Programmanummer | 5 | |
Commissie | Leefbaarheid en Bereikbaarheid | |
Portefeuille(s) | Klimaat, Mobiliteit & Financiën |
De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt: |
Met de verstedelijksopgave neemt de druk op de stad toe. Om Leiden leefbaar te houden wordt de openbare ruimte steeds belangrijker. Het beheren van de openbare ruimte, oftewel een schone, hele en veilige openbare ruimte, is hierin belangrijk. Maar daarnaast moeten we de komende jaren ook belangrijke keuzes maken in ruimtegebruik. Klimaatverandering en toenemende extremen in het weer vragen samen met de teruglopende biodiversiteit dat we in diezelfde openbare ruimte vergroenen, verduurzamen en klimaatadaptieve maatregelen doorvoeren. De gemeenteraad heeft uitgesproken dat er sprake is van een noodtoestand voor het klimaat en de natuur. Bij alle maatregelen die we nemen zullen we richting burgers en bedrijven benadrukken hoe urgent de situatie is wat betreft klimaat en natuur en dat nu handelen noodzakelijk is om de stad nu en in de toekomst leefbaar te houden.
Om de stad aan te passen aan het veranderende klimaat is in 2023 het Uitvoeringsprogramma "Leiden biodivers en klimaatbestendig 2023-2026" vastgesteld. Hierin staan de inspanningen voor de komende jaren opgenomen. De ambitie is om in 2050 een klimaatbestendige stad te zijn, waarbij Leiden zichtbaar groener is geworden en de biodiversiteit is versterkt. We doen hiervoor verder onderzoek naar de gevolgen van het veranderende klimaat. Tegelijkertijd realiseren we in de stad al concrete maatregelen.
We combineren op een slimme manier projecten en werkzaamheden in de openbare ruimte en doen dit zo goed mogelijk samen met inwoners uit de wijken. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de duurzame wijkvernieuwingen: tegelijkertijd met het vervangen van het riool richten we de openbare ruimte klimaatadaptief in en nemen we maatregelen om de biodiversiteit te versterken. Hiermee verbeteren we ook de leefkwaliteit in de stad. Meer groen draagt bij aan een betere mentale en fysieke gezondheid. Ook programma 4 met onder meer de agenda autoluwe binnenstad draagt bij aan het verbeteren van de leefomgeving van de stad. Door inzet op overgang naar fiets, voetganger en openbaar vervoer ontstaat ruimte voor vergroenen.
We vragen ook andere partijen om mee te doen, de helft van de stad is namelijk particulier eigendom. Aan inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties vragen we daarom met ons samen te werken aan een duurzame stad die ook voor de toekomstige generaties leefbaar blijft. Iedereen kan daarin kleine of grote stappen zetten; van de aanleg van een geveltuin tot het bouwen van natuurinclusieve en klimaatadaptieve gebouwen door ontwikkelaars. De gemeente ondersteunt inwoners en ondernemers met initiatieven zoals Samen aan de slag, subsidies of het delen van kennis. Samen aan de Slag richt zich op vergroenen van de stad en het actief benaderen van bewoners in buurten waar meer hittestress is én minder groeninitiatieven zijn.
Het versterken van de biodiversiteit en daarmee natuurinclusief inrichten en beheren van de stad zien we als één van onze belangrijke opgaven. We willen de zeven belangrijke leefgebieden (straat- en muurvegetatie, water- en oevermilieu, kruidenrijk grasland, struwelen en zoombegroeiing, bosplantsoen, bebouwing en weidegebied) in de stad versterken. In 2026 gaan we door met de communicatiecampagne “ZZZoek de zeven soorten”.
We moeten afwegen welke functies we allemaal nodig hebben van de bodem en hoe we de stad duurzaam ontwikkelen (klimaatadaptief, biodivers, duurzame energie, woningbouw etc.). De inpassing van extra systemen voor elektra en warmte vragen om regie en afwegingen zowel boven- als ondergronds.
Om praktische ruimtelijke conflicten te voorkomen hebben we bekeken of we kabels en leidingen ondergronds verticaal kunnen ordenen i.p.v. horizontaal, zodat er meer ruimte ontstaat voor andere opgaven. Dit verticaal kabels- en leidingensysteem (VKLS) is een pilot die succesvol verloopt en waarmee we goede resultaten boeken, die vertrouwen geven voor toepassing in de toekomst. Het VKLS is opgenomen als mogelijkheid in de verordening fysieke leefomgeving, als een vorm van ondergrondse ordening die voorgeschreven kan worden. Er zijn enkele gemeentelijke projecten die interesse hebben getoond om na afronding van de pilot (2027) het VKLS toe te passen in hun project.
Daarnaast gaan we zowel intern als extern integraal programmeren met de netbeheerders Vattenfall, Dunea en Liander, zodat de impact van elkaars werkzaamheden duidelijker wordt en er keuzes gemaakt kunnen worden. Verder wordt in 2026 het door de Omgevingsdienst West-Holland uitgewerkte integraal ruimtelijk advies dat het uitgangspunt Water en Bodem Sturend hanteert, toegepast in een vroegtijdig stadium van projecten en initiatieven.
We beheren en onderhouden de openbare ruimte op basis van wettelijke regels, de ambities uit het beleidsakkoord, zorgplichten en de bedoelde functionaliteit en kwaliteit zoals die zijn opgenomen in de beleidskaders en beheerplannen. In 2026 ronden we de nieuwe uitvoeringsprogramma’s beheer (voorheen beheerplannen) kapitaalgoederen 2027-2031 af. Deze zullen inhoudelijk voortbouwen op de huidige beheerplannen, met aandacht voor circulariteit, blauw en groen en inpassing van lokale beleidswensen. De financiële effecten zullen een plek krijgen in de Kaderbrief.
De gemeente Leiden blijft ook in 2026 inzetten op de verdere verduurzaming van het wagenpark met als doel te voldoen aan de eisen van de zero-emissiezone. Zolang volledig elektrisch vervoer niet haalbaar is, blijven fossiele voertuigen soms noodzakelijk om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen. Voor de gemeente Leiden gelden hierbij dezelfde uitgangspunten als voor de ondernemers: Waar mogelijk stappen we over op zero-emissievoertuigen en waar nog geen passend alternatief beschikbaar is wordt een ontheffing aangevraagd.
In 2026 gaan we in (een nog af te bakenen deel van) de Stevenshof samen met bewoners en organisaties werken aan versterking van de leefbaarheid. We nemen daarbij de ervaringen uit de leefbaarheidsaanpak Transvaal mee. Van de Stevenshof zijn meer statistische gegevens beschikbaar vanwege de omvang van het gebied. Dit biedt een goede basis voor het gesprek in de wijk hoe we de score voor leefbaarheid kunnen verbeteren. We leggen in de aanpak ook de verbinding met acties die in de Stevenshof lopen op het gebied van vooral gezondheid en jongeren. Voor deze aanpak is een eenmalig bedrag van € 200.000,- beschikbaar, uit de reserve “Leefbaarheidsprojecten in de wijken”.
De gemeente heeft als primaire taak de zorg voor een goed functionerende openbare ruimte die aansluit bij de beleving van haar inwoners. We hanteren hierbij beeldkwaliteit Niveau B (conform de beeldkwaliteits-meetlatten van de CROW). Voor de kwaliteit van de openbare ruimte zijn niet alleen het beheer en onderhoud belangrijk, maar ook functionele, esthetische, ruimtelijke en sociale aspecten. Hierbij regelt en borgt de gemeente dat ingrepen op het juiste moment, tegen de laagste mogelijk maatschappelijke kosten en zonder kapitaalvernietiging worden uitgevoerd. Binnen de beschikbare middelen wordt daarbij veel aandacht besteed aan verduurzaming en circulair werken.
Doel | Prestatie |
---|---|
5A1 Schoon, heel en veilig | 5A1.1 Ontwikkelen beleid openbare ruimte |
5A1.2 Beheren openbare ruimte | |
5A1.3 Inzamelen huishoudelijk afval | |
5A1.4 Beheren contracten buitenreclame | |
5A1.5 Handhaven gebruik openbare ruimte | |
5A1.6 Werken voor derden cluster beheer |
De bodem kan veel bieden aan de ontwikkeling van de stad: de bodem is het fundament waar veel functies bij elkaar komen, zoals waterberging, kabels en leidingen, boomwortels, fundering. Daarnaast kent de bodem uitdagingen uit het heden en verleden zoals bodemverontreiniging, ontplofbare oorlogsresten en bodemdaling. Daarom moeten we afwegen welke functies we allemaal nodig hebben van de bodem en hoe we de stad duurzaam ontwikkelen (klimaatadaptief, biodivers, duurzame energie, woningbouw etc.). In het Leids Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond (LUBO) 2024-2030 zijn de activiteiten voor bodem en ondergrond vastgelegd en hoe de gemeente de reserve LUBO en de door het rijk beschikbaar gestelde budgetten voor bodem en ondergrond wil inzetten.
In 2026 zullen we starten met de aanpak van gezonde bodems (creëren, beschermen en benutten), omdat deze randvoorwaardelijk zijn voor tal van ambities die zijn vastgelegd in de Omgevingsvisie, zoals waterberging en biodiversiteit.
