Programmabegroting 2024

Financiering

Inleiding
In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiden uiteengezet voor de jaren 2024-2027. Dit gebeurt in een onderdeel 'algemene ontwikkelingen' en een onderdeel 'ontwikkelingen gemeente Leiden'. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen in de wet- en regelgeving aan de orde. In de paragraaf ontwikkelingen gemeente Leiden geven we een toelichting op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente.

Algemene ontwikkelingen

Renteontwikkelingen­
De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Het doel van de ECB is prijsstabiliteit: een inflatie van 2% op de middellange termijn. De inflatie is omhooggeschoten door de gestegen energieprijzen, verstoringen in de levering van producten door de coronacrisis én de oorlog in Oekraïne. De ECB probeert met rentemaatregelen deze inflatie te beteugelen. De belangrijkste beleidsrente is het afgelopen jaar sterk gestegen, doordat de ECB de (deposito) rente in stappen heeft verhoogd. Het ECB beleid heeft een stijgend effect gehad op zowel de kortlopende als de langlopende marktrente.

Het is voor de middellange termijn de verwachting dat de ECB de rente niet substantieel verder zal verhogen. Dit blijft echter sterk afhankelijk van de verdere ontwikkeling van de inflatie. Naast het beleid van de Centrale Banken zijn ook andere macro-economische effecten van belang voor de renteontwikkeling. Het effect van deze macro-economische ontwikkelingen op de marktrente laat zich moeilijk voorspellen.

In de periode dat deze begroting is opgesteld, is de rente op geldleningen opgelopen naar 3,5%. Waar bij de vorige begrotingen de lage rente eigenlijk alleen nog maar kon stijgen, kan deze zich nu zowel opwaarts als neerwaarts bewegen. In deze begroting maken we de keuze om de rente voor het hele meerjarenbeeld realistisch te ramen tegen 3,5%. Hiermee houden we budgettair dus geen rekening meer met een verdere rentestijging. Door het lopend investeringsprogramma kan een verdere renteverhoging een relatief groot effect hebben op de gemeentebegroting. We blijven de kapitaalmarkt daarom nauwlettend volgen en indien nodig komen we bij de volgende Kaderbrief 2024-2028 met voorstellen om ons beleid aan te passen.

In deze begroting rekenen we met de onderstaande rente op nieuwe geldleningen:

Renteontwikkelingen

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

Rente kapitaalmarkt

3,50%

3,50%

3,50%

3,50%

3,50%

Rente geldmarkt

3,50%

3,50%

3,50%

3,50%

3,50%

Op basis van een lening met een looptijd van 20 jaar, rentevast en aflossing in gelijke delen.

Ontwikkelingen gemeente Leiden

Beleidsvoornemen treasury

In de financiële verordening (RV 20.0141) zijn de kaders voor de treasuryfunctie door de Raad bepaald.

Met als doel het renterisico te beperken, zal ook in 2024 het beleid erop gericht om zoveel mogelijk de kortlopende schuld om te zetten naar een langlopende schuld. Op het moment dat we een daling van rente verwachten, dan zal er een nieuwe strategie worden bepaald voor het invullen van de financieringsbehoefte.

Risicobeheer

Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (beide benoemd in de wet FIDO).

De kasgeldlimiet
De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft het volgende verloop (gehad):

  • Kasgeldlimiet 2022 49 miljoen
  • Kasgeldlimiet 2023 51 miljoen
  • Kasgeldlimiet 2023 55 miljoen

Voor 2023 verwachten wij geen overschrijding van de kasgeldlimiet.

De renterisconorm
Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van deze renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven:

Nr.

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

1

Begrotingstotaal

601.670

645.785

660.139

651.530

650.821

2

Wettelijk percentage

20%

20%

20%

20%

20%

3

Renterisiconorm (1x2)

120.334

129.157

132.028

130.306

130.164

4

Renteherzieningen

0

0

0

0

0

5

Aflossingen

30.060

36.574

45.983

52.164

59.453

6

Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5)

30.060

36.574

45.983

52.164

59.453

7

Ruimte onder renterisiconorm (3-6)

90.274

92.583

86.045

78.142

70.711

De bedragen aan langlopende leningen waar de gemeente Leiden de komende jaren een renterisico over loopt, blijven ruimschoots binnen de wettelijke norm (wet FIDO).

