Programmabegroting 2026

3.1.5 Omgevingskwaliteit

Programmanummer

5

Commissie

Leefbaarheid en Bereikbaarheid

Portefeuille(s)

Klimaat, Mobiliteit & Financiën
Energie, Werk, Inkomen & Cultuur
Bestuur, Veiligheid, Handhaving & Regio
Wonen, Bouwen & Welzijn

De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt:
De gemeente Leiden staat voor een stad met een schone, hele en veilige openbare ruimte, waar het goed vertoeven is voor iedereen. Samen met alle gebruikers zorgen we dat dat ook zo blijft, nu en in de toekomst. Daarom passen we de stad aan, we maken haar klimaatrobuust en versterken de biodiversiteit om Leiden ook voor toekomstige generaties leefbaar en aantrekkelijk te houden.

Inleiding

Met de verstedelijksopgave neemt de druk op de stad toe. Om Leiden leefbaar te houden wordt de openbare ruimte steeds belangrijker. Het beheren van de openbare ruimte, oftewel een schone, hele en veilige openbare ruimte, is hierin belangrijk. Maar daarnaast moeten we de komende jaren ook belangrijke keuzes maken in ruimtegebruik. Klimaatverandering en toenemende extremen in het weer vragen samen met de teruglopende biodiversiteit dat we in diezelfde openbare ruimte vergroenen, verduurzamen en klimaatadaptieve maatregelen doorvoeren. De gemeenteraad heeft uitgesproken dat er sprake is van een noodtoestand voor het klimaat en de natuur. Bij alle maatregelen die we nemen zullen we richting burgers en bedrijven benadrukken hoe urgent de situatie is wat betreft klimaat en natuur en dat nu handelen noodzakelijk is om de stad nu en in de toekomst leefbaar te houden.

Aanpassen van de stad aan het veranderende klimaat

Om de stad aan te passen aan het veranderende klimaat is in 2023 het Uitvoeringsprogramma "Leiden biodivers en klimaatbestendig 2023-2026" vastgesteld. Hierin staan de inspanningen voor de komende jaren opgenomen. De ambitie is om in 2050 een klimaatbestendige stad te zijn, waarbij Leiden zichtbaar groener is geworden en de biodiversiteit is versterkt. We doen hiervoor verder onderzoek naar de gevolgen van het veranderende klimaat. Tegelijkertijd realiseren we in de stad al concrete maatregelen.

Een klimaatadaptieve en leefbare stad

We combineren op een slimme manier projecten en werkzaamheden in de openbare ruimte en doen dit zo goed mogelijk samen met inwoners uit de wijken. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de duurzame wijkvernieuwingen: tegelijkertijd met het vervangen van het riool richten we de openbare ruimte klimaatadaptief in en nemen we maatregelen om de biodiversiteit te versterken. Hiermee verbeteren we ook de leefkwaliteit in de stad. Meer groen draagt bij aan een betere mentale en fysieke gezondheid. Ook programma 4 met onder meer de agenda autoluwe binnenstad draagt bij aan het verbeteren van de leefomgeving van de stad. Door inzet op overgang naar fiets, voetganger en openbaar vervoer ontstaat ruimte voor vergroenen.

We vragen ook andere partijen om mee te doen, de helft van de stad is namelijk particulier eigendom. Aan inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties vragen we daarom met ons samen te werken aan een duurzame stad die ook voor de toekomstige generaties leefbaar blijft. Iedereen kan daarin kleine of grote stappen zetten; van de aanleg van een geveltuin tot het bouwen van natuurinclusieve en klimaatadaptieve gebouwen door ontwikkelaars. De gemeente ondersteunt inwoners en ondernemers met initiatieven zoals Samen aan de slag, subsidies of het delen van kennis. Samen aan de Slag richt zich op vergroenen van de stad en het actief benaderen van bewoners in buurten waar meer hittestress is én minder groeninitiatieven zijn.

Versterken van de biodiversiteit

Het versterken van de biodiversiteit en daarmee natuurinclusief inrichten en beheren van de stad zien we als één van onze belangrijke opgaven. We willen de zeven belangrijke leefgebieden (straat- en muurvegetatie, water- en oevermilieu, kruidenrijk grasland, struwelen en zoombegroeiing, bosplantsoen, bebouwing en weidegebied) in de stad versterken. In 2026 gaan we door met de communicatiecampagne “ZZZoek de zeven soorten”.

Slim omgaan met de beschikbare ruimte

We moeten afwegen welke functies we allemaal nodig hebben van de bodem en hoe we de stad duurzaam ontwikkelen (klimaatadaptief, biodivers, duurzame energie, woningbouw etc.). De inpassing van extra systemen voor elektra en warmte vragen om regie en afwegingen zowel boven- als ondergronds.
Om praktische ruimtelijke conflicten te voorkomen hebben we bekeken of we kabels en leidingen ondergronds verticaal kunnen ordenen i.p.v. horizontaal, zodat er meer ruimte ontstaat voor andere opgaven. Dit verticaal kabels- en leidingensysteem (VKLS) is een pilot die succesvol verloopt en waarmee we goede resultaten boeken, die vertrouwen geven voor toepassing in de toekomst. Het VKLS is opgenomen als mogelijkheid in de verordening fysieke leefomgeving, als een vorm van ondergrondse ordening die voorgeschreven kan worden. Er zijn enkele gemeentelijke projecten die interesse hebben getoond om na afronding van de pilot (2027) het VKLS toe te passen in hun project.
Daarnaast  gaan we zowel intern als extern integraal programmeren met de netbeheerders Vattenfall, Dunea en Liander, zodat de impact van elkaars werkzaamheden duidelijker wordt en er keuzes gemaakt kunnen worden. Verder wordt in 2026 het door de Omgevingsdienst West-Holland uitgewerkte integraal ruimtelijk advies dat het uitgangspunt Water en Bodem Sturend hanteert, toegepast in een vroegtijdig stadium van projecten en initiatieven.

Beheren van de openbare ruimte

We beheren en onderhouden de openbare ruimte op basis van wettelijke regels, de ambities uit het beleidsakkoord, zorgplichten en de bedoelde functionaliteit en kwaliteit zoals die zijn opgenomen in de beleidskaders en beheerplannen. In 2026 ronden we de nieuwe uitvoeringsprogramma’s beheer (voorheen beheerplannen) kapitaalgoederen 2027-2031 af. Deze zullen inhoudelijk voortbouwen op de huidige beheerplannen, met aandacht voor circulariteit, blauw en groen en inpassing van lokale beleidswensen. De financiële effecten zullen een plek krijgen in de Kaderbrief.

De gemeente Leiden blijft ook in 2026 inzetten op de verdere verduurzaming van het wagenpark met als doel te voldoen aan de eisen van de zero-emissiezone. Zolang volledig elektrisch vervoer niet haalbaar is, blijven fossiele voertuigen soms noodzakelijk om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen. Voor de gemeente Leiden gelden hierbij dezelfde uitgangspunten als voor de ondernemers: Waar mogelijk stappen we over op zero-emissievoertuigen en waar nog geen passend alternatief beschikbaar is wordt een ontheffing aangevraagd.

In 2026 gaan we in (een nog af te bakenen deel van) de Stevenshof samen met bewoners en organisaties werken aan versterking van de leefbaarheid. We nemen daarbij de ervaringen uit de leefbaarheidsaanpak Transvaal mee. Van de Stevenshof zijn meer statistische gegevens beschikbaar vanwege de omvang van het gebied. Dit biedt een goede basis voor het gesprek in de wijk hoe we de score voor leefbaarheid kunnen verbeteren. We leggen in de aanpak ook de verbinding met acties die in de Stevenshof lopen op het gebied van vooral gezondheid en jongeren. Voor deze aanpak is een eenmalig bedrag van 200.000,- beschikbaar, uit de reserve “Leefbaarheidsprojecten in de wijken”.

Beleidsterrein 5A Verharde openbare ruimte

De gemeente heeft als primaire taak de zorg voor een goed functionerende openbare ruimte die aansluit bij de beleving van haar inwoners. We hanteren hierbij beeldkwaliteit Niveau B (conform de beeldkwaliteits-meetlatten van de CROW). Voor de kwaliteit van de openbare ruimte zijn niet alleen het beheer en onderhoud belangrijk, maar ook functionele, esthetische, ruimtelijke en sociale aspecten. Hierbij regelt en borgt de gemeente dat ingrepen op het juiste moment, tegen de laagste mogelijk maatschappelijke kosten en zonder kapitaalvernietiging worden uitgevoerd. Binnen de beschikbare middelen wordt daarbij veel aandacht besteed aan verduurzaming en circulair werken.

Doelen en prestaties bij 5A Verharde openbare ruimte

Doel

Prestatie

5A1 Schoon, heel en veilig

5A1.1 Ontwikkelen beleid openbare ruimte

5A1.2 Beheren openbare ruimte

5A1.3 Inzamelen huishoudelijk afval

5A1.4 Beheren contracten buitenreclame

5A1.5 Handhaven gebruik openbare ruimte

5A1.6 Werken voor derden cluster beheer

5A1.1 Ontwikkelen beleid openbare ruimte

Bodem en ondergrond

De bodem kan veel bieden aan de ontwikkeling van de stad: de bodem is het fundament waar veel functies bij elkaar komen, zoals waterberging, kabels en leidingen, boomwortels, fundering. Daarnaast kent de bodem uitdagingen uit het heden en verleden zoals bodemverontreiniging, ontplofbare oorlogsresten en bodemdaling. Daarom moeten we afwegen welke functies we allemaal nodig hebben van de bodem en hoe we de stad duurzaam ontwikkelen (klimaatadaptief, biodivers, duurzame energie, woningbouw etc.). In het Leids Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond (LUBO) 2024-2030 zijn de activiteiten voor bodem en ondergrond vastgelegd en hoe de gemeente de reserve LUBO en de door het rijk beschikbaar gestelde budgetten voor bodem en ondergrond wil inzetten.
In 2026 zullen we starten met de aanpak van gezonde bodems (creëren, beschermen en benutten), omdat deze randvoorwaardelijk zijn voor tal van ambities die zijn vastgelegd in de Omgevingsvisie, zoals waterberging en biodiversiteit.
Op basis van de uitkomst van de onderzoeken in 2025 wordt bepaald welke acties nodig zijn voor het onderwerp diffuse verontreiniging via bodemlood. Verder wordt in 2026 toegewerkt naar de evaluatie van de nota bodembeheer, waarmee ook de normstelling voor de regio van de Leidse regio wordt vastgelegd.
In 2026 zal de gemeente datagedreven werken, benoemd als Grand Design in de Omgevingsvisie, incorporeren in de procedures en organisatie. Hierbij is het doel om via beter overzicht van alle huidige en toekomstige ruimtelijke claims, betere afwegingen te maken bij ruimtelijke ingrepen op zowel straat, buurt, wijk en stadsniveau.
Op nationaal niveau is Leiden nauw betrokken bij de oprichting en uitvoering van het Nationaal programma Bodem en Ondergrond, dat in 2026 zal starten. Hieruit zullen belangrijke financiële, juridische en digitale (data) randvoorwaarden en uitgangspunten volgen voor zowel regie op boven- en ondergrond, als gezonde bodems.