Op basis van de uitkomst van de onderzoeken in 2025 wordt bepaald welke acties nodig zijn voor het onderwerp diffuse verontreiniging via bodemlood. Verder wordt in 2026 toegewerkt naar de evaluatie van de nota bodembeheer, waarmee ook de normstelling voor de regio van de Leidse regio wordt vastgelegd.
In 2026 zal de gemeente datagedreven werken, benoemd als Grand Design in de Omgevingsvisie, incorporeren in de procedures en organisatie. Hierbij is het doel om via beter overzicht van alle huidige en toekomstige ruimtelijke claims, betere afwegingen te maken bij ruimtelijke ingrepen op zowel straat, buurt, wijk en stadsniveau.
Op nationaal niveau is Leiden nauw betrokken bij de oprichting en uitvoering van het Nationaal programma Bodem en Ondergrond, dat in 2026 zal starten. Hieruit zullen belangrijke financiële, juridische en digitale (data) randvoorwaarden en uitgangspunten volgen voor zowel regie op boven- en ondergrond, als gezonde bodems.
Openbare verlichting Leiden participeert in een meerjarig onderzoek van diverse universiteiten waaronder die van Leiden en het Nederlands Instituut voor Ecologie in combinatie met diverse instituten in onder andere de gezondheidszorg en lichtwereld naar de invloed van (straat)verlichting op biodiversiteit. Vanuit de gemeente Leiden (openbare verlichting) haken we hierbij aan om uiteindelijk openbare verlichting te kunnen plaatsen waar wetenschappelijk onderbouwd, (meer) recht wordt gedaan aan mens, flora en fauna (zoveel mogelijk) binnen de normen van landelijke richtlijnen (verkeersveiligheid, sociale veiligheid). Eind 2026 worden de eerste resultaten verwacht.
Naar verwachting hebben we in de 1e helft van 2026 de resultaten van de verlichtingspilots. De pilots vormen een logische vervolgstap om het beleid verder te verfijnen en praktijkgericht aan te vullen, zodat we uiteindelijk beter kunnen inspelen op de diversiteit aan situaties en behoeften binnen onze stad.
In 2026 werken we verder aan de duurzame wijkvernieuwingsprojecten. Onderstaand een overzicht per project.
Project | Start | Gereed |
Noorderkwartier oost fase 1 | - | Afgerond |
Noorderkwartier oost fase 2 | Afgerond | |
Noorderkwartier oost fase 3, 4, 5 | Q2 2025 | Q2 2027 |
Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 1 | - | Afgerond |
Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 2 | in uitvoering | Q2 2027 |
Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 3 | Q1 2027 | Q2 2028 |
Gasthuiswijk-Haagweg Zuid fase 4 | Q2 2026 | Q4 2027 |
Professorenwijk fase 1 | - | Afgerond |
Professorenwijk fase 2 | in uitvoering | Q4 2025 |
Vogelwijk | Afgerond | |
Raadsherenbuurt | in uitvoering | Q2 2027 |
Hoge Mors fase 1 | Afgerond | |
Hoge Mors fase 2 | Q1 2026 | Q4 2028 |
Hart van Meerburg | Q3 2026 | Q2 2029 |
Boshuizen | Q3 2029 | Q4 2032 |
Fortuinwijk- noord | Q3 2027 | Q4 2030 |
Fortuinwijk- zuid | Q3 2028 | Q4 2031 |
Merenwijk Rodes | Q1 2028 | Q4 2029 |
Merenwijk Horsten | Q1 2028 | Q4 2029 |
Merenwijk totaal | Q1 2028 | Q4 2039 |
Samen aan de Slag verdiept de samenwerking met de stad en bouwt verder aan een ecosysteem van bewoners, organisaties en bedrijven die zich inzetten voor de vergroening van de stad. Met name het platform ‘Groene Stad 071’ speelt hierin een cruciale rol. In 2026 is het eerste jaar dat de twee boogkassen voor eigen ecologisch plantgoed allebei een volledig jaar kunnen draaien. We gebruiken al zoveel als mogelijk inheems plantgoed. In 2026 willen we een stapje verder gaan door, waar mogelijk, te kiezen voor autochtoon plantgoed. Een struik wordt als autochtoon gezien als deze ook een afstammeling is van de populaties van die soort die dat gebied (in de periode na de laatste ijstijd) op eigen kracht hebben gekoloniseerd. Daarmee werken we aan de genetische diversiteit van de betreffende soort.
Voor het beheer van de kapitaalgoederen werken we met uitvoeringsprogramma’s beheer (voorheen beheerplannen) die we elke vijf jaar actualiseren, zie voor een nadere toelichting de paragraaf onderhoud Kapitaalgoederen. De huidige beheerplannen kapitaalgoederen hebben de planperiode 2022-2026. In 2026 ronden we de uitvoeringsprogramma’s 2027-2032 af. Voor riolering geldt een andere planperiode: het Integraal Waterketenprogramma heeft de planperiode 2024-2028.
Het beheer heeft als doel om te blijven voldoen aan het realiseren van een veilige, duurzame en sfeervolle omgeving voor alle gebruikers van de openbare ruimte. Bij de vervanging passen we LED-techniek toe in combinatie met het dimmen van de verlichting. Inmiddels is ca. 60% van de openbare verlichting voorzien van LED-lichtbronnen. In 2026 ligt de focus op het (vervroegd) vervangen van armaturen met fluorescentie lampen door LED armaturen en het in de binnenstad het vervangen van Leidse lantarens door de LED-versie hiervan.
We beheren en onderhouden de bruggen, tunnels en viaducten zodat de stad toegankelijk en bereikbaar is voor alle verkeersdeelnemers en voor de doorvaarbaarheid van het scheepvaartverkeer. Ook de bediening van de beweegbare bruggen hoort hier bij. De volgende activiteiten voeren we in 2026 uit:
We onderhouden verharding op het wettelijke aansprakelijkheidsniveau (R–). Dat betekent dat we alleen ingrijpen (onderhoudsmaatregel uitvoeren) wanneer het aansprakelijkheidsniveau dreigt te worden overschreden. In de wijken Merenwijk, Boerhaavedistrict en Binnenstad-Zuid wordt groot onderhoud uitgevoerd. Tegelijk met de onderhoudswerkzaamheden aan de wegen wordt ook groeiplaatsverbetering voor bomen die wortelopdruk veroorzaken toegepast. Ook worden waar mogelijk (kleine) verkeerskundige verbeteringen uitgevoerd. De Groene Kansenkaart is een integraal onderdeel van de werkzaamheden.
Straatreiniging draagt bij aan een schone en veilige openbare ruimte door het opvegen van zwerfafval en blad, het legen en schoonhouden van prullenbakken, onkruidbestrijding en het verwijderen van graffiti. Ook dit jaar wordt het prullenbakkenbestand verder geoptimaliseerd: Waar nodig worden ze schoongemaakt en waar mogelijk worden kleine prullenbakken 1:1 vervangen door grotere exemplaren. De proef met pizzadozencontainers in de binnenstad is positief verlopen en wordt verder uitgebreid. Verder wordt er geëxperimenteerd met aparte voorzieningen voor statiegeld flesjes en blikjes en onderzoeken we manieren om overlast van sigarettenpeuken verder terug te dringen. De opschoonacties worden gecontinueerd waarbij elke maand een wijk met de inzet van een team zwerfafvalvrij wordt opgeleverd.
De volgende werkzaamheden voeren we in 2026 uit:
Voor het cyclische beheer van het straatmeubilair wordt met extra maatregelen gekeken hoe de beeldkwaliteit beter op CROW B niveau te houden is en schommelingen in de beeldkwaliteit te voorkomen. Dit doen we door als proef de middelen anders te verdelen (focus op de wijken die het minst scoren en focus op scheefstand en bevuiling van borden) en door de inzet van meer personeel. In oktober/november gaan we na de najaar-schouw kijken of deze aanpak succesvol blijkt.
De speeltuinen en speelplekken worden conform het beheerplan Spelen onderhouden en beheerd. In 2026 zal er meer aandacht gaan naar de uitvoering (vervanging van speelplekken) waardoor de achterstanden die door de contractvorming in 2025 zijn opgelopen in te halen. Met de nieuwe contractanten leggen we de lat steeds hoger door middel van jaarlijkse evaluaties op het gebied van en aandacht voor kwaliteit en duurzame ontwerpprincipes zoals circulairiteit en CO2-prestaties. Participatie, inclusie en een verdere vergroening van speelplekken blijft onze aandacht houden. De aanwezige speeltoestellen worden jaarlijks op veiligheid getoetst aan het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen.
Hoewel de beoordeling van de openbare ruimte in de stadsenquête ruim voldoende is blijven dumpingen en zwerfafval continu aandacht vragen. Middels diverse maatregelen wordt dit ondervangen. Denk aan plaatsen van grotere prullenbakken en het uitvoeren van clean sweeps in de wijken. Daarnaast is er zeswekelijks overleg met Handhaving om de lijst met hotspots (locaties waar regelmatig afval wordt gedumpt). De hotspots worden regelmatig gezamenlijk bezocht om waar mogelijk verbaliserend op te treden en tegelijkertijd de locatie op te ruimen.
