Programmabegroting 2024

Stedelijke ontwikkeling

Programmanummer

 

6

Commissie

 

Stedelijke Ontwikkeling

Portefeuille(s)

 

Wonen, Bouwen & Welzijn

Bestuur, Veiligheid, Handhaving & Regio

Energie, Werk, Inkomen & Cultuur

De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt:
De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling van de beschikbare, schaarse ruimte van stad en regio die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving voor iedereen.

Inleiding

In de begroting voor 2024 blijft het werken aan een leefbare stad centraal staan. We blijven investeren in het vergroenen en klimaatbestendiger maken van de stad, in het bevorderen van schone en ruimte-efficiënte mobiliteit en het toevoegen van ruimte om te spelen, bewegen en ontmoeten. We blijven ook werken aan een eerlijke, inclusieve woningmarkt, die toegankelijk is voor iedereen. En aan ruimte voor ondernemen, kennis en cultuur. Dit alles op basis van de ambities die zijn opgenomen in het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden’.

2024 zal tegelijkertijd ook een jaar worden met de nodige uitdagingen. Naar verwachting zullen rentes relatief hoog blijven en de bouwkosten ook. Dit maakt dat de uitvoerbaarheid van zowel woningbouwprojecten als projecten gericht op de herinrichting van openbare ruimte ook komend jaar onder druk zal blijven staan. Het college wil zich maximaal inspannen om projecten die al in de startblokken staan ook daadwerkelijk uitgevoerd te krijgen. Onder andere door in te zetten op hulplijnen van het Rijk, zoals de Regeling Startbouwimpuls, de Regeling Woningbouwimpuls en de Investeringsagenda NOVEX Zuidelijke Randstad. Maar ook door zelf waar nodig en mogelijk meer te investeren. Dat is nodig om op koers te blijven van het bouwen van gemiddeld 1.000 woningen per jaar en het jaarlijks toevoegen van ruimte voor circa 1.000 arbeidsplaatsen.

Het doel blijft daarbij om locatie- en gebiedsontwikkelingen zodanig te programmeren en te ontwerpen dat zij optimaal bijdragen aan een duurzamere en inclusievere stad. Dat doen we door de openbare ruimte in verstedelijkingsprojecten, net zoals in mobiliteitsprojecten en duurzame wijkvernieuwingen, groen en klimaatadaptief in te richten met veel ruimte voor spel, sport en ontmoeting. Ook reserveren we ruimte voor woon- en woonzorgconcepten die gericht zijn op bijzondere vormen van samenwonen, onder andere door de aanwezigheid van een fusie (een gezamenlijke woonkamer en keuken in een studentenhuis), gezamenlijke huiskamer en (semi)openbare tuinen. Deze bijzondere woonconcepten moeten ook bijdragen aan het bevorderen van de doorstroming. Door nieuwe woningen dermate aantrekkelijk te maken voor bijvoorbeeld ouderen, zijn zij eerder bereid uit een grotere eengezinswoning te verhuizen en daarmee ruimte vrij te maken voor gezinnen.

In 2024 voeren we een aantal woningmarkreguleringsinstrumenten in. De bedoeling van de inzet van deze instrumenten is dat iedereen in Leiden fijn kan wonen. Om dat te bereiken wordt de woningmarkt in Leiden op een dusdanige manier gereguleerd dat de huidige knelpunten met betrekking tot misstanden in de particuliere verhuur, overlast door te veel verkamering en het opkopen van woningen door beleggers van betaalbare koopwoningen die verdwijnen in het dure huursegment adequaat worden aangepakt.

Komend jaar focussen we ons op gebiedsontwikkelingen in de nabijheid van NS-stations Centraal en Lammenschans en de R-nethaltes van buslijnen 400, 410 en 430. We hanteren daar relatief lage parkeernormen en verlangen juist een extra inspanning op fiets- en deelmobiliteit. Op deze manier leveren deze gebiedsontwikkelingen een optimale bijdrage aan de beoogde transitie naar een duurzamer mobiliteitsprofiel. Ook programmeren we ruimte voor ontbrekende buurtgerichte voorzieningen, waaronder ruimte voor huisartsen, kinderdagverblijven en ruimte om te werken voor lokale ondernemers.

Voor vrijwel al deze ontwikkelingen zijn al kaders door de raad vastgesteld in de vorm van bijvoorbeeld gebiedsvisies voor het Stationsgebied, Park De Zwijger, de Schipholweg, het Vondelkwartier en Lammenschans. Daar waar dat nog niet is gebeurd, zoals bij Westerpoort en in Meerburg, betrekken we de omgeving bij het opstellen van deze plannen. Daarbij zullen we ook de eerste ervaringen opdoen met het werken onder de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking treedt. Deze wet vraagt om meer inspanningen van projectontwikkelaars op het gebied van participatie, waarbij we als gemeente wel nadrukkelijk betrokken zullen blijven en het proces samen met alle partijen goed willen doorlopen.

In 2024 verandert als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet ook de wijze waarop projecten juridisch-planologisch worden toegestaan. Het bestemmingsplan maakt plaats voor het omgevingsplan en daarin wordt op een geheel andere wijze regels voor het bebouwen en gebruiken van grond gesteld en ontsloten. Op 1 januari starten we met het zogenaamde Omgevingsplan-van-rechtswege. Tot januari 2032 loopt de transitie naar het Leidse Omgevingsplan wat voldoet aan de eisen van de nieuwe wet. We hebben veel gedaan om ons op de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor te bereiden, zoals de vaststelling van werkafspraken tussen het college en de raad in oktober van 2021. Desondanks blijft de komende periode om de nodige capaciteit vragen, zowel van de ambtelijke organisatie als college en raad, om te wennen aan en te werken met dit nieuwe instrumentarium en de content voor de verschillende instrumenten te genereren.

Bestemmingsplannen waarvan het ontwerp bestemmingsplan voor ingaan van de Omgevingswet ter inzage zijn gelegd, kunnen na de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog op basis van de Wro worden afgerond. Projecten waarvoor dit niet meer mogelijk is én nieuwe (toekomstige) projecten, zullen na de inwerkingtreding van de Omgevingswet de vorm krijgen van een wijzigingsbesluit. De gemeenteraad zal in dat geval per project het nieuwe Omgevingsplan op onderdelen wijzigen. Op deze manier zal er altijd sprake zijn van één up-to-date Leids Omgevingsplan.

Ook versnellen we de energietransitie in Leiden. De huidige klimaat- en energiecrisis benadrukt nogmaals dat we vaart moeten maken met het gebruik van duurzame energiebronnen. Tegelijkertijd zien Leidenaars hun (energie)rekeningen verder oplopen en vragen mensen zich af of ze nog wel rond kunnen komen. Het is daarom belangrijk dat we energiearmoede zoveel mogelijk bestrijden en dat iedereen meeprofiteert van isolatie, energiebesparing en schone energie. We werken met scherpe doelen richting 2030 en 2050 aan de energietransitie, onder andere door in te zetten op energiebesparing, opwekking, omschakeling en een toekomstbestendig elektriciteitsnetwerk. Om de gestelde klimaat- en beleidsdoelen te halen, is het bovendien belangrijk dat we alle Leidenaars goed betrekken. Niet alleen voor voldoende draagvlak, maar juist ook voor innovatieve en creatieve ideeën om de energietransitie een stap verder te brengen.

Beleidsterrein 6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

Doelen en prestaties bij 6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

Doel

Prestaties

6A1 Toedelen van Ruimte

6A1.1 Opstellen kaderstellende visies voor de ruimtelijke ontwikkeling van regio, stad en stadsgebieden

6A1.2 Stimuleren ruimtelijke initiatieven en ruimtelijke kwaliteit

6A1.3 Opstellen en actualiseren ruimtelijk instrumentarium

6A1.4 Implementatie Omgevingswet

6A2 Ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde ruimte

6A2.1. Behandelen verzoeken om omgevingsvergunning

6A2.2. Het voeren van vooroverleg

6A3 Veilig bouwen en veilig gebruiken van bebouwde ruimte

6A3.1 Toezicht en handhaving op veilig bouwen en gebruiken

Prestatie 6A1.1 Opstellen kaderstellende visies voor de ruimtelijke ontwikkeling van regio, stad en stadsgebieden

Met kaderstellende visies voor de ruimtelijke ontwikkeling geven we aan hoe de maatschappelijke en transitieopgaven een plek krijgen in de regio en de stad. Daarbij gaan we uit van de bestaande kwaliteiten en kansen. De gemeente geeft met producten zoals de Omgevingsagenda Holland Rijnland en de Omgevingsvisie richtinggevende kaders mee aan de brede ontwikkeling van de stad en de regio.

Onder druk van de grote ruimtelijke opgaven wil het Rijk meer regie op de ruimtelijke ordening. Ter voorbereiding van een nieuwe Nota Ruimte is de provincies gevraagd de ruimtelijke inpassing van opgaven zoals leefbaarheid, gezondheid, duurzaamheid, vergroening, verstedelijking, de ondergrond en duurzame bereikbaarheid in beeld te brengen (de zogenaamde ruimtelijke puzzel). Bij zowel Rijk als provincie brengen wij vastgestelde visies en/of beleid en eventuele andere relevante gemeentelijke en regionale informatie in. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Omgevingsvisie Leiden 2040, de Regionale Omgevingsagenda, de Regionale Energiestrategie, de Regionale Woonagenda en de Regionale Mobiliteitsstrategie.

Het hebben van actuele en richtinggevende kaders is van belang voor de gemeenteraad. Met de kaders bepaalt de raad de richting van de gemeente en regio en kan ze goed haar controlerende functie uitoefenen. De inspanningen bij kaderstellende visievorming variëren van verkennen, agenderen, prioriteren, afstemmen en het ruimtelijk structureren tot het versterken van samenwerkingen en gesprekken met bewoners, partijen in de stad, de buurgemeenten, allianties, de provincie, het rijk en ketenpartners.

Komende jaren werken we aan actualisering van de richtinggevende kaders, door de nieuwe beleidsambities, beleidsontwikkelingen en beleidsinzichten ruimtelijk te vertalen in de Omgevingsvisie. Dit is een voortdurend proces. Ook spelen we in op verschillen binnen de stad met gebiedsgerichte kaders die rekening houden met de kwaliteiten, fysieke kenmerken en de functies in een gebied. Voor de gemeentegrens-overstijgende opgaven werken we op regionaal niveau samen aan het agenderen van regionale en Leidse opgaven op provinciale en landelijke tafels om tot realisatie te komen. We werken aan kaderstellende visies die voldoen aan de eisen van de Omgevingswet en vindbaar zijn in het nieuwe Omgevingsloket. We hebben hierbij oog voor samenhang en de doorwerking van ambities naar de verschillende instrumenten van de Omgevingswet. Door de dynamiek in het ruimtelijk domein vraagt dit steeds om aanpassingen door nieuwe inzichten en onder andere ook wijzigend beleid van hogere overheden.

Prestatie 6A1.2 Stimuleren ruimtelijke initiatieven en ruimtelijke kwaliteit

Aan nieuwe ruimtelijke initiatieven in de stad werken we graag mee. Met de Omgevingsvisie, Ontwikkelperspectieven en gebiedsvisies geven we meer ruimte om de doelstellingen van de stad te realiseren. Bij een plan in de idee- of schetsfase dat niet zondermeer binnen het bestaand beleid of een bestaand bestemmingsplan past, kijken we of en hoe we dit initiatief (volgens de gedachte van de Omgevingswet) wel kunnen faciliteren. Als een initiatief de gemeentelijke doelstellingen versterkt, kansrijk wordt geacht en past binnen de omgeving kan zo’n initiatief in aanmerking komen voor een vervolgaanpak en verdere uitwerking. De beoordeling van deze initiatieven vindt plaats op hoofdlijnen op basis van de afspraken in het beleidsakkoord. Ambtelijke capaciteit zetten we vooral in bij gebiedsontwikkelingen en in projecten waar we werk met werk kunnen maken.

Onder de noemer stimulering ruimtelijke kwaliteit vallen beleid en acties die betrekking hebben op de beleving van de leefomgeving. In de praktijk gaat dit met name om de aspecten welstand, beeldkwaliteit en architectuur. Het Rijnlands Architectuur Platform (RAP) vormt een brug tussen de gemeente en de stad om de discussie over ruimtelijke kwaliteit te voeren. De gemeente heeft met het RAP dan ook een langdurige subsidierelatie. In de kaderbrief 2023-2027 is opnieuw voor een periode van 4 jaar subsidie toegekend aan het RAP. Hierdoor is het RAP in staat om met een goed programma de belangstelling voor architectuur en leefomgeving voor een breed publiek in de regio te stimuleren. Het programma van het RAP voor 2024 wordt bepaald in het najaar van 2023.

De kwaliteit van de gebouwde omgeving is een permanent aandachtspunt voor het stadsbestuur. We staan zelf aan de lat voor een hoogwaardige en tegelijkertijd betaalbare inrichting van de openbare ruimte en hebben hiervoor standaarden vastgelegd in het Handboek Openbare Ruimte, dat praktische aansturing geeft op de transformaties van de openbare ruimte.

Daarnaast stimuleren we de markt om te investeren in de kwaliteit van het vastgoed. Bij grotere/belangrijkere ruimtelijke ontwikkelingen oefenen we invloed uit op de selectie van architecten. De stedebouwkundig supervisor van de gemeente Leiden is een belangrijke overziener als het gaat om ruimtelijke kwaliteit. Binnen de gemeentelijke organisatie wordt een proactieve rol opgepakt in het organiseren van het gesprek tussen de “binnen” en “buiten” wereld. De relatie met de regio, de stedebouwkundig/architectonische kwaliteit van de ontwikkelingen in de stad en participatie en communicatie vragen blijvend aandacht.

Prestatie 6A1.3 Opstellen en actualiseren ruimtelijk instrumentarium

Implementeren van de Omgevingswet kost nog jaren tijd en aandacht. Dat geldt voor de transitie naar het Leids Omgevingsplan, het vullen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet en voor het werken met de Omgevingsvisie Leiden 2040 conform de beleidscyclus. Sectoraal beleid overzetten en integreren in het nieuwe instrumentarium vraagt een intensieve samenwerking tussen afdelingen en kennis en tijd voor ontwikkeling. Ook worden wijzigingen vanuit lopende projecten hier bij ingevoegd.

Voor de volledige transitie hebben we volgens de Omgevingswet nog tot januari 2032. De snelheid waarmee we ons omgevingswetinstrumentarium ontwikkelen heeft grote invloed op (het inzicht in) de ruimte voor ontwikkelingen en duurzame verstedelijking. Van sectoraal beleid, vele bestemmingsplannen en losse gemeentelijke verordeningen, brengen we straks voor heel Leiden inhoudelijke besluitvorming samen in integrale producten. Redenerend vanuit de kaders in de Omgevingsvisie en drie Ontwikkelperspectieven, brengen we alle regels waar initiatiefnemers aan moeten voldoen vanaf 2024 stapsgewijs bijeen in één digitaal Leids Omgevingsplan. De wettelijke beleidscyclus van de Omgevingswet en het Leids planproces worden zorgvuldig op elkaar afgestemd. Dit vraagt nog wel oefening in de gemeentelijke organisatie én in de wijze van besluitvorming. Vanaf 2024 zullen we verder concretiseren met welke omgevingsprogramma’s uitvoering wordt gegeven aan de Omgevingsvisie Leiden 2040. Het kan gaan om nieuwe omgevingsprogramma’s of positioneren van bestaande (uitvoerings)programma’s binnen de beleidscyclus van de Omgevingswet.

Het Leids Omgevingsplan heeft straks een ‘brede reikwijdte’. Alle regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving worden hierin opgenomen, ook bijvoorbeeld voor milieu, gezondheid, cultuurhistorie en evenementen. Dit geeft initiatiefnemers meer inzicht en vormt het toetsingskader bij omgevingsvergunningaanvragen. De juridische regels die voor eenieder bindend zijn zullen de komende jaren tegen het licht gehouden worden en opnieuw in samenhang (integraal) met elkaar worden vastgesteld. Voor de organisatie betekent dit een intensief traject waarin aan de hand van de doelen uit de Omgevingsvisie enerzijds bepaald wordt welke regels nodig zijn voor realisatie van deze doelen en anderzijds welke inspanningen (omgevingsprogramma) nodig zijn voor het behalen van deze doelen.

De raad stelde in 2021 uitgangspunten voor de ontwikkeling van het Leids Omgevingsplan vast (RV 21.0056), onder andere over de balans tussen flexibiliteit versus (rechts)bescherming en gebruik van open normen. Bij open normen is in de wettekst bewust open gelaten hoe precies aan de verplichtingen moet worden voldaan. Het complete Leidse Omgevingsplan moet op grond van de wet – vooralsnog – uiterlijk op 31 december 2031 zijn vastgesteld door de gemeenteraad. Om deze deze termijn te halen onderzoeken we welke versnelling wenselijk is. Daarbij zullen we ook afwegen of bestaande regels voldoende kunnen worden aangepast aan de wettelijke eisen, of dat het tijds- en kostenefficiënter is om beleidsdoelstellingen opnieuw te operationaliseren in regels en vergunningscriteria die digitaal raadpleegbaar en begrijpelijk zijn via het Omgevingsloket. De mate waarin ze publieksvriendelijk en toepasbaar gemaakt worden volgt onze visie op dienstverlening.

Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaat automatisch het Omgevingsplan-van-rechtswege met bestaande regelgeving. Dit omvat de huidige bestemmingsplannen, de Verordening afvoer hemelwater en grondwater en een set regels in de zogenaamde ‘Bruidsschat’ (rijksregels die met de komst van de Omgevingswet overgeheveld worden naar gemeenten). We voegen daar gedurende de transitieperiode ook de nieuwe Verordening Fysieke Leefomgeving) aan toe en eventuele overige verordeningen. Bestaande regels en verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, die niet automatisch opgaan in het Omgevingsplan-van-rechtswege, blijven tot ze zijn overgezet van kracht.

Prestatie 6A1.4 Implementatie Omgevingswet

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Dit is een belangrijke mijlpaal. Het motto van de wet 'ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit' komt tot uitvoering via meerdere begrotingsprogramma’s en prestaties. De programmatische aanpak zoals in 2020 beschreven in de collegebrief Implementatie Omgevingswet (kenmerk Z/20/1508141) ondersteunt de organisatie en het bestuur bij de ontwikkeling van nieuwe (beleids-)producten en werkwijzen.

De Omgevingswet is een gemeentebrede opgave en vraagt een meerjarige transitie. Een aantal van de activiteiten uit 2023 loopt in 2024 door om te zorgen voor een soepele overgang bij inwerkingtreding van de wet in 2024. Daarnaast starten nieuwe activiteiten met als doel in 2025 in lijn met de Omgevingswet te werken en in 2032 volledig Omgevingswetproof te zijn. Periodiek wordt de raad over de voortgang geïnformeerd.

We volgen de volgende vier implementatielijnen:

Lijn 1. Ruimte voor ontwikkelingen en waarborgen voor kwaliteit:

  • Werken met integrale, opgavegerichte kaders uit de Omgevingsvisie en Ontwikkelperspectieven voor beleid en projecten;
  • Stimuleren van een nieuwe, integrale werk- en bestuurspraktijk voor thematisch (uitvoerings)beleid en het planproces;
  • Werkende regels in het tijdelijk omgevingsplan-van-rechtswege stapsgewijs ontwikkelen tot Leids Omgevingsplan.

Lijn 2. Eigentijdse informatievoorziening en dienstverlening:

  • Gebruiken en verbeteren van het Omgevingsloket/Digitaal Stelsel Omgevingswet voor Leids gebruik (vergunningcheck, indieningsvereisten, ontsluiten van actuele plannen);
  • Omgevingswetproof maken van het vergunningsproces in samenwerking met ketenpartners;
  • Inrichten Omgevingsoverleg met initiatiefnemers en ketenpartners;
  • Stapsgewijs ontsluiten van (digitale) gemeentelijke informatie en data in het Omgevingsloket voor het Omgevingsplan;
  • Uitwerken van monitoringplan voor kaders en doelstellingen als onderdeel van de wettelijke beleidscyclus.

Lijn 3. Democratisch gelegitimeerde kaderstelling en besluitvorming:

  • Raadsleden en bestuurders blijven toerusten op het werken volgens de Omgevingswet, waaronder
    het faciliteren van eventueel extern, onafhankelijk en deskundig advies voor en ondersteuning van de
    gemeenteraad op gebied van de veranderende rol van de Raad onder de Omgevingswet – waaronder
    invulling van het adviesrecht.
  • Bijdragen aan een beter geïnformeerde stad: duidelijkheid over de werking van de Omgevingswetproducten.

Lijn 4: Organisatieontwikkeling en met elkaar werken aan stapsgewijze verbetering:

  • Werken met en in de geest van de Omgevingswet vraagt kennisontwikkeling en een manier van werken die goed past bij de Leidse benadering ‘samen maken we de stad.’

Prestatie 6A2.1. Behandeling verzoeken van omgevingsvergunningen

Behandelen van aanvragen omgevingsvergunningen is een wettelijke taak van de gemeente. De aanvragen behandelen we op een juridisch correcte, transparante wijze, binnen de wettelijke termijnen. Zodra blijkt dat een aanvraag niet voldoet aan het geldende ruimtelijk kader, beoordelen we of we alsnog medewerking kunnen verlenen.

De invoering van de Omgevingswet heeft gevolgen voor de vergunningverlening. Verkorting van wettelijke termijnen vraagt om duidelijke regels, goede stroomlijning van werkprocessen binnen de gemeente en intensievere samenwerking met regionale ketenpartners zoals de omgevingsdienst. In voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet passen we de vergunningsprocessen aan op de eisen die de wet stelt, zodat werkprocessen klaar zijn voor invoering.

Het is waarschijnlijk dat gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen wordt ingevoerd. Essentie van deze wet is dat de bouwtechnische toets en het bouwtechnische toezicht van gemeenten in fasen overgeheveld gaat worden naar marktpartijen. De eerste fase betreft vooral kleine bouwwerken en seriematige grondgebonden nieuwbouwwoningen. Deze eerste fase zal naar verwachting 3 jaar beslaan, waarna evaluatie van het wettelijk stelsel volgt. De impact van deze eerste fase op de vergunningverlening in Leiden is vooralsnog beperkt.

Het VTH softwarepakket is op de invoeringsdatum van de Omgevingswet gereed voor de digitale communicatie met het nieuwe landelijke loket, de Landelijke Voorziening Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De kosten van de vergunningverlening (en het bouwtoezicht) dekken we deels met de legesopbrengsten en deels vanuit de algemene middelen.

Prestatie 6A2.2 Het voeren van vooroverleg

Ook in 2024 voert de gemeente vooroverleg met initiatienemers van bouwplannen in de stad. Het vooroverleg (onder de Omgevingswet ook wel de omgevingstafel) is een goed middel om de burger of professional met een bouwinitiatief waarvan niet onmiddellijk valt aan te geven dat de vergunningaanvraag kansrijk is, te begeleiden richting een vergunbare aanvraag. Of, indien een vergunningaanvraag geen enkele kans van slagen heeft, hierover zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Zo voorkomen we ook dat onnodig tijd en geld geïnvesteerd wordt in een onhaalbaar bouwplan, zowel aan de kant van de initiatiefnemer als aan de kant van de gemeente. Het vooroverleg/de omgevingstafel biedt wat ruimer gelegenheid om reacties uit de omgeving van het bouwinitiatief in de planvorming te betrekken dan na het indienen van een aanvraag. Een goed doorlopen vooroverleg met positief resultaat biedt ook zicht op sneller kunnen vergunnen.

Prestatie 6A3.1 Toezicht en handhaving op veilig bouwen en gebruiken

Op 1 januari 2024 treedt de eerste fase van Wet Kwaliteitsborging voor de bouw in werking, tegelijk met de Omgevingswet. Dat leidt tot wijziging van de technische toetsing en het technisch toezicht. Voor zover op dit moment bekend gaat het in de eerste fase voornamelijk om kleine bouwplannen en grondgebonden seriematige nieuwbouw. Bij dit type bouwplannen gaat de technische toetsing en het technisch toezicht naar marktpartijen. De gemeente controleert nog of toetsing heeft plaatsgevonden. De invoering van de tweede en derde fase is afhankelijk gemaakt van de praktijkresultaten in de eerste fase. Die resultaten worden 3 jaar na de invoeringsdatum verwacht.

In 2024 blijven wij conform het Leids toezicht protocol toezicht houden op de uitvoering van de Omgevingsvergunningen, mogelijk met een kleine bijstelling op het type bouwplannen dat in de eerste fase valt van de Wet Kwaliteitsborging voor de bouw per 1 januari 2024. Prioriteit blijft liggen op constructieve veiligheid, brandveiligheid en omgevingsveiligheid. Jaarlijks wordt een nadere prioritering vastgelegd in het uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving.

Beleidsterrein 6B Gemeentelijke gronden en gebouwen

Doelen en prestaties bij 6B Gemeentelijke gronden en gebouwen

Doel

Prestatie

6B1 Optimale exploitatie van gemeentelijke gronden en gebouwen

6B1.1 Voeren van een erfpachtbedrijf

6B1.2 Opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer Grondexploitaties

6B1.3 Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Prestatie 6B1.1 Voeren van een erfpachtbedrijf

De reguliere werkzaamheden binnen het erfpachtbedrijf betreffen het voeren van de administratie, het aanpassen en innen van de erfpachtcanon, het adviseren en het verstrekken van inlichtingen over erfpacht aan bijvoorbeeld aspirant kopers, erfpachters, notarissen en makelaars. Met het instrument erfpacht behoudt de gemeente ook privaatrechtelijk grip op ontwikkelingen, wat de mogelijkheid van sturing vergroot. Leiden biedt erfpachters van woningen en appartementen de mogelijkheid om de erfpachtgrond te kopen. Bij zakelijke erfpachtgronden (bedrijven, kantoren, garages, parkeerplaatsen e.d.) is het voor erfpachters niet mogelijk om het bloot eigendom te verkrijgen.

Prestatie 6B1.2 Opstellen MPG en Vermogensbeheer grondexploitaties

Het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) 2024 is onderdeel van de jaarrekeningcyclus rekening 2023. In het MPG wordt verantwoording afgelegd over de lopende (en in voorbereiding zijnde) grondexploitaties. Onderstaande tabel toont de grondexploitaties die in het MPG 2023 zijn opgenomen.

Tabel : Grondexploitaties MPG 2023

Grondexploitaties

4

Oude Rijnlocatie

BIE*

9

Lammenschansdriehoek

BIE

19

Groenoordhallen eo (Groenoordhallenterrein, Noord en bedrijven)

BIE

45

Stationsgebied - Rijnsburgerblok k1 t/m 5 en Morspoortgebied

BIE

Strategische gronden

45

Stationsgebied – overig (m.u.v. RBB)

MVA**

 

* Bouwgronden In Exploitatie

** Materiële vaste activa: "verhandelbaar" eigendom.

 

Het Vermogensbeheer Grondexploitaties 2024-2028 loopt samen op met de kaderbrief 2025. In deze rapportage worden de grondexploitatie gerelateerde stedelijke (her)ontwikkelingen, afgezet tegen de financiële spankracht van de gemeente. Het centrale onderdeel van het vermogensbeheer is de reserve Grondexploitaties. Er dient een sluitend perspectief van deze reserve te worden gepresenteerd voor de komende 5 jaar (2024-2028). De netto verkoopopbrengst uit verkoop van gemeentelijk vastgoed levert een bijdrage in de dekking van ruimtelijke ambities, zo ook het resultaat van het erfpachtbedrijf. Met het sluitend perspectief van de reserve Grondexploitaties en de daarbij behorende besluiten, doet het college een voorstel aan de gemeenteraad voor dekking van de ruimtelijke ambities.

Prestatie 6B1.3 Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Ook in 2024 wordt uitvoering gegeven aan het Beleidskader Vastgoed. Een belangrijk uitgangspunt is dat voor de gehele portefeuille (m.u.v. een aantal unieke cultuurpanden) een marktconforme huur gehanteerd wordt. Indien de mogelijkheid zich voordoet zal de huur aangepast worden naar een marktconforme huurprijs. Het Beleidskader Vastgoed maakt onderscheid tussen beleidsmatig te ondersteunen functies en niet te ondersteunen functies. Het vastgoed dat geen beleidsdoel (meer) dient, kan worden afgestoten. Ook de komende jaren wordt gemeentelijk vastgoed verkocht, maar dat beperkt zich tot een beperkt aantal panden.

Bij de huisvesting van de culturele instellingen is de basis (in 2023) op orde gebracht. De structurele extra middelen die vrij gemaakt zijn in het beleidsakkoord 2022-2026, zijn verdeeld over de instellingen voor het onderhoud van de gebouwen en het gericht verhelpen van historische knelpunten. Er zijn afspraken gemaakt met de instellingen over hoe zij (het onderhoud van) de huisvesting op peil houden voor de toekomst. We blijven kijken naar effectief en goed gebruik van de beschikbare gebouwen en ruimtes.

De maatwerkoplossingen huisvesting worden geborgd in de huurovereenkomsten en subsidiebeschikkingen. Het vastleggen en nakomen van alle afspraken zal in 2024 nog wel de nodige capaciteit vragen. Wanneer blijkt dat er extra investeringen in de huisvesting nodig zijn, dan worden deze in de integrale afweging bij de kaderbrief 2024-2028 meegenomen.

Het verduurzamen van de gemeentelijke vastgoedportefeuille is een speerpunt voor de komende tijd. In 2020 is de routekaart voor verduurzaming vastgoed vastgesteld. De routekaart is een stappenplan die is opgezet om de gefaseerde aanpak van de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed vorm te geven. In de routekaart wordt het ‘Paris Proof’ maken van de vastgoedportefeuille als einddoel in 2050 geformuleerd. Dit houdt in dat het gebouwenbestand op dat moment zo opgebouwd is dat de duurzaamheidsdoelstellingen uit het VN-klimaatakkoord van Parijs gehaald zijn. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan een groener, gezonder en duurzamer Leiden. Doelstelling is om de energielabels van de gebouwen te verbeteren naar een merendeels groen energielabel en om de CO² uitstoot fors te verminderen. De verduurzaming van de eerste en tweede fase is bijna afgerond. Er is ook een krediet beschikbaar gesteld voor de verduurzaming van de derde fase panden. Deze fase bestaat uit circa 20 panden. Hiervoor is in 2023 een plan gemaakt om zo snel mogelijk te starten met de verduurzaming van deze panden. Omdat het beschikbare krediet niet toereikend was om de 20 panden te verduurzamen is bij de Kaderbrief een aanvullend krediet van circa 2,6 miljoen toegekend. Hierdoor kan invulling worden gegeven aan de routekaart voor verduurzaming van het vastgoed zodat er in de stad op steeds meer plekken zichtbaar wordt dat de gemeente werkt aan de verduurzaming van haar eigen panden. Hiermee wordt nagestreefd dat ook andere vastgoedeigenaren geïnspireerd raken en hun steentje zullen gaan bijdragen met betrekking tot verduurzaming.

In 2021 is een nieuw meerjaren onderhoudsplan (MJOP) opgesteld voor het planmatig onderhoud van het gemeentelijk vastgoed. Op basis van het nieuwe MJOP zal ook voor 2024 een jaarplan worden opgesteld voor de uitvoering van het planmatig onderhoud in 2024.

Beleidsterrein 6C Wonen

Leiden is een aantrekkelijke stad. De meeste Leidenaars zijn erg tevreden over hun woning en woonomgeving. De landelijke trek naar de Randstad slaat deels ook neer in Leiden. Samen met de extramuralisering van de zorg (het bieden van gelijkwaardige zorg buiten de muren van een instelling), waaronder ook het langer zelfstandig thuis wonen van ouderen en de voortgaande daling van de gemiddelde huishoudensgrootte, betekent dit dat er de komende jaren een grote bouwopgave ligt. Via een goede analyse, monitoring en programmering, geven we richting aan deze opgave.

In het beleidsakkoord 2022 -2026, ‘Samen leven in Leiden’ hebben we de ambitie vastgelegd om vanaf 2021 tot 2030 8.800 woningen te realiseren waarbij we in uitvoering van bouwplannen en projecten de focus op vier kansrijke woningbouwlocaties hebben gelegd: Stationsgebied, Wernink, Lammenschans en Willem de Zwijgerlaan. Daarnaast werken we aan een stadsbrede verhoging van het percentage sociale huurwoningen bij nieuwbouw van 30% naar 35% en voor het middensegment een percentage van 35%. Hierover maken we bij nieuwe projecten afspraken met de ontwikkelende partijen. We leggen de aangepaste percentages vast in het bestemmings-/omgevingsplan. Om ervoor te zorgen dat een groot deel van de nieuwe sociale huurwoningen in bezit van de corporaties komt, brengen we woningcorporaties meer in positie bij ontwikkelende partijen door de voorwaarden aan te passen, waaronder partijen voldoen aan de definitie ‘sociaal’. Zo komen de voorwaarden meer overeen met die van corporaties. Deze uitwerking is vastgelegd in onze doelgroepenverordening.

Binnen onze ruimtelijk en financiële kaders onderzoeken en bouwen we nieuwe gezamenlijke woonconcepten die beter aansluiten bij de wensen van bijvoorbeeld ouderen. Hierbij wordt concreet gedacht aan geclusterde woonvormen voor ouderen die bijdragen aan het vergroten van de zelfredzaamheid en het verminderen van eenzaamheidsgevoelens. In 2023 is een traject van start gegaan om te komen tot een woonzorgvisie. Dit traject gebruiken we onder andere om samen met onze partners dergelijke woonconcepten verder uit te werken. Op een aantal locaties zijn al plannen voor geclusterde woonvormen of woonvormen waarbij ontmoeting en omkijken naar elkaar wordt gestimuleerd. Naar verwachting wordt in 2024 gestart met de bouw van de woontoren op de Kopermolen. Hierbij krijgen (oudere) bewoners uit de Merenwijk voorrang bij verhuur van de nieuwe woningen. De woontoren staat naast het winkelcentrum waarmee verschillende voorzieningen op loopafstand bereikbaar zijn. In de Lorentzhof (fase 2) zal een geclusterde woonvorm voor ouderen worden gerealiseerd in samenwerking met het Ouderencontact Profburgwijk. Maar ook in bestaande bouw in de Stevenshof kijken we samen met onze partners of een deel van de woningen omgevormd kunnen worden om makkelijk zorg aan ouderen te kunnen leveren naar het voorbeeld van de Parelvissers.