Beleid openbare verlichting

Openbare verlichting Leiden participeert in een meerjarig onderzoek van diverse universiteiten waaronder die van Leiden en het Nederlands Instituut voor Ecologie in combinatie met diverse instituten in onder andere de gezondheidszorg en lichtwereld naar de invloed van (straat)verlichting op biodiversiteit. Vanuit de gemeente Leiden (openbare verlichting) haken we hierbij aan om uiteindelijk openbare verlichting te kunnen plaatsen waar wetenschappelijk onderbouwd, (meer) recht wordt gedaan aan mens, flora en fauna (zoveel mogelijk) binnen de normen van landelijke richtlijnen (verkeersveiligheid, sociale veiligheid). Eind 2026 worden de eerste resultaten verwacht.
Naar verwachting hebben we in de 1e helft van 2026 de resultaten van de verlichtingspilots. De pilots vormen een logische vervolgstap om het beleid verder te verfijnen en praktijkgericht aan te vullen, zodat we uiteindelijk beter kunnen inspelen op de diversiteit aan situaties en behoeften binnen onze stad.

5A1.2 Beheren openbare ruimte

Duurzame Wijkvernieuwingen

In 2026 werken we verder aan de duurzame wijkvernieuwingsprojecten. Onderstaand een overzicht per project.

Duurzame wijkvernieuwingsprojecten

Project

Start

Gereed

Noorderkwartier oost fase 1

-

Afgerond

Noorderkwartier oost fase 2

Afgerond

Noorderkwartier oost fase 3, 4, 5

Q2 2025

Q2 2027

Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 1

-

Afgerond

Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 2

in uitvoering

Q2 2027

Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 3

Q1 2027

Q2 2028

Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 4

Q2 2026

Q4 2027

Professorenwijk fase 1

-

Afgerond

Professorenwijk fase 2

in uitvoering

Q4 2025

Vogelwijk

Afgerond

Raadsherenbuurt

in uitvoering

Q2 2027

Hoge Mors fase 1

Afgerond

Hoge Mors fase 2

Q1 2026

Q4 2028

Hart van Meerburg

Q3 2026

Q2 2029

Boshuizen

Q3 2029

Q4 2032

Fortuinwijk- noord

Q3 2027

Q4 2030

Fortuinwijk- zuid

Q3 2028

Q4 2031

Merenwijk Rodes

Q1 2028

Q4 2029

Merenwijk Horsten

Q1 2028

Q4 2029

Merenwijk totaal

Q1 2028

Q4 2039

Wijkbeheer

Samen aan de Slag verdiept de samenwerking met de stad en bouwt verder aan een ecosysteem van bewoners, organisaties en bedrijven die zich inzetten voor de vergroening van de stad. Met name het platform ‘Groene Stad 071’ speelt hierin een cruciale rol. In 2026 is het eerste jaar dat de twee boogkassen voor eigen ecologisch plantgoed allebei een volledig jaar kunnen draaien. We gebruiken al zoveel als mogelijk inheems plantgoed. In 2026 willen we een stapje verder gaan door, waar mogelijk, te kiezen voor autochtoon plantgoed. Een struik wordt als autochtoon gezien als deze ook een afstammeling is van de populaties van die soort die dat gebied (in de periode na de laatste ijstijd) op eigen kracht hebben gekoloniseerd. Daarmee werken we aan de genetische diversiteit van de betreffende soort.

Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte

Voor het beheer van de kapitaalgoederen werken we met uitvoeringsprogramma’s beheer (voorheen beheerplannen) die we elke vijf jaar actualiseren, zie voor een nadere toelichting de paragraaf onderhoud Kapitaalgoederen. De huidige beheerplannen kapitaalgoederen hebben de planperiode 2022-2026. In 2026 ronden we de uitvoeringsprogramma’s 2027-2032 af. Voor riolering geldt een andere planperiode: het Integraal Waterketenprogramma heeft de planperiode 2024-2028.

Beheren openbare verlichting

Het beheer heeft als doel om te blijven voldoen aan het realiseren van een veilige, duurzame en sfeervolle omgeving voor alle gebruikers van de openbare ruimte. Bij de vervanging passen we LED-techniek toe in combinatie met het dimmen van de verlichting. Inmiddels is ca. 60% van de openbare verlichting voorzien van LED-lichtbronnen. In 2026 ligt de focus op het (vervroegd) vervangen van armaturen met fluorescentie lampen door LED armaturen en het in de binnenstad het vervangen van Leidse lantarens door de LED-versie hiervan.

Beheren bruggen en viaducten

We beheren en onderhouden de bruggen, tunnels en viaducten zodat de stad toegankelijk en bereikbaar is voor alle verkeersdeelnemers en voor de doorvaarbaarheid van het scheepvaartverkeer. Ook de bediening van de beweegbare bruggen hoort hier bij. De volgende activiteiten voeren we in 2026 uit:

  • afronding vernieuwing elektro-mechanica, conform de machinerichtlijn (de Europese richtlijn voor veiligheidseisen bij machines) bij de Grote Havenbrug, Rijnzichtbrug en Singelbrug;
  • afronding vernieuwing 7 verkeersbruggen langs De Vliet;
  • afronding project vernieuwing parkbruggen Klein Cronestein;
  • cyclisch onderhoud conserveren, slijtlagen, straatwerk, betononderhoud en remmingswerken;
  • realisatie werkzaamheden Stationspleintunnel. O.a. brandvertragende beplating, LED ledverlichting, vernieuwing elektronica en ventilatoren;
  • groot onderhoud membraan Utrechtse Brug;
  • voorbereiding en realisatie Trekvaartbrug.

Beheer wegen

We onderhouden verharding op het wettelijke aansprakelijkheidsniveau (R–). Dat betekent dat we alleen ingrijpen (onderhoudsmaatregel uitvoeren) wanneer het aansprakelijkheidsniveau dreigt te worden overschreden. In de wijken Merenwijk, Boerhaavedistrict en Binnenstad-Zuid wordt groot onderhoud uitgevoerd. Tegelijk met de onderhoudswerkzaamheden aan de wegen wordt ook groeiplaatsverbetering voor bomen die wortelopdruk veroorzaken toegepast. Ook worden waar mogelijk (kleine) verkeerskundige verbeteringen uitgevoerd. De Groene Kansenkaart is een integraal onderdeel van de werkzaamheden.

Uitvoeren straatreiniging en graffitibestrijding

Straatreiniging draagt bij aan een schone en veilige openbare ruimte door het opvegen van zwerfafval en blad, het legen en schoonhouden van prullenbakken, onkruidbestrijding en het verwijderen van graffiti. Ook dit jaar wordt het prullenbakkenbestand verder geoptimaliseerd: Waar nodig worden ze schoongemaakt en waar mogelijk worden kleine prullenbakken 1:1 vervangen door grotere exemplaren. De proef met pizzadozencontainers in de binnenstad is positief verlopen en wordt verder uitgebreid. Verder wordt er geëxperimenteerd met aparte voorzieningen voor statiegeld flesjes en blikjes en onderzoeken we manieren om overlast van sigarettenpeuken verder terug te dringen. De opschoonacties worden gecontinueerd waarbij elke maand een wijk met de inzet van een team zwerfafvalvrij wordt opgeleverd.

Beheren Walmuren

De volgende werkzaamheden voeren we in 2026 uit:

  • cyclisch groot onderhoudsprogramma aan beschoeiingen en damwanden;
  • uitvoeringvervangingsprogramma beschoeiing naar natuurvriendelijke oevers continueren en evalueren;
  • continuering 10 jarige LVO programma (levensduur verlengend onderhoud van de grachtenkades) en herstel achterschotten L-wanden kademuren. In samenwerking met stakeholders ronden we de Ontwerpvisie Kades Binnenstad 2050 af als onderdeel van het LVO programma.

Beheren straatmeubilair

Voor het cyclische beheer van het straatmeubilair wordt met extra maatregelen gekeken hoe de beeldkwaliteit beter op CROW B niveau te houden is en schommelingen in de beeldkwaliteit te voorkomen. Dit doen we door als proef de middelen anders te verdelen (focus op de wijken die het minst scoren en focus op scheefstand en bevuiling van borden) en door de inzet van meer personeel. In oktober/november gaan we na de najaar-schouw kijken of deze aanpak succesvol blijkt.

Beheren Spelen

De speeltuinen en speelplekken worden conform het beheerplan Spelen onderhouden en beheerd. In 2026 zal er meer aandacht gaan naar de uitvoering (vervanging van speelplekken) waardoor de achterstanden die door de contractvorming in 2025 zijn opgelopen in te halen. Met de nieuwe contractanten leggen we de lat steeds hoger door middel van jaarlijkse evaluaties op het gebied van en aandacht voor kwaliteit en duurzame ontwerpprincipes zoals circulairiteit en CO2-prestaties. Participatie, inclusie en een verdere vergroening van speelplekken blijft onze aandacht houden. De aanwezige speeltoestellen worden jaarlijks op veiligheid getoetst aan het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen.

Verminderen van overlast in eigen wijk

Hoewel de beoordeling van de openbare ruimte in de stadsenquête ruim voldoende is blijven dumpingen en zwerfafval continu aandacht vragen. Middels diverse maatregelen wordt dit ondervangen. Denk aan plaatsen van grotere prullenbakken en het uitvoeren van clean sweeps in de wijken. Daarnaast is er zeswekelijks overleg met Handhaving om de lijst met hotspots (locaties waar regelmatig afval wordt gedumpt). De hotspots worden regelmatig gezamenlijk bezocht om waar mogelijk verbaliserend op te treden en tegelijkertijd de locatie op te ruimen.
Het zwerfafval in het groen wordt zo veel als mogelijk voorafgaand aan de groenwerkzaamheden gedaan om te voorkomen dat het zwerfafval bij het groenafval komt. De frequentie waarmee dit gebeurt hangt sterk samen met de gebruiksdruk en het weer. De werkzaamheden worden zo ingericht dat de gewenste beeldkwaliteit wordt gehaald. Daarnaast worden elke dag de meldingen van overlast, zwerfafval en dumping opgepakt. Deze meldingen worden meestal binnen 1 werkdag opgelost. Bewoners worden bij opschoonacties ondersteund met materialen en containeradoptie wordt aangemoedigd.

5A1.3 Inzamelen huishoudelijk afval

Wekelijks wordt bij de ruim 78.000 huishoudens in Leiden afval opgehaald met minicontainers bij de laagbouw en verzamelcontainers bij de hoogbouw. Papier, glas en textiel worden apart opgehaald, aan-huis of met verzamelcontainers. Het kunststofafval, drankenkartons en blik wordt nagescheiden uit het restafval. We starten dit jaar met de inzameling van groente-, fruit en etensresten (GFE) bij de hoogbouw. Dit zal in de komende jaren uiteindelijk door de hele stad worden uitgerold. Om hergebruik van spullen te stimuleren gaan we naar de mensen toe. We introduceren hiervoor een recycletas voor boeken, elektrische apparaten, speelgoed en textiel. Naast het inleveren van de spullen uit de recycletas kunnen inwoners hun herbruikbare spullen (die niet in de recycletas passen), aanbieden bij de recyclewagen die op een vaste dag bij het winkelcentrum staat.