Het zwerfafval in het groen wordt zo veel als mogelijk voorafgaand aan de groenwerkzaamheden gedaan om te voorkomen dat het zwerfafval bij het groenafval komt. De frequentie waarmee dit gebeurt hangt sterk samen met de gebruiksdruk en het weer. De werkzaamheden worden zo ingericht dat de gewenste beeldkwaliteit wordt gehaald. Daarnaast worden elke dag de meldingen van overlast, zwerfafval en dumping opgepakt. Deze meldingen worden meestal binnen 1 werkdag opgelost. Bewoners worden bij opschoonacties ondersteund met materialen en containeradoptie wordt aangemoedigd.
Wekelijks wordt bij de ruim 78.000 huishoudens in Leiden afval opgehaald met minicontainers bij de laagbouw en verzamelcontainers bij de hoogbouw. Papier, glas en textiel worden apart opgehaald, aan-huis of met verzamelcontainers. Het kunststofafval, drankenkartons en blik wordt nagescheiden uit het restafval. We starten dit jaar met de inzameling van groente-, fruit en etensresten (GFE) bij de hoogbouw. Dit zal in de komende jaren uiteindelijk door de hele stad worden uitgerold. Om hergebruik van spullen te stimuleren gaan we naar de mensen toe. We introduceren hiervoor een recycletas voor boeken, elektrische apparaten, speelgoed en textiel. Naast het inleveren van de spullen uit de recycletas kunnen inwoners hun herbruikbare spullen (die niet in de recycletas passen), aanbieden bij de recyclewagen die op een vaste dag bij het winkelcentrum staat.
Om de opbrengsten uit buitenreclame zoveel mogelijk op peil te houden, passen wij actief contractbeheer en management toe. Het contract voor de lichtmastreclames, dat jaarlijks circa €140.000 aan opbrengsten genereert, loopt af in juni 2026. De overeenkomst wordt niet verlengd en er wordt nog onderzocht of het in de toekomst nog wenselijk is om (al dan niet gedeeltelijk) lichtmastreclames in de gemeente toe te staan.
Het toezicht en de handhaving in de openbare ruimte betreft de naleving van de (lokale) wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld vastgelegd in de APV. De prioriteiten waar de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (Boa’s) van de gemeente aan werken, zijn bepaald in de Visie op Handhaving 2025-2028 en het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Handhaving (UPH). Uitgangspunt in de handhaving blijft beschermen van de leefbaarheid in de stad en het voorkomen dat leefbaarheidsproblemen veiligheidsproblemen worden. Handhaving draagt daarnaast bij aan de impuls verkeersveiligheid, om vanuit handhaving maximaal te kunnen bijdragen is 2 extra FTE beschikbaar. Hierbij is ook ruimte voor handhaving op verkeerd gestalde fietsen/ lopen door rood licht, fietsen met de telefoon en fietsen zonder licht.
De gemeente Leiden zamelt voor de omliggende gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude verschillende huishoudelijke afvalfracties in. Hiervoor wordt een vergoeding ontvangen. In 2026 werken we aan het versterken van de samenwerking en het actualiseren van de contracten met de omliggende gemeenten.
De onderstaande Verbonden Partij levert een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland |
---|
De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten: Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Velsen, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar en Zoeterwoude. De BSGR voert namens de deelnemers de heffing en invordering van afvalstoffenheffing uit. |
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
Doel 5A1 Schoon, heel en veilig | ||||||
5A1.a Rapportcijfer onderhoud openbare ruimte | 7,0 (2021) | - | 7,1 | - | 7,1 | Stadsenquête |
5A1.b Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' zwerfvuil ervaart | 45% (2021) | 39% | 39% | Stadsenquête | ||
5A1.c Gemeten kwaliteitsniveau 'zwerfvuil' | B (2022) | B | B | B | B | Beleidsmeting openbare ruimte |
5A1.d Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' hondenpoep ervaart | 23% (2021) | - | 25% | - | 25% | Stadsenquête |
5A1.e Gemeten kwaliteitsniveau 'hondenpoep' | B (2022) | B | B | B | B | Beleidsmeting openbare ruimte |
5A1.f Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' onkruid ervaart | 17% (2021) | - | 25% | - | 25% | Stadsenquête |
5A1.g Gemeten kwaliteitsniveau 'onkruid' | B (2022) | B | B | B | B | Beleidsmeting openbare ruimte |
5A1.h Percentage inwoners dat 'behoorlijk wat' tot 'zeer ernstig' drijfvuil ervaart | 23% (2021) | - | 25% | - | 25% | Stadsenquête |
5A1.i Gemeten kwaliteitsniveau 'drijfvuil' | A (2022) | B | B | B | B | Beleidsmeting openbare ruimte |
5A1.j Percentage inwoners dat het onderhoud van straten en wegen als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt ** | 69% (2021) | - | 68% | - | 68% | Stadsenquête |
5A1.k Gemeten kwaliteitsniveau verharding | B (2022) | B | B | B | B | Beleidsmeting openbare ruimte |
5A1.l Percentage inwoners dat het onderhoud van straatmeubilair als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt | 61% (2021) | - | 70% | - | 70% | Stadsenquête |
5A1.m Gemeten kwaliteitsniveau 'straatmeubilair' | C (2022) | B | B | B | B | Beleidsmeting openbare ruimte |
Water is een belangrijke kwaliteit in Leiden en heeft verschillende functies. Dit wordt onderschreven in de Omgevingsvisie Leiden 2040: “Openbaar water heeft niet alleen een recreatief, maar ook een functioneel nut. Het heeft een transportfunctie, kan warmte / koude opslaan, de stad koelen en overtollig water na hevige regenval opvangen.” Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het verbeteren van de waterkwaliteit draagt het ook bij aan het versterken van de biodiversiteit.
Doel | Prestatie |
---|---|
5B1 Waterkwantiteit op orde en verbeteren waterkwaliteit | 5B1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid waterkwantiteit en waterkwaliteit |
5B1.2 Beheren openbaar water en riolering | |
5B2 Stimuleren van een doelmatig gebruik van het openbaar water | 5B2.1 Ontwikkelen beleid gebruik openbaar water |
5B2.2 Exploiteren havens en waterwegen | |
5B2.3 Behandelen ligplaatsvergunningen | |
5B2.4 Handhaven gebruik openbaar water |
In het kader van de Omgevingswet en de uitwerking van het Groen-Blauwe raamwerk is een verkenning uitgevoerd voor het water in Leiden vanuit het principe Water en Bodem sturend. Samen met het hoogheemraadschap van Rijnland is zowel gekeken naar de verwachtingen ten aanzien van waterbeheer en klimaatverandering en naar de mogelijkheden voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Een goede waterkwaliteit is belangrijk voor de biodiversiteit en volksgezondheid. Parallel hieraan gaan we door met het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. In 2025 is de huidige situatie van de waterkwaliteit gemeten. Op baisis van deze gegevens gaan we in 2026 verder werken aan oplossingen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Dit wordt ook meegenomen in de verdere samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Het groot- en regulieronderhoud aan de watergangen waar de gemeente voor verantwoordelijk is doen we om de waterkwantiteit te borgen en de waterkwaliteit te verbeteren conform de "Legger" en Onderhoudsverordening van het Waterschap. We verwerken de vrijgekomen biomassa duurzaam, naar een erkende verwerkingsinstallatie, of als dat kan in het terrein. De werkzaamheden worden verricht conform de Wet Natuurbescherming, volgens de gedragscode wet Natuurbescherming voor waterschappen. De volgende activiteiten voeren we in 2026 uit:
Het doel is het duurzaam beschermen van de volksgezondheid, het afvoeren van afvalwater en hemelwater en het reguleren van de grondwaterstand. Overeenkomstig het Integraal Waterketenprogramma 2024-2028 wordt onderstaand regulier en groot onderhoud verricht:
In de duurzame wijkvernieuwingen wordt een ondergronds klimaatrobuust gescheiden systeem aangelegd. Hiermee wordt (gemengd) afvalwater getransporteerd naar zuivering, regenwater vertraagd op oppervlaktewater afgevoerd en grondwaterstand gereguleerd. De energietransitie wordt middels ruimtereservering meegenomen in het project. Bovengronds wordt de openbare ruimte klimaat-adaptief, biodivers en groener ingericht. Bij aanbestedingen worden duurzaamheid, hergebruik van materiaal en circulariteit opgenomen. De voortgang van de duurzame wijkvernieuwingen verloopt voorspoedig.
Op basis van resultaten stresstesten en afstemming veiligheidsregio, worden vier onderdoorgangen water-robuuster gemaakt. Dit zijn de Oegstgeesterweg, Plesmanlaan, Dr. Lelylaan en Lammenschansweg onderdoorgangen.
In de visie op de Bezoekerseconomie is ervoor gekozen om niet in te zetten op grootschalige stimulering van het watertoerisme. Bezoekers met sloepen weten de stad immers al voldoende te vinden. In de brief aan de raad over het water in Leiden geeft het college aan dat een goede balans tussen het gebruik van het water en het waarborgen van de natuurlijke waterfuncties, zoals het afvoeren van overtollig water bij hevige regenval, noodzakelijk is. Ook schoon water voor mens en natuur speelt hierbij een belangrijke rol. Dit wordt verder uitgewerkt binnen het stadsbrede thema Groen-Blauw Raamwerk binnen de Omgevingsvisie. Via communicatie voor goed vaargedrag en handhaving wordt ingezet om dit vaarverkeer in goede banen te leiden.