Nadat in 2023 de keuzes met betrekking tot de woningmarktregulerende maatregelen, zoals vergunningen voor Goed verhuurderschap, verkamering en opkoopbescherming, door de raad zijn vastgesteld, worden in 2024 de diverse maatregelen op het gebied van woningmarktregulering uitgevoerd. De Nationale woon en bouwagenda brengt een aantal programma’s met zich gericht op het bevorderen van de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het woningaanbod in Nederland. Dit leidt tot nieuwe regels en wetgeving. Voorbeelden hiervan zijn de Wet versterking regie volkshuisvesting, Wet regulering middenhuur, aanpassingen in de Huisvestingswet etc. In verband met de demissionaire status van het kabinet is het nog niet zeker of en wanneer deze regelgeving in gaat. Daarnaast houden we rekening met mogelijk veranderende (markt)omstandigheden. Voorbeelden hiervan zijn meer rijksregulering, personeels- & materiaaltekorten en oplopende rente die allen hun weerslag hebben op de woningbouwproductie.

Doelen en prestaties bij 6C Wonen

Doel

Prestaties

6C1 Hogere kwaliteit en toename van de woningvoorraad

6C1.1 Woonvisie Leiden 2020-2030 en uitvoeringsagenda wonen

6C1.2 Uitvoering prestatieafspraken 2020-2025

6C1.3 Regionale woonvisie en woonruimteverdeling

6C1.4 (Laten) uitvoeren van projecten (inclusief studentenhuisvesting)

6C2 Opheffen illegale huisvesting

6C2.1 Toezien en handhaven op onrechtmatige bewoning

Prestatie 6C1.1 Woonvisie Leiden 2020-2030 en uitvoeringsagenda Wonen

Op 14 november 2019 heeft de gemeenteraad de ‘Woonvisie 2020-2030’ met de bijbehorende ‘Uitvoeringsagenda 2020-2023’ vastgesteld. In de woonvisie verwoordt de gemeente Leiden haar visie op de toekomst van wonen in de stad. De concrete uitwerking voor de daaropvolgende vier jaar is opgenomen in de ‘Uitvoeringsagenda wonen Leiden 2020-2023’ De vele ontwikkelingen in de markt en op het gebied van volkshuisvesting zijn reden om het huidige Leidse woonbeleid te evalueren en te kijken naar de effecten van de nieuwe ontwikkelingen op ons woonbeleid. Bij het vaststellen van nieuw volkshuisvestelijk beleid krijgen we te maken met de Wet versterking regie volkshuisvesting. In het wetsvoorstel wordt volkshuisvesting toegevoegd aan de doelen van de Omgevingswet. In het wetsvoorstel staat dat gemeenten hun woonbeleid op hoofdlijnen in de Omgevingsvisie moeten zetten. Gemeenten zijn verplicht om een volkshuisvestingprogramma op te stellen om de door de raad vastgestelde hoofdlijnen van het woonbeleid op een aantal verplichte volkshuisvestelijke onderdelen te concretiseren. Het volkshuisvestingsprogramma vervangt de woonvisie en krijgt een plek in de beleidscyclus van de Omgevingswet. Om het geactualiseerde beleid goed te laten aansluiten bij de aangekondigde nieuwe wetgeving en lopende ontwikkelingen is 2023 benut voor evaluatie en uitwerken van nieuwe beleidsvoorstellen. In de eerste helft van 2024 zal een geactualiseerd woonbeleid worden vastgesteld.

Hieronder volgt een opsomming van een aantal belangrijke, actuele onderwerpen waaraan in 2024 (verder) invulling wordt gegeven.

Sturen op de woningbouwopgave

In de Woonvisie hebben we doelstellingen geformuleerd met betrekking tot het aantal en typen woningen. In het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden’ staan op basis van een nieuwe woningbehoefteraming nieuwe doelstellingen. Daarnaast is ook een nieuwe ambitie voor het aantal toe te voegen studentenkamers geformuleerd. Deze nieuwe ambities zijn in 2023 verwerkt in de woningbouwmonitor. We blijven de vastgestelde woningbouw doelstellingen monitoren en we rapporteren hier twee keer per jaar over via de rapportage Woningbouwmonitor. Als uit de rapportage blijkt dat we op deelniveaus onze doelstellingen niet halen, sturen we in projecten de mix van woningbouwprogramma bij.

Woningmarktregulering en verkamering

Ook in de bestaande woningvoorraad is het belangrijk om de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen en de leefbaarheid van de omgeving zo goed mogelijk beschermen. Daarom voeren we een opkoopbescherming en een verhuurdersvergunning in. Daarnaast onderzoeken we welke aanvullende regulerings­mogelijkheden wenselijk zijn. Hierin betrekken we onder meer het verkameringsvraagstuk. Door verschillende rechterlijke uitspraken werd in 2021 duidelijk dat we in Leiden het risico liepen dat de huisvestingsverordening (gedeeltelijk) onverbindend kon worden verklaard waarmee de vergunningsplicht bij verkamering zou komen te vervallen. In oktober 2021 is daarom een tijdelijke stand-still afgekondigd voor de mogelijkheid om te verkameren (het afgeven van omzettingsvergunningen).

In 2022 en 2023 is gekeken op welke wijze een samenhangend beleid voor woningmarktregulering en verkamering kan worden opgesteld. Belangrijkste input daarvoor is:

  • de Wet opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur, die op 1 januari 2022 inwerking is getreden;
  • de aanpassing van de Huisvestingswet, die naar verwachting op 1 januari 2024 in werking treedt;
  • het nieuwe beleidsakkoord waarin is opgenomen dat er een verhuurdersvergunning wordt ingevoerd;
  • de nieuwe Wet goed verhuurderschap, die op 1 juli 2023 in werking is getreden;
  • de aangenomen motie Voer gemeentelijke verhuurvergunning in;
  • de aangenomen motie VOD Maatwerk per straat.

Medio 2023 is een samenhangend pakket aan woningmarktregulerende maatregelen inclusief nieuw verkameringsbeleid opgesteld. Hierin wordt voorgesteld in een aantal wijken in de stad vergunningen in te voeren voor goed verhuurderschap en voor omzetting en woningvorming op basis van leefbaarheid. Een opkoopbescherming wordt voorgesteld in de hele stad in te voeren op basis van schaarste. Na instemming van de raad, worden deze maatregelen (naar verwachting) op 1 januari 2024 van kracht.

Huurteam

Sinds juni 2021 is in Leiden een huurteam actief, in eerste instantie als pilot voor twee jaar. Steenvlinder voert de huurteam-werkzaamheden uit en werkt hierbij samen met de afdeling Wonen en Overheid van de Leidse Rechtswinkel. Ook het komende jaar zal Steenvlinder naar verwachting minimaal 300 woningopnames uitvoeren. (N.B. Afgelopen jaar is Urbannerdam overgenomen door Steenvlinder)

Voor de handhaving van de woningmarktregulerende maatregelen, met name voor goed verhuurderschap zal ook inzet van het huurteam worden gevraagd.

Samenwerkingstafel

Aan de Samenwerkingstafel zitten afgevaardigden van de woningbouwcorporaties, ontwikkelaars, investeerders en de gemeente. De Samenwerkingstafel heeft als missie: “Samen zorgen we voor het sneller beschikbaar komen van een passende woning voor elke Leidenaar, in een prettige stad met hoogwaardige en inclusieve leefomgeving.”

Daarbij is afgesproken dat de koplopers elkaars partners zijn in de realisatie van de missie. Het gesprek is gericht op het vinden van concrete oplossingen voor knelpunten op een wijze die algemeen toepasbaar is in de stad om de versnelling te realiseren.

Woonzorg(welzijn)visie

In de (concept)wet Wet versterking regie volkshuisvesting is opgenomen dat iedere gemeente uiterlijk in 2026 een volkshuisvestingsprogramma (conform de structuur van de omgevingsvisie) moet hebben. Daarin moet onder meer de woonbehoefte en woonopgaven zijn opgenomen en de zorg- en ondersteuningsbehoefte van aandachtsgroepen en ouderen. Voor veel doelgroepen hebben we al (sub)regionale of lokale beleidskaders of samenwerkingen opgesteld. Bijvoorbeeld in het Programma Oekraïners, Statushouders en Asielzoekers (Leiden) of het Programma Doordecentralisatie MZ en herordening Wmo (Leidse Regio), maar ook de WMO wordt reeds subregionaal ingekocht. Deze kunnen als uitgangspunt worden genomen. Een woonzorg(welzijn)visie is echter meer dan alleen een nietje door deze beleidstukken. Het gaat ook over samenhang, prioritering en waar en hoe dit moet landen in de wijken.

Met de Leidse Regio is afgesproken dat gewerkt wordt met een (sub)regionaal woonzorgkader. Hierin leggen we vast om welk doelgroepen het gaat en waar we (sub)regionaal samenwerken en waar niet. Vanuit dit kader kan een Leidse visie op wonen, zorg en welzijn worden opgesteld. Deze kan uiteindelijk opgaan in het volkshuisvestingsprogramma. Partners als corporaties, marktpartijen, zorgkantoor en zorgpartijen en welzijnsorganisaties zijn sleutelspelers bij het opstellen. Zij zijn en voelen zich medeverantwoordelijk voor het aangaan van de uitdagingen die op ons afkomen. In 2023 is ingezet om het proces, de afbakening en de samenwerking met alle betrokken partners goed in te richten en de eerste teksten op te stellen. In 2024 wordt de woonzorg(welzijn)visie afgerond en vastgesteld.

Inzet op de huisvesting van doelgroepen (statushouders, spoedzoekers en kwetsbare doelgroepen)

We werken aan een inclusieve samenleving waarbij wonen de basis is. De cliënten die uitstromen uit beschermd wonen en maatschappelijke opvang, doen een beroep op de goedkope sociale huurwoningen van de woningcorporaties. Dit gebeurt via de zogenaamde contingentenregeling. Binnen hetzelfde woonsegment moeten de bijzondere doelgroepen concurreren met urgent woningzoekenden, een nog altijd groeiend aantal statushouders en woningzoekenden op de woningmarkt. We blijven inzetten op het maken van plannen en afspraken over de toewijzing met zowel projectontwikkelaars als corporaties voor de realisatie van meer sociale huurwoningen die geschikt zijn voor deze doelgroep. Met projectontwikkelaars gaan we in onderhandeling over het onderbrengen van sociale huurwoningen bij corporaties, waar wij zelf grond hebben maken we afspraken met corporaties en in de doelgroepenverordening worden voorwaarden gesteld aan onder andere de instandhoudingstermijn voor sociale- en middeldure huur. Op deze wijze proberen we corporaties meer in positie te brengen zodat nieuwe sociale huurwoningen in de regel in bezit zullen zijn van corporaties, conform het beleidsakkoord. In de prestatieafspraken met de corporaties is al afgesproken dat ernaar gestreefd wordt om 10% van de nieuw gebouwde sociale huurwoningen te bestemmen voor de bijzondere doelgroepen.

Dit alles doen we in nauwe samenwerking met de betreffende collega's uit het sociale domein en het projectbureau. Zie hiervoor ook de toelichting onder het Programma Oekraïners, Statushouders en Asielzoekers en in hoofdstuk 9D Maatschappelijke Ondersteuning – Kwetsbare groepen.

Prestatie 6C1.2 Prestatieafspraken met corporaties 2022

Eind 2020 hebben we kaderafspraken gemaakt met de Leidse woningcorporaties om gezamenlijk invulling te geven aan onze woonambities en -uitdagingen in de periode 2020 t/m 2025. Thema’s in de prestatieafspraken zijn onder andere ‘beschikbaarheid & betaalbaarheid’, ‘studentenhuisvesting’, ‘duurzaamheid’, ‘leefbaarheid’ en ‘wonen & zorg voor bijzondere doelgroepen’. De prestatieafspraken zijn een nadere invulling van de kaders die in de gemeentelijke Woonvisie 2020-2030, de bedrijfs-/ondernemingsplannen van de corporaties en de werkplannen van de huurdersorganisaties zijn vastgelegd. Ook in andere documenten (convenanten/overeenkomsten) zijn afspraken tussen gemeente, corporaties en huurdersorganisaties vastgelegd. Een voorbeeld hiervan zijn de afspraken over de energietransitie. De afspraken over energie kunnen weer gezien worden als een nadere uitwerking van de prestatieafspraken.

De gemeenteraad wordt jaarlijks geïnformeerd over de uitvoering van de prestatieafspraken 2020-2025. Dit geeft de raad de gelegenheid om het college input mee te geven bij de sturing op de uitvoering van de gemaakte afspraken.

Prestatie 6C1.3 Regionale woonagenda en woonruimteverdeling 2022

Uitvoering RWA 2023 en rHVV 2023

Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft de Regionale Woonagenda (RWA) en de regionale Huisvestingsverordening (rHVV) medio 2023 vastgesteld, waarna de uitvoering is gestart. Die spitst zich met name toe op de uitvoering van de geactualiseerde regionale woningbouwproductie. We versterken de regionale afstemming van de woningbouwprogrammering door meer te kijken naar de kwalitatieve opgave en deze met de (sub)regio’s af te stemmen. De koers van de RWA ligt in lijn met de Leidse Woonvisie en het Coalitieakkoord ‘Samen leven in Leiden’. In de RWA 2023 hebben we striktere maatregelen opgenomen om elkaar op de voortgang en realisatie aan te spreken en waar nodig bij te sturen. Onderdeel van de uitvoering van de regionale woningbouwproductie is de jaarlijkse regionale afstemming van de woningbouwplanlijst en aanbieding hiervan aan de provincie door Holland Rijnland.

Op 1 januari 2024 zal de geactualiseerde regionale Huisvestingsverordening van kracht zijn en worden de sociale huurwoningen volgens deze nieuwe regels via het regionale woonruimteverdeelsysteem verdeeld.

Regionale Realisatieagenda / Woondeal Holland Rijnland

In het kader van het Nationale Woon- en Bouwagenda en het Programma Woningbouw hebben de gemeenten in Holland Rijnland (waaronder Leiden) met provincie Zuid-Holland en het rijk de Regionale Realisatieagenda / Woondeal vastgesteld. Nadat in 2023 de regionale Versnellingstafel en Woondealtafels zijn opgesteld, kunnen in 2024 deze tafels operationeel zijn. Doel van deze tafels is om woningbouwprojecten te versnellen en doorgang te laten vinden en knelpunten / kritische succesfactoren op te lossen met de stakeholders aan deze tafels. In het kader van de realisatieagenda wordt ook de voortgang en samenstelling van de woningbouw gemonitord.

Uitvoering Beleid Woonwagens

Op basis van de uitkomsten van het in 2020 afgeronde behoefteonderzoek heeft in 2021 een aanpassing van de regionale huisvestingsverordening plaatsgevonden waarbij een nieuwe rangordebepaling voor de toewijzing van standplaatsen is vastgelegd. Daarnaast hebben de regiogemeenten afgesproken 36 standplaatsen in Holland Rijnland te realiseren. In 2023 gingen de gemeenten in de Leidse Regio gezamenlijk op zoek naar uitbreiding van 12 standplaatsen. Hierbij werd ook gekeken naar nieuwe locaties voor standplaatsen. Leiden concentreerde zich hierbij op het agenderen van de realisatie van de standplaatsen in regionaal verband en de spreiding hiervan over de regio. In mei 2023 is er Lokaal Maatwerk vastgesteld door het College voor de Trien Semlerstraat voor het terugbrengen van 5 standplaatsen. Deze standplaatsen worden na renovatie en de geplande herinrichting opnieuw aangeboden. In 2023 is ook gestart met een onderzoek naar de haalbaarheid voor het realiseren van 2 extra standplaatsen op de woonwagenlocatie Trekvaartplein, als onderdeel van de 12 standplaatsen uitbreiding in de Leidse Regio.

Prestatie 6C1.4 (Laten) uitvoeren van projecten (inclusief studentenhuisvesting)

Onder deze prestatie zijn de projecten opgenomen die qua omvang het grootste zijn en het meeste bijdragen aan de woningbouwopgave in de komende tien jaar. Deze projecten zijn van belang voor de gehele verstedelijkingsopgave (met meer gewicht aan sociale huur toevoeging dan de toevoeging van studentenhuisvesting of vrije sector huur) en worden onder de prestatie 6C1.4 (Laten) uitvoeren van projecten (inclusief studentenhuisvesting) opgenomen. Projecten waarbij “derden / de markt “ verantwoordelijk zijn worden niet opgenomen. De volgende belangrijkste projecten worden toegelicht:

1. Lammenschansdriehoek

2. Stationsgebied

3. De Zwijger

4. Entreegebied

5. Westerpoort

6. Vondelkwartier

7. Energiepark

8. Wernink

9. LEAD

10. Groenoordhallen fase 2

11. Telderskade e.o.

12. Plesmanlaan 100 / Jacobs

13. Meerburg

Bij deze projecten is de gemeente (mede) verantwoordelijk en is veelal sprake van een breder doel dan alleen de vergroting van de woningvoorraad. Hierbij kan gedacht worden aan het (gecombineerd) realiseren van sociaal culturele voorzieningen, het realiseren van goede bereikbaarheid en parkeervoorzieningen en het verbeteren van de stedenbouwkundige kwaliteit van de binnenstad en andere gebiedsdelen. Bij dergelijke projecten heeft de gemeente als opdrachtgever een sturende rol en is voor het proces verantwoordelijk. Veelal heeft de gemeente hierbij ook een grondpositie.