5A1.4 Beheren contracten buitenreclame

Om de opbrengsten uit buitenreclame zoveel mogelijk op peil te houden, passen wij actief contractbeheer en management toe. Het contract voor de lichtmastreclames, dat jaarlijks circa €140.000 aan opbrengsten genereert, loopt af in juni 2026. De overeenkomst wordt niet verlengd en er wordt nog onderzocht of het in de toekomst nog wenselijk is om (al dan niet gedeeltelijk) lichtmastreclames in de gemeente toe te staan.

5A1.5 Handhaven gebruik openbare ruimte

Het toezicht en de handhaving in de openbare ruimte betreft de naleving van de (lokale) wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld vastgelegd in de APV. De prioriteiten waar de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (Boa’s) van de gemeente aan werken, zijn bepaald in de Visie op Handhaving 2025-2028 en het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Handhaving (UPH). Uitgangspunt in de handhaving blijft beschermen van de leefbaarheid in de stad en het voorkomen dat leefbaarheidsproblemen veiligheidsproblemen worden. Handhaving draagt daarnaast bij aan de impuls verkeersveiligheid, om vanuit handhaving maximaal te kunnen bijdragen is 2 extra FTE beschikbaar. Hierbij is ook ruimte voor handhaving op verkeerd gestalde fietsen/ lopen door rood licht, fietsen met de telefoon en fietsen zonder licht.

5A1.7 Werken voor derden Cluster Beheer

De gemeente Leiden zamelt voor de omliggende gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude verschillende huishoudelijke afvalfracties in. Hiervoor wordt een vergoeding ontvangen. In 2026 werken we aan het versterken van de samenwerking en het actualiseren van de contracten met de omliggende gemeenten.

Verbonden Partijen

De onderstaande Verbonden Partij levert een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.

Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten: Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Velsen, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar en Zoeterwoude. De BSGR voert namens de deelnemers de heffing en invordering van afvalstoffenheffing uit.

Effectindicatoren bij 5A Verharde openbare ruimte

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 5A1 Schoon, heel en veilig

5A1.a Rapportcijfer onderhoud openbare ruimte

7,0 (2021)
7,1 (2023)
7,1 (2025)

-

7,1

-

7,1

Stadsenquête

5A1.b Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' zwerfvuil ervaart

45% (2021)
36% (2023)
31% (2025)

39%

39%

Stadsenquête

5A1.c Gemeten kwaliteitsniveau 'zwerfvuil'

B (2022)
B (2023)
B (2024)

B

B

B

B

Beleidsmeting openbare ruimte

5A1.d Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' hondenpoep ervaart

23% (2021)
18% (2023)
16% (2025)

-

25%

-

25%

Stadsenquête

5A1.e Gemeten kwaliteitsniveau 'hondenpoep'

B (2022)
A (2023)
A (2024)

B

B

B

B

Beleidsmeting openbare ruimte

5A1.f Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' onkruid ervaart

17% (2021)
18% (2023)
13% (2025)

-

25%

-

25%

Stadsenquête

5A1.g Gemeten kwaliteitsniveau 'onkruid'

B (2022)
B (2023)
B (2024)

B

B

B

B

Beleidsmeting openbare ruimte

5A1.h Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' drijfvuil ervaart

23% (2021)
19% (2023)
14% (2025)

-

25%

-

25%

Stadsenquête

5A1.i Gemeten kwaliteitsniveau 'drijfvuil'

A (2022)
A (2023)
A (2024))

B

B

B

B

Beleidsmeting openbare ruimte

5A1.j Percentage inwoners dat het onderhoud van straten en wegen als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt **

69% (2021)
69% (2023)
70% (2025)

-

68%

-

68%

Stadsenquête

5A1.k Gemeten kwaliteitsniveau verharding

B (2022)
B (2023)
B (2024)

B

B

B

B

Beleidsmeting openbare ruimte

5A1.l Percentage inwoners dat het onderhoud van straatmeubilair als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt

61% (2021)
67% (2023)
69% (2025)

-

70%

-

70%

Stadsenquête

5A1.m Gemeten kwaliteitsniveau 'straatmeubilair'

C (2022)
B (2023)
B (2024)

B

B

B

B

Beleidsmeting openbare ruimte

Beleidsterrein 5B Openbaar water

Water is een belangrijke kwaliteit in Leiden en heeft verschillende functies. Dit wordt onderschreven in de Omgevingsvisie Leiden 2040: “Openbaar water heeft niet alleen een recreatief, maar ook een functioneel nut. Het heeft een transportfunctie, kan warmte / koude opslaan, de stad koelen en overtollig water na hevige regenval opvangen.” Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het verbeteren van de waterkwaliteit draagt het ook bij aan het versterken van de biodiversiteit.

Doelen en prestaties bij 5B Openbaar water

Doel

Prestatie

5B1 Waterkwantiteit op orde en verbeteren waterkwaliteit

5B1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid waterkwantiteit en waterkwaliteit

5B1.2 Beheren openbaar water en riolering

5B2 Stimuleren van een doelmatig gebruik van het openbaar water

5B2.1 Ontwikkelen beleid gebruik openbaar water

5B2.2 Exploiteren havens en waterwegen

5B2.3 Behandelen ligplaatsvergunningen

5B2.4 Handhaven gebruik openbaar water

5B1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid waterkwantiteit en waterkwaliteit

In het kader van de Omgevingswet en de uitwerking van het Groen-Blauwe raamwerk is een verkenning uitgevoerd voor het water in Leiden vanuit het principe Water en Bodem sturend. Samen met het hoogheemraadschap van Rijnland is zowel gekeken naar de verwachtingen ten aanzien van waterbeheer en klimaatverandering en naar de mogelijkheden voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Een goede waterkwaliteit is belangrijk voor de biodiversiteit en volksgezondheid. Parallel hieraan gaan we door met het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. In 2025 is de huidige situatie van de waterkwaliteit gemeten. Op baisis van deze gegevens gaan we in 2026 verder werken aan oplossingen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Dit wordt ook meegenomen in de verdere samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland.

5B1.2 Beheren openbaar water en riolering

Beheren Openbaar Water

Het groot- en regulieronderhoud aan de watergangen waar de gemeente voor verantwoordelijk is doen we om de waterkwantiteit te borgen en de waterkwaliteit te verbeteren conform de "Legger" en Onderhoudsverordening van het Waterschap. We verwerken de vrijgekomen biomassa duurzaam, naar een erkende verwerkingsinstallatie, of als dat kan in het terrein. De werkzaamheden worden verricht conform de Wet Natuurbescherming, volgens de gedragscode wet Natuurbescherming voor waterschappen. De volgende activiteiten voeren we in 2026 uit:

  • starten met de voorbereiding van baggercluster 2026-2027;
  • het ‘vissen van bladafval/zwerfvuil';
  • de jaarlijkse "Schouw Rijnland", hierbij wordt circa 110 km watergang geschoond van vegetatie;
  • reinigen van duikers en waar nodig herstellen.

Beheren Openbare Riolering

Het doel is het duurzaam beschermen van de volksgezondheid, het afvoeren van afvalwater en hemelwater en het reguleren van de grondwaterstand. Overeenkomstig het Integraal Waterketenprogramma 2024-2028 wordt onderstaand regulier en groot onderhoud verricht:

  • reiniging en inspectie van circa 50km vrij-verval riolering;
  • reinigen van rioolgemalen;
  • reinigen kolkafvoerleidingen;
  • onderhoud zinker- en gemaalschuiven;
  • reinigen circa 43.000 straat- en trottoirkolken
  • het renoveren van 11 gemalen.

In de duurzame wijkvernieuwingen wordt een ondergronds klimaatrobuust gescheiden systeem aangelegd. Hiermee wordt (gemengd) afvalwater getransporteerd naar zuivering, regenwater vertraagd op oppervlaktewater afgevoerd en grondwaterstand gereguleerd. De energietransitie wordt middels ruimtereservering meegenomen in het project. Bovengronds wordt de openbare ruimte klimaat-adaptief, biodivers en groener ingericht. Bij aanbestedingen worden duurzaamheid, hergebruik van materiaal en circulariteit opgenomen. De voortgang van de duurzame wijkvernieuwingen verloopt voorspoedig.

Op basis van resultaten stresstesten en afstemming veiligheidsregio, worden vier onderdoorgangen water-robuuster gemaakt. Dit zijn de Oegstgeesterweg, Plesmanlaan, Dr. Lelylaan en Lammenschansweg onderdoorgangen.

5B2.1 Ontwikkelen beleid gebruik openbaar water

In de visie op de Bezoekerseconomie is ervoor gekozen om niet in te zetten op grootschalige stimulering van het watertoerisme. Bezoekers met sloepen weten de stad immers al voldoende te vinden. In de brief aan de raad over het water in Leiden geeft het college aan dat een goede balans tussen het gebruik van het water en het waarborgen van de natuurlijke waterfuncties, zoals het afvoeren van overtollig water bij hevige regenval, noodzakelijk is. Ook schoon water voor mens en natuur speelt hierbij een belangrijke rol. Dit wordt verder uitgewerkt binnen het stadsbrede thema Groen-Blauw Raamwerk binnen de Omgevingsvisie. Via communicatie voor goed vaargedrag en handhaving wordt ingezet om dit vaarverkeer in goede banen te leiden.

5B2.2 Exploiteren havens en waterwegen

In 2026 wordt in de Passantenhaven en de Charterhaven (langs de Zijlsingel) het jaarlijkse klein onderhoud uitgevoerd. Voor het overnachten in de haven int de gemeente havengelden. Hiervoor wordt een nieuw digitaal systeem geïmplementeerd alsmede een formeel Havenreglement. Daarnaast zorgt de gemeente in de havens voor een goed functionerende douche en toiletvoorziening. Dit wordt gedaan conform de huidige milieukundige regelgeving. Dit betekent o.a. de jaarlijkse controle op legionella. De werkzaamheden t.b.v. het dragen van Blauwe Vlag worden geëvalueerd.

5B2.3 Behandelen ligplaatsvergunningen

De gemeente publiceert ieder kwartaal een lijst met vrije ligplaatsen voor pleziervaartuigen. Inwoners van Leiden die zich hebben geregistreerd op de wachtlijst kunnen hun interesse voor een vrije ligplaats kenbaar maken. De ligplaats wordt vervolgens vergund aan de inwoner die het hoogst op de wachtlijst staat. Aanvragen voor ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen worden op dit moment nog niet verdeeld. Begin 2026 zijn, naar verwachting, de lotingssystematiek en het bijbehorende beleidskader gereed en kunnen de ligplaatsen worden uitgegeven.

5B2.4 Handhaven gebruik openbaar water

Om overlast op het water te beperken, wordt door gemeentelijke handhavers nauw samengewerkt met de politie en andere partners op het water. De inzet van Handhaving op het water wordt bepaald in de Visie op Handhaving 2025-2028 en het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Handhaving (UPH). Met oog op de beperkte bevoegdheden is deze inzet vooral preventief ingestoken. Omdat andere thema’s nu prioriteit krijgen, is het niet haalbaar om de inzet op hetzelfde niveau te behouden. Het toezicht op het water blijft bestaan, maar wordt met een lagere frequentie opgepakt. Daarnaast wordt nog steeds ingezet op de handhaving op de ligplaatsenvergunningen van bedrijfs- en pleziervaartuigen en op het verwijderen van wrakboten.

