Programmabegroting 2025

Financiering

Inleiding
In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiden uiteengezet voor de jaren 2025-2028. Dit gebeurt in een onderdeel 'algemene ontwikkelingen' en een onderdeel 'ontwikkelingen gemeente Leiden'. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen in de wet- en regelgeving aan de orde. In de paragraaf ontwikkelingen gemeente Leiden geven we een toelichting op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente.

Algemene ontwikkelingen

Renteontwikkelingen­
De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt naast macro-economische ontwikkelingen voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Het doel van de ECB is prijsstabiliteit. Een inflatie van 2% op de middellange termijn wordt als ideaal gezien.

De ECB heeft geen directe invloed op stijgende prijzen (inflatie). Maar de centrale bank kan met haar monetaire beleid de inflatie wel indirect beïnvloeden. Voor het monetaire beleid beschikt de ECB over verschillende instrumenten. De zogenoemde beleidsrente is een belangrijk instrument. Die rente bepaalt de rentetarieven voor banken om geld bij de ECB te lenen of aan te houden.

Na de coronaperiode zorgde het economische herstel voor een hoge inflatie. Het economisch herstel, de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne en de stijgende energieprijzen die daaruit volgde, leidde op het hoogtepunt in 2022 en 2023 tot een inflatie van rond de 10%.

Als een reactie op de hoge inflatie verhoogde de ECB geleidelijk de beleidsrente. Op het hoogste punt was de beleidsrente 4%.

De periode met een extreem hoge inflatie lijkt inmiddels voorbij. De inflatie in de Eurozone ligt net iets hoger dan de 2%. Vooral in 2023 daalde de inflatie sterk. In 2024 lijkt de inflatie te stagneren, al blijft de loonontwikkeling nog steeds relatief hoog. Voor de ECB zijn dit signalen om de beleidsrente geleidelijk aan te verlagen. Het is de verwachting dat de ECB de rente in een laag tempo verder zal verlagen, mede afhankelijk van de ontwikkeling van de inflatie.

Het is daarom ook de verwachting dat zowel de kort- als langlopende marktrente op de middellange termijn beperkt zullen dalen. Het is daarbij niet de verwachting dat de lage rentepercentages, zoals deze voor 2022 de norm waren, weer zullen terugkomen.

In de periode dat deze begroting is opgesteld, is de rente op geldleningen stabiel op ongeveer 3,1%. De rente kan zich zowel opwaarts als neerwaarts bewegen, waarbij de kans op een kleine rentedaling aannemelijker is. In deze begroting maken we de keuze om de rente voor het hele meerjarenbeeld realistisch te ramen tegen 3,1%. Hiermee houden we budgettair dus geen rekening meer met een nieuwe periode van rentestijging binnen het meerjarenbeeld. Dit lijkt vanwege de hierboven geschetste omstandigheden ook verantwoord. Door het lopende investeringsprogramma kan een verdere renteverhoging of -verlaging een relatief groot effect hebben op de gemeentebegroting. We blijven de kapitaalmarkt daarom nauwlettend volgen en indien nodig komen we bij de volgende Kaderbrief 2025-2029 met voorstellen om ons beleid aan te passen.

Renteontwikkelingen

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

Rente kapitaalmarkt

3,10%

3,10%

3,10%

3,10%

3,10%

Rente geldmarkt

3,10%

3,10%

3,10%

3,10%

3,10%

Op basis van een lening met een looptijd van 20 jaar, rentevast en aflossing in gelijke delen.

Ontwikkelingen gemeente Leiden

Beleidsvoornemen treasury

In de financiële verordening (RV 23.0072) zijn de kaders voor de treasuryfunctie door de Raad bepaald.

Met als doel het renterisico te beperken, zal ook in 2025 het beleid erop gericht om zoveel mogelijk de kortlopende schuld om te zetten naar een langlopende schuld. Op het moment dat we een daling van rente verwachten, zal er een nieuwe strategie worden bepaald voor het invullen van de financieringsbehoefte.

Risicobeheer

Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (beide benoemd in de wet FIDO).

De kasgeldlimiet
De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft het volgende verloop (gehad):

  • Kasgeldlimiet 2023 51 miljoen
  • Kasgeldlimiet 2024 55 miljoen
  • Kasgeldlimiet 2025 63 miljoen

Voor 2025 verwachten wij geen overschrijding van de kasgeldlimiet.