Krediet prijsstijgingen woningbouw

De gemeente heeft de opgave om in 2030 8.800 woningen toe te voegen. De laatste jaren ligt Leiden goed op koers met de woningbouw. In 2022 werden er ruim 1.000 reguliere nieuwe woningen toegevoegd aan de voorraad. Dit jaar voegen we vooral veel studentenwoningen toe. Echter, door verslechterende marktomstandigheden staat de voortgang van verschillende bouwprojecten in Leiden onder druk. Het tekort aan betaalbare woningen heeft geleid tot hoge prijzen voor koophuizen en jarenlange wachtlijsten voor een sociale huurwoning. Woningen dreigen onbetaalbaar te worden voor studenten, gezinnen en middeninkomens. Daarom is het de komende jaren van belang om voortgang te houden in de verstedelijkingsprojecten en daarmee niet alleen de woningproductie goed op peil te houden (voldoende betaalbare en duurzame woningen), maar ook de ambities die met de verstedelijkingsprojecten verknoopt zijn, verder te realiseren. De verstedelijkingsprojecten dragen bij aan de duurzaamheidsdoelen (verduurzamen woningvoorraad, toevoegen van kwaliteit aan de openbare ruimte met meer groen en water), aan de ambities op het gebied van mobiliteit (het bevorderen van OV- en fietsgebruik en het terugdringen van het autogebruik) en aan de ambities op het gebied van sociale cohesie, (maatschappelijke) voorzieningen en inclusiviteit. Omdat de marktomstandigheden het afgelopen jaar dusdanig verslechterd zijn (oplopende rente, stijgende bouwkosten) en daardoor de woningopgave in de knel dreigt te komen wordt er budget vrijgemaakt om goed voortgang te houden in de verstedelijkingsprojecten. Het gaat om projecten die in de eindfase van het planproces en planologische procedures zitten, tegen startbouw aanzitten en waar oplevering van woningen is voorzien voor 2025 en 2026.
Het krediet wordt deels gedekt door binnen de verstedelijkingsportefeuille te herprioriteren en deels door aanvullende middelen beschikbaar te stellen. Qua herprioritering is gekozen voor de projecten Wernink en de Rooseveltstraat. De raad is eerder geïnformeerd over de ontstane situatie bij het project Wernink. Boodschap was dat we tot het einde van het jaar nodig zouden hebben om te onderzoeken hoe we het beste met dit project door kunnen. Vanwege de vele onzekerheden rond dit project en de onduidelijkheden rond een eventuele doorstart, wordt er nu voor gekozen om het resterende deel van de cofinanciering van de WBI-subsidie ter waarde van 2,48 mln. voor het krediet in te zetten. Over het vervolg van project Wernink zal de gemeenteraad nader worden geïnformeerd. Door nu te herprioriteren kiest de gemeente voor daadwerkelijk bouwen en wordt vermeden dat we aan veel plannen werken maar er weinig wordt gebouwd.

Het tweede project betreft Roosevelt-West. De keuze om nu geen prioriteit te geven aan Roosevelt-West komt voort uit het feit dat het gebied niet tot de aangewezen focusgebieden uit het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden’ behoort, het een ingewikkelde binnenstedelijke transformatielocatie betreft en verkeerskundig de nodige uitdagingen kent. De projecten binnen de gebiedsontwikkeling Roosevelt-West voegen extra verkeer toe aan de Rooseveltstraat en/of de Vijf Meilaan. Voor Roosevelt-West geldt dat er meerdere verkeerskundige knelpunten moeten worden opgelost alvorens de ontwikkeling echt van de grond kan komen, zowel ten aanzien van doorstroming als van verkeersveiligheid. Een uitzondering vormt plot 1A waar Portaal kan ontwikkelen zonder extra verkeersmaatregelen.
De kosten van de verkeerskundige ingrepen zijn voor een deel nog niet becijferd. De dekking zou in de loop van de tijd moeten komen uit anterieure bijdragen. Om de ontwikkeling van de grond te laten komen heeft de gemeente dekking voor een voorfinanciering van een deel van de verkeerkundige maatregelen van 3,02 mln. Het college stelt de raad de als voorfinanciering beschikbaar gestelde middelen voor de herinrichting van de Rooseveltstraat vrij te laten vallen en in te zetten van het krediet ‘Prijsstijgingen Woningbouw’.

In de Programmabegroting 2023 heeft de raad het krediet prijsstijgingen (14,1 mln.) vrijgemaakt om prijsstijgingen in op dat moment in uitvoering zijnde projecten op te vangen die niet op andere wijze binnen het project konden worden gedekt. Dit krediet is inmiddels voor 8,1 miljoen aangewend. Van de resterende € 6 miljoen is het de verwachting dat dit niet geheel nodig is om prijsstijgingen binnen lopende projecten op te vangen. Gezien het belang van het op niveau houden van de woningbouw in de stad, stellen we voor om 2 miljoen hiervan te alloceren voor het Krediet ‘Prijsstijgingen Woningbouw’.

Tot slot stellen we voor om de vrije ruimte in de concernreserve van 1 miljoen in te zetten als dekkingsbron. Dit telt op tot een incidenteel krediet van 8,5 mln.

1. Lammenschansdriehoek

Sinds 2012 is in de Lammenschansdriehoek sprake van een gebiedsontwikkeling op basis van uitnodigingsplanologie. De verschillende deelgebieden binnen de Lammenschansdriehoek bevinden zich allemaal in een andere fase van ontwikkeling.

Campus Yours

Vanaf 2013 is Campus Yours gefaseerd gebouwd, de gemengde studentencampus in het centrumgebied met in totaal circa 1.900 wooneenheden en diverse ondersteunende functies. In 2021 is het laatste bouwblok opgeleverd en in 2022 is de openbare ruimte aangelegd. In 2023 wordt dit deelgebied helemaal afgerond en officieel overgedragen aan Beheer. Daarna zijn er vanuit het project geen werkzaamheden meer aan dit deelgebied.

Kanaalpark

In deelgebied Kanaalpark is eind 2019 op drie locaties de nieuwbouw gestart van in totaal circa 180 Huurappartementen. De laatste appartementen zijn in Q2 van 2022 opgeleverd. De openbare ruimte in het Kanaalpark wordt vanaf december 2022 klimaatadaptief heringericht en in 2023 opgeleverd en in 2024 overgedragen aan Beheer. Voor de ontwikkellocatie Kanaalpark 142 voert GREEN een verkenning uit naar diverse concepten, waaronder het bouwen van een respijthuis, een wooncomplex voor ouderen en een wooncomplex voor andere doelgroepen met een lichte zorgvraag.

Lammenschans-strip

Na een intensief traject van voorbereiding zijn medio 2021 de bestemmingsplanprocedures voor een aantal nieuwbouwprojecten langs de Lammenschansweg gestart. Voor de voormalige locaties van Avery Dennison (project HOF36) is het bestemmingsplan in 2021 vastgesteld. De bouw van HOF36 is in Q2 van 2022 gestart en zal in augustus 2024 opgeleverd worden. Voor AKB Longs (project Omega) is het bestemmingsplan begin 2022 vastgesteld en voor Lammenschansweg 136a (project Kappa) is het uitwerkingsplan daarvoor begin 2023 vastgesteld. De start bouw van project Omega/Kappa staat gepland voor 2024. Samen zijn de projecten Hof 36 en Omega/Kappa goed voor 719 woningen en ondersteunende voorzieningen.

Ook voor de voormalige locaties van Zirkzee Wonen en Slapen/Autohaag de Zeeuw en Aannemingsbedrijf Schouls (project Zirro/Schouls) is in 2022 een bestemmingsplanprocedure gestart voor nog eens maximaal 780 woningen. Het bestemmingsplan voor project Zirro-Schouls is in april 2023 door de gemeenteraad vastgesteld; de verlening van de omgevingsvergunning wordt verwacht in Q3 2023, waarna de start bouw gepland staat in Q1 2024. 2024 staat dus vooral in het teken van de bouw van deze appartementencomplexen.

Dunea

In 2022 is de gemeente de voorbereidingen gestart voor de aanleg van de nieuwe, kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte tussen de nieuwe gebouwen langs deze Lammenschansstrip. Hiervoor is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Dunea om hun steunpunt te verhuizen naar een andere locatie. Zo kan de ruimte rondom de reinwaterbergingen in 2023 ingericht worden als bouwplaats en daarna een parkachtige openbare ruimte voor de buurt.

Gamma

De intentieovereenkomst (IOK) is getekend met De Raad Bouwontwikkeling B.V. voor de Gamma locatie in de Lammenschansdriehoek. In deze overeenkomst is het project benoemd en kan de planvorming gezamenlijk verder worden opgepakt. Het Bouwplan omvat de bouw van ruim 400 woningen, waarvan 35% sociale huurwoningen en 35% in de middeldure huur/-koop categorie, met maatschappelijke en/of commerciële voorzieningen.

WBI

Stijgende prijzen, hogere kwaliteitsambitie en eisen, en meer druk op de openbare ruimte ten opzichte van 2019 als gevolg van deze stedelijke ontwikkeling en intensieve woningbouwprogramma, maken dat de openbare ruimte niet binnen het geraamde budget past. Daarom is de gemeente in gesprek met het ministerie van BZK om een deel van de toegekende Woningbouw Impuls Subsidie daar voor in te kunnen zetten. Naar huidig inzicht gaat het ministerie akkoord met de wijziging van de beschikking waarna de meerkosten vanuit de reeds beschikbaar gestelde subsidie gedekt kunnen worden.

2. Stationsgebied

Het Stationsgebied is met Leiden Centraal het belangrijkste OV-knooppunt in de regio en daarmee het visitekaartje van onze stad. Het wordt getransformeerd naar een plek waar ruimte is voor wonen, werken, ontspannen, reizen en ontmoeten. Het Stationsgebied verbindt de historische binnenstad en het Leiden Bio Science Park. Het is, mede gelet op de grote verstedelijkingsopgave in de Leidse regio, van groot belang om in de komende jaren deze integrale gebiedsontwikkeling door te zetten. Naar aanleiding van de ontwikkelingen in de afgelopen periode, zoals de locatiekeuze voor het busstation en het collegeakkoord en de Duurzaamste Kilometer van Nederland, heeft het college het Masterplan met de vaststelling van de gebiedsagenda Stationsgebied (eind 2019) en gebiedsvisie Stationsgebied (begin 2021) verrijkt met nieuwe inzichten. Met name op het gebied van OV / mobiliteit, verduurzaming, parkeren en sociale woningbouw. In vervolg hierop is in 2020 de gebiedsvisie voor het stationsgebied uitgewerkt en in het tweede kwartaal van 2021 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Afspraken over de verstedelijking in de invloedssfeer van de OV-knoop zorgen voor verdere groei van de reizigersstromen van OV, fiets en voetganger. In 2020 is de opgave voor Knooppunt Leiden verder uitgewerkt samen met NS, ProRail, PZH, Ministerie van I&W, MRDH, Holland Rijnland en LUMC. Dit heeft geresulteerd in het document ‘Leiden Verbindt’ en een besluit tijdens het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO-MIRT) in november 2020 dat de gezamenlijke partijen naar een MIRT-verkenning voor de Oude Lijn en Knooppunten toe kunnen werken. Eind 2021 heeft het ministerie van I&W bij het Nationaal Groeifonds een propositie ingediend voor de bekostiging van de investeringen. Met de kabinetsformatie zijn middelen van het Groeifonds overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds. Op basis hiervan is in november 2022 de startbeslissing voor de MIRT-verkenning ondertekend. Met de ontwikkeling van Knooppunt Leiden transformeert het zesde station van Nederland naar een hoogwaardige mobiliteitshub die reizigers veel reis-, overstap- en verblijfskwaliteit biedt. De deelgebiedsontwikkelingen Bus-, Trafo en Connexxionlocatie zijn door de aanwezigheid van het busstation en de busremise belangrijk in het functioneren van het Knooppunt en daarom onderdeel van het gebied wat betrekking heeft op de MIRT-verkenning. Zie programma 4 (Mobiliteit) voor verdere toelichting over Knooppunt Leiden Centraal als onderdeel van het rijksproject Oude lijn en Knooppunten.

Op de volgende gebiedsontwikkelingen wordt hierna ingegaan:

  • Rijnsburgerblok / Lorenz Fase 2 en Octagon
  • De Geus
  • Morspoortterrein, Morssingelblok en Trafolocatie
  • Morssingelblok
  • Gebiedsmarketing, participatie en verduurzaming

Rijnsburgerblok / Lorenz fase 2 en Octagon:

Het Rijnsburgerblok, ingeklemd tussen de Stationsweg en het Schuttersveld, wordt in drie delen ontwikkeld. De Lorentz fase 1 is begin 2020 opgeleverd en bestaat uit kantoren in de eerste vier bouwlagen in de sokkel en twee woontorens met een openbare fietskelder. Het tweede deel van het Rijnsburgerblok is Lorentz fase 2. In 2020 is ABC Vastgoed geselecteerd om deze ontwikkeling op te pakken. Het bouwplan bevat circa 13.000 m2 bruto vloeroppervlakte aan kantoren met horecavoorzieningen in de plint en circa 4.000 m2 bruto vloeroppervlak aan woningen. De kaders voor deze ontwikkeling blijven in principe binnen het uitvoeringsbesluit voor Rijnsburgerblok fase 1 en 2 en het vastgestelde bestemmingsplan. Door de coronaepidemie hebben bedrijven hun huisvestingsvraag uitgesteld. Inmiddels is daar weer vraag naar en kunnen deze nieuwe concepten zoals Lorentz 2 goed inspelen op de veranderende vraag naar kantoren. De bouw zal medio 2024 starten en medio 2026 gereed komen.

Octagon, het derde deel van het Rijsburgerblok, komt op de plaats van het voormalige ABN AMRO gebouw en de school aan het Ballonpad. Octagon omvat een gebouw met horeca, een hotel en koop- en huurwoningen. De sloop is afgerond en de bouw is in de tweede helft van 2021 gestart. Inmiddels zijn alle woningen verkocht en is een belegger en exploitant voor het hotel gevonden. De bouw is vergevorderd en komt in het tweede kwartaal 2024 gereed.

De Geus:

Een grote bioscoop, horeca, kapperszaak, een Jumbo supermarkt én woningen op de hoek van het Stationsplein geven het Stationsplein de gewenste allure. In de kelder van het gebouw komt een openbare fietsenstalling. De bestemmingsplanprocedure heeft in 2021 geleid tot vaststelling van het bestemmingsplan. De werkzaamheden voor het verleggen van de Stationsweg ter hoogte van de Geus en het omleggen van kabels en leidingen zijn rondom de zomerperiode van 2022 afgerond. De sloop van het huidige pand is juli 2023 gestart en is in september 2023 afgerond. In juli 2023 is het aanvullende krediet voor de realisatie van de fietsenstalling vastgesteld. De bouw start direct na de sloop en is medio 2026 gereed.

Morspoortterrein, Morssingelblok en Trafolocatie:

In februari 2021 is een subsidie toegekend door het ministerie van Binnenlandse Zaken in het kader van de woningbouwimpuls voor de ontwikkeling van het Morspoortterrein, Morssingelblok en de Trafolocatie. Van deze drie ontwikkelingen loopt het Morspoortterrein voorop. Het gemeentelijk kantoorgebouw Stationsplein 107 komt immers vrij waardoor er een directe aanleiding is om de herontwikkeling op te pakken. Vanaf medio 2022 tot en met medio 2024 is Stationsplein 107 in gebruik als tijdelijke huisvestingslocatie voor statushouders en vluchtelingen uit Oekraïne. Eind 2022 zal de grondexploitatie worden vastgesteld en het bestemmingsplan vrijgegeven worden voor inspraak. Medio 2024 start de sloop van het kantoorgebouw en eerste helft 2025 zal gestart moeten worden met bouwen van het eerste bouwdeel. Onderdeel van de ontwikkeling is het onderzoeken van de mogelijkheden en noodzaak van nieuwbouw van de Morspoortgarage in een ondergrondse openbare garage. Voor het Morssingelblok lopen gesprekken met de eigenaar van de Stationspleinflat. De Trafolocatie wordt op een later moment verder uitgewerkt.

Morssingelblok

De gemeente heeft medio 2023 met Urban Interest, eigenaar van de Stationspleinflat, een Intentieovereenkomst gesloten voor de herontwikkeling van de Stationspleinflat en het achterliggende parkeerterrein. Doel is te komen tot een realisatie van 420 nieuwe woningen en winkels. Ook de realisatie van 75 sociale huurwoningen op een van de kavels van het Morspoortterrein maakt onderdeel uit van deze overeenkomst.

De start van de sloopwerkzaamheden zijn gepland voor begin 2026, start van de realisatie van de woningen eind van dat jaar. Na het sluiten van de Intentieovereenkomst zal tot zomer 2024 gewerkt worden aan drie producten: een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) waarin de afspraken concreet worden gemaakt, een Grondexploitatie voor de H-kavels (Morssingelblok) en een Stedenbouwkundig Plan voor de H-kavels. Deze laatste twee producten zullen door de Gemeenteraad vastgesteld moeten worden. Na de besluitvorming over deze drie producten zal in de periode medio 2024 tot eind 2025 gewerkt worden aan een omgevingsplan en bouwplanuitwerking, het uitplaatsen van huurders en het voorbereiden van de sloop en het bouwrijp maken. De start van de uitvoering is beoogd per januari 2026 met start van de sloop. Vanaf het vierde kwartaal 2026 kan met de realisatie van de nieuwbouw een begin gemaakt worden.