De leningenportefeuille
Voor 2023 verwachten we voor ca. 188 miljoen aan langlopende leningen aan te trekken.
Met de exploitatielasten van de leningen hebben we in de begroting rekening gehouden.

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

Stand 1 januari

553.332

653.436

804.928

912.436

1.015.920

Nieuwe leningen

130.164

188.065

153.492

155.648

103.763

Reguliere aflossingen

30.060

36.574

45.983

52.164

59.453

Stand per 31 december

653.436

804.928

912.436

1.015.920

1.060.230

Rentelasten

6.243

13.230

17.635

22.051

25.642

De verwachte ontwikkeling van de leningenportefeuille moet in samenhang worden gezien met het verwachte verloop van de activa, de voorraad grond, het eigen vermogen en de vlottende schuld. Hiervoor verwijzen wij naar de in deze begroting opgenomen geprognosticeerde balans.

Rentemethodiek en renteresultaat
Voor de toerekening van de rentelasten maakt de gemeente Leiden gebruik van de rente-omslagmethode. Het totaal van de rentelasten wordt ‘omgeslagen’ over het geheel van de investeringen. De rentelasten betreffen het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen en verstrekte geldleningen.

Door toepassing van de rente-omslagmethode worden de rentelasten aan de hand van de stand van de investeringen toegerekend aan de prestaties in de programmabegroting. De achterliggende gedachte is hierbij dat de gehanteerde omslagrente een reëel percentage is. Zodra de afwijking tussen de gehanteerde omslagrente en de werkelijke rentelast groter wordt dan 0,5% dient de gehanteerde omslagrente aangepast te worden.

 

Renteresultaat

  

2024

a

De externe rentelasten

13.880

  

b

De externe rentebaten

-376

  
 

Saldo rentelasten en rentebaten

 

13.504

 

c1

De rente doorberekend aan de grondexploitatie

-167

  

c2

De rente van projectfinanciering richting het taakveld

0

  

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen richting het taakveld

0

  
 

Saldo aan taakvelden toe te rekenen externe rente

 

-167

 

d1

Rente over eigen vermogen

-

  

d2

Rente over voorzieningen

-

  
 

Saldo rente over het eigen vermogen en de voorzieningen

 

0

 
 

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

  

13.337

 

Totaal aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

  

-10.089

 

Renteresultaat op het taakveld Treasury (-/- = voordeel)

  

3.248

Doordat er een verschil is tussen het gehanteerde omslagpercentage en het werkelijke percentage (toegestaan binnen een bandbreedte van -0,5% en 0,5%) ontstaat een renteresultaat.

Het gepresenteerde renteresultaat van 3.248.000 nadelig betekent dat de gehanteerde omslagrente van 1% lager is dan het werkelijke percentage (1,29%). Er wordt dus minder rente doorberekend naar de activa, dan dat er daadwerkelijke aan rente wordt betaald aan de geldverstrekkers. Het verschil bevindt zich binnen de gestelde bandbreedte, wat betekent dat een reëel rentepercentage wordt toegerekend aan de activa. Door de gestegen marktrente zal ook de werkelijke rente de komende jaren verder stijgen. Jaarlijks beoordelen we voorafgaand aan de kaderbrief of de omslagrente hierop moet worden aangepast.

Overig
Complexe financiële producten
De gemeente Leiden maakt geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten.

Geldstromenbeheer
De betalingen van de gemeente worden zo veel mogelijk via de BNG geleid omdat door de BNG de kortlopende financieringsbehoefte voor de gemeente Leiden wordt afgedekt. Met de BNG is daartoe een ruime kredietfaciliteit van 75 miljoen overeengekomen. Via de ING worden een aantal bulkmutaties, zoals bijvoorbeeld parkeervergunningen en parkeergelden, afgehandeld.