Verbonden Partijen

De onderstaande Verbonden Partij levert een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.

Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten: Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Velsen, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar en Zoeterwoude. De BSGR voert namens de deelnemers de heffing en invordering van de riool- en waterzorgheffing uit.

Effectindicatoren bij 5B Openbaar water

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 5B2 Verbeteren waterkwaliteit

5B2.a Percentage inwoners dat het onderhoud van watergangen als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt

70% (2021)
71% (2023)
69% (2025)

-

66%

-

66%

Stadsenquête

Doel 5B3 Recreatieve waarde water vergroten

5B3.a Rapportcijfer door Leidenaars voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in Leiden

7,2 (2021)
7,0 (2023)
7,3 (2025)

-

7,3

-

7,3

Stadsenquête

Beleidsterrein 5C Openbaar groen en biodiversiteit

Een groene leefomgeving is belangrijk voor bewoners en bedrijven in een verstedelijkte stad als Leiden. Zeker wanneer er woningen bijkomen is het belangrijk dat er in die omgeving ook groene plekken zijn, waar bewoners kunnen verblijven en recreëren. Een groene inrichting draagt daarnaast ook bij aan de belangrijke opgaven als het behouden en versterken van de biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Verder is het belangrijk het groen in Leiden en het groen in de regio te verbinden zodat dieren en planten zich kunnen verplaatsen en burgers via groen naar het ommeland kunnen reizen.

Het college heeft zich tot doel gesteld om Leiden in deze collegeperiode zichtbaar groener te laten worden. Dit kan door de kwaliteit van het groen te verbeteren, door leefgebieden van planten en dieren te verbinden en door het toevoegen van extra groen, in een stad die tegelijkertijd werkt aan het toevoegen van veel extra woningen. Daarnaast heeft het college zich tot doel gesteld om meer en beter leefgebied voor flora en fauna te maken en door een bijdrage te leveren aan het klimaatadaptiever inrichten van Leiden.

Doelen en prestaties bij 5C Openbaar groen

Doel

Prestatie

5C1 Ontwikkelen en beheren van het openbaar groen

5C1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid stedelijk en regionaal groen

5C1.2 Renoveren en herinrichten parken

5C1.3 Beheren openbaar groen

5C1.4 Behandelen kapvergunningen

5C1.5 Aanleggen Singelpark

5C1.6 Beheren Oostvlietpolder

5C2 Bevorderen biodiversiteit

5C2.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid biodiversiteit

5C3 Bevorderen dierenwelzijn

5C3.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid dierenwelzijn

5C1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid stedelijk en regionaal groen

Nationaal Park Hollandse Duinen

Najaar 2025 heeft Nationaal Park Hollandse Duinen waarschijnlijk een definitieve status gekregen. Voor Leiden is het Nationaal Park belangrijk omdat Leidse bezoekers daar kunnen genieten van de natuur en de landgoederen. Anderzijds is het belangrijk om de bezoekers van de duinen te verleiden om Leiden met zijn vele musea, Singelpark en andere parken te bezoeken; dit zal de druk op de duinen verminderen. Marketing is hiervoor een belangrijk instrument.  

Westflank / Holland Rijnland: Groen-Blauw Verbindt  

Leiden, Katwijk en Oegstgeest zijn trekkers van dit project van de regionale investeringsagenda (RIA) van Holland Rijnland. In dit project wordt gewerkt aan een doorlopend groen-blauw raamwerk van Groene Ringen, Groene Randen en Groene Vingers door het aaneengesloten stedelijk gebied van 7 gemeenten in de Leidse agglomeratie (Westflank). Het draagt onder andere bij aan leefbaarheid, klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid. Tot 2027 wordt geïnventariseerd waar ontbrekende schakels zijn in groen- en wandel-en fietsverbindingen, welke projecten mogelijk zijn om deze te verbeteren, en of die projecten uitvoerbaar zijn (haalbaarheidsstudies). Vanaf 2027 moet er worden uitgevoerd. Mogelijk kunnen er in 2026 al kleine projecten worden aangepakt via het Groenfonds (ook onderdeel van de RIA). Verder wordt onderzocht of er regionaal, provinciaal of rijksgeld beschikbaar kan komen voor deelprojecten. 

PanoramaPark (voorheen Tweede Groene Ring)  

In het Beleidsakkoord 2022 – 2026 Samenleven in Leiden is afgesproken om in deze collegeperiode een start te maken met de realisatie van een Tweede Groene Ring naast de groene ring van het Singelpark.  Maart 2025 is een combinatie van bureaus gekozen die aan de slag gaat met het PanoramaPark (de nieuwe naam van de Tweede Groene Ring). Naar verwachting zal de realisatie zeker 20 jaar in beslag nemen, waarbij de eerste delen al de komende jaren worden uitgevoerd. Zo staat voor 2026 het actualiseren van het beheerplan Leidse Hout op het progamma en de aanleg van een moestuin/ stadstuin in het Hooghkamerpark. Bij het uitvoeren van projecten zal worden aangesloten bij al lopende trajecten en bijbehorende gereserveerde financiering. Verder wordt onderzocht of er regionaal, provinciaal of rijksgeld beschikbaar kan komen voor deelprojecten. Het groenfonds binnen de Regionale Investerings Agenda van Holland Rijnland is hiervoor een mogelijkheid, net als middelen uit het Zuid-Hollands Programma Landelijk gebied of de Novex.

Groene Hoofdstructuur

In 2018 is de Groene Hoofdstructuur van Leiden vastgesteld door het college. Deze groene hoofdstructuur is een belangrijk onderdeel van het Groen-Blauwe raamwerk uit de Omgevingsvisie. Voor 2026 staat de Zijloever op de planning om aangepakt te worden. De Zijloever is onderdeel van de Groene hoofdstructuur. Doel van het project is zowel het verbeteren van de kwaliteit als het toevoegen van groen, het verbeteren van de biodiversiteit, klimaatbestendiger maken van Leiden, recreatieve mogelijkheden verbeteren en een bijdrage leveren aan de gezondheid (het voorkomen dat mensen ziek worden).

Duurzame wijkvernieuwingen en vergroening op buurtniveau

Bij wijkvernieuwingen ontstaan meekoppelkansen voor vergroening en voor klimaatadapatieve maatregelen. Voor 2026 zijn voorbereidingen dan wel werkzaamheden gepland zoals is weergegeven in de tabel bij 5A1.2.
Versteende plekken als de Margaret Staalstraat worden vergroend en er worden extra bomen aangeplant in De Waard (Zeeheldenbuurt), op die plekken waar dat gezien de ruimte in de ondergrond mogelijk is. Verder wordt doorgegaan met het aanleggen natuurlijke en natuurvriendelijke oevers. 

5C1.2 Renoveren en herinrichten parken

Leiden heeft veel parken. Om de kwaliteit van deze parken te behouden, te versterken en aan te passen aan nieuwe behoeften, heeft Leiden een Investeringsprogramma Parken (IP Parken), waarin middelen zijn gereserveerd om ieder jaar één of meerdere parken te renoveren. Aan de hand van de evaluaties van de beheerplannen wordt jaarlijks bepaald welke parken in aanmerking komen voor een grootschalige onderhoudsbeurt. Het doel is om de parken in goede conditie te houden door deze ongeveer eens in de 25 jaar te renoveren (cyclus in beheerplannen). De gefaseerde renovatie in Polderpark Cronestein loopt nog door tot 2029. In 2026 wordt gewerkt aan het actualiseren van het Beheerplan Leidse Hout en wordt de startopdracht voor de renovatie van Stevenspark opgesteld. Verder worden in 2026 werkzaamheden uitgevoerd in het Hooghkamerpark en het Merenwijkpark. Voor het Roomburgerpark wordt de voorbereiding opgestart.  

5C1.3 Beheren openbaar groen

Bij het (her)planten van bomen kijken we naar de juiste soort op de juiste plaats. Hierbij spelen de ecologische waarde, klimaatbestendigheid, toekomstbestendigheid, standplaats, esthetische waarde en welke soorten er weinig in de stad aanwezig zijn een rol.
We verwachten eind 2026 de achterstand van de kwarrende (zieke of niet groeiende) bomen te hebben ingelopen. Afhankelijk van de resultaten van de inspecties zullen naar schatting in 2025 in totaal 300 tot 500 bomen vervangen worden en eenzelfde aantal voor 2026. De vervanging van deze bomen komt de gezondheid en kwaliteit van het totale bomenbestand in Leiden ten goede. Ook werken we in 2026 verder aan het verbeteren van de kwaliteit van het bomenbestand door extra voedsel in de bodem te brengen en door bij droge periodes (indien nodig) water te geven. De pilot met watersensoren geeft aan waar dat nodig is.
Het verbeteren van de biodiversiteit wordt in 2026 voortgezet door ecologisch te maaien, door waar mogelijk gazons om te vormen naar bermen, door een andere maaifrequentie of door mozaïekbeheer (vlakken wel maaien en vlakken niet maaien zodat niet alles in 1 keer kaal is) of door plantenvakken om te vormen naar bloemrijke bermen. Hierbij is van belang dat er een balans is tussen het draagvlak van inwoners en ecologische kwaliteit.
De Japanse duizendknoop wordt 6x per jaar behandeld om hem onder controle te houden. Daarnaast monitoren we de ervaringen en behaalde resultaten in Nederland met alternatieve vormen van bestrijding door onder andere de bladvlo die de natuurlijke vijand is van de Japanse duizendknoop.

5C1.4 Behandelen kapvergunningen

Het stedelijk groen is waardevol en het bomenbestand wordt gezien als ruimtelijke kwaliteit. Bij ruimtelijke ingrepen wordt vanaf de initiatieffase al zorgvuldig gekeken hoe bomen behouden kunnen blijven. Pas in het uiterste geval wordt tot kap over gegaan.

5C1.5 Aanleggen Singelpark

Het Singelpark is van en voor de bewoners, en maakt onderdeel uit van het Groen-Blauwe raamwerk. Het is een groene omlijsting van de historische binnenstad, een park waar Leiden zich mee op de kaart zet. Vele inwoners en bezoekers van Leiden kunnen genieten van het rondje Singelpark. In 2026 wordt het eerste deel van de vergroening van de Wereldtuin bij het Wereldmuseum gerealiseerd. Het Museum betaalt een groot deel van de vergroening zelf, maar heeft ook een bijdrage ontvangen van de provincie Zuid-Holland, van Holland Rijnland en ook Leiden heeft een bijdrage toegezegd (onder voorbehoud goedkeuring raad). De voorbereiding van de herinrichting van de Jan van Houtkade is gestart, dit wordt als zelfstandig project uitgevoerd binnen de vastgestelde kaders zoals die voor het Singelpark zijn vastgesteld. Verder heeft de Vereniging Vrienden van het Singelpark in 2025 een subsidie van de gemeente ontvangen, die zij in 2026 onder andere zullen inzetten voor tuinieren op hoogte en het voortzetten van natuur- en milieueducatie. 