Gebiedsmarketing, participatie en verduurzaming:

Het Stationsgebied is een prominent project binnen Leiden. De gebiedsmarketing wordt geleidelijk aan uitgebouwd, geïntegreerd met participatie, met als uiteindelijk doel dat de inwoners van Leiden trots zijn op hun Stationsgebied. Zo worden er informatieavonden georganiseerd ten behoeve van de actuele ontwikkeling van onder andere De Geus en Octagon. The Field is een duurzame ontmoetingsplek in het gebied en brengt, daar waar de mogelijkheid zich voordoet, met tijdelijke invullingen reuring in het gebied. Een belangrijke stap in het positioneren van het Stationsgebied (inclusief Schipholweg) is gezet door gezamenlijk met verschillende partners de Duurzaamste Kilometer van Nederland te lanceren. In dit project werken we samen om op een creatieve en innovatieve manier de Leidse entree te vergroenen en als duurzaam verstedelijkingsgebied op de kaart te zetten. Deze community – waarin de gemeente deelneemt – vormt de basis voor de dialoog en actie over verduurzaming, maar is tegelijkertijd een platform voor participatie en een landelijk unieke propositie om het gebied ook nationaal op de kaart te zetten.

3. De Zwijger

In april 2023 heeft de gemeenteraad het Kaderbesluit met daarbij de integrale gebiedsvisie (project genaamd “Park de Zwijger”) en een geïntegreerde oplossing voor het deeltracé Leidse Ring Noord-Willem de Zwijgerlaan (project LRN) vastgesteld. De gebiedsontwikkeling ligt ingesloten tussen de IJsselmeerlaan/Sumatrastraat/Surinamestraat, Curaçaostraat, Pieter Bothstraat en Joop Vervoornpad. In het beleidsakkoord 2022-2026 “Samen leven in Leiden” staat dit gebied benoemd bij de top vier van kansrijke focuslocaties voor woningbouw. Voor dit project is voorlopig 8,3 miljoen beschikbaar gesteld aan subsidies (Woningbouwimpulssubsidie en Versnellingsimpuls Mobiliteitsfonds) door het Rijk. Voor met name de verbetering van de fietsinfrastructuur worden subsidiemogelijkheden bij de provincie Zuid-Holland onderzocht.

Op basis van de vastgestelde kaders, wordt er in de komende jaren invulling gegeven aan de transformatie van het gebied. De bouwplannen worden door de woningcorporaties in nader te bepalen volgorde via de ontwerpfase verder gebracht, waarbij aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het ruimtelijk besluit te nemen. Het eerste bouwplan betreft "Touw" van Ons Doel. In 2023 wordt er toegewerkt naar een vervolgovereenkomst met de corporaties waarin nadere afspraken over de rolverdeling en (financiële) verantwoordelijkheden in het vervolgproces worden vastgelegd. De Bovenwijkse investeringen, waaronder de aanleg van de Verlengde Kooilaan en de verdiepte ligging, zijn onderdeel van het project LRN. Voor dat project zal in 2024 een Uitvoeringsbesluit aan de gemeenteraad ter besluitvorming worden voorgelegd.

Bij de transformatie van het gebied komen veel (ontwerp)uitdagingen en belangen bij elkaar, wat interessante kansen biedt maar ook nauwe afstemming vraagt. Daarbij is er extra aandacht voor de integraliteit van de gebiedsontwikkeling met de LRN inclusief bijbehorende participatie met de omgeving (bewoners, (wijk)verenigingen en bedrijven). Voor beide gemeentelijke projecten wordt één participatieplan gemaakt gericht op deze geïntegreerde aanpak. Ook wordt de participatie voortgezet in nauwe samenwerking met de corporaties (en met marktpartijen wanneer die actief worden in het gebied).

Tot slot bieden de kaders van de gebiedsvisie ruimte om invulling te geven aan deelgebied 1 en 2 ten noorden van de Kooilaan van het al langer lopende project Kooiplein e.o., waarmee de kans op ontwikkeling wordt vergroot.

4. Entreegebied

Het Entreegebied wordt het kloppende hart van het Leiden Bio Science Park, met als belangrijke uitdaging de toevoeging van een groot aantal woningen en stedelijke voorzieningen. De autoluwe zone biedt veel ruimte voor groen, ondanks de hoge bebouwingsdichtheid. Rondom de gebouwen komen tuinen met inheemse bomen en planten en vijvers. De eerste twee gebouwen met 703 studentenwoningen zijn in 2023 opgeleverd.

In overleg met gemeente en universiteit werkt de ontwikkelaar in 2024 verder aan de uitwerking van de bouwplannen voor de verschillende kavels van het Entreegebied. Om de plannen juridisch planologisch mogelijk te maken wordt een wijziging gemaakt op het omgevingsplan of wordt afgeweken van het bestemmingsplan met een omgevingsvergunning. Daarnaast wordt er in 2024 gebouwd aan 150 sociale huurwoningen voor internationale medewerkers van de universiteit en 56 midden en vrije sector huurwoningen.

5. Westerpoort

In het najaar 2022 is uit verkeersonderzoeken gebleken dat de autonome groei van het verkeer, in combinatie met diverse gebiedsontwikkelingen en het programma Autoluwe Binnenstad, tot overbelasting van de wegen rondom Westerpoort kan leiden en dat nader onderzoek benodigd is. Ook stikstofdepositie is een vraagstuk waarvoor nadere verkenning nodig is. Verkeer en stikstof kunnen van invloed zijn op de programmatische en financiële haalbaarheid van de gebiedsontwikkeling Westerpoort in zijn geheel en de afzonderlijke deelgebieden. Om die reden is besloten om de resultaten van deze verkenningen af te wachten en de besluitvorming van het kaderbesluit op te schorten. Afhankelijk van de uitkomsten van deze verkenning zal kunnen worden bepaald of en zo ja, in welke mate de concept gebiedsvisie Westerpoort aanpassing vraagt voor deze met het kaderbesluit in besluitvorming te brengen.

6. Vondelkwartier

Omdat er meerdere initiatieven in het gebied speelden, heeft de gemeente een gebiedsvisie voor het Vondelkwartier opgesteld. Eind 2020 heeft de gemeenteraad de Gebiedsvisie vastgesteld. Binnen de Gebiedsvisie Vondelkwartier zijn kavels opgenomen die ontwikkeld kunnen worden door de eigenaar/ontwikkelaar. Deze kavels zijn:

  • Motorhuislocatie en Vijverlocatie/Paviljoenlocatie, eigenaar Spuigroep B.V./projectontwikkelaar FSD
  • Mercedeslocatie, eigenaar Westelijke Investment B.V.
  • ROC en gezondheidscentrum-locatie, eigenaar Gemeente Leiden

Ontwikkelaar FSD is begin 2021 gestart met de ontwerpfase. Het bestemmingsplan wordt in 2024 aan de raad voorgelegd. Voor wat betreft de Mercedeslocatie ligt het initiatief bij Westelijke Investment. De eerste stap in dit traject zal een intentieovereenkomst tussen de gemeente en Westelijke Investment zijn. Voor het ROC/Gezondheidscentrum gaat de gemeente op termijn de mogelijkheid van sloop/nieuwbouw onderzoeken. Hierover is de gemeente in gesprek met de huurders.

7. Energiepark

In mei 2020 heeft het college het besluit genomen om de haalbaarheid te onderzoeken van de gebiedsvisie Energiepark, samen met het Nieuw Leids Bolwerk en het consortium van de marktpartijen. Het haalbaarheidsonderzoek is afgerond met het door partners haalbaar geachte ontwikkelplan: ‘samen maken we de buurt’. Op basis van een door de gemeente vastgesteld kaderbesluit, inclusief het ontwikkelplan Energiepark, heeft de gemeente voor deze gebiedsontwikkeling een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Ontwikkel Combinatie Energiepark (OCE, bestaande uit de gebiedsontwikkelaars Steenvlinder en BPD).

Eind 2023, begin 2024 wordt ook een samenwerkingsovereenkomst opgesteld tussen gemeente, marktpartijen en het zogenaamde Participatieplatform. Deze overeenkomst legt de afspraken vast over participatie gedurende de gebiedsontwikkeling. Vóór ondertekening door het college wordt deze overeenkomst via een wensen- en bedenkingenprocedure voorgelegd aan de raad. Het proces van oprichting van het Participatieplatform Energiepark loopt hieraan parallel.

Het bestemmingsplan verbrede reikwijdte en beeldkwaliteitsplan hebben medio 2023 ter visie gelegen en zijn in het najaar 2023 geagendeerd in de gemeenteraad. Eind 2023, begin 2024 worden voor de bouwlocaties Stadsbouwhuis locatie (deelgebied J) en Plnt/Sleutels locatie (deelgebied E) zogenaamde kooprealisatieovereenkomsten gesloten met OCE. Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan start de sloop van de oude panden en vindt nieuwbouw van woningen en de maatschappelijke opvang gefaseerd plaats.

In 2023 is de aanpak van het Energiepark-gedeelte van het Singelpark gestart met pop-up activiteiten. Hiermee verkrijgen we inzicht in het toekomstig gebruik van het park. Het park wordt de komende jaren fasegewijs ingericht, rekening houdend met de bouwstromen. Onder de noemer Stadmaken worden sinds 2023 ook activiteiten georganiseerd met onder andere zittende ondernemers, omwonenden en andere stakeholders. Leegstaande ruimtes worden tijdelijk gevuld met functies die passen bij de toekomst van het Energiepark, zoals een houtbewerkingsatelier voor de cliënten van de maatschappelijke opvang in Loods C. En de huisvesting van ambachtelijke makers in het Stadsbouwhuis met het oog op het toekomstig te realiseren Makershuis. Begin 2024 staat ook de voorgenomen verkoop van gemeentelijke panden aan zittende ondernemers Est en Bam-Bam/Pronck in de planning.

8. Werninkterrein

Voor het voormalig bedrijfsterrein Wernink betoncentrale is een herontwikkelingsplan voor een gemengd stedelijk woonmilieu gemaakt met de huidige erfpachter / ontwikkelaar ABB. Op 14 februari 2023 is het ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegd en is de gemeenteraad geïnformeerd over het vervolgproces van de ontwikkeling met ABB. In de afgelopen maanden is er hard gewerkt om met ABB overeenstemming te krijgen over de ontwikkeling van het Werninkterrein en een anterieure overeenkomst hiervoor te sluiten. Op basis van de kaders uit de gebiedsvisie en het ontwerpbestemmingsplan is er maximale inzet gepleegd om tot een haalbare ontwikkeling en overeenstemming met de ontwikkelaar te komen.

Helaas kon er geen overeenstemming worden bereikt met projectontwikkelaar ABB en daardoor kon er geen anterieure overeenkomst gesloten worden op basis van de vastgestelde gebiedsvisie en het ontwerpbestemmingsplan. Dit betekent dat het bestemmingsplan voor nu niet aan de gemeenteraad ter vaststelling kon worden voorgelegd en er dus niet op korte termijn wordt begonnen met de bouw.

De stagnatie van grote bouwplannen gaf aanleiding voor het college om de gemeenteraad voor te stellen middelen vrij te maken voor het hiervoor genoemde krediet prijsstijgingen woningbouw. Als dekking voor deze middelen wordt o.a. voorgesteld de gereserveerde middelen voor Wernink in te zetten. Dit betekent dat een doorstart van het woningbouwproject op korte termijn niet aan de orde is en we een periode van herbezinning in gaan.

9. LEAD

Ontwikkelaar RED Company wil aan de Willem de Zwijgerlaan het woningbouwplan LEAD realiseren. Het plan omvat drie woontorens, waarvan één solitair en twee op een getrapte onderbouw, een ondergrondse parkeergarage, ondersteunende en maatschappelijke voorzieningen in de plint en een parkachtige herinrichting van de directe woonomgeving. Het beoogde woonprogramma heeft een omvang van 580 woningen, waarvan tenminste 25% sociale huurwoningen en een deel gericht op starters. Naast het substantiële toe te voegen woonprogramma is er veel aandacht voor duurzaamheid en toekomstgerichte mobiliteit. Na vaststelling van de Nota van Uitgangspunten (2019) en het afsluiten van de koop- en ontwikkelovereenkomst (2020) heeft de raad het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning vastgesteld (2021). Na een procedure bij de Raad van State is op 22 maart 2023 het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Het jaar 2024 staat in het teken van voorbereidende en andere uitwerkingsactiviteiten ten behoeve van de bouw: verleggen van kabels en leidingen, bouw van nieuwe telecomvoorziening en sloop van bestaande opstallen (KPN-gebouw en Monuta-gebouw).

10. Groenoord fase2

Voor de ontwikkeling van het Groenoordhallenterrein is in 2006 een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Groenoord CV (een 100% dochter van Ymere) en de gemeente. Fase 1 is al enige jaren af. Fasen 2 en 3 (veld A) moeten nog ontwikkeld worden. Ymere heeft een aantal jaar geleden aangekondigd dat zij vanwege de focus op haar kerntaken in de metropoolregio Amsterdam, waar Leiden geen onderdeel van uitmaakt, deze fasen niet meer zelf ging ontwikkelen. Ymere heeft vervolgens, na met de gemeente eerst een aantal alternatieve ontwikkelsporen verkend te hebben, haar grondposities en ontwikkelrechten in 2022 via een verkoopprocedure overgedragen aan Ballast Nedam Ontwikkeling. Deze rechtsopvolging is door een besluit van het college bekrachtigd waarmee ook tegelijkertijd de verkoopprocedure formeel werd afgerond. Op basis van actuele gemeentelijke beleidskaders, in plaats van die uit 2006, worden in 2023 en 2024 nieuwe uitgangspunten opgesteld, wordt de samenwerking verder voortgezet en worden concrete vervolgstappen in het proces gezet ten behoeve van de uiteindelijke afronding van de wijk Groenoord. De verwachting is dat deze vervolgstappen in de eerst helft van 2024 worden gezet.

11. Telderskade e.o.

In 2024 wordt deelproject Huis van de Buurt Fase 1 opgeleverd. Voor het deelproject ‘Vijfhoven’ start de tender voor de nieuwe woningbouw en het ontwerpproces voor het nieuwe speelpark. Voor het laatste deelproject van de gebiedsontwikkeling, het ‘centrumgebied’, wordt het uitvoeringsbesluit verwacht.

12. Plesmanlaan 100 / Jacobs

Het plan voor dit transformatieproject met 420 woningen en commerciële voorzieningen, is verder uitgewerkt op basis van de door de raad in februari 2018 vastgestelde Nota van Uitgangspunten. In april 2021 heeft de ontwikkelaar in het kader van de Tweede Participatieronde de plannen gedeeld met omwonenden en hiervan een verslag opgesteld en gepubliceerd. Op 13 juli 2021 heeft het college ingestemd met een verzoek van Urban Interest om af te mogen wijken van de NEN-normen voor bijvoorbeeld de hoogte van de bestaande parkeervoorziening en heeft het college ingestemd met het verzoek van de ontwikkelaar voor het toepassen van de coördinatieverordening op dit project. Dit betekent dat de ontwerpvergunning en het ontwerpbestemmingsplan tegelijkertijd ter visie kunnen worden gelegd. Urban Interest heeft op 27 juli 2021 de aanvraag omgevingsvergunning ingediend.

De gemeente en initiatiefnemer Urban Interest hebben in het tweede kwartaal van dit jaar de gesprekken over de anterieure en erfpachtovereenkomst afgerond. Na instemming van het college en de publicatie van de overeenkomst in het kader van het Didam-arrest, hebben beide partijen de overeenkomst inmiddels getekend. Dit houdt vervolgens in dat de ontwerpvergunning, het ontwerpbesluit hogere waarden en het ontwerpbestemmingsplan in procedure worden gebracht. De afrondende behandeling van de coördinatieprocedure en de behandeling van het bestemmingsplan in de raad kan naar verwachting in januari 2024 plaatsvinden. De financiële duidelijkheid door een getekende erfpachtovereenkomst is niet alleen van belang voor dit project, maar ook voor de herinrichting van de openbare ruimte Verbeekstraat omdat de bijdrage van Urban Interest ook deels hiervoor bestemd is.

13. Meerburg

De corporaties Portaal en de Sleutels hebben het initiatief genomen om de haalbaarheid te onderzoeken van het slopen & nieuwbouwen van hun meergezinswoningen in een groot deel van de Rivierenbuurt in Meerburg. Hiervoor moet een investeringsbeslissing genomen worden. Het gaat om een plangebied met daarbinnen twaalf aan elkaar grenzende portiek- en galerijflats met in totaal 260 sociale huurwoningen en de direct aangrenzende gemeentelijke locatie met het huis van de buurt Matilo.

In 2024 wordt, na vaststelling van de kaders uit de gebiedsvisie, de uitwerking tot wijziging van het omgevingsplan gestart. Binnen de vastgestelde kaders en uitgangspunten kunnen de betrokken corporaties Sleutels en Portaal vervolgens hun bouwplannen ontwikkelen. De gemeente probeert om samen met de beide corporaties de ontwikkeling zodanig te organiseren dat een treintje ontstaat van opeenvolgende deelprojecten, waarbij bestaande bewoners zoveel mogelijk in het gebied kunnen blijven wonen, conform het doel van motie Treintje in Meerburg (M.23.0049.62).

Ook het ontwerp voor de inrichting van de openbare ruimte zal daarbij verder worden uitgewerkt. Hierbij wordt intensief samengewerkt met het project duurzame wijkvernieuwing Meerburg, gelet op de noodzakelijke vervanging van de ondergrondse infrastructuur in de wijk, waaronder het deelgebied Rivierenbuurt. Bij de vervanging van het riool moet, gezien de technische levensduur, ook het gasnet worden vervangen. Het opengraven van de bodem biedt naast de mogelijke implementatie van duurzamere vormen van energieopwekking en -levering ook koppelkansen voor het meer klimaatadaptief en biodivers inrichten van de buitenruimte. Dit is de opmaat naar een toekomstbestendige duurzame wijk met een ruimer woningaanbod.