In 2026 wordt in de Passantenhaven en de Charterhaven (langs de Zijlsingel) het jaarlijkse klein onderhoud uitgevoerd. Voor het overnachten in de haven int de gemeente havengelden. Hiervoor wordt een nieuw digitaal systeem geïmplementeerd alsmede een formeel Havenreglement. Daarnaast zorgt de gemeente in de havens voor een goed functionerende douche en toiletvoorziening. Dit wordt gedaan conform de huidige milieukundige regelgeving. Dit betekent o.a. de jaarlijkse controle op legionella. De werkzaamheden t.b.v. het dragen van Blauwe Vlag worden geëvalueerd.
De gemeente publiceert ieder kwartaal een lijst met vrije ligplaatsen voor pleziervaartuigen. Inwoners van Leiden die zich hebben geregistreerd op de wachtlijst kunnen hun interesse voor een vrije ligplaats kenbaar maken. De ligplaats wordt vervolgens vergund aan de inwoner die het hoogst op de wachtlijst staat. Aanvragen voor ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen worden op dit moment nog niet verdeeld. Begin 2026 zijn, naar verwachting, de lotingssystematiek en het bijbehorende beleidskader gereed en kunnen de ligplaatsen worden uitgegeven.
Om overlast op het water te beperken, wordt door gemeentelijke handhavers nauw samengewerkt met de politie en andere partners op het water. De inzet van Handhaving op het water wordt bepaald in de Visie op Handhaving 2025-2028 en het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Handhaving (UPH). Met oog op de beperkte bevoegdheden is deze inzet vooral preventief ingestoken. Omdat andere thema’s nu prioriteit krijgen, is het niet haalbaar om de inzet op hetzelfde niveau te behouden. Het toezicht op het water blijft bestaan, maar wordt met een lagere frequentie opgepakt. Daarnaast wordt nog steeds ingezet op de handhaving op de ligplaatsenvergunningen van bedrijfs- en pleziervaartuigen en op het verwijderen van wrakboten.
De onderstaande Verbonden Partij levert een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland |
De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten: Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Velsen, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar en Zoeterwoude. De BSGR voert namens de deelnemers de heffing en invordering van de riool- en waterzorgheffing uit. |
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
Doel 5B2 Verbeteren waterkwaliteit | ||||||
5B2.a Percentage inwoners dat het onderhoud van watergangen als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt | 70% (2021) | - | 66% | - | 66% | Stadsenquête |
Doel 5B3 Recreatieve waarde water vergroten | ||||||
5B3.a Rapportcijfer door Leidenaars voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in Leiden | 7,2 (2021) | - | 7,3 | - | 7,3 | Stadsenquête |
Een groene leefomgeving is belangrijk voor bewoners en bedrijven in een verstedelijkte stad als Leiden. Zeker wanneer er woningen bijkomen is het belangrijk dat er in die omgeving ook groene plekken zijn, waar bewoners kunnen verblijven en recreëren. Een groene inrichting draagt daarnaast ook bij aan de belangrijke opgaven als het behouden en versterken van de biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Verder is het belangrijk het groen in Leiden en het groen in de regio te verbinden zodat dieren en planten zich kunnen verplaatsen en burgers via groen naar het ommeland kunnen reizen.
Het college heeft zich tot doel gesteld om Leiden in deze collegeperiode zichtbaar groener te laten worden. Dit kan door de kwaliteit van het groen te verbeteren, door leefgebieden van planten en dieren te verbinden en door het toevoegen van extra groen, in een stad die tegelijkertijd werkt aan het toevoegen van veel extra woningen. Daarnaast heeft het college zich tot doel gesteld om meer en beter leefgebied voor flora en fauna te maken en door een bijdrage te leveren aan het klimaatadaptiever inrichten van Leiden.
Doel | Prestatie |
---|---|
5C1 Ontwikkelen en beheren van het openbaar groen | 5C1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid stedelijk en regionaal groen |
5C1.2 Renoveren en herinrichten parken | |
5C1.3 Beheren openbaar groen | |
5C1.4 Behandelen kapvergunningen | |
5C1.5 Aanleggen Singelpark | |
5C1.6 Beheren Oostvlietpolder | |
5C2 Bevorderen biodiversiteit | 5C2.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid biodiversiteit |
5C3 Bevorderen dierenwelzijn | 5C3.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid dierenwelzijn |
Najaar 2025 heeft Nationaal Park Hollandse Duinen waarschijnlijk een definitieve status gekregen. Voor Leiden is het Nationaal Park belangrijk omdat Leidse bezoekers daar kunnen genieten van de natuur en de landgoederen. Anderzijds is het belangrijk om de bezoekers van de duinen te verleiden om Leiden met zijn vele musea, Singelpark en andere parken te bezoeken; dit zal de druk op de duinen verminderen. Marketing is hiervoor een belangrijk instrument.
Leiden, Katwijk en Oegstgeest zijn trekkers van dit project van de regionale investeringsagenda (RIA) van Holland Rijnland. In dit project wordt gewerkt aan een doorlopend groen-blauw raamwerk van Groene Ringen, Groene Randen en Groene Vingers door het aaneengesloten stedelijk gebied van 7 gemeenten in de Leidse agglomeratie (Westflank). Het draagt onder andere bij aan leefbaarheid, klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid. Tot 2027 wordt geïnventariseerd waar ontbrekende schakels zijn in groen- en wandel-en fietsverbindingen, welke projecten mogelijk zijn om deze te verbeteren, en of die projecten uitvoerbaar zijn (haalbaarheidsstudies). Vanaf 2027 moet er worden uitgevoerd. Mogelijk kunnen er in 2026 al kleine projecten worden aangepakt via het Groenfonds (ook onderdeel van de RIA). Verder wordt onderzocht of er regionaal, provinciaal of rijksgeld beschikbaar kan komen voor deelprojecten.
In het Beleidsakkoord 2022 – 2026 Samenleven in Leiden is afgesproken om in deze collegeperiode een start te maken met de realisatie van een Tweede Groene Ring naast de groene ring van het Singelpark. Maart 2025 is een combinatie van bureaus gekozen die aan de slag gaat met het PanoramaPark (de nieuwe naam van de Tweede Groene Ring). Naar verwachting zal de realisatie zeker 20 jaar in beslag nemen, waarbij de eerste delen al de komende jaren worden uitgevoerd. Zo staat voor 2026 het actualiseren van het beheerplan Leidse Hout op het progamma en de aanleg van een moestuin/ stadstuin in het Hooghkamerpark. Bij het uitvoeren van projecten zal worden aangesloten bij al lopende trajecten en bijbehorende gereserveerde financiering. Verder wordt onderzocht of er regionaal, provinciaal of rijksgeld beschikbaar kan komen voor deelprojecten. Het groenfonds binnen de Regionale Investerings Agenda van Holland Rijnland is hiervoor een mogelijkheid, net als middelen uit het Zuid-Hollands Programma Landelijk gebied of de Novex.
In 2018 is de Groene Hoofdstructuur van Leiden vastgesteld door het college. Deze groene hoofdstructuur is een belangrijk onderdeel van het Groen-Blauwe raamwerk uit de Omgevingsvisie. Voor 2026 staat de Zijloever op de planning om aangepakt te worden. De Zijloever is onderdeel van de Groene hoofdstructuur. Doel van het project is zowel het verbeteren van de kwaliteit als het toevoegen van groen, het verbeteren van de biodiversiteit, klimaatbestendiger maken van Leiden, recreatieve mogelijkheden verbeteren en een bijdrage leveren aan de gezondheid (het voorkomen dat mensen ziek worden).
Bij wijkvernieuwingen ontstaan meekoppelkansen voor vergroening en voor klimaatadapatieve maatregelen. Voor 2026 zijn voorbereidingen dan wel werkzaamheden gepland zoals is weergegeven in de tabel bij 5A1.2.
Versteende plekken als de Margaret Staalstraat worden vergroend en er worden extra bomen aangeplant in De Waard (Zeeheldenbuurt), op die plekken waar dat gezien de ruimte in de ondergrond mogelijk is. Verder wordt doorgegaan met het aanleggen natuurlijke en natuurvriendelijke oevers.
Leiden heeft veel parken. Om de kwaliteit van deze parken te behouden, te versterken en aan te passen aan nieuwe behoeften, heeft Leiden een Investeringsprogramma Parken (IP Parken), waarin middelen zijn gereserveerd om ieder jaar één of meerdere parken te renoveren. Aan de hand van de evaluaties van de beheerplannen wordt jaarlijks bepaald welke parken in aanmerking komen voor een grootschalige onderhoudsbeurt. Het doel is om de parken in goede conditie te houden door deze ongeveer eens in de 25 jaar te renoveren (cyclus in beheerplannen). De gefaseerde renovatie in Polderpark Cronestein loopt nog door tot 2029. In 2026 wordt gewerkt aan het actualiseren van het Beheerplan Leidse Hout en wordt de startopdracht voor de renovatie van Stevenspark opgesteld. Verder worden in 2026 werkzaamheden uitgevoerd in het Hooghkamerpark en het Merenwijkpark. Voor het Roomburgerpark wordt de voorbereiding opgestart.