5C1.6 Beheren Oostvlietpolder

In onze Omgevingsvisie 2040 is benoemd dat de Oostvlietpolder groen blijft en dat dit één van de weinige locaties is in Leiden waar we kunnen investeren in natuur. In 2026 starten de werkzaamheden voor WarmtelinQ in de Oostvlietpolder.  Deze hebben vertraging opgelopen omdat er geen aannemer gevonden kon worden voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Ook in 2026 start Leiden  met een aantal kleine maatregelen (buiten het WarmtelinQ gebied) voor verbetering van de natuurwaarden in het gemeentelijk deel van de Oostvlietpolder en worden maatregelen ter bevordering van extensieve recreatie genomen. Leiden trekt samen met de provincie op om de Oostvlietpolder onderdeel uit te laten maken van het Natuurnetwerk Nederland. In 2026 wordt duidelijk of de Oostvlietpolder de status van NNN gebied krijgt. Deze beslissing ligt bij de provincie. 

5C2.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid biodiversiteit

We richten ons op het versterken van de biodiversiteit in zeven verschillende leefgebieden in de stad (natuurvriendelijke oevers, kruidenrijk grasland, straatgroen, bosplantsoen, natuurvriendelijke bebouwing, weidevogelgebied en de kademuur). In 2026 gaan we op zoek naar meer plaatsen voor natuurvriendelijke oevers en struiken en kleine bosplantsoenen. Ook gaan we een aantal doorgaande vleermuizenroutes langs belangrijke watergangen in de Stevenshof, LBPS en De Zijl en Haarlemmertrekvaart versterken (ook goed voor veel ander leven op of langs deze watergangen). Deze maatregelen zijn goed voor verschillende soorten dieren en planten. Ook wordt het beleid van vergroening van de spaken tussen Singelpark en Panoramapark voortgezet. Al deze maatregelen leiden naar verwachting tot een toename van de biodiversiteit.
Het college verwacht op dit moment, in tegenstelling tot op het gebied van klimaat, milieu, water en wonen, geen negatieve vervolgen van het programma STOER voor ons biodiversiteitsbeleid. Zowel in eerdere brieven vanuit het ministerie als in het programma STOER gaat het voor het gebied van biodiversiteit in de bouwopgave over een aanpak in de vorm van een soortenmanagementplan. Dat betekent dat in plaats van langere natuurvergunningsprocessen per bouwproject er proactief door bouwers en overheden samengewerkt moet worden aan het verbeteren van biodiversiteit bij elk bouwproject. Dit bespaart een lange doorlooptijd van natuurvergunningen én versterkt de biodiversiteit. Dat sluit aan bij wat het college in het kader van het eigen soortenmanagementplan en het beleid voor natuurinclusief bouwen wil bereiken. Deze aanpak is dan ook al volop in voorbereiding.

5C3.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid dierenwelzijn

In 2025 is de nieuwe Nota Dieren vastgesteld. Dieren hebben een belangrijk rol in de openbare ruimte. Zo gaan we in 2026 we aan de slag met de evaluatie van de loslooplocaties voor honden. We zorgen voor dieren in nood, hiervoor sluiten we een nieuw tienjarig contract met dierenasiel Stevenshage. Bij beleidsplannen wegen we de belangen van dieren af tegen andere belangen onder meer door een spreekuur over biodiversiteit en dieren en overleg met visverenigingen over diervriendelijk en duurzaam visbeleid. We starten een campagne ‘chippen met korting” voor katten en geven meer informatie over dieren op onze website. We willen overlast door dieren voorkomen en gaan een samenwerking aan met een vast gecertificeerd bedrijf als partner voor plaagdierbestrijding.

Effectindicatoren bij 5C Openbaar groen

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 5C1 Ontwikkelen en beheren van het openbaar groen

5C1.a Percentage inwoners dat het onderhoud van groen als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt

72% (2021)
77% (2023)
72% (2025)

-

73%

-

73%

Stadsenquête

5C1.b Aantal hectare groen*

474 (2021)
482 (2022)
483 (2023)

≥474

≥474

≥474

≥474

Geovisia

5C1.c Rapportcijfer door Leidenaars voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in de omgeving van Leiden

7,9 (2021)
7,8 (2023)
7,7 (2025)

-

7,7

-

7,7

Stadsenquête

5C2 Bevorderen biodiversiteit

5C2.a Het percentage gemeten dieren met een stabiele of positieve trend sinds 2004**

50% (2021)
47% (2023)

50%

50%

50%

50%

Stadsnatuurmeetnet

5C2.b Voor planten: het percentage van de gemeten doelecotopen met een stabiele of positieve trend sinds 2004

69% (2022)
62% (2024)

55%

55%

55%

55%

Stadsnatuurmeetnet

* Zoals toegelicht bij de groenrapportage 2021 wordt voor deze indicator het beheersysteem Geovisia van de gemeente gebruikt. Het betreft het groenareaal in eigendom van de gemeente.
** Omdat het college biodiversiteit belangrijk vindt, zijn er nu voor het eerst cijfers opgenomen die echt iets zeggen over hoe het ervoor staat. Dat helpt het college en uw raad om beter te kunnen sturen. Toch zijn cijfers alleen niet genoeg — biodiversiteit is complex en vraagt om uitleg. Die geeft het college via de jaarlijkse rapportages van het stadsnatuurmeetnet, die openbaar beschikbaar zijn (via: https://leiden.incijfers.nl/Onderzoeksbank/--Ruimtegebruik-en-duurzaamheid).  Op basis van die rapporten kiest het college jaarlijks welke maatregelen nodig zijn. De laatste jaren is er vooral geïnvesteerd in meer struiken, struwelen en natuurvriendelijke oevers, omdat die volgens de metingen de meeste aandacht nodig hebben. Het college verwacht dat de resultaten hiervan de komende jaren steeds meer zichtbaar worden in betere biodiversiteitscijfers. Daarnaast werkt het college samen met ecologen aan een nieuw adviesrapport over de biodiversiteit in Leiden, met daarin nieuwe voorstellen om waar nodig bij te sturen. Dat rapport wordt in het derde kwartaal met de gemeenteraad gedeeld. Op basis van al deze informatie is het vervolgens aan uw raad om te besluiten of u samen vindt dat het college genoeg doet voor de biodiversiteit.

Beleidsterrein 5D Milieu en duurzaamheid

Dit beleidsterrein omvat alle activiteiten binnen dit programma die gericht zijn op de functionaliteit van de openbare ruimte voor duurzaamheids- en milieuaspecten, voor zover ze geen plek hebben gekregen bij de beleidsonderdelen circulaire economie (programma 3), duurzame mobiliteit (programma 4), klimaatadaptatie en biodiversiteit (programma 5), energietransitie (programma 6) en duurzame verstedelijking (programma 6). De gemeente Leiden heeft ten aanzien van milieu de gemeentelijke taken en bevoegdheden op grond van milieuwetgeving overgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland. Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst stelt de kaders vast waarbinnen de milieudoelstellingen voor Leiden worden gerealiseerd. Het doen van investeringen in het verbeteren van de lokale milieukwaliteit is evenwel een lokale aangelegenheid.

Doelen en prestaties bij 5D Duurzaamheid

Doel

Prestatie

5D1 De stad behouden voor toekomstige generaties door het tegengaan en voorkomen van aantasting van het leefmilieu.

5D1.1 Milieubeheer algemeen

5D1.2 Uitvoeren geluidsanering

5D1.3 Uitvoeren bodemsanering

5D1.4 Uitvoeren duurzaamheidbeleid

5D1.1 Milieubeheer algemeen

Omgevingsdienst West-Holland

De Omgevingsdienst West-Holland voert de algemene milieutaken voor de gemeente Leiden uit. Een groot deel betreft het reguliere werk rondom de wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast adviseert de Omgevingsdienst over milieuaspecten bij ruimtelijke planvorming en is de dienst actief op het brede terrein van veiligheid, milieu en duurzaamheid. Hierbij gaat het om onderwerpen als gevaarlijke stoffen, bodem- en luchtverontreiniging, geluidhinder, omgevingsveiligheid, en energie- en waterbesparing. In 2026 werkt de gemeente wederom constructief en nauw samen met de Omgevingsdienst aan de verdere uitwerking van het Omgevingsplan. Daarnaast wordt steeds intensiever met de Omgevingsdienst samengewerkt op het thema ondermijning.

Leidse Milieuraad

De gemeente Leiden wordt voor haar milieu- en duurzaamheidsbeleid geadviseerd door de Leidse Milieuraad (LMR). De LMR is een onafhankelijk adviesorgaan van het college en adviseert gevraagd en ongevraagd over de duurzaamheidaspecten van het gemeentelijk beleid. Duurzaamheid wordt ruim opgevat en omvat milieu gerelateerde, sociale en economische aspecten.

Milieu binnen de Omgevingswet

Het onderwerp ‘milieu’ heeft binnen de Omgevingswet een expliciete rol gekregen. Tegelijkertijd wordt het verband tussen milieu en gezondheid hierbij steeds prominenter. Om aan de wettelijke, en eventueel ook verdergaande gezondheids-, normen te kunnen voldoen is beleid nodig om adequate afwegingen te maken voor het gebruik van de schaarse ruimte. Een schone (qua milieu) fysieke leefomgeving is een voorwaarde om de gezondheid van onze inwoners voldoende te beschermen. Het afwegingskader voor geluid en geur in de Omgevingswet vraagt om een lokaal beleid. Gezien de sterke samenhang met het thema lucht is in 2025 gestart met actualisatie van het geluidbeleid (uit 2004) en dit te integreren met de thema's lucht en geur in één Omgevingsprogramma Lucht, geur en geluid. Dit omgevingsprogramma zal naar verwachting eind 2026 door het college worden vastgesteld.

5D1.2 Uitvoeren geluidsanering

Leiden als fijne en gezonde stad om in te wonen, te werken en te leven betekent onder andere minder geluidsoverlast en een verbetering van de luchtkwaliteit. De Omgevingswet onderschrijft het belang van een gezonde fysieke leefomgeving, daarom zijn er in deze wet diverse bepalingen opgenomen om dit te bewerkstelligen. Tevens zijn Europese regels ten aanzien van geluid en luchtkwaliteit opgenomen in de omgevingswet. Zo moeten er elke vijf jaar geluidbelastingkaarten en een actieplan geluid worden vastgesteld voor gemeente Leiden.
In het Actieplan Omgevingslawaai 2024-2028 wordt geadviseerd een bepaald type geluidreducerend asfalt op hoofdwegen aan te brengen als belangrijkste maatregel om het aantal geluidgehinderden te reduceren. Maar ook het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer, fiets en wandelen, autoluw maken van de binnenstad en het uitvoeren van geluidsaneringsprojecten dragen bij aan een vermindering van de geluidoverlast.
Bij de geluidsaneringsprojecten is er sprake van woningen die door het verkeerslawaai een te hoge geluidsbelasting hebben. De geluidsbelasting is dusdanig hoog dat deze woningen op een landelijke lijst staan. Voor deze zogeheten saneringslijsten is subsidie van het Rijk beschikbaar gesteld. Alle Leidse woningen die op deze landelijke saneringslijst staan zijn opgenomen in een project en hiervoor is projectsubsidie aangevraagd en ontvangen. Deze projecten worden de komende jaren uitgevoerd waarbij het gaat om geluidwerende gevelmaatregelen en soms ook maatregelen aan de weg. De projectbegeleiding van de sanering vindt plaats door de Omgevingsdienst.