Prestatie 6C2.1 Toezien en handhaven op onrechtmatige bewoning

In samenwerking met de woningbouwcorporaties wordt toegezien op het rechtmatig gebruik van sociale huurwoningen. De beschikbaarheid van de woningvoorraad aan sociale huurwoningen wordt hiermee onder andere bewaakt.

Effectindicatoren bij 6C Wonen

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2024

2025

2026

2027

Doel 6C1 Hogere kwaliteit en toename van de woningvoorraad

6C1.a Toename aantal huurwoningen (incl. studentenwoningen)

923 (2020)

1.152 (2021)

885 (2022)

611

935

1412

3028

Monitor71 2022* (realisatie)

Woningbouwmonitor 2022-1 (streefwaarden)

6C1.b Toename aantal koopwoningen

70 (2020)

57 (2021)

277 (2022)

193

0

176

458

Monitor71 2022* (realisatie)

Woningbouwmonitor 2022-1 (streefwaarden)

6C1.c Aantal vernietigde woningen

227 (2020)

149 (2021)

165 (2022)

166

152

0

28

Monitor71 2022* (realisatie)

Woningbouwmonitor 2022-1 (streefwaarden)

6C1.d Gemiddelde WOZ waarde

291.000 (2020)

313.000 (2021)

345.000 (2022)

-

-

-

-

CBS**
(wsjg - BBV)

6C1.e Nieuw gebouwde woningen per 1.000 woningen

9,5 (2020)

16,5 (2021)

13,1 (2022)

-

-

-

-

CBS**
(wsjg - BBV)

6C1.f Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden

641 (2020)

683 (2021)

875 (2022)

-

-

-

-

COELO**
(wsjg - BBV)

6C1.g Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden

877 (2020)

944 (2021)

1.172 (2022)

-

-

-

-

COELO**
(wsjg - BBV)

*In dit bestand registreert de gemeente adresmutaties die van invloed zijn op de voorraad woningen en de voorraad bedrijfsruimte. ** Deze BBV-indicator is landelijk verplicht. De realisatiewaarden staan op waarstaatjegemeente.nl. Vanwege deze wettelijk opgelegde werkwijze zien we af van het opnemen van streefwaarden.

Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.

Beleidsterrein 6D Energietransitie

Leiden is een prachtige stad om in te wonen en te werken. Tegelijk neemt de druk op de stad toe. Als we onze stad leefbaar willen houden, dan moeten we de komende tijd stevige keuzes maken. Klimaatverandering en toenemende extremen in het weer vragen dat we vergroe­nen, verduurzamen en klimaatadaptieve maat­regelen doorvoeren. Ook vraagt dit een duidelijke keuze voor schone en duurzame mobiliteit. In Leiden zijn we goed op weg. De verduurzamingsopgave wordt breed gedragen en we zien veel mooie initiatieven in de stad.

De komende periode willen we hierop voortbouwen én versnellen. We zijn ambitieus en hebben tegelijk oog voor haalbaarheid, betaalbaarheid en draag­kracht. Juist ook van stadsgenoten die wat minder te besteden hebben. Het bestrijden van energiearmoe­de heeft daarom prioriteit, zodat iedereen meeprofi­teert van isolatie, energiebesparing en schone energie; ook de meest kwetsbare Leidenaars.

We kiezen voor een heldere groene koers. Dat bete­kent dat we kiezen voor klimaatadaptieve wijken, groene straten, meer biodiversiteit, het verduurzamen van huizen, het besparen van energie, het verbeteren van de luchtkwaliteit en een circulaire economie. Voor het versnellen richting een duurzame toekomst, hebben we alle Leidenaars nodig. We vertrouwen op de kracht van de stad. Er ontstaan al veel burgeriniti­atieven en coöperatieve samenwerkingen vanuit de samenleving. We stimuleren inwoners om te helpen vanuit innovatie, creativiteit en ondernemerschap bij de vergroening van de stad en de energietransitie. Alleen samen kunnen we deze grote opgaven aan.

Inleiding

In de komende jaren moet de stad volledig klimaatneutraal en aardgasvrij worden. Hiervoor moeten huizen en bedrijfsvastgoed worden aangepast, nieuwe bronnen worden ontwikkeld en nieuwe energie-infrastructuur worden aangelegd. Betrokkenheid, acceptatie en participatie van burgers én bedrijven is noodzakelijk om de gestelde beleidsdoelen te halen. De meerderheid van de Nederlandse bevolking geeft keer op keer aan dat zij verduurzaming belangrijk vindt en de participatie van bewonerscollectieven stijgt de afgelopen jaren sterk. Zo ook in Leiden is de betrokkenheid, acceptatie en participatie van burgers en bedrijven afgelopen jaren gegroeid, onder andere door actief werk van de wijkambassadeurs. De initiatieven op wijkniveau groeien en winnen aan slagkracht. Deze aansluiting onderstreept de aandacht die er is voor de energietransitie en zal ook een extra boost geven aan het maken van stappen in deze grote maatschappelijke opgave.

Het blijft nodig om grote stappen te maken, proeftuinen op te zetten en te leren hoe deze transitie aangepakt moet worden. Daarom wordt er rekening gehouden met de technieken die vandaag voorhanden zijn, maar denken we ook na hoe de technieken van morgen eenvoudig gebruikt kunnen worden. De klimaatambities, geopolitieke ontwikkelingen, de nieuwe gemeentelijke regisseursrol en de onvrede over de huidige marktwerking in de warmtemarkt (te weinig keuzevrijheid, warmtebron moet duurzamer en warmte moet betaalbaarder worden) vragen om een vooruitstrevende aanpak.

Het staat in ieder geval vast dat de kaders vanuit de Rijksoverheid van grote impact zijn op hoe de gemeente Leiden de energietransitie kan vormgeven. Zonder deze kaders, die bijvoorbeeld de betaalbaarheid voor eindgebruikers moet borgen en zorgen voor uitvoeringsmiddelen voor de gemeenten, wordt het moeilijk om echt grote stappen in de omschakeling voorwaarts te maken.

Gezien de grote mate van bewegelijkheid in het energietransitie-dossier is een bepaalde mate van flexibiliteit nodig. In 2023 is een traject gestart om te werken richting een nieuwe agenda voor langere tijd. Deze nieuwe agenda zal in 2024 worden gepresenteerd, waarmee de langjarige inzet van de gemeente over de gehele linie helder wordt. In deze uitvoeringsagenda bouwen we voort op wat al goed ging en verwerken we specifieke zaken, bijvoorbeeld het burgerberaad, die we vanuit het coalitieakkoord tot uitvoering willen zien komen.

Tot slot leidt de decentralisatie van opgaven en taken van het rijksniveau naar het gemeentelijke niveau tot nieuwe financiële verhoudingen en arrangementen. De uitwerking hiervan blijft nog onderdeel van gesprek tussen gemeenten en Rijk. Naast een nieuw wettelijk kader om de omschakeling vorm te geven, zijn afspraken tussen Rijk en gemeenten over uitvoeringsmiddelen van cruciaal belang om deze grote transitie vorm te geven. Het is goed dat hier afgelopen jaar meer duidelijkheid over is gekomen.

Doelen en prestaties bij 6D Energietransitie

Doel

Prestatie

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

6D1.1 Energiebesparing

6D1.2 Opwek duurzame energie

6D1.3 Warmtetransitie

6D1.1 Energiebesparing

Binnen deze prestatie wordt ingezet op het terugdringen van de hoeveelheid energie die wordt gebruikt in de gebouwde omgeving. Dit doen we door in te zetten op energiebesparing en isolatie, want wat we niet verbruiken hoeft ook niet opgewekt te worden. Concrete doelen binnen deze prestatie hebben betrekking op het terugdringen van het aantal woningen met een slecht energielabel en het verminderen van de totale energievraag binnen de gemeente.

Isoleren van de gebouwde omgeving

De afgelopen jaren zijn er verschillende inspanningen uit deze uitvoeringslijn gedaan, waaronder het opzetten van het netwerk van wijkambassadeurs en energiecoaches, advies voor verduurzaming van monumenten, een subsidieregeling ter stimulering van het lokale initiatief, ondersteuning van bedrijfs- en maatschappelijk vastgoed door energiescans en gunstige leningen en meer. Deze inspanningen zetten we door, al dan niet in een andere vorm. Aanvullend is het Leids Isolatieoffensief in 2023 door het college vastgesteld. Met het Leids Isolatieoffensief 2023-2030 wordt ingezet op het isoleren van koopwoningen in Leiden, met specifieke aandacht voor Leidenaars die daar zelf onvoldoende middelen voor hebben. Het streven is om alle koopwoningen met energielabel D, E, F, of G in Leiden te verduurzamen tot minimaal label C. Met gelden vanuit de eigen begroting (350.000 euro tot 2030 voor eigenaren van historische woningen, particuliere verhuurders en een mobiel energiepunt) en het Rijk (bij benadering 4 miljoen) zullen Leidse woningeigenaren met een krappe beurs financieel ondersteund worden bij het nemen van verduurzamingsmaatregelen bovenop de landelijke ISDE subsidie.

Een recente ontwikkeling die impact kan hebben op de voortgang van de isolatiedoelen is de uitspraak van de Raad van State (2 augustus 2023) over het benodigde ecologische onderzoek bij spouwmuurisolatie. Een wettelijke vereiste bij het isoleren van spouwmuren is het natuurvrij maken van de woning, waarbij tijdrovend en kostbaar ecologisch onderzoek nodig is. Een mogelijke oplossing hiervoor is het opstellen van een soortenmanagementplan voor de hele gemeente die werkt als een gebiedsbrede ontheffing. De mogelijkheden hiervoor worden nog in kaart gebracht.

Aanpakken van energiearmoede

Sinds 2022 zet de gemeente fors in op het bestrijden van energiearmoede onder Leidse inwoners. Daarvoor worden zowel rijks- als gemeentelijke gelden ingezet. Het Rijk heeft voor voortzetting van deze aanpak in 2024 en 2025 opnieuw een fors bedrag vrijgemaakt. Dit wil zeggen dat komende jaren blijvend ingezet kan worden op ondersteuning door energiecoaches en op het plaatsen van energiebesparende maatregelen bij mensen die financieel minder te besteden hebben. Hiervoor wordt samengewerkt met het sociaal domein en diverse maatschappelijke organisaties.

Lokale slagkracht

De gemeente heeft de samenwerking met de wijkambassadeurs en andere ‘energiedoeners’ in een andere vorm voortgezet. Deze werden de afgelopen jaren gefinancierd vanuit de subsidie ter stimulering van het lokale initiatief. Aangezien de energietransitie een meer uitvoerende fase in gaat, is het nodig om dit te herzien. Samen met de lokale energiecoöperatie Energiek Leiden is een langjarige samenwerking aangegaan. Energiek Leiden gaat op verschillende manieren de energietransitie een flinke zet geven. Dit doen ze onder meer met energiecoaches en transitieversnellers, maar ook door lokale initiatieven verder te brengen. Het doel hierbij is om als gemeente meer presterend te gaan sturen en om het netwerk in de stad beter te positioneren en te professionaliseren. In 2024 gaat blijken hoe dit in de praktijk gaat werken. Na de zomer van 2024 evalueren we het eerste jaar van deze nieuwe samenwerkingsvorm.

6D1.2 Opwek duurzame energie

Binnen deze prestatie wordt ingezet op het vergroten van het aandeel duurzame energie in de totale energiemix. Dit doen we door in te zetten op het verduurzamen van de elektriciteits- en warmtevoorziening. Concrete doelen binnen deze prestatie hebben betrekking op een stijging van het percentage duurzame warmtebronnen in de warmtemix, een verlaging van de CO2-uitstoot van geleverde warmte, een stijging van het aandeel duurzame energie en een stijging van de totale hoeveelheid zonne-energie.

Aandeel duurzame warmtebronnen in de geleverde warmtemix

Op bovenlokale schaal werken we aan de realisatie van een open regionale energiestructuur (ORES). Hiermee faciliteren we dat warmte van regionale bronnen (restwarmte, geothermie) op termijn de basiswarmtelevering uit de aardgasgestookte energiecentrale aan de Langegracht kan vervangen voor het bestaande warmtenet en enkele andere wijken in Leiden.

De gemeente pakt een regisserende rol om de realisatie van deze ORES vorm te geven met vijf buurgemeenten, mede om te zorgen dat hiermee de totale kosten van de warmtetransitie en de CO²-uitstoot zo laag mogelijk blijven. Dit geven we vorm in de samenwerking Warmte Leidse Regio. Ook zorgen we binnen onze bevoegdheid voor een zo goed mogelijke ruimtelijke inpassing op Leids grondgebied van de warmtetransportleiding uit Rotterdam.

Niet alleen bovenregionaal, maar ook lokaal zijn we actief aan de slag. Lokale warmtebronnen, veelal van lage temperatuur, zijn van groot belang voor de verdere verduurzaming van het Leidse warmtenet. Voor het huidige net spreken we dan ook met Vattenfall over een zo duurzaam mogelijke warmtemix. Voor eventuele nieuwe netten, kijken we naar lokale bronnen. Echter, veel van deze technieken bevinden zich nog in de ontwikkelende fase. Wanneer er initiatiefnemers zijn, faciliteren we de ontwikkeling van lokale bronnen in wijken als Waardeiland en Merenwijk, maar ook bij nieuwbouwontwikkelingen voor de inpassing van een lage temperatuur warmtebron.

Opwek hernieuwbare elektriciteit

Om uiteindelijk een klimaatneutrale gebouwde omgeving te hebben, maken we niet alleen werk van de verduurzaming van de warmtevoorziening. De verduurzaming van elektriciteit is ook hard nodig, zodat deze niet meer opgewekt hoeft te worden uit vervuilende kolencentrales. We voeren de vastgestelde aanpak rondom zon op dak verder uit. Vanuit hier stimuleren we bewoners, bedrijven en instellingen om meer duurzame energie op daken op te wekken.

Woningeigenaren (ook VVE’s) en bedrijven in de gemeente Leiden die duurzame maatregelen willen laten uitvoeren, bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen, kunnen tegen een lage rente een duurzaamheidslening aanvragen. Ook draagt de Gemeente Leiden haar eigen steentje bij door zich in te spannen elk jaar een dak beschikbaar te stellen aan energiecoöperatie Zon op Leiden. Dit draagt ook bij aan de afspraak uit het Klimaatakkoord om 50% van de energieopwekking in lokaal eigendom te hebben. Overigens lukt dit niet altijd, de gemeente wil de eigen daken ook gebruiken voor het verduurzamen van het eigen elektriciteitsverbruik.

Tegelijkertijd staat het lokale elektriciteitsnetwerk onder druk. Door de toenemende groei van de stad, meer duurzame mobiliteit en elektrificatie stijgt de vraag naar elektriciteit. In Leiden Zuidwest en een deel van Leiden Noord is nu sprake van netcongestie. Dit betekent dat de maximale transportcapaciteit is bereikt voor het leveren van elektriciteit. Bedrijven die zich in dit gebied willen vestigen of willen uitbreiden komen op een wachtlijst te staan. Aannemelijk is dat meer gebieden in Leiden uiteindelijk te maken zullen krijgen met netcongestie. Samen met Alliander als beheerder van het elektriciteitsnetwerk wordt actief onderzocht waar de knelpunten in het net zitten en wat er voor nodig is om het elektriciteitsnet uit te breiden om aan de groeiende vraag vanuit de stad te voldoen.

Percentage bekende hernieuwbare energie

In 2023 is het voortgangsbericht van de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 vastgesteld. Hierin geven we samen met regiogemeenten, Provincie Zuid Holland, Omgevingsdienst West Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland, onder regie van Holland Rijnland, uitvoering aan het Energieakkoord Holland Rijnland en maken we werk van de energietransitie. Binnen de RES zijn regionale doelen vastgesteld rondom de warmtetransitie, de energie-opwek door grootschalige wind- en zonprojecten en de thema’s mobiliteit en energiebesparing. Deze worden in 2024 verder uitgewerkt in concrete acties richting de RES 2.0, die zal worden vastgesteld door de diverse bestuurlijke organen. Om grootschalige zonnevelden en windturbines te kunnen plaatsen in de regio is draagvlak nodig, dit is dan ook één van de belangrijkste activiteiten in de regionale samenwerking. We reserveren budget binnen deze prestatie voor een bijdrage aan deze trajecten en bekijken hoe we grootschalige energie-opwek rondom Rijkswegen kunnen accommoderen.

Monitoring opslagsystemen
Duurzame warmte kan ook opgeslagen worden in Warmte-Koude-Opslag of met bodemlussen. In 2024 starten wij met het monitoren van de hoeveelheid van beide opslagsystemen en werken wij aan het toevoegen van een indicator hiervoor aan de begroting van 2025.

6D1.3 Warmtetransitie

Binnen deze prestatie wordt ingezet op het realiseren van een aardgasvrije stad door een warmtetransitie in gang te zetten. Dit doen we door onder andere door wijkaanpakken op te zetten met lokale partijen, uitbreidingen van het huidige warmtenet te realiseren, de ontwikkelingen van nieuwe warmtenetten te stimuleren en individuele stappen van bewoners, bedrijven en instellingen aan te moedigen. Concrete doelen binnen deze prestatie hebben betrekking op een stijging van het aantal woningen aangesloten op een warmtenet, een stijging van het aantal woningen met een individuele aardgasvrije warmteoplossing en een daling van het aantal woningen dat gebruik maakt van een aardgasinstallatie.