Bij het (her)planten van bomen kijken we naar de juiste soort op de juiste plaats. Hierbij spelen de ecologische waarde, klimaatbestendigheid, toekomstbestendigheid, standplaats, esthetische waarde en welke soorten er weinig in de stad aanwezig zijn een rol.
We verwachten eind 2026 de achterstand van de kwarrende (zieke of niet groeiende) bomen te hebben ingelopen. Afhankelijk van de resultaten van de inspecties zullen naar schatting in 2025 in totaal 300 tot 500 bomen vervangen worden en eenzelfde aantal voor 2026. De vervanging van deze bomen komt de gezondheid en kwaliteit van het totale bomenbestand in Leiden ten goede. Ook werken we in 2026 verder aan het verbeteren van de kwaliteit van het bomenbestand door extra voedsel in de bodem te brengen en door bij droge periodes (indien nodig) water te geven. De pilot met watersensoren geeft aan waar dat nodig is.
Het verbeteren van de biodiversiteit wordt in 2026 voortgezet door ecologisch te maaien, door waar mogelijk gazons om te vormen naar bermen, door een andere maaifrequentie of door mozaïekbeheer (vlakken wel maaien en vlakken niet maaien zodat niet alles in 1 keer kaal is) of door plantenvakken om te vormen naar bloemrijke bermen. Hierbij is van belang dat er een balans is tussen het draagvlak van inwoners en ecologische kwaliteit.
De Japanse duizendknoop wordt 6x per jaar behandeld om hem onder controle te houden. Daarnaast monitoren we de ervaringen en behaalde resultaten in Nederland met alternatieve vormen van bestrijding door onder andere de bladvlo die de natuurlijke vijand is van de Japanse duizendknoop.
Het stedelijk groen is waardevol en het bomenbestand wordt gezien als ruimtelijke kwaliteit. Bij ruimtelijke ingrepen wordt vanaf de initiatieffase al zorgvuldig gekeken hoe bomen behouden kunnen blijven. Pas in het uiterste geval wordt tot kap over gegaan.
Het Singelpark is van en voor de bewoners, en maakt onderdeel uit van het Groen-Blauwe raamwerk. Het is een groene omlijsting van de historische binnenstad, een park waar Leiden zich mee op de kaart zet. Vele inwoners en bezoekers van Leiden kunnen genieten van het rondje Singelpark. In 2026 wordt het eerste deel van de vergroening van de Wereldtuin bij het Wereldmuseum gerealiseerd. Het Museum betaalt een groot deel van de vergroening zelf, maar heeft ook een bijdrage ontvangen van de provincie Zuid-Holland, van Holland Rijnland en ook Leiden heeft een bijdrage toegezegd (onder voorbehoud goedkeuring raad). De voorbereiding van de herinrichting van de Jan van Houtkade is gestart, dit wordt als zelfstandig project uitgevoerd binnen de vastgestelde kaders zoals die voor het Singelpark zijn vastgesteld. Verder heeft de Vereniging Vrienden van het Singelpark in 2025 een subsidie van de gemeente ontvangen, die zij in 2026 onder andere zullen inzetten voor tuinieren op hoogte en het voortzetten van natuur- en milieueducatie.
In onze Omgevingsvisie 2040 is benoemd dat de Oostvlietpolder groen blijft en dat dit één van de weinige locaties is in Leiden waar we kunnen investeren in natuur. In 2026 starten de werkzaamheden voor WarmtelinQ in de Oostvlietpolder. Deze hebben vertraging opgelopen omdat er geen aannemer gevonden kon worden voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Ook in 2026 start Leiden met een aantal kleine maatregelen (buiten het WarmtelinQ gebied) voor verbetering van de natuurwaarden in het gemeentelijk deel van de Oostvlietpolder en worden maatregelen ter bevordering van extensieve recreatie genomen. Leiden trekt samen met de provincie op om de Oostvlietpolder onderdeel uit te laten maken van het Natuurnetwerk Nederland. In 2026 wordt duidelijk of de Oostvlietpolder de status van NNN gebied krijgt. Deze beslissing ligt bij de provincie.
We richten ons op het versterken van de biodiversiteit in zeven verschillende leefgebieden in de stad (natuurvriendelijke oevers, kruidenrijk grasland, straatgroen, bosplantsoen, natuurvriendelijke bebouwing, weidevogelgebied en de kademuur). In 2026 gaan we op zoek naar meer plaatsen voor natuurvriendelijke oevers en struiken en kleine bosplantsoenen. Ook gaan we een aantal doorgaande vleermuizenroutes langs belangrijke watergangen in de Stevenshof, LBPS en De Zijl en Haarlemmertrekvaart versterken (ook goed voor veel ander leven op of langs deze watergangen). Deze maatregelen zijn goed voor verschillende soorten dieren en planten. Ook wordt het beleid van vergroening van de spaken tussen Singelpark en Panoramapark voortgezet. Al deze maatregelen leiden naar verwachting tot een toename van de biodiversiteit.
Het college verwacht op dit moment, in tegenstelling tot op het gebied van klimaat, milieu, water en wonen, geen negatieve vervolgen van het programma STOER voor ons biodiversiteitsbeleid. Zowel in eerdere brieven vanuit het ministerie als in het programma STOER gaat het voor het gebied van biodiversiteit in de bouwopgave over een aanpak in de vorm van een soortenmanagementplan. Dat betekent dat in plaats van langere natuurvergunningsprocessen per bouwproject er proactief door bouwers en overheden samengewerkt moet worden aan het verbeteren van biodiversiteit bij elk bouwproject. Dit bespaart een lange doorlooptijd van natuurvergunningen én versterkt de biodiversiteit. Dat sluit aan bij wat het college in het kader van het eigen soortenmanagementplan en het beleid voor natuurinclusief bouwen wil bereiken. Deze aanpak is dan ook al volop in voorbereiding.
In 2025 is de nieuwe Nota Dieren vastgesteld. Dieren hebben een belangrijk rol in de openbare ruimte. Zo gaan we in 2026 we aan de slag met de evaluatie van de loslooplocaties voor honden. We zorgen voor dieren in nood, hiervoor sluiten we een nieuw tienjarig contract met dierenasiel Stevenshage. Bij beleidsplannen wegen we de belangen van dieren af tegen andere belangen onder meer door een spreekuur over biodiversiteit en dieren en overleg met visverenigingen over diervriendelijk en duurzaam visbeleid. We starten een campagne ‘chippen met korting” voor katten en geven meer informatie over dieren op onze website. We willen overlast door dieren voorkomen en gaan een samenwerking aan met een vast gecertificeerd bedrijf als partner voor plaagdierbestrijding.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
Doel 5C1 Ontwikkelen en beheren van het openbaar groen | ||||||
5C1.a Percentage inwoners dat het onderhoud van groen als 'uitstekend' of 'goed' beoordeelt | 72% (2021) | - | 73% | - | 73% | Stadsenquête |
5C1.b Aantal hectare groen* | 474 (2021) | ≥474 | ≥474 | ≥474 | ≥474 | Geovisia |
5C1.c Rapportcijfer door Leidenaars voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in de omgeving van Leiden | 7,9 (2021) | - | 7,7 | - | 7,7 | Stadsenquête |
5C2 Bevorderen biodiversiteit | ||||||
5C2.a Het percentage gemeten dieren met een stabiele of positieve trend sinds 2004** | 50% (2021) | 50% | 50% | 50% | 50% | Stadsnatuurmeetnet |
5C2.b Voor planten: het percentage van de gemeten doelecotopen met een stabiele of positieve trend sinds 2004 | 69% (2022) | 55% | 55% | 55% | 55% | Stadsnatuurmeetnet |
* Zoals toegelicht bij de groenrapportage 2021 wordt voor deze indicator het beheersysteem Geovisia van de gemeente gebruikt. Het betreft het groenareaal in eigendom van de gemeente.
** Omdat het college biodiversiteit belangrijk vindt, zijn er nu voor het eerst cijfers opgenomen die echt iets zeggen over hoe het ervoor staat. Dat helpt het college en uw raad om beter te kunnen sturen. Toch zijn cijfers alleen niet genoeg — biodiversiteit is complex en vraagt om uitleg. Die geeft het college via de jaarlijkse rapportages van het stadsnatuurmeetnet, die openbaar beschikbaar zijn (via: https://leiden.incijfers.nl/Onderzoeksbank/--Ruimtegebruik-en-duurzaamheid). Op basis van die rapporten kiest het college jaarlijks welke maatregelen nodig zijn. De laatste jaren is er vooral geïnvesteerd in meer struiken, struwelen en natuurvriendelijke oevers, omdat die volgens de metingen de meeste aandacht nodig hebben. Het college verwacht dat de resultaten hiervan de komende jaren steeds meer zichtbaar worden in betere biodiversiteitscijfers. Daarnaast werkt het college samen met ecologen aan een nieuw adviesrapport over de biodiversiteit in Leiden, met daarin nieuwe voorstellen om waar nodig bij te sturen. Dat rapport wordt in het derde kwartaal met de gemeenteraad gedeeld. Op basis van al deze informatie is het vervolgens aan uw raad om te besluiten of u samen vindt dat het college genoeg doet voor de biodiversiteit.