5D1.3 Uitvoeren bodemsanering

Het uitvoeringsprogramma voor bodemsanering wordt door de gemeente Leiden opgesteld en vormt een onderdeel van het Leids Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2024-2030. In Leiden vindt de aanpak van bodemverontreiniging plaats via twee sporen. Enerzijds wordt zoveel mogelijk gesaneerd in samenloop met bouw- of herinrichtingsplannen. Daarmee wordt de omgevingskwaliteit integraal verbeterd. Anderzijds worden locaties aangepakt op grond van milieuhygiënische urgentie (spoedlocaties). De Omgevingsdienst voert de taak bodemsanering voor de gemeente uit.

5D1.4 Uitvoeren duurzaamheidbeleid

Projectadvisering

Op de verschillende duurzaamheidsthema’s is er beleid en wordt er beleid ontwikkeld. Dit beleid moet worden toegepast en uitgevoerd. Om ervoor te zorgen dat dit gebeurt, wordt het adviseren bij projecten integraal vormgegeven. Hierdoor wordt het duurzaamheidsbeleid meegenomen in projecten en tot uitvoering gebracht. Daarnaast zijn voor de programma’s Klimaatadaptatie en biodiversiteit, energietransitie en circulaire economie uitvoeringsprogramma’s opgesteld.

Duurzame gebiedsontwikkeling Spoorzone

Met de Duurzaamste Kilometer is duurzaamheid in de Spoorzone op de kaart gezet en is de Green Deal door vele betrokken stakeholders ondertekend. Hoewel de Duurzaamste Kilometer als zelfstandige organisatie per 2024 is gestopt, blijven de hoge duurzaamheidsambities bestaan. De ambities van de Duurzaamste Kilometer zijn inmiddels verankerd in de gebiedsvisies Schipholweg en Stationsgebied. Daarnaast zijn in de kaderbrief 2023 middelen gevraagd om vanaf 2024 gebiedsgericht te sturen. Duurzaamheid is daarbij 1 van de belangrijkste thema’s waarbij gestuurd wordt om de ambities van de vastgestelde gebiedsvisies te realiseren. The Field manifesteert zich steeds meer als de ontmoetingsplek om te experimenteren en leren over duurzame gebiedsontwikkeling en neemt daarmee de rol van de DZKM over.

Verbonden Partijen
De onderstaande Verbonden Partij levert een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.

Omgevingsdienst West-Holland

Motieven en doelen deelname GR

Uitvoering van de wettelijke taken zoals de vergunningverlening en handhaving van delen van de Omgevingswet, en advisering van de deelnemende gemeenten en de provincie Zuid-Holland bij de uitvoering van hun taken, zoals ruimtelijke planvorming en verkeersbeleid.

Kansen

  • Het verder bekwamen als centrum voor kennis- en advies, vergunningverlening en handhaving & toezicht.
  • De Omgevingswet biedt de ODWH een kans om de dienst zich als adviesdienst te profileren voor de regio.
  • De ODWH zou voor de Provincie een specifieke taak kunnen uitvoeren voor heel Zuid-Holland, zoals reguleren van life science en GGO bedrijven.

Risico's (top 3)

  1. Een mogelijk hogere bijdrage aan de Omgevingsdienst West Holland dan de vastgestelde begroting.
  2. Imagoschade voor de omgevingsdienst; negatieve beeldvorming kan ontstaan.
  3. Onvoldoende robuustheid van de Omgevingsdienst West-Holland.

Belangrijkste doelstellingen / prestaties en opgaven 2026

In ‘Om de Leefomgeving’, het rapport van de commissie Van Aartsen, is geconcludeerd dat het VTH-stelsel onvoldoende functioneert. Eén van de zorgen is dat de omgevingsdiensten onvoldoende robuust zijn. De Staatssecretaris van I&W heeft besloten dat een omgevingsdienst robuust is wanneer deze voldoet aan een set van zes kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) en zes randvoorwaarden. De omgevingsdiensten hebben tot 1 april 2026 de tijd om volledig robuust te worden. In 2026 zal de ODWH uitvoering geven aan dit Programmaplan Robuustheid in samenhang met de Strategienota 2024-2035.

De laatste jaren is ondermijning een belangrijk thema geworden. Daarom werkt de ODWH steeds actiever samen met diverse partners en andere omgevingsdiensten om het team Bibob nog beter te faciliteren. Het doel is met een integrale benadering van de opsporing van verborgen criminaliteit in de regio de ondermijnende invloed tegen te gaan.

Door de Omgevingswet komt steeds meer nadruk op toezicht te liggen. De ODWH wil dit meer risicogericht vormgeven en werkt daarom in 2026 aan de uitwerking van een risicoanalysesysteem.

Tevens is er aandacht voor het verder ontwikkelen van de ODWH op het gebied van informatievoorziening en datakwaliteit. Voor de werving van personeel werkt de ODWH intensief samen met de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. Andere belangrijke doelen hierbij zijn om de dienst te verjongen en de kosten van inhuur te beperken.

Belangrijkste bestuurlijke mijlpalen 2026

  • Zienswijze Begroting 2027 en MJR 2028-2030

Bijdrage 2026

3.699.000 (begroting 2026)

Voor eigenaarsrol, zie paragraaf verbonden partijen

Toelichting effectindicator luchtkwaliteit

Jaarlijks worden de omgevingswaarden (normen) voor luchtkwaliteit gemonitord. Bij (dreigende) overschrijding van de luchtkwaltiteitsnormen moet een omgevingsprogramma worden opgesteld. Momenteel worden de normen niet overschreden.

Effectindicatoren bij 5D Milieu en Duurzaamheid

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 5D1 Werken aan een duurzame stad

5D1.a Aantal hoofdwegen* met stikstofgehalte >35 μg/m³

1 (2022)**
1 (2023)**
0 (2024)

0

0

0

0

CIMLK

* De 23 gemeentelijke hoofdwegen zijn: Churchilllaan, Dr Lelylaan, Haagweg, Haagse Schouwweg, Herenstraat, Hoge Rijndijk, Hooigracht, Kanaalweg, Kooilaan, Lammenschansweg, Langebrug, Langegracht, Levendaal, Noordeinde, Oranjeboomstraat, Plesmanlaan, Schipholweg, Stevenshofdreef, Tunnelmond Schipholweg / Stationsweg, Vrijheidslaan, Willem de Zwijgerlaan, Willem v d Madeweg, Zijlsingel.
** Dit betrof de tunnelmond van de Willem de Zwijgerlaan bij de Kooilaan.

Beleidsterrein 5E Klimaatadaptatie

In 2023 is het Uitvoeringsprogramma 2023-2026 "Samen maken we Leiden groener, gezonder en klaar voor de toekomst", vastgesteld. De ambitie is om in 2050 een klimaatbestendige stad te zijn, waarbij Leiden zichtbaar groener is geworden en de biodiversiteit is versterkt. We kiezen voor een aanpak waarbij we parallel aan het verdere onderzoek naar de gevolgen van het veranderende klimaat voor Leiden ook al concrete zichtbare resultaten in de stad realiseren.

Doelen en prestaties bij 5E Klimaatadaptatie

Doel

Prestatie

5E1 Beperken van effecten van extreme neerslag, langdurige droogte en hittestress; betrekken bewoners en ondernemers bij klimaatverandering

5E1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid klimaatadaptatie

5E1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid klimaatadaptatie

De uitvoering van klimaatdaptatieve maatregelen nemen we mee bij de realisatie van projecten, zoals de wijkvernieuwingen, maar ook bij andere projecten. Bijvoorbeeld bij de infrastructurele projecten en gebiedsontwikkelingen proberen we klimaatadaptatie gelijk mee te nemen. Dit doen we door de vastgestelde richtlijnen klimaatadaptief bouwen mee te geven aan de projecten. 

Om bewoners te stimuleren ook klimaatadaptieve maatregelen te nemen hebben we naar aanleiding van de vastgestelde riool- en waterzorgheffing een uitgebreidere regeling voor klimaatadaptieve maatregelen opzetten.

Vanuit de Groene Kansenkaart zijn er de afgelopen jaren verschillende versteende plekken in de stad vergroend. Het vergroenen van versteende plekken draagt onder andere bij aan het klimaatadaptiever maken van de stad, het versterken van de biodiversiteit en het creëren van een prettigere leefomgeving. Aangezien de huidige Groene Kansenkaart 2023-2026 afloopt, wordt in 2026 een nieuwe Groene Kansenkaart opgesteld.

De gemeente Leiden heeft verschillende panden met zeer verschillende functies in bezit, waar mogelijk gevolgen kunnen ontstaan door klimaatverandering (hitte, droogte, regenwateroverlast). De urgentie voor klimaatadaptatie wordt gezien, al is er geen volledig overzicht en ook nog geen risico-inschatting. De uitwerking Routekaart voor verduurzaming, die met name is gericht op de energietransitie, biedt ruimte om klimaatadaptatie eraan toe te voegen. Bijvoorbeeld op een locatie waar sprake is van overlast of waar een meekoppelkans is. Dit sluit aan bij de strategie die we hanteren op het gebied van klimaatadaptatie. Welke maatregelen er daadwerkelijk mogelijk zijn, hangt mede af van de functie en de toekomst van het pand. Gekoppeld aan het Duurzaam Meerjaren onderhoudsplan wordt ook een klimaatrisico analyse gedaan en inzicht gegeven in mogelijke maatregelen die getroffen kunnen worden. 

Effectindicatoren bij 5E Klimaatadaptatie

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 5E Beperken van effecten van extreme neerslag, langdurige droogte en hittestress; betrekken bewoners en ondernemers bij klimaatverandering

5E1.a Percentage inwoners dat vindt dat groen belangrijk is voor klimaatadaptatie*

69% (2023)
77% (2025)

-

-

-

-

Stadsenquête

5E1.b Percentage afkoppeling van hemelwaterriool van het vuilwaterriool.

18% (2024)

20%

21%

23%

23%

Regie Integraal Beheer

* In Hoofdstuk 7 van het Uitvoeringsprogramma "Leiden biodivers en klimaatbestendig" staat beschreven hoe we de komende jaren toewerken naar een monitoringssystematiek voor klimaatadaptatie.

Kaderstellende beleidsstukken

Onderstaand overzicht omvat de afgelopen 5 jaar.