Dit past allemaal binnen de overkoepelende gemeentelijke doelstelling om in 2050 een aardgasvrije gebouwde omgeving te hebben. Dat hangt nauw samen met de prestaties hierboven, omdat dit cruciale onderdelen zijn van de omschakeling. Door de inspanningen in die lijnen zetten we in elke wijk stappen om woningen en andere gebouwen aardgasvrij-ready te maken en warmtebronnen te benutten. In 2023 is het plan van aanpak gebiedsgerichte warmtetransitie vastgesteld, een verdieping op de Transitievisie Warmte. In het plan staat dat we concreet aan de slag gaan met het opstellen van startnotities en (wijk)uitvoeringsplannen, waarin de alternatieve warmteoplossing voor een wijk beschreven staat.

Gebiedsaanpakken

De omschakeling naar een aardgasvrije stad (de warmtetransitie) geven we gebiedsgericht vorm. We voeren regie op de warmtetransitie door samen met de belangrijkste stakeholders uit de wijk (zoals de netbeheerder, bewoners en woningcorporaties) te bepalen wat de beste warmteoplossing is. We gaan aan de slag in de wijken Zuidwest, Stevenshof, Meerburg, Merenwijk en Waardeiland/de Waard. Elke wijk heeft een eigen dynamiek en daarmee eigen aanpak. Daarnaast werken we samen met Vattenfall en de woningcorporaties (Ons Doel, de Sleutels, Portaal en DUWO) aan het verdichten van het bestaande stadswarmtenet. Die aanpak richt zich onder andere op de (Lage) Mors en de Kooi, waar veel corporatiewoningen relatief dichtbij het warmtenet liggen.

In Zuidwest zetten we in op het ontwikkelen van een nieuw warmtenet (op middentemperatuur), omdat dat de oplossing is met de laagste maatschappelijke kosten (Plan voor de Warmtevoorziening Leiden Zuidwest, 2019). De woningcorporaties zijn daarbij een belangrijke partner, omdat zij veel bezit hebben in de wijk. In 2023 hebben we een eerste stap gezet richting de aanbesteding van Zuidwest, door samen met de woningcorporaties een uitgangspuntenkader op te stellen. De vastgestelde Transitievisie Warmte biedt handvatten voor een dergelijk kader. In het kader staat waar we als gemeente, de aanbestedende partij, een warmteoplossing op zullen toetsen. We betrekken de raad hierbij door middel van een wensen- en bedenkingenprocedure, die gericht is op het uitgangspuntenkader, de rolneming van de gemeente en de financiële bijdrage van de gemeente. Tegelijkertijd werken de woningcorporaties Ons Doel en de Sleutels verder aan het aardgasvrij maken van hun woningen in Haagweg-Zuid.

In Meerburg hanteren we een integrale wijkaanpak; de gemeente neemt een regisserende rol aan om zoveel mogelijk koppelkansen in deze wijk te benutten. We houden bij de wijkvernieuwing rekening met de warmtetransitie, door onder- en bovengronds ruimte te reserveren voor een mogelijk toekomstig warmtenet en bijbehorende installatieruimtes (zoals warmteoverdrachtstations). We stellen een startnotitie vast, waarin staat op welke manier en met welke stakeholders (in ieder geval bewoners, netbeheerders en woningcorporaties) we aan een wijkuitvoeringsplan werken. In Stevenshof houden we dezelfde fasering aan, met een andere opgave. Hier brengen we de stakeholders (inclusief Vattenfall, vanwege de aanwezigheid van stadswarmte) bij elkaar om van het kookgas af te gaan, waardoor deze wijk snel aardgasvrij kan worden. We leggen onze strategie vast in een startnotitie, waarin staat op welke manier we gebruik maken van natuurlijke omschakelmomenten (verhuizing, verbouwing etc.) en de opgave combineren met besparing (bijvoorbeeld door temperatuurverlaging van stadswarmte en isolatie) en opwekken (zonnepanelen op daken). In de Merenwijk werken we nadrukkelijk samen met twee bewonersinitiatieven; Duurzame Energie Merenwijk (DEM) en Tegengas. Met hen werken we samen voor de buurten met voornamelijk particulier woningbezit (Leedewijk, Zijlwijk en een deel van de Slaaghwijk). In 2023 zijn de eerste bewonersavonden gehouden, begin 2024 stelt het college de startnotitie voor deze buurten vast. Voor alle buurten/wijken waar een startnotitie voor wordt vastgesteld, werken we daarna door aan wijkuitvoeringsplannen. Deze worden in ongeveer twee jaar na vaststelling van de startnotities aan de gemeenteraad aangeboden. Die uitvoeringsplannen markeren de start van de daadwerkelijke omschakeling waar de gemeente, afhankelijk van de situatie in de wijk, 5, 10 of 15 jaar voor uittrekt.

Instrumenten

De warmtetransitie is nog volop in ontwikkeling en dat geldt zeker ook voor het bijbehorende instrumentarium. De belangrijkste aanstaande wetten de WGIW (wet gemeenlijk instrumentarium warmtetransitie) en WCW (wet collectieve warmte) komen er snel aan. In 2023 is meer duidelijkheid gekomen over deze wetten, zodat we weten op welke manier we ze als gemeente kunnen inzetten en welk effect ze hebben op (bijvoorbeeld) de aanbesteding in Zuidwest. We vullen die aanbesteding dusdanig in, dat hij in lijn is met de WCW. We zien ook de toegevoegde waarde van de WGIW, omdat collectiviteit belangrijk is voor de betaalbaarheid van de transitie. We volgen voorlopig de redelijke termijn die in de WGIW staat opgenomen; bewoners en ondernemers stappen uiterlijk acht jaar na het bepalen van de alternatieve warmteoplossing (in een wijkuitvoeringsplan) over op de geboden collectieve oplossing, of op een eigen oplossing. We bekijken wanneer het wenselijk en zinvol is om als gemeente de bevoegdheid vanuit de WGIW te gebruiken om in een omgevingsplan te bepalen dat er in bepaalde gebieden geen aardgas meer mag worden geleverd.

Lokale initiatieven

Er is Leiden veel kennis aanwezig over de warmtetransitie. Veel verschillende initiatieven zijn opgezet om te verduurzamen en mogelijkheden te onderzoeken om aardgasvrij te worden. We ondersteunen de initiatiefnemers daar zo goed mogelijk bij, door open en transparant te zijn over plannen van de gemeente. Bijvoorbeeld door een ‘energiedoeners evenement’ te organiseren waar initiatiefnemers kennis met elkaar kunnen delen. En door middel van subsidie, soms in samenwerking met de provincie Zuid-Holland. We zijn benaderbaar en blijven in gesprek, zodat we snappen waar de behoefte voor de initiatieven ligt. We zetten een interactieve kaart online, waar per wijk en buurt op staat welke warmteoplossing we verwachten en (ongeveer) wanneer. Op die manier kunnen initiatiefnemers hun medebewoners goed adviseren over te nemen duurzaamheidsmaatregelen. We zijn op deze manier in gesprek met initiatiefnemers uit de Merenwijk, Waardeiland/de Waard, Vogelwijk, Houtkwartier en de Profburgwijk.

Effectindicatoren bij 6D Energietransitie*

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2024

2025

2026

2027

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

6D1.a CO2 uitstoot gebouwde omgeving, in tonnen

320.000 (2019)

280.000 (2020)

285.000 (2021)

240.000

225.000

215.000

200.000

RWS, via Klimaatmonitor

6D1.b Percentage huishoudens in energiearmoede

7,2% (2022)

6,2%

5,2%

4,2%

3,2%

TNO

6D1.c Aantal geregistreerde woningen met energielabel E, F of G

7.550 (2020)

7.300 (2021)

7.410 (2022)

5.560

4.630

3.705

2.780

RVO, via Klimaatmonitor

6D1.d Totaal energieverbruik gebouwde omgeving, in TJ

4.600 (2019)

4.400 (2020)

4.500 (2021)

4.500

4.500

4.500

4.500

Klimaatmonitor

6D1.e Aandeel duurzame warmtebronnen in geleverde warmtemix

0% (2021)

8%

11%

14%

17%

Warmte-etiket Vattenfall

6D1.f CO2-emissie van het warmtenet per GJ, in kg

37 (2021)

29

27

24

22

Warmte-etiket vattenfall

6D1.g Hernieuwbare elektriciteit via zon, in TJ

59 (2020)
76 (2021)
109 (2022)

147

168

188

209

CBS, via klimaatmonotor

6D1.h Percentage bekende hernieuwbare energie

4% (2019)
4% (2020)
5% (2021)

17%

20%

23%

27%

Klimaatmonitor

6D1.i Aantal woningen op een warmtenet

12.500 (2019)
13.000 (2020)
13.200 (2021)

15.900

16.800

17.600

18.500

CBS, via Klimaatmonitor

6D1.j Aantal woningen met elektrische verwarming

1.100 (2019)
1.600 (2020)
1.900 (2021)

3.600

4.200

4.700

5.300

CBS, via klimaatmonitor

6D1.k Aantal woningen dat gebruik maakt van een aardgasinstallatie

42.700 (2019)
41.800 (2020)
41.800 (2021)

37.400

36.000

34.600

33.100

CBS, via Klimaatmontor

* Deze nieuwe effectindicatoren zijn aangekondigd in de Kaderbrief 2024. Daar zijn streefwaarden voor 2030 en 2050 bepaald. In bovenstaande tabel zijn deze streefwaarden voor de tussenliggende jaren berekend. Dit is vooral om vinger aan de pols te houden; de streefwaarden zijn een indicatie van de gewenste richting.

Kaderstellende beleidsstukken

Onderstaand overzicht omvat de afgelopen 5 jaar.

  • RV 23.0054 Aanpassen percentages sociaal en middelduur in de Woonvisie 2020-2030 en de Uitvoeringsagenda Wonen 2020-2023 en wijziging Verordening doelgroepenwoningbouw Leiden 2021 (1e wijziging)
  • RV 23.0038 Nota van Uitgangspunten woningbouwontwikkeling Lorentzhof Fase 2
  • RV 23.0035 Bestemmingsplan Watergeuskade
  • RV 23.0036 Beeldkwaliteitsplan Watergeuskade en wijzigen Welstandsnota Leiden 2020
  • RV 23.0029 Aanvullend krediet fietsenstalling de Geus
  • RV 23.0027 Bestemmingsplan P.J. Blokhof (gecoördineerde besluitvorming)
  • RV 23.0028 Uitvoeringskrediet Huis van de Buurt, fase 1, Boshuizerkade 119
  • RV 23.0021 Vaststellen stedenbouwkundig plan Humanities Campus
  • RV 23.0016 Burgerberaad versnellen energietransitie
  • RV 23.0024 Raadsvoorstel Rhijnvreugd openen grondexploitatie met bijbehorend krediet
  • RV 23.0009 Kaderbesluit gebiedsontwikkeling Park De Zwijger en aanvullende kaders Leidse Ring Noord Willem de Zwijgerlaan
  • RV 23.0008 Wensen en bedenkingen VTH-Uitvoeringsprogramma van 2023
  • RV 23.0007 Vaststelling bestemmingsplan ‘Lammenschansweg – Zirro en Schouls’
  • RV 23.0006 Wensen en bedenkingen op de Regionale Woonagenda en Regionale Huisvestingsverordening
  • RV 23.0005 Afgifte ontwerp verklaring van geen bezwaar (vvgb) Schelpenkade 35A
  • RV 22.0092 Schrappen kleureneis voor zonnepanelen in zuidelijke schil
  • RV 22.0091 Aanvraag gemeentegarantie Stichting Universitaire Woonwijk Boerhaave, nieuwbouw 51 woningen Mariënpoelstraat
  • RV 22.0076 Vaststelling grondexploitatie Morspoortterrein t.b.v. realisatie van het beoogde bouwprogramma (incl. Am))
  • RV 22.0065 Vaststellen Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2023-2027 (incl. erratum)
  • RV 22.0068 Verordening tot wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 – najaar 2022
  • RV 22.0058 Vermogensbeheer Grondexploitaties 2022-2026
  • RV 22.0062 Coördinatieverordening Leiden 2023
  • RV 22.0055 Afgifte definitieve VVGB Morsweg naast 60
  • RV 22.0054 Afgifte ontwerp VVGB woonark Schelpenkade 62a
  • RV 22.0044 Vaststelling Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden 2023 (WML)
  • RV 22.0045 Vaststelling bestemmingsplan Turkoois
  • RV 22.0036 Vaststelling bestemmingsplan De Premier Vijf Meilaan 210
  • RV 22.0035 Vaststelling Beeldkwaliteitsplan De Premier en wijzigen Welstandsnota Leiden 2020
  • RV 22.0021 Vaststelling bestemmingsplan Rooseveltstraat 65-79 gecoördineerde besluitvorming
  • RV 22.0033 Ontwerp Verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van uitgebreide omgevingsvergunning schip Sneeuwwitje Ankerpark
  • RV 22.0022 Ontwerp omgevingsvergunning en afgifte ontwerp verklaring van geen bedenkingen Archimedesweg 15
  • RV 22.0003 Lijst van gevallen adviesrecht onder de Omgevingswet
  • Motie VOD VVD Maatwerk per straat
  • RV 22.0007 Vaststelling Transitievisie Warmte Leiden
  • RV 22.0012 Ontwerp omgevingsvergunning Morsweg naast 60 (071 Nieuwe Parels)
  • RV 22.0003 Lijst van gevallen adviesrecht onder de Omgevingswet
  • RV 22.0008 Vaststelling bestemmingsplan Lammenschansweg Omega-locatie
  • RV 21.0139 Vaststelling Verordening bodemenergiesystemen gemeente Leiden 2022
  • RV 21.0135 Vaststellen bestemmingsplan Mary Zeldenrustweg 18
  • RV 21.0132 Toetsingskader voor kwaliteit van hoogbouw
  • RV 21.0119 Stedenbouwkundig plan Pesthuis
  • RV 21.0101 Vaststellen ontwikkelperspectief Leiden-Noord
  • RV 21.0091 Nota van Uitgangspunten bouwplan Verbeekstraat
  • RV 21.0079 Nota van Uitgangspunten woningbouw Corantijnstraat
  • RV 21.0089 Vaststelling bestemmingsplan Haagweg- Noordman
  • RV 21.0072 Vaststelling bestemmingsplan Groenoordbedrijven
  • RV 21.0078 Vaststelling Omgevingsvisie Leiden 2040 1.1
  • RV 21.0056 Strategische uitgangspunten omgevingsplan Leiden
  • RV 21.0092 Huisvestingsverordening als onderdeel van de Verordening Fysieke Leefomgeving Leiden en standstill verkamering
  • RV 21.0087 Bestuurlijke werkafspraken Omgevingswet: werkwijzer bestuur
  • RV 21.0061 Start projecten Vlietzone-Midden, Sportpark De Mors, Gemeentewerf en Duurzaamheidsplein
  • RV 21.0030 Gebiedsvisie Roosevelt-West
  • RV 21.0044 Mogelijkheden starterslening
  • RV 21.0074 Vaststelling bestemmingsplan Lammenschansweg HOF 36
  • RV 21.0055 Nota van Uitgangspunten P.J. Blokhof
  • RV 21.0058 Kaderbesluit herontwikkeling Werninkterrein
  • RV 21.0038 Gebiedsvisie Stationsgebied
  • RV 21.0042 Vaststelling bestemmingsplan De Geus
  • RV 21.0040 Kaderbesluit Groene Kaasmarkt
  • RV 21.0031 Nota Kostenverhaal
  • RV 21.0046 Vaststellen Regionale Energiestrategie (RES)
  • RV 21.0043 Wensen en bedenkingen Regionale Omgevingsagenda Holland Rijnland
  • RV. 21.0026 Raadsvoorstel samenwerking warmtetransitie Leidse regio en restwarmte via warmtelinQ+
  • RV 21.0019 Afgifte verklaring van geen bedenkingen voor de uitgebreide omgevingsvergunningen Ypenburgbocht
  • RV 21.0021 Vaststellen tweede tranche van de Verordening Fysieke Leefomgeving Leiden
  • RV 21.0014 Kaderbesluit gebiedsontwikkeling Telderskade
  • RV 21.0007 Verordening doelgroepen woningbouw Leiden 2021
  • RV 21.0013 Kaderbesluit Diamantplein
  • RV 21.0003 Nota van Uitgangspunten Plesmanlaan 100
  • RV 21.0001 Kredietvotering project Kopermolen
  • RV 20.0124 Herziening vergoeding administratiekosten erfpacht 2021-2025
  • RV 20.0112 Gebiedsvisie Vondelkwartier
  • RV 20.0110 Vaststellen Ontwikkelperspectief De Mors: ‘Meer Mors, Mooi voor iedereen
  • RV 20.0092 Voorbereidingsbesluit Lammenschansstrip
  • RV 20.0081 Concept-Regionale Omgevingsagenda 2040, aan de slag met Hart van Holland: vaststelling wensen en bedenkingen, aanbieding aan de raad.
  • RV 20.0079 Vaststellen Verordening fysieke leefomgeving en intrekking en wijzigingen verordeningen
  • RV 20.0070 Vaststelling bestemmingsplan ‘Dolfijn ’t Schippertje
  • RV 20.0064 Aanpassing Welstandsnota 2014 inzake regels voor toepassing zonnepanelen.
  • RV 20.0056 Gebiedsvisie Schipholweg
  • RV 20.0053 Vaststellen bestemmingsplan Brahmslaan 80
  • RV 20.0048 Vaststelling Huisvestingsverordening, onderdeel woonruimtevoorraad, Leiden 2020
  • RV 20.0042 Vaststellen bestemmingsplan Statendijck
  • RV20.0039 Concept-Regionale Energie Strategie (concept-RES): vaststelling wensen en bedenkingen
  • RV 20.0033 Stedenbouwkundig Programma van Eisen Kaasmarkt na inspraak
  • RV 20.0032 Handelingsperspectief gemeente Leiden in de energietransitie
  • RV 20.0023 Wensen en bedenkingen inzake voorgenomen besluit tot een enkelvoudige onderhandse selectie van het consortium van de marktpartijen Bouwfonds Property Development, Steenvlinder en de MeijerBergman Erfgoed Groep in nauwe samenwerking met het burgerinitiatief Nieuw Leids Bolwerk gericht op een haalbaarheidsonderzoek van zes maanden.
  • RV 20.0021 Verordening Duurzaamheidsvoucher Leiden 2020
  • RV 20.0018 Verlenging Vergunningverlening, Toezicht en Handhavings (VTH-) Beleidsplan 2016-2018 tot invoering Omgevingswet
  • RV 20.0014 Vaststelling Bestemmingsplan Binnenstad 1e partiele herziening
  • RV 20.0012 Raadsvoorstel Nota van Uitgangspunten Bizetpad 1
  • RV 20.0011 Vaststelling Beeldkwaliteitsplan Scal-locatie
  • RV 19.0166 Raamwerk Omgevingswet-instrumentarium gemeenteraad
  • RV 19.0165 Verrijking stedenbouwkundig plan ‘Stationsgebied Leiden
  • RV 19.0008 Aanpassing ruimtelijke procedure aanvraag om uitgebreide omgevingsvergunning
  • Ontwerp verklaring van geen bedenkingen Kantoorschip Groenewegen (RV 18.0070)
  • Vaststelling Omgevingsvisie Leiden 2040 1.0-versie (RV 19.0068)
  • Raadsvoorstel vaststellen gebiedspaspoort Kopermolen (RV 19.0063)
  • Voorbereidingsbesluit Oude Singel 28 (RV 19.0061)
  • Vaststelling bestemmingsplan Oude Rijnlocatie (RV 19.0060)
  • Verklaring van geen bedenkingen omgevingsvergunning Middelstegracht 145-151 (RV 19.0050)
  • Afgifte verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van de uitgebreide wabo procedure Utrechts Jaagpad 10G (RV 19.0046)
  • Afgifte verklaring van geen bedenkingen voor het bouwplan Rijndijk links naast 290 (RV 19.0043)
  • Actualisatie Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek (RV 19.0040)
  • Nota van Uitgangspunten Statendijck (RV 19.0035)
  • Nota van Uitgangspunten Kantoorschip Groenewegen (RV 19.0024)
  • Voorbereidingsbesluit Haarlemmertrekvaart (RV 19.0015)
  • Nota van Uitgangspunten Turkooislaan 131 (RV 19.0014)
  • Verlengen huisvestingsverordening en beleidsregels onttrekkingsbeleid RV 19.0013)
  • Nota van Uitgangspunten Noordman – Haagweg (RV 19.0009)
  • Vaststelling bestemmingsplan Toussaintkade (RV 19.0006)
  • Besluit tot uitvoering Oude Rijnlocatie d.m.v. activering grondexploitatie (RV 19.0004)
  • Ontwerp wgb voor uitgebreide wabo procedure Utrechtse Jaagpad 10G (RV 19.0003)
  • Nota van Uitgangspunten LEAD (RV 18.0124)
  • Werninkterrein (RV 18.0131)
  • Openbare Ruimte projecten Binnenstad: Uitvoeringsbesluit Haven (RV 18.0129)
  • Openbare Ruimte projecten Binnenstad: Uitvoeringsbesluit Herenstraat (RV 18.0128)
  • Ontwerp verklaring van geen bedenkingen omgevingsvergunning Middelstegracht 145-151 (RV 18.0120)
  • Verlenging Wonen Boven Winkels (RV 18.0118)
  • Aankoop Rijnsburgerweg 1 -1a (RV 18.0117)
  • Vaststellen ruimtelijke randvoorwaarden nieuwbouw Leonardo College (RV 18.0108)
  • Vaststelling bestemmingsplan Schipholweg 130 (RV 18.0107)
  • Bestemmingsplan en uitvoeringsbesluit Lammenschans – Ananasweg (RV 18.0106)
  • Uitvoeringsbesluit Haarlemmerweg (RV 18.0105)
  • Nota van Uitgangspunten Vijf Meilaan 210 (RV 18.0095)
  • Vertrekpunten Omgevingsvisie Leiden 2O40 en Verstedelijkingsnotitie (RV 18.0093)
  • Ontwerp verklaring van geen bedenkingen omgevingsvergunning Rijndijk links naast 290 (RV 18.0084)
  • Aanwijzing Wvg Rijnsburgerweg 1 - 14, Connexxion locatie (RV 18.0083)
  • Verklaring van geen bedenkingen omgevingsvergunning Mosterdsteeg-Breestraat-Botermarkt (RV 18.0077)
  • Vaststelling bestemmingsplan Rijnsburgerblok deel 2 RV (18.0069)
  • Vastelling bestemmingsplan loswal (RV 18.0056)
  • Vaststelling bestemmingsplan Sumatrastraat 195 (RV 18.0045)
  • Vaststelling bestemmingsplan Kijkhuis (RV 18.0047)
  • Vaststelling bestemmingsplan Oost (RV 18.0038)
  • Verwerving grond en woningen Rhijnvreugd (RV 18.0029)
  • Vaststelling parapluplan stedenbouwkundige bepalingen bouwverordening (RV 18.0023)
  • Herijking bouwprogramma Oppenheimstraat (RV 18.0010)
  • Nota van uitgangspunten SCAL locatie Rooseveltstraat (RV 18.0007)
  • Vaststelling bestemmingsplan Kanaalpark (RV 18.0006)
  • Vastelling bestemmingsplan Tracébesluit A4 en A44 (RV 18.0005)