Dit beleidsterrein omvat alle activiteiten binnen dit programma die gericht zijn op de functionaliteit van de openbare ruimte voor duurzaamheids- en milieuaspecten, voor zover ze geen plek hebben gekregen bij de beleidsonderdelen circulaire economie (programma 3), duurzame mobiliteit (programma 4), klimaatadaptatie en biodiversiteit (programma 5), energietransitie (programma 6) en duurzame verstedelijking (programma 6). De gemeente Leiden heeft ten aanzien van milieu de gemeentelijke taken en bevoegdheden op grond van milieuwetgeving overgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland. Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst stelt de kaders vast waarbinnen de milieudoelstellingen voor Leiden worden gerealiseerd. Het doen van investeringen in het verbeteren van de lokale milieukwaliteit is evenwel een lokale aangelegenheid.
Doel | Prestatie |
---|---|
5D1 De stad behouden voor toekomstige generaties door het tegengaan en voorkomen van aantasting van het leefmilieu. | 5D1.1 Milieubeheer algemeen |
5D1.2 Uitvoeren geluidsanering | |
5D1.3 Uitvoeren bodemsanering | |
5D1.4 Uitvoeren duurzaamheidbeleid |
De Omgevingsdienst West-Holland voert de algemene milieutaken voor de gemeente Leiden uit. Een groot deel betreft het reguliere werk rondom de wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast adviseert de Omgevingsdienst over milieuaspecten bij ruimtelijke planvorming en is de dienst actief op het brede terrein van veiligheid, milieu en duurzaamheid. Hierbij gaat het om onderwerpen als gevaarlijke stoffen, bodem- en luchtverontreiniging, geluidhinder, omgevingsveiligheid, en energie- en waterbesparing. In 2026 werkt de gemeente wederom constructief en nauw samen met de Omgevingsdienst aan de verdere uitwerking van het Omgevingsplan. Daarnaast wordt steeds intensiever met de Omgevingsdienst samengewerkt op het thema ondermijning.
De gemeente Leiden wordt voor haar milieu- en duurzaamheidsbeleid geadviseerd door de Leidse Milieuraad (LMR). De LMR is een onafhankelijk adviesorgaan van het college en adviseert gevraagd en ongevraagd over de duurzaamheidaspecten van het gemeentelijk beleid. Duurzaamheid wordt ruim opgevat en omvat milieu gerelateerde, sociale en economische aspecten.
Het onderwerp ‘milieu’ heeft binnen de Omgevingswet een expliciete rol gekregen. Tegelijkertijd wordt het verband tussen milieu en gezondheid hierbij steeds prominenter. Om aan de wettelijke, en eventueel ook verdergaande gezondheids-, normen te kunnen voldoen is beleid nodig om adequate afwegingen te maken voor het gebruik van de schaarse ruimte. Een schone (qua milieu) fysieke leefomgeving is een voorwaarde om de gezondheid van onze inwoners voldoende te beschermen. Het afwegingskader voor geluid en geur in de Omgevingswet vraagt om een lokaal beleid. Gezien de sterke samenhang met het thema lucht is in 2025 gestart met actualisatie van het geluidbeleid (uit 2004) en dit te integreren met de thema's lucht en geur in één Omgevingsprogramma Lucht, geur en geluid. Dit omgevingsprogramma zal naar verwachting eind 2026 door het college worden vastgesteld.
Leiden als fijne en gezonde stad om in te wonen, te werken en te leven betekent onder andere minder geluidsoverlast en een verbetering van de luchtkwaliteit. De Omgevingswet onderschrijft het belang van een gezonde fysieke leefomgeving, daarom zijn er in deze wet diverse bepalingen opgenomen om dit te bewerkstelligen. Tevens zijn Europese regels ten aanzien van geluid en luchtkwaliteit opgenomen in de omgevingswet. Zo moeten er elke vijf jaar geluidbelastingkaarten en een actieplan geluid worden vastgesteld voor gemeente Leiden.
In het Actieplan Omgevingslawaai 2024-2028 wordt geadviseerd een bepaald type geluidreducerend asfalt op hoofdwegen aan te brengen als belangrijkste maatregel om het aantal geluidgehinderden te reduceren. Maar ook het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer, fiets en wandelen, autoluw maken van de binnenstad en het uitvoeren van geluidsaneringsprojecten dragen bij aan een vermindering van de geluidoverlast.
Bij de geluidsaneringsprojecten is er sprake van woningen die door het verkeerslawaai een te hoge geluidsbelasting hebben. De geluidsbelasting is dusdanig hoog dat deze woningen op een landelijke lijst staan. Voor deze zogeheten saneringslijsten is subsidie van het Rijk beschikbaar gesteld. Alle Leidse woningen die op deze landelijke saneringslijst staan zijn opgenomen in een project en hiervoor is projectsubsidie aangevraagd en ontvangen. Deze projecten worden de komende jaren uitgevoerd waarbij het gaat om geluidwerende gevelmaatregelen en soms ook maatregelen aan de weg. De projectbegeleiding van de sanering vindt plaats door de Omgevingsdienst.
Het uitvoeringsprogramma voor bodemsanering wordt door de gemeente Leiden opgesteld en vormt een onderdeel van het Leids Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2024-2030. In Leiden vindt de aanpak van bodemverontreiniging plaats via twee sporen. Enerzijds wordt zoveel mogelijk gesaneerd in samenloop met bouw- of herinrichtingsplannen. Daarmee wordt de omgevingskwaliteit integraal verbeterd. Anderzijds worden locaties aangepakt op grond van milieuhygiënische urgentie (spoedlocaties). De Omgevingsdienst voert de taak bodemsanering voor de gemeente uit.
Op de verschillende duurzaamheidsthema’s is er beleid en wordt er beleid ontwikkeld. Dit beleid moet worden toegepast en uitgevoerd. Om ervoor te zorgen dat dit gebeurt, wordt het adviseren bij projecten integraal vormgegeven. Hierdoor wordt het duurzaamheidsbeleid meegenomen in projecten en tot uitvoering gebracht. Daarnaast zijn voor de programma’s Klimaatadaptatie en biodiversiteit, energietransitie en circulaire economie uitvoeringsprogramma’s opgesteld.
Met de Duurzaamste Kilometer is duurzaamheid in de Spoorzone op de kaart gezet en is de Green Deal door vele betrokken stakeholders ondertekend. Hoewel de Duurzaamste Kilometer als zelfstandige organisatie per 2024 is gestopt, blijven de hoge duurzaamheidsambities bestaan. De ambities van de Duurzaamste Kilometer zijn inmiddels verankerd in de gebiedsvisies Schipholweg en Stationsgebied. Daarnaast zijn in de kaderbrief 2023 middelen gevraagd om vanaf 2024 gebiedsgericht te sturen. Duurzaamheid is daarbij 1 van de belangrijkste thema’s waarbij gestuurd wordt om de ambities van de vastgestelde gebiedsvisies te realiseren. The Field manifesteert zich steeds meer als de ontmoetingsplek om te experimenteren en leren over duurzame gebiedsontwikkeling en neemt daarmee de rol van de DZKM over.
Verbonden Partijen
De onderstaande Verbonden Partij levert een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.
Omgevingsdienst West-Holland | |||
---|---|---|---|
Motieven en doelen deelname GR | Uitvoering van de wettelijke taken zoals de vergunningverlening en handhaving van delen van de Omgevingswet, en advisering van de deelnemende gemeenten en de provincie Zuid-Holland bij de uitvoering van hun taken, zoals ruimtelijke planvorming en verkeersbeleid. | ||
Kansen |
| ||
Risico's (top 3) |
| ||
Belangrijkste doelstellingen / prestaties en opgaven 2026 | In ‘Om de Leefomgeving’, het rapport van de commissie Van Aartsen, is geconcludeerd dat het VTH-stelsel onvoldoende functioneert. Eén van de zorgen is dat de omgevingsdiensten onvoldoende robuust zijn. De Staatssecretaris van I&W heeft besloten dat een omgevingsdienst robuust is wanneer deze voldoet aan een set van zes kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) en zes randvoorwaarden. De omgevingsdiensten hebben tot 1 april 2026 de tijd om volledig robuust te worden. In 2026 zal de ODWH uitvoering geven aan dit Programmaplan Robuustheid in samenhang met de Strategienota 2024-2035. De laatste jaren is ondermijning een belangrijk thema geworden. Daarom werkt de ODWH steeds actiever samen met diverse partners en andere omgevingsdiensten om het team Bibob nog beter te faciliteren. Het doel is met een integrale benadering van de opsporing van verborgen criminaliteit in de regio de ondermijnende invloed tegen te gaan. Door de Omgevingswet komt steeds meer nadruk op toezicht te liggen. De ODWH wil dit meer risicogericht vormgeven en werkt daarom in 2026 aan de uitwerking van een risicoanalysesysteem. Tevens is er aandacht voor het verder ontwikkelen van de ODWH op het gebied van informatievoorziening en datakwaliteit. Voor de werving van personeel werkt de ODWH intensief samen met de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. Andere belangrijke doelen hierbij zijn om de dienst te verjongen en de kosten van inhuur te beperken. | ||
Belangrijkste bestuurlijke mijlpalen 2026 |
| ||
Bijdrage 2026 | € 3.699.000 (begroting 2026) | ||
Voor eigenaarsrol, zie paragraaf verbonden partijen |
Jaarlijks worden de omgevingswaarden (normen) voor luchtkwaliteit gemonitord. Bij (dreigende) overschrijding van de luchtkwaltiteitsnormen moet een omgevingsprogramma worden opgesteld. Momenteel worden de normen niet overschreden.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
Doel 5D1 Werken aan een duurzame stad | ||||||
5D1.a Aantal hoofdwegen* met stikstofgehalte >35 μg/m³ | 1 (2022)** | 0 | 0 | 0 | 0 | CIMLK |
* De 23 gemeentelijke hoofdwegen zijn: Churchilllaan, Dr Lelylaan, Haagweg, Haagse Schouwweg, Herenstraat, Hoge Rijndijk, Hooigracht, Kanaalweg, Kooilaan, Lammenschansweg, Langebrug, Langegracht, Levendaal, Noordeinde, Oranjeboomstraat, Plesmanlaan, Schipholweg, Stevenshofdreef, Tunnelmond Schipholweg / Stationsweg, Vrijheidslaan, Willem de Zwijgerlaan, Willem v d Madeweg, Zijlsingel.