  • RV 25.0039 Zienswijze Begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 25.0019 Aanvraag uitvoeringskrediet Duurzame Wijkvernieuwing Hart van Meerburg
  • RV 25.0010 Visie op Handhaving Openbare Ruimte 2025-2028
  • RV 25.0006 Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting Leiden 2025
  • RV 24.0101 Centrumregeling Afvalbeheertaken Leidse regio
  • RV 24.0100 Grondstoffennota 2024-2027 inspraak verwerkt
  • RV 24.0097 Verordening op de heffing en invordering van riool- en waterzorgheffing Leiden 2025
  • RV 24.0096 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Leiden 2025
  • RV 24.0073 Wijziging Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, onderdeel leidingen
  • RV 24.0053 Verordening op de heffing en invordering van Riool- en waterzorgheffing Leiden 2025
  • RV 24.0046 Verordening duurzaamheidsleningen Leiden 2024
  • RV 24.0039 15e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 24.0032 Zienswijze Begroting 2025 en Meerjarenraming 2026-2028 Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 24.0031 14e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 24.0010 Wensen en bedenkingen discussienota 'invoering Riool- en Waterzorgheffing'
  • RV 24.0008 Aanvraag rijksbijdrage project ‘NGE werkzaamheden fietsenstalling De Geus’ en ‘risicoanalyse NGE wijkvernieuwingen’
  • RV 24.0006 Centrumregeling Afvalbeheertaken Leidse regio
  • RV 24.0002 Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 (januari 2024)
  • RV 23.0131 Wijziging op de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 -- najaar 2023, markten en terrassen en rectificatie vanwege samenloop
  • RV 23.0125 Herinrichting Openbare Ruimte Verbeekstraat
  • RV 23.0127 Vaststellen Integraal Waterketenprogramma 2024-2028 Leidse Regio
  • RV 23.0117 13de wijziging Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 23.0114 Regionale nota bodembeheer en oplegnotitie
  • RV 23.0107 Verordening afvoer hemelwater en grondwater Gemeente Leiden 2023
  • RV 23.0085 Verordening tot wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 - najaar 2023 (mb.t. houtopstanden - bomen)
  • RV 23.0076 Uitvoeringsbesluit Professorenwijk-Oost fase 2
  • RV 23.0066 Agenda Autoluwe Binnenstad - Herinrichting openbare ruimte Noordeinde
  • RV 23.0064 Uitvoeringsbesluit Jan van Houtkade/Koepoortsbrug
  • RV 23.0060 Verordening tot wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 -- najaar 2023 (m.b.t. reclame, overlast fietsen en terrassen)
  • RV 23.0042 Aanbevelingen onderzoek 'Overig groen' of stadsnatuur? (Rekenkamercommissie Leiden-Leiderdorp)
  • RV 23.0040 Uitvoeringsbesluit openbare ruimte Sportpark De Vliet
  • RV 23.0032 Uitvoeringsbesluit duurzame wijkvernieuwing Hoge Mors (fase 2 en 3)
  • RV 23.0019 Uitvoeringsbesluit Duurzame wijkvernieuwing Raadsherenbuurt fase 2
  • RV 23.0013 Kaderbesluit Duurzame wijkvernieuwing Hart van Meerburg
  • RV 23.0003 Wensen en bedenkingen Uitvoeringsprogramma 2023 Handhaving openbare ruimte
  • RV 22.0094 Uitvoeringsbesluit Openbare Ruimte Indoor Sportcentrum (ISC)
  • RV 22.0086 Aanbevelingen Rekenkamercommissie Leiden Leiderdorp rapport 'Beleid en beheer van de riolering'
  • RV 22.0075 Verordening op de heffing en invordering van riool- en waterzorgheffing Leiden 2025
  • RV 22.0074 Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Leiden 2023
  • RV 22.0071 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Leiden 2023
  • RV 22.0068 Verordening tot wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 – najaar 2022
  • RV 22.0048 12e wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 22.0046 Aanwijzing leden Algemeen bestuur Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland
  • RV 22.0020 Wijziging legesverordening 2022
  • RV 22.0018 Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 (APV)
  • RV 21.0148 Uitvoeringsbesluit Hoge Mors Fase1 Diamantplein Granaatplein en Onyxstraat
  • RV 21.0142 Wensen en bedenkingen Uitvoeringsplan 2022 Handhaving Openbare Ruimte
  • RV 21.0139 Vaststelling Verordening bodemenergiesystemen gemeente Leiden 2022
  • RV 21.0136 Uitvoeringsbesluit Vogelwijk / Raadsherenbuurt fase 1 wijkvervanging
  • RV 21.0128 Wijziging Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Leiden 2020 ten behoeve van mogelijk maken ligplaatsen voor maatschappelijke doeleinden
  • RV 21.0124 Verordening tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2020
  • RV 21.0108 Uitvoeringsbesluit Gasthuiswijk-Haagweg-Zuid fase 2
  • RV 21.0103 Uitvoeringsbesluit Klimaatbestendige openbare ruimte Noorderkwartier-Oost fase 2
  • RV 21.0086 Uitvoeringsbesluit Herinrichting Veerplein e.o. deelproject Singelpark
  • RV 21.0082 Kaderbesluit Openbare Ruimte Sportpark De Vliet
  • RV 21.0077 Uitvoeringsbesluit Openbare Ruimte projecten Binnenstad: Havenplein
  • RV 21.0076 Kaderbesluit Hoge Mors
  • RV 21.0073 Wijziging Verordening fysieke leefomgeving onderdeel bomen op punt ecologische waarden
  • RV 21.0069 Beleidskader Buitenreclame Leiden 2021
  • RV 21.0050 Kaderbesluit Energiepark
  • RV 21.0036 Uitvoeringsbesluit Professorenwijk-Oost fase 1
  • RV 21.0035 Uitvoeringsbesluit Gasthuiswijk-Haagweg-Zuid fase 1
  • RV 21.0034 Kaderbesluit Herinrichting Jan van Houtkade (Singelpark fase 2)
  • RV 21.0029 Aanbevelingen Rekenkamercommissie Leiden-Leiderdorp over Onderzoek naar de werking van het Bomenfonds in Leiden
  • RV 21.0025 Omgevingsvergunning kunstwerk Schoorsteen Ankerpark
  • RV 21.0023 Verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 onderdeel bomen
  • RV 21.0021 Vaststellen tweede tranche van de Verordening fysieke leefomgeving
  • RV 21.0017 Rechtmatigheid Referendum raadsvoorstel Inrichtingsvoorstel Wijksportpark Roomburgerpark
  • RV 21.0008 Aanbevelingen Rekenkamercommissie Leiden-Leiderdorp over Evaluatie duurzaamheidsbeleid gemeente Leiden
  • RV 21.0006 Visie Stadstuinieren
  • RV 21.0004 Referendum raadsvoorstel Inrichtingsvoorstel wijksportpark Roomburgerpark
  • RV 20.0149 Uitvoeringsbesluit Wijkvervangingsprogramma Houtkwartier-Oost
  • RV 20.0146 Wensen en bedenkingen Uitvoeringsprogramma 2021 Handhaving openbare ruimte
  • RV 20.0118 Herstelbesluit inwerkingtredingsbepalingen wijzigingsverordeningen behorende bij de Verordening fysieke leefomgeving
  • RV 20.0082 Overname water Dobbewatering van het Hoogheemraadschap van Rijnland
  • RV 20.0079 Vaststellen Verordening fysieke leefomgeving en intrekking en wijzigingen verordeningen
  • RV 20.0074 Vaststellen Verordening hemelwater en grondwater Gemeente Leiden 2020
  • RV 20.0043 Afvalstoffenverordening 2020
  • RV 20.0028 Kaderbesluit Vogelwijk en Raadsherenbuurt
  • RV 20.0027 Leiden Biodivers en klimaatbestendig, Samen maken we Leiden groener! Uitvoeringsprogramma 2020-2023
  • RV 20.0026 Kaderbesluit Houtkwartier-Oost
  • RV 20.0025 Kaderbesluit Professorenwijk-Oost
  • RV 20.0021 Verordening Duurzaamheidsvoucher Leiden 2020
  • RV 20.0018 Verlenging VTH Beleidsplan 2016-2018 tot invoering Omgevingswet
  • RV 20.0013 Uitvoeringsbesluit Klimaatbestendige Openbare Ruimte Noorderkwartier Oost Fase 1
  • RV 20.0006 Verordening tot wijziging van de 'Verordening Duurzaamheidslening'
  • RV 20.0005 Kaderstellende strategie ‘Op weg naar een circulair Leiden’

Programmakosten

Omgevingskwaliteit

Rekening

Begroting

Begroting

MJB

MJB

MJB

Bedragen x 1.000,-

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verharde openbare ruimte

Lasten

46.883

50.551

52.511

53.098

54.639

55.776

Baten

-30.140

-27.997

-28.426

-28.425

-28.574

-28.734

Saldo

16.744

22.554

24.085

24.672

26.065

27.042

Openbaar water

Lasten

10.042

10.629

10.768

11.841

12.411

13.490

Baten

-14.291

-15.404

-15.480

-16.781

-17.390

-17.865

Saldo

-4.249

-4.774

-4.712

-4.940

-4.978

-4.375

Openbaar groen

Lasten

12.035

12.895

12.914

13.280

13.528

14.004

Baten

-358

-55

-57

-57

-58

-58

Saldo

11.677

12.840

12.856

13.223

13.471

13.947

Milieu en duurzaamheid

Lasten

3.964

5.889

4.953

4.933

4.923

4.944

Baten

-121

-59

-60

-60

-60

-60

Saldo

3.843

5.830

4.894

4.873

4.863

4.884

Klimaatadaptatie

Lasten

602

945

574

408

408

408

Baten

-

-0

-0

-0

-0

-0

Saldo

602

945

574

408

408

408

Programma

Lasten

73.526

80.909

81.720

83.560

85.910

88.622

Baten

-44.910

-43.514

-44.023

-45.323

-46.081

-46.717

Saldo van baten en lasten

28.616

37.394

37.697

38.237

39.829

41.905

Reserves

Toevoeging

331

896

108

108

108

108

Onttrekking

-597

-1.687

-225

-50

-

-

Mutaties reserves

-267

-791

-117

58

108

108

Resultaat

28.350

36.604

37.580

38.295

39.936

42.013

Budgettaire ontwikkelingen ­

De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2026-2029. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.

Beleidsterrein Verharde Openbare ruimte

In 2026 stijgen de lasten met 1,96 mln. De stijging komt vooral door gestegen salariskosten, indexatie en gestegen kapitaallasten (totaal 2.83 mln). De rest van de verschillen zijn ontstaan door:

  • In 2026 zijn er geen kosten begroot voor Leefbaarheid Transvaal en Leefbaarheid Stevenshof. In 2025 is incidenteel budget van 374.000 beschikbaar gesteld voor deze projecten. Hierdoor in 2026 een daling van de lasten.
  • In 2026 zijn er geen kosten begroot voor een verticale Kabels- en leidingensysteem omdat dit een incidentele bijdrage uit 2025 betreft. In 2025 is vanuit de samenwerkingspartners (Dunea, Liander, Vattenfall, ZiggoVodafone, KPN en SLIB) en de gemeenten Amsterdam, Alkmaar, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Breda, Zoetermeer en Haarlem een incidentele bijdrage beschikbaar gesteld van € 200.000 voor een verticale Kabels- en leidingensysteem. Omdat dit incidentele bijdragen zijn is er in 2026 sprake van een daling van zowel de baten als de lasten.
  • Extra budget van 192.000 voor energiekosten in 2025 voor de openbare verlichting ten opzichte van 2026. Dit extra budget zal in 2025 gecorrigeerd worden, maar zorgt voor een daling van het budget in 2026.