Programmakosten

Stedelijke ontwikkeling
bedragen x 1.000,-

 

Rekening
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Meerjarenraming

2025

2026

2027

Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

Lasten

6.764

9.636

10.425

9.452

8.665

8.610

 

Baten

-7.127

-4.450

-4.889

-5.019

-5.150

-5.150

Saldo

 

-363

5.185

5.536

4.433

3.515

3.461

Gemeentelijk vastgoed

Lasten

25.119

40.663

19.650

22.206

19.579

20.440

 

Baten

-23.167

-36.790

-21.313

-20.931

-18.554

-19.279

Saldo

 

1.952

3.873

-1.663

1.276

1.025

1.160

Wonen

Lasten

705

773

729

779

1.006

832

 

Baten

0

0

0

0

0

0

Saldo

 

705

773

729

779

1.006

832

Energietransitie

Lasten

2.901

7.467

3.867

3.675

2.269

2.269

 

Baten

-1.246

-4.494

-2.301

-2.321

-2.321

-2.321

Saldo

 

1.655

2.973

1.566

1.354

-52

-52

Programma

Lasten

35.490

58.539

34.671

36.113

31.519

32.151

 

Baten

-31.541

-45.735

-28.503

-28.271

-26.025

-26.750

Saldo van baten en lasten

 

3.949

12.805

6.168

7.842

5.494

5.401

Reserves

Toevoeging

14.837

16.994

5.619

2.931

2.621

2.266

 

Onttrekking

-11.760

-19.659

-2.072

-2.380

-1.882

-6.807

Mutaties reserves

 

3.077

-2.666

3.547

550

738

-4.541

Resultaat

 

7.026

10.139

9.715

8.392

6.233

859

Budgettaire ontwikkelingen ­
De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2024-2027. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.

Beleidsterrein Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

In 2024 zijn de begrote lasten binnen dit beleidsterrein 790.000 hoger dan in 2023. Deze verhoging van de lasten betreft de budgetten voor opstellen van kaderstellende visies ruimtelijke ontwikkeling (480.000 hoger dan in 2023 onder andere als gevolg van indexatie), het budget voor toezicht en handhaving op veilig bouwen (70.000 hoger dan in 2023) en het budget voor plankosten invoering Omgevingswet (390.000 hoger dan in 2023 als gevolg van indexatie). Daarnaast is vanaf 2024 een kapitaallast opgenomen voor start afschrijving investeringskosten digitaal stelsel Omgevingswet (168.000).

Naast deze verhogingen dalen in 2024 de lasten bij de prestatie Implementatie Omgevingswet als gevolg van minder incidentele exploitatie-bijdragen aan kredieten (140.000). Dit wordt gecompenseerd door een lagere onttrekking aan de reserve voor hetzelfde bedrag. In 2024 is geen budget meer opgenomen voor de implementatie van het softwarepakket voor vergunningen, toezicht en handhaving (125.000). Daarnaast is in 2024 het incidentele budget voor planbegeleiding Rijnlandroute 100.000 lager. Dit betreft de planbegeleiding die door de provincie Zuid Holland vastgesteld is op 100.000 per jaar. Deze lasten zijn geraamd tot en met het jaar van afgifte van de openstellings-vergunning ten behoeve fan de Rijnlandroutetunnel.

In 2024 zijn de begrote baten binnen dit beleidsterrein 440.000 hoger dan in 2023. Deze verhoging van de baten komt tot stand doordat:

  • de begrote bijdrage van private initiatiefnemers van bouwplannen is in 2024 190.000 hoger dan in 2023. Dit betreft een bijdrage per woningbouwequivalent die opgenomen wordt als standaarbepaling bij te sluiten anterieure overeenomsten;
  • de begrote leges bij bouwvergunningen zijn in 2024 350.000 hoger dan in 2023;
  • in 2024 is de bijdrage vanuit de provincie voor vergoeding planbegeleiding Rijnlandroute ter hoogte van 100.000 niet meer geraamd.

Beleidsterrein Gemeentelijk vastgoed

Het beleidsterrein Gemeentelijke gronden en gebouwen bestaat uit de prestaties:

  • Voeren van een erfpachtbedrijf
  • Opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer Grondexploitaties
  • Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Ten opzichte van 2023 zijn de lasten in 2024 21,0 miljoen lager. Dit als gevolg van:

  • verschillen in jaarschijven van de onderliggende grondexploitaties / projecten zoals opgenomen in de
    prestatie 'Opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer Grondexploitaties'. De
    plankosten van de uit te voeren werkzaamheden zijn jaarlijkst niet constant. Deze verschillen hebben geen
    effect op het begrote resultaat van Programma 6, omdat het saldo van ieder jaarschijf via het onderhanden
    werk naar de balans wordt geboekt;
  • daling van lasten bij de prestatie 'Opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer
    Grondexploitaties' als gevolg van minder incidentele exploitatie-bijdragen aan kredieten in 2024 (4,2
    miljoen), hetgeen wordt gecompenseerd door een lagere ontrekking aan verschillende reserves voor
    hetzelfde bedrag;
  • in 2023 zijn een aantal incidentele budgetten begroot. Betreft een eenmalig budget vanuit het
    Onderhandelaarsakkoord Ons Doel (3,3 miljoen), eenmalige subsidies voor de projecten Turkoois, Sumatrastraat 195 en Mary Zeldenrustweg (0,7 miljoen), een eenmalig budget voor het project Trien Semler (0,5 miljoen);
  • voor verkoop gemeentelijk vastgoed is de verwachting dat in 2023 geen panden verkocht gaan worden. In 2024 is de verwachting dat wel een aantal panden verkocht gaan worden. Hierdoor zijn de lasten van verkoop gemeentelijk vastgoed 0,8 miljoen hoger dan in 2023.

Ten opzicht van 2023 zijn de baten in 2024 15,5 miljoen lager. Dit als gevolg van:

  • verschillen in jaarschijven van de onderliggende grondexploitaties / projecten zoals opgenomen in de
    prestatie 'Opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer Grondexploitaties'. De
    opbrengsten middels (grond)verkopen zijn jaarlijkst niet constant. Deze verschillen hebben geen effect op
    het begrote resultaat van Programma 6, omdat het saldo van ieder jaarschijf via het onderhanden werk naarde balans wordt geboekt;
  • in 2023 is een incidenteel budget opgenomen voor eenmalige subsidies voor de projecten Turkoois, Sumatrastraat 195 en Mary Zeldenrustweg (0,7 miljoen), een eenmalig budget voor het project Trien Semler (0,5 miljoen);
  • in 2023 is een incidentele baat begroot voor opbrengste grondverkopen (5,0 miljoen);
  • voor verkoop gemeentelijk vastgoed is de verwachting dat in 2024 wel een aantal panden verkocht gaan worden. Hierdoor zijn de opbrengsten van verkoop gemeentelijk vastgoed 1,9 miljoen hoger dan in 2023.

Beleidsterrein Wonen
De daling in lasten in 2024 ten opzichte van 2023 van 44.000 binnen het beleidsterrein Wonen wordt
veroorzaakt doordat:

  • in 2023 een exploitatiebijdrage aan investeringen incidenteel is begroot bij lokaal
    volkshuisvestingsbeleid (betreft uitvoering nota wonen: 145.000);
  • in 2024 is het incidentele budget voor een subsidie (Easyfunders) 86.000 hoger dan in 2023;
  • in 2024 het budget voor toezicht op onrechtmatig wonen 15.000 hoger is dan in 2023.

Beleidsterrein Energietransitie

In 2024 zijn de begrote lasten binnen dit beleidsterrein 3,7 miljoen lager dan in 2023. Deze verlaging van de lasten komt tot stand doordat:

  • er in 2023 budget beschikbaar is voor de aanpak van energiearmoede (2,3 miljoen). Het overgrote deel hiervan (1,9 miljoen) omvat middelen die via een rijksbijdrage beschikbaar zijn gesteld. Deze middelen mogen tot en met 2025 besteed worden;
  • Er in 2023 budget beschikbaar is voor meerjarige uitvoering duurzaamheidsleningen. Het budget (450.000) is geheel in 2023 begroot;
  • Er in 2023 eenmalig incidenteel budget beschikbaar is gesteld voor het burgerberaad (250.000);
  • Er in 2023 incidenteel budget beschikbaar is voor het regionale programma Warmte Leidse Regio (900.000);
  • Er bij de Kaderbrief 2023-2027 voor de jaren 2023-2025 budget beschikbaar gesteld om het overbelaste elektriciteitsnetwerk aan te pakken. Het budget in 2024 is 200.000 hoger dan het budget in 2023.

In 2024 zijn de begrote baten binnen dit beleidsterrein 2,2 miljoen lager dan in 2023. Dit is het gevolg van de rijksbijdrage voor de aanpak energiearmoede (1,9 miljoen) in 2023 en de bijdrage van de regio (de zes gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude) voor het regionale programma warmte Leidse regio (300.000) in 2023.

Reserves

Reserves programma 6
bedragen x 1.000,-

 

Rekening
2022

Begroting
2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Reserve grondexploitaties P6

Toevoeging

9.059

10.313

3.687

1.032

1.032

1.032

 

Onttrekking

-6.574

-9.022

-535

-505

-345

-270

Saldo

 

2.485

1.291

3.152

527

687

762

Reserve bovenwijkse voorz. Grondbedr. P6

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-40

-40

0

0

0

0

Saldo

 

-40

-40

0

0

0

0

Reserve afkoopsommen erfpacht

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-1.508

-1.508

-1.508

-1.508

-1.508

-1.508

Saldo

 

-1.508

-1.508

-1.508

-1.508

-1.508

-1.508

Reserve afkoop adm.kst. Erfpacht

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-3

-3

-3

-3

-3

-3

Saldo

 

-3

-3

-3

-3

-3

-3

Egalisatiereserve inkomsten bouwleges P6

Toevoeging

4.440

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-1.230

-325

0

0

0

-5.000

Saldo

 

3.210

-325

0

0

0

-5.000

Reserve sociale huurwoningen

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-139

-146

0

0

0

0

Saldo

 

-139

-146

0

0

0

0

Reserve Leids uitvoeringspr LUBO 2016 P6

Toevoeging

140

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-344

-1.148

0

0

0

0

Saldo

 

-204

-1.148

0

0

0

0

Reserve herstruct.woongebieden SvZ&V

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

0

0

0

0

0

0

Saldo

 

0

0

0

0

0

0

Reserve herstruct.woongebieden Ons Doel

Toevoeging

-18

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

0

-3.230

0

0

0

0

Saldo

 

-18

-3.230

0

0

0

0

Reserve risico's projecten in uitvoering

Toevoeging

0

4.117

0

0

0

0

 

Onttrekking

-295

0

0

0

0

0

Saldo

 

-295

4.117

0

0

0

0

Reserve risico's bijzondere projecten P6

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

0

-2.300

0

0

0

0

Saldo

 

0

-2.300

0

0

0

0

Reserve Stedelijke Ontwikkeling P6

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-90

-332

0

0

0

0

Saldo

 

-90

-332

0

0

0

0

Reserve gsb-middelen ISV/EZ P6

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-135

0

0

0

0

0

Saldo

 

-135

0

0

0

0

0

Reserve asbestsanering (P6)

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-209

-155

0

0

0

0

Saldo

 

-209

-155

0

0

0

0

Reserve herontw. Stationsgebied eo

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-32

-10

0

0

0

0

Saldo

 

-32

-10

0

0

0

0

Reserve parkeren P