De renterisconorm
Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van deze renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven:

Nr.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

1

Begrotingstotaal

645.785

741.422

715.940

713.383

694.836

2

Wettelijk percentage

20%

20%

20%

20%

20%

3

Renterisiconorm (1x2)

129.157

148.284

143.188

142.677

138.967

4

Renteherzieningen

0

0

0

0

0

5

Aflossingen

33.451

34.467

41.876

53.076

67.093

6

Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5)

33.451

34.467

41.876

53.076

67.093

7

Ruimte onder renterisiconorm (3-6)

95.706

113.817

101.312

89.600

71.874

De bedragen aan langlopende leningen waar de gemeente Leiden de komende jaren een renterisico over loopt, blijven ruimschoots binnen de wettelijke norm (wet FIDO).

De leningenportefeuille
Voor 2025 verwachten we voor ca. 174 miljoen aan langlopende leningen aan te trekken.
Met de exploitatielasten van de leningen hebben we in de begroting rekening gehouden.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

Stand 1 januari

633.272

634.946

778.556

970.565

1.197.700

Nieuwe leningen

35.125

178.078

233.885

280.211

129.985

Reguliere aflossingen

33.451

34.467

41.876

53.076

67.093

Stand per 31 december

634.946

778.556

970.565

1.197.700

1.260.592

Rentelasten

8.200

11.419

16.104

22.388

28.072

De verwachte ontwikkeling van de leningenportefeuille moet in samenhang worden gezien met het verwachte verloop van de activa, de voorraad grond, het eigen vermogen en de vlottende schuld. Hiervoor verwijzen wij naar de in deze begroting opgenomen geprognosticeerde balans.

Rentemethodiek en renteresultaat
Voor de toerekening van de rentelasten maakt de gemeente Leiden gebruik van de rente-omslagmethode. Het totaal van de rentelasten wordt ‘omgeslagen’ over het geheel van de investeringen. De rentelasten betreffen het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen en verstrekte geldleningen.

Door toepassing van de rente-omslagmethode worden de rentelasten aan de hand van de stand van de investeringen toegerekend aan de prestaties in de programmabegroting. De achterliggende gedachte is hierbij dat de gehanteerde omslagrente een reëel percentage is. Zodra de afwijking tussen de gehanteerde omslagrente en de werkelijke rentelast groter wordt dan 0,5% dient de gehanteerde omslagrente aangepast te worden.

 

Renteresultaat

  

2025

a

De externe rentelasten

12.069

  

b

De externe rentebaten

-376

  
 

Saldo rentelasten en rentebaten

 

11.693

 

c1

De rente doorberekend aan de facilitaire grondexploitatie

0

  

c2

De rente van projectfinanciering richting het taakveld

0

  

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen richting het taakveld

0

  
 

Saldo aan taakvelden toe te rekenen externe rente

 

0

 

d1

Rente over eigen vermogen

 

0

 

d2

Rente over voorzieningen

 

0

 
 

Saldo rente over het eigen vermogen en de voorzieningen

 

0

 
 

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

  

11.693

 

Totaal aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

  

-10.525

 

Renteresultaat op het taakveld Treasury (-/- = voordeel)

  

1.168

Doordat er een verschil is tussen het gehanteerde omslagpercentage en het werkelijke percentage (toegestaan binnen een bandbreedte van -0,5% en 0,5%) ontstaat een renteresultaat.

Het gepresenteerde renteresultaat van 1.168.000 nadelig betekent dat de gehanteerde omslagrente van 1% lager is dan het werkelijke percentage (1,10%). Er wordt dus minder rente doorberekend naar de activa, dan dat er daadwerkelijke aan rente wordt betaald aan de geldverstrekkers. Het verschil bevindt zich binnen de gestelde bandbreedte, wat betekent dat een reëel rentepercentage wordt toegerekend aan de activa. Door de gestegen marktrente zal ook de werkelijke rente de komende jaren verder stijgen. Jaarlijks beoordelen we voorafgaand aan de kaderbrief of de omslagrente hierop moet worden aangepast.

Overig
Complexe financiële producten
De gemeente Leiden maakt geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten.

Geldstromenbeheer
De betalingen van de gemeente worden zo veel mogelijk via de BNG geleid omdat door de BNG de kortlopende financieringsbehoefte voor de gemeente Leiden wordt afgedekt. Met de BNG is daartoe een ruime kredietfaciliteit van 75 miljoen overeengekomen. Via de ING worden een aantal bulkmutaties, zoals bijvoorbeeld parkeervergunningen en parkeergelden, afgehandeld.