In 2026 stijgen de baten met 429.000. De verschillen zijn vooral ontstaan door:

  • Stijging baten afvalstofheffing (985.000) om voor 100% kostendekkend te zijn. De afvalstoffenheffing stijgt daarmee met 4,5%. Dit is inclusief de trend van 3,6% voor de loon- en prijsstijging plus de impact van de nieuwe grondstoffennota (2025-2029).
  • In 2026 zijn er geen opbrengsten begroot voor glasvezelbekabeling. In 2025 was er een incidenteel budget van 393.000, waardoor in 2026 een daling van de opbrengsten.

Impact Kaderbrief 2025-2029

Buiten de afwijking is er bij de lasten een noemenswaardig impact van 328.000 ten opzichte van 2025 door de grondstoffennota (2025-2029) die in de kaderbrief van 2025 is goedgekeurd. In de Grondstoffennota zijn het beleid en de maatregelen opgenomen voor minder huishoudelijk (rest) afval, meer hergebruik en verwerking van meer waardevolle grondstoffen om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. Door de gestegen lasten zijn de baten van de afvalstofheffing eveneens gestegen met 328.000 ten opzichte van 2025.

Beleidsterrein Milieu en Duurzaamheid

In 2026 dalen de lasten met 936.000. De daling komt vooral door incidenteel budget in 2025 van 981.000 voor gevelsanering, waardoor er in 2026 een daling is van de lasten. Jaarlijks wordt het restant bedrag overgeheveld naar het volgend jaar als incidentele bijdrage. De bijdrage wordt gedekt uit de reserve GSB middelen.

Beleidsterrein Klimaatadaptatie

In 2026 dalen de lasten met 371.000. De daling komt vooral door incidenteel budget in 2025 voor de groene daken subsidie voor in totaal 182.000.

Reserves

Reserves programma 5

Rekening

Begroting

Begroting

MJB

MJB

MJB

Bedragen x 1.000,-

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Reserve asbestsanering (P5)

Toevoeging

106

106

106

106

106

106

Onttrekking

-88

-

-

-

-

-

Saldo

18

106

106

106

106

106

Reserve ontsluiting van groengebieden

Toevoeging

0

-

-

-

-

-

Onttrekking

-27

-

-

-

-

-

Saldo

-27

-

-

-

-

-

Res. Leefbaarh.projecten in de wijken P5

Toevoeging

2

2

2

2

2

2

Onttrekking

-

-210

-30

-30

-

-

Saldo

2

-208

-28

-28

2

2

Reserve gsb-middelen ISV/EZ P5

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-

-981

-

-

-

-

Saldo

-

-981

-

-

-

-

Reserve programma binnenstad P5

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-

-20

-

-

-

-

Saldo

-

-20

-

-

-

-

Reserve Duurzame Stad P5

Toevoeging

91

748

-

-

-

-

Onttrekking

-232

-281

-175

-

-

-

Saldo

-142

467

-175

-

-

-

Reserve grondexploitaties P5

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-84

-

-

-

-

-

Saldo

-84

-

-

-

-

-

Reserve Bomenfonds P5

Toevoeging

132

40

-

-

-

-

Onttrekking

-165

-75

-

-

-

-

Saldo

-33

-35

-

-

-

-

Reserve bovenwijkse voorz. Grondbedr. P5

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-

-100

-

-

-

-

Saldo

-

-100

-

-

-

-

Reserve Sociaal Domein P5

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-

-20

-20

-20

-

-

Saldo

-

-20

-20

-20

-

-

Totaal

Toevoeging

331

896

108

108

108

108

Onttrekking

-597

-1.687

-225

-50

-

-

Reserves programma 5

-267

-791

-117

58

108

108

Reserve asbestsanering

In 2026 is er een storting begroot van € 106.000 voor mogelijke inzet asbestsanering gemeentelijk vastgoed. De onttrekking aan deze reserve is begroot in programma 6.

Res. Leefbaarh.projecten in de wijken

In 2026 is er een storting begroot van 2.000 voor kapitaalslasten en een onttrekking van 30.000 voor de stichting Vrienden van het singelpark.

Reserve duurzame stad

In 2026 is er een ontrekking begroot van 175.000 voor samen aan de slag (125.000) en voor het uitvoeren van onderzoek en informeren van bewoners over klimaatadaptatie (50.000).

Reserve Sociaal Domein

In 2026 is er een ontrekking begroot van 20.000 voor de stichting Vrienden van het singelpark.

Investeringen

Prestatie

Omschrijving prestatie

Omschrijving investering

Categorie

nieuw / vervanging

VK/
NK

Bijdrage derden/ reserves

2026

2027

2028

2029

05A102

Beheren openbare ruimte

Investeringen wegen 2026-2029

Maatsch.

V

-

8.595

14.568

9.218

8.149

05A102

Beheren openbare ruimte

RWN Bachstraat-Domela Nieuwenhuisln

Maatsch.

V

-

55

-

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

RWN Gasthuiswijk fase 3-4

Maatsch.

V

-

272

-

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Kademuren 2026-2029

Maatsch.

V

-

5.421

6.613

2.383

8.693

05A102

Beheren openbare ruimte

Beschoeiing 2026

Maatsch.

V

-

699

-

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Damwanden 2026

Maatsch.

V

-

-

448

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Parkbruggen div.

Maatsch.

V

-

369

-

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Verkeersbruggen - Maartje Offersbrug

Maatsch.

V

-

161

-

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Div vervangingen kunstwerken 2027(40jr)

Maatsch.

V

-

-

504

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Diverse verv. kunstwerken 2028 40 jaar

Maatsch.

V

-

-

-

2.027

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Diverse vervangingen kunstwerken 2029 40 jaar

Maatsch.

V

-

-

-

-

7.738

05A102

Beheren openbare ruimte

Grote Havenbrug (vervanging)

Maatsch.

V

-

-

-

3.161

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Lichtmasten 2025-2029

Maatsch.

V

-

697

486

1.240

1.556

05A102

Beheren openbare ruimte

Armaturen 2026-2029

Maatsch.

V

-

-

1.161

291

818

05A102

Beheren openbare ruimte

Automatisering gladheidsbestrijding 2027

Econ.

V

-

-

54

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Boshuizen ruimtereservering

Maatsch.

V

-

-

436

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Fortuinwijk Noord ruimtereservering

Maatsch.

V

-

-

736

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Fortuinwijk Zuid ruimtereservering

Maatsch.

V

-

-

-

421

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Boshuizen KLIMA 40 jaar

Maatsch.

V

-

-

-

-

2.670

05A102

Beheren openbare ruimte

Fortuinwijk Noord KLIMA 40 jaar

Econ.

V

-

-

4.510

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Fortuinwijk Zuid KLIMA 40 jaar

Econ.

V

-

-

-

3.200

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Merenwijk-De Horsten 40 jaar

Maatsch.

V

-

-

-

2.670

-

05A102

Beheren openbare ruimte

WV Gasthuiswijk wegen 3 4

Maatsch.

V

-

3.651

-

-

-

05A102

Beheren openbare ruimte

Merenwijk Horsten ruimtereservering

Maatsch.

V

-

-

-

-

396

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Ontdemping Kort Rapenburg

Econ.

N

VK

-

-

-

-

12.500

05A103

Inzamelen huishoudelijk afval

Inzamelmiddelen 2025-2029

Econ.

V

-

-

603

612

1.855

05A103

Inzamelen huishoudelijk afval

Perscontainers 2028

Econ.

V

-

-

-

159

-

05A103

Inzamelen huishoudelijk afval

2de milieustraat gebouw

Econ.

N

VK

-

-

-

2.995

-

05A103

Inzamelen huishoudelijk afval

2de milieustraat machines

Econ.

N

VK

-

-

-

1.040

-

05A103

Inzamelen huishoudelijk afval

Verv, hoofdgeb. ABW 2024 5 jaar

Econ.

V

-

420

-

-

-

05A103

Inzamelen huishoudelijk afval

Ondergrondse containers 2026

Econ.

V

-

-

-

-

6.303

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Riolering 2026-2029

Econ.

N

VK

-

6.184

7.091

2.824

3.644

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Fortuinwijk Boshuizen 2024

Econ.

V

-

-

13.110

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Fortuinwijk Boshuizen 2027

Econ.

V

-

-

8.921

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Fortuinwijk Boshuizen 2028

Econ.

V

-

-

-

8.921

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Riolering Merenwijk 2027

Econ.

V

-

-

-

5.802

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Riolering Fortuin Noord Zuid Boshuizen 2029

Econ.

V

-

-

-

-

9.317

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Riolering Merenwijkdistrict

Econ.

V

-

-

-

-

3.933

05B102

Beheren openbaar water en riolering

WV Rio gasthw haagweg-zuid fase 3&4

Econ.

N

NK

-

374

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

wv rio Gasthw Haagweg-zuid fase 1+2 2025-2026

Econ.

V

-

1.077

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

wv Rio Morskwartier 2025

Econ.

V

-

2.955

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

WV Gasthuiswijk RIO 3 4

Econ.

V

-

4.172

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

WV KLIMA Merenwijk Horsten 2029

Econ.

V

-

-

-

-

2.945

05B102

Beheren openbaar water en riolering

KLIMA Domela nieuwenhuislaan

Econ.

V

-

52

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

KLIMA Gasthuiswijk fase 3-4

Econ.

V

-

1.037

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

KLIMA Bachstraat

Econ.

V

-

-

286

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

riolering Stationsweg

Econ.

N

NK

-

522

-

-

-

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Vervanging gemalen 2026-2029

Econ.

V

-

517

517

498

516

05B102

Beheren openbaar water en riolering

Duikers 2026-2029

Maatsch.

V

-

-

-

61

80

05C101

Ontw en uitv beleid sted. en regio groen

GHS herprofileringsprojecten 2026-2029

Maatsch.

V

-

136

134

130

130

05C101

Ontw en uitv beleid sted. en regio groen

GHS reconstructieprojecten 2026-2029

Maatsch.

V

-

67

67

65

65

05C101

Ontw en uitv beleid sted. en regio groen

IP Parken 2026-2029

Maatsch.

V

-

680

670

648

648

05C101

Ontw en uitv beleid sted. en regio groen

2e Groene Ring 2024

Maatsch.

N

VK

-

666

-

-

-

05C101

Ontw en uitv beleid sted. en regio groen

2e Groene Ring 2025

Maatsch.

N

VK

-

748

-

-

-

05C103

Beheren openbaar groen

Speeltoestellen in openbare ruimte 2026-2029

Econ.

V

-

697

818

605

1.420

05C103

Beheren openbaar groen

Vervangen bomen 2026-2029

Maatsch.

V

-

341

393

330

699

05C105

Aanleggen Singelpark

Singelpark binnen het Energiepark

Maatsch.

N

NK

-

3.297

-

-

-

05C106

Beheren Oostvlietpolder

Aanleg volkstuinen

Maatsch.

N

NK

853

2.148

-

-

-

Totaal programma 5

853

46.011

62.125

49.300

74.075

In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2026-2029. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.

Subsidies

subsidiestaat 2025

subsidiestaat 2026

Subsidie saldo

218.028

37.746

­Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 subsidies.