** Dit betrof de tunnelmond van de Willem de Zwijgerlaan bij de Kooilaan.
In 2023 is het Uitvoeringsprogramma 2023-2026 "Samen maken we Leiden groener, gezonder en klaar voor de toekomst", vastgesteld. De ambitie is om in 2050 een klimaatbestendige stad te zijn, waarbij Leiden zichtbaar groener is geworden en de biodiversiteit is versterkt. We kiezen voor een aanpak waarbij we parallel aan het verdere onderzoek naar de gevolgen van het veranderende klimaat voor Leiden ook al concrete zichtbare resultaten in de stad realiseren.
Doel | Prestatie |
---|---|
5E1 Beperken van effecten van extreme neerslag, langdurige droogte en hittestress; betrekken bewoners en ondernemers bij klimaatverandering | 5E1.1 Ontwikkelen en uitvoeren beleid klimaatadaptatie |
De uitvoering van klimaatdaptatieve maatregelen nemen we mee bij de realisatie van projecten, zoals de wijkvernieuwingen, maar ook bij andere projecten. Bijvoorbeeld bij de infrastructurele projecten en gebiedsontwikkelingen proberen we klimaatadaptatie gelijk mee te nemen. Dit doen we door de vastgestelde richtlijnen klimaatadaptief bouwen mee te geven aan de projecten.
Om bewoners te stimuleren ook klimaatadaptieve maatregelen te nemen hebben we naar aanleiding van de vastgestelde riool- en waterzorgheffing een uitgebreidere regeling voor klimaatadaptieve maatregelen opzetten.
Vanuit de Groene Kansenkaart zijn er de afgelopen jaren verschillende versteende plekken in de stad vergroend. Het vergroenen van versteende plekken draagt onder andere bij aan het klimaatadaptiever maken van de stad, het versterken van de biodiversiteit en het creëren van een prettigere leefomgeving. Aangezien de huidige Groene Kansenkaart 2023-2026 afloopt, wordt in 2026 een nieuwe Groene Kansenkaart opgesteld.
De gemeente Leiden heeft verschillende panden met zeer verschillende functies in bezit, waar mogelijk gevolgen kunnen ontstaan door klimaatverandering (hitte, droogte, regenwateroverlast). De urgentie voor klimaatadaptatie wordt gezien, al is er geen volledig overzicht en ook nog geen risico-inschatting. De uitwerking Routekaart voor verduurzaming, die met name is gericht op de energietransitie, biedt ruimte om klimaatadaptatie eraan toe te voegen. Bijvoorbeeld op een locatie waar sprake is van overlast of waar een meekoppelkans is. Dit sluit aan bij de strategie die we hanteren op het gebied van klimaatadaptatie. Welke maatregelen er daadwerkelijk mogelijk zijn, hangt mede af van de functie en de toekomst van het pand. Gekoppeld aan het Duurzaam Meerjaren onderhoudsplan wordt ook een klimaatrisico analyse gedaan en inzicht gegeven in mogelijke maatregelen die getroffen kunnen worden.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
Doel 5E Beperken van effecten van extreme neerslag, langdurige droogte en hittestress; betrekken bewoners en ondernemers bij klimaatverandering | ||||||
5E1.a Percentage inwoners dat vindt dat groen belangrijk is voor klimaatadaptatie* | 69% (2023) | - | - | - | - | Stadsenquête |
5E1.b Percentage afkoppeling van hemelwaterriool van het vuilwaterriool. | 18% (2024) | 20% | 21% | 23% | 23% | Regie Integraal Beheer |
* In Hoofdstuk 7 van het Uitvoeringsprogramma "Leiden biodivers en klimaatbestendig" staat beschreven hoe we de komende jaren toewerken naar een monitoringssystematiek voor klimaatadaptatie.
Onderstaand overzicht omvat de afgelopen 5 jaar.
Omgevingskwaliteit | Rekening | Begroting | Begroting | MJB | MJB | MJB | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verharde openbare ruimte | Lasten | 46.883 | 50.551 | 52.511 | 53.098 | 54.639 | 55.776 |
Baten | -30.140 | -27.997 | -28.426 | -28.425 | -28.574 | -28.734 | |
Saldo | 16.744 | 22.554 | 24.085 | 24.672 | 26.065 | 27.042 | |
Openbaar water | Lasten | 10.042 | 10.629 | 10.768 | 11.841 | 12.411 | 13.490 |
Baten | -14.291 | -15.404 | -15.480 | -16.781 | -17.390 | -17.865 | |
Saldo | -4.249 | -4.774 | -4.712 | -4.940 | -4.978 | -4.375 | |
Openbaar groen | Lasten | 12.035 | 12.895 | 12.914 | 13.280 | 13.528 | 14.004 |
Baten | -358 | -55 | -57 | -57 | -58 | -58 | |
Saldo | 11.677 | 12.840 | 12.856 | 13.223 | 13.471 | 13.947 | |
Milieu en duurzaamheid | Lasten | 3.964 | 5.889 | 4.953 | 4.933 | 4.923 | 4.944 |
Baten | -121 | -59 | -60 | -60 | -60 | -60 | |
Saldo | 3.843 | 5.830 | 4.894 | 4.873 | 4.863 | 4.884 | |
Klimaatadaptatie | Lasten | 602 | 945 | 574 | 408 | 408 | 408 |
Baten | - | -0 | -0 | -0 | -0 | -0 | |
Saldo | 602 | 945 | 574 | 408 | 408 | 408 | |
Programma | Lasten | 73.526 | 80.909 | 81.720 | 83.560 | 85.910 | 88.622 |
Baten | -44.910 | -43.514 | -44.023 | -45.323 | -46.081 | -46.717 | |
Saldo van baten en lasten | 28.616 | 37.394 | 37.697 | 38.237 | 39.829 | 41.905 | |
Reserves | Toevoeging | 331 | 896 | 108 | 108 | 108 | 108 |
Onttrekking | -597 | -1.687 | -225 | -50 | - | - | |
Mutaties reserves | -267 | -791 | -117 | 58 | 108 | 108 | |
Resultaat | 28.350 | 36.604 | 37.580 | 38.295 | 39.936 | 42.013 |
De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2026-2029. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.
In 2026 stijgen de lasten met € 1,96 mln. De stijging komt vooral door gestegen salariskosten, indexatie en gestegen kapitaallasten (totaal € 2.83 mln). De rest van de verschillen zijn ontstaan door:
In 2026 stijgen de baten met € 429.000. De verschillen zijn vooral ontstaan door:
Impact Kaderbrief 2025-2029
Buiten de afwijking is er bij de lasten een noemenswaardig impact van € 328.000 ten opzichte van 2025 door de grondstoffennota (2025-2029) die in de kaderbrief van 2025 is goedgekeurd. In de Grondstoffennota zijn het beleid en de maatregelen opgenomen voor minder huishoudelijk (rest) afval, meer hergebruik en verwerking van meer waardevolle grondstoffen om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. Door de gestegen lasten zijn de baten van de afvalstofheffing eveneens gestegen met € 328.000 ten opzichte van 2025.
In 2026 dalen de lasten met € 936.000. De daling komt vooral door incidenteel budget in 2025 van € 981.000 voor gevelsanering, waardoor er in 2026 een daling is van de lasten. Jaarlijks wordt het restant bedrag overgeheveld naar het volgend jaar als incidentele bijdrage. De bijdrage wordt gedekt uit de reserve GSB middelen.
In 2026 dalen de lasten met € 371.000. De daling komt vooral door incidenteel budget in 2025 voor de groene daken subsidie voor in totaal € 182.000.
