsdatum nog niet vastgesteld. De invoering van deze tranches vereisen een verandering in techniek en cultuur. Dit gaan we binnen het programma OTO bereiken.
In Leiden groeit de vraag naar overheidsinformatie door inwoners en organisaties. Dit sluit aan bij het landelijk beeld. We zien een toename aan complexe verzoeken. Daarnaast hebben we met de overgang naar de Woo minder tijd om vragen te behandelen. We blijven ons best doen om op tijd alle Woo-verzoeken af te handelen. Dit doen we onder andere zo snel mogelijk contact op te nemen met de verzoekers. Zo proberen we om de ‘vraag achter de vraag’ te achterhalen. Ook zetten we in op contact met verzoekers om zo tot gericht mogelijke verzoeken te komen.
De groeiende behoefte aan overheidsinformatie vraagt meer van de organisatie. Daarom zijn we gestart met monitoring, procesoptimalisatie en beoordeling van het Woo-proces. We houden aandacht voor voldoende personele inzet voor de afhandeling van de verzoeken.
Om als gemeente de Woo goed te kunnen uitvoeren is het van belang dat onze informatiehuishouding op orde is. Dit betekent dat informatie volledig, vindbaar en toegankelijk moet zijn. In de Paragraaf bedrijfsvoering staat onder de digitale transformatie beschreven wat we hier komend jaar voor doen. Vanuit het programma OTO besteden we ook aandacht om het bewustzijn hierover onder medewerkers te vergroten.