Reserves programma 5 | Rekening | Begroting | Begroting | MJB | MJB | MJB | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Reserve asbestsanering (P5) | Toevoeging | 106 | 106 | 106 | 106 | 106 | 106 |
Onttrekking | -88 | - | - | - | - | - | |
Saldo | 18 | 106 | 106 | 106 | 106 | 106 | |
Reserve ontsluiting van groengebieden | Toevoeging | 0 | - | - | - | - | - |
Onttrekking | -27 | - | - | - | - | - | |
Saldo | -27 | - | - | - | - | - | |
Res. Leefbaarh.projecten in de wijken P5 | Toevoeging | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Onttrekking | - | -210 | -30 | -30 | - | - | |
Saldo | 2 | -208 | -28 | -28 | 2 | 2 | |
Reserve gsb-middelen ISV/EZ P5 | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | - | -981 | - | - | - | - | |
Saldo | - | -981 | - | - | - | - | |
Reserve programma binnenstad P5 | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | - | -20 | - | - | - | - | |
Saldo | - | -20 | - | - | - | - | |
Reserve Duurzame Stad P5 | Toevoeging | 91 | 748 | - | - | - | - |
Onttrekking | -232 | -281 | -175 | - | - | - | |
Saldo | -142 | 467 | -175 | - | - | - | |
Reserve grondexploitaties P5 | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | -84 | - | - | - | - | - | |
Saldo | -84 | - | - | - | - | - | |
Reserve Bomenfonds P5 | Toevoeging | 132 | 40 | - | - | - | - |
Onttrekking | -165 | -75 | - | - | - | - | |
Saldo | -33 | -35 | - | - | - | - | |
Reserve bovenwijkse voorz. Grondbedr. P5 | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | - | -100 | - | - | - | - | |
Saldo | - | -100 | - | - | - | - | |
Reserve Sociaal Domein P5 | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | - | -20 | -20 | -20 | - | - | |
Saldo | - | -20 | -20 | -20 | - | - | |
Totaal | Toevoeging | 331 | 896 | 108 | 108 | 108 | 108 |
Onttrekking | -597 | -1.687 | -225 | -50 | - | - | |
Reserves programma 5 | -267 | -791 | -117 | 58 | 108 | 108 |
In 2026 is er een storting begroot van € 106.000 voor mogelijke inzet asbestsanering gemeentelijk vastgoed. De onttrekking aan deze reserve is begroot in programma 6.
In 2026 is er een storting begroot van € 2.000 voor kapitaalslasten en een onttrekking van € 30.000 voor de stichting Vrienden van het singelpark.
In 2026 is er een ontrekking begroot van € 175.000 voor samen aan de slag (€ 125.000) en voor het uitvoeren van onderzoek en informeren van bewoners over klimaatadaptatie (€ 50.000).
In 2026 is er een ontrekking begroot van € 20.000 voor de stichting Vrienden van het singelpark.
Prestatie | Omschrijving prestatie | Omschrijving investering | Categorie | nieuw / vervanging | VK/ | Bijdrage derden/ reserves | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
05A102 | Beheren openbare ruimte | Investeringen wegen 2026-2029 | Maatsch. | V | - | 8.595 | 14.568 | 9.218 | 8.149 | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | RWN Bachstraat-Domela Nieuwenhuisln | Maatsch. | V | - | 55 | - | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | RWN Gasthuiswijk fase 3-4 | Maatsch. | V | - | 272 | - | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Kademuren 2026-2029 | Maatsch. | V | - | 5.421 | 6.613 | 2.383 | 8.693 | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Beschoeiing 2026 | Maatsch. | V | - | 699 | - | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Damwanden 2026 | Maatsch. | V | - | - | 448 | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Parkbruggen div. | Maatsch. | V | - | 369 | - | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Verkeersbruggen - Maartje Offersbrug | Maatsch. | V | - | 161 | - | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Div vervangingen kunstwerken 2027(40jr) | Maatsch. | V | - | - | 504 | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Diverse verv. kunstwerken 2028 40 jaar | Maatsch. | V | - | - | - | 2.027 | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Diverse vervangingen kunstwerken 2029 40 jaar | Maatsch. | V | - | - | - | - | 7.738 | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Grote Havenbrug (vervanging) | Maatsch. | V | - | - | - | 3.161 | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Lichtmasten 2025-2029 | Maatsch. | V | - | 697 | 486 | 1.240 | 1.556 | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Armaturen 2026-2029 | Maatsch. | V | - | - | 1.161 | 291 | 818 | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Automatisering gladheidsbestrijding 2027 | Econ. | V | - | - | 54 | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Boshuizen ruimtereservering | Maatsch. | V | - | - | 436 | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Fortuinwijk Noord ruimtereservering | Maatsch. | V | - | - | 736 | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Fortuinwijk Zuid ruimtereservering | Maatsch. | V | - | - | - | 421 | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Boshuizen KLIMA 40 jaar | Maatsch. | V | - | - | - | - | 2.670 | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Fortuinwijk Noord KLIMA 40 jaar | Econ. | V | - | - | 4.510 | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Fortuinwijk Zuid KLIMA 40 jaar | Econ. | V | - | - | - | 3.200 | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Merenwijk-De Horsten 40 jaar | Maatsch. | V | - | - | - | 2.670 | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | WV Gasthuiswijk wegen 3 4 | Maatsch. | V | - | 3.651 | - | - | - | |
05A102 | Beheren openbare ruimte | Merenwijk Horsten ruimtereservering | Maatsch. | V | - | - | - | - | 396 | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Ontdemping Kort Rapenburg | Econ. | N | VK | - | - | - | - | 12.500 |
05A103 | Inzamelen huishoudelijk afval | Inzamelmiddelen 2025-2029 | Econ. | V | - | - | 603 | 612 | 1.855 | |
05A103 | Inzamelen huishoudelijk afval | Perscontainers 2028 | Econ. | V | - | - | - | 159 | - | |
05A103 | Inzamelen huishoudelijk afval | 2de milieustraat gebouw | Econ. | N | VK | - | - | - | 2.995 | - |
05A103 | Inzamelen huishoudelijk afval | 2de milieustraat machines | Econ. | N | VK | - | - | - | 1.040 | - |
05A103 | Inzamelen huishoudelijk afval | Verv, hoofdgeb. ABW 2024 5 jaar | Econ. | V | - | 420 | - | - | - | |
05A103 | Inzamelen huishoudelijk afval | Ondergrondse containers 2026 | Econ. | V | - | - | - | - | 6.303 | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Riolering 2026-2029 | Econ. | N | VK | - | 6.184 | 7.091 | 2.824 | 3.644 |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Fortuinwijk Boshuizen 2024 | Econ. | V | - | - | 13.110 | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Fortuinwijk Boshuizen 2027 | Econ. | V | - | - | 8.921 | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Fortuinwijk Boshuizen 2028 | Econ. | V | - | - | - | 8.921 | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Riolering Merenwijk 2027 | Econ. | V | - | - | - | 5.802 | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Riolering Fortuin Noord Zuid Boshuizen 2029 | Econ. | V | - | - | - | - | 9.317 | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Riolering Merenwijkdistrict | Econ. | V | - | - | - | - | 3.933 | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | WV Rio gasthw haagweg-zuid fase 3&4 | Econ. | N | NK | - | 374 | - | - | - |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | wv rio Gasthw Haagweg-zuid fase 1+2 2025-2026 | Econ. | V | - | 1.077 | - | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | wv Rio Morskwartier 2025 | Econ. | V | - | 2.955 | - | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | WV Gasthuiswijk RIO 3 4 | Econ. | V | - | 4.172 | - | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | WV KLIMA Merenwijk Horsten 2029 | Econ. | V | - | - | - | - | 2.945 | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | KLIMA Domela nieuwenhuislaan | Econ. | V | - | 52 | - | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | KLIMA Gasthuiswijk fase 3-4 | Econ. | V | - | 1.037 | - | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | KLIMA Bachstraat | Econ. | V | - | - | 286 | - | - | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | riolering Stationsweg | Econ. | N | NK | - | 522 | - | - | - |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Vervanging gemalen 2026-2029 | Econ. | V | - | 517 | 517 | 498 | 516 | |
05B102 | Beheren openbaar water en riolering | Duikers 2026-2029 | Maatsch. | V | - | - | - | 61 | 80 | |
05C101 | Ontw en uitv beleid sted. en regio groen | GHS herprofileringsprojecten 2026-2029 | Maatsch. | V | - | 136 | 134 | 130 | 130 | |
05C101 | Ontw en uitv beleid sted. en regio groen | GHS reconstructieprojecten 2026-2029 | Maatsch. | V | - | 67 | 67 | 65 | 65 | |
05C101 | Ontw en uitv beleid sted. en regio groen | IP Parken 2026-2029 | Maatsch. | V | - | 680 | 670 | 648 | 648 | |
05C101 | Ontw en uitv beleid sted. en regio groen | 2e Groene Ring 2024 | Maatsch. | N | VK | - | 666 | - | - | - |
05C101 | Ontw en uitv beleid sted. en regio groen | 2e Groene Ring 2025 | Maatsch. | N | VK | - | 748 | - | - | - |
05C103 | Beheren openbaar groen | Speeltoestellen in openbare ruimte 2026-2029 | Econ. | V | - | 697 | 818 | 605 | 1.420 | |
05C103 | Beheren openbaar groen | Vervangen bomen 2026-2029 | Maatsch. | V | - | 341 | 393 | 330 | 699 | |
05C105 | Aanleggen Singelpark | Singelpark binnen het Energiepark | Maatsch. | N | NK | - | 3.297 | - | - | - |
05C106 | Beheren Oostvlietpolder | Aanleg volkstuinen | Maatsch. | N | NK | 853 | 2.148 | - | - | - |
Totaal programma 5 | 853 | 46.011 | 62.125 | 49.300 | 74.075 |
In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2026-2029. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.
subsidiestaat 2025 | subsidiestaat 2026 | |
---|---|---|
Subsidie saldo | 218.028 | 37.746 |
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 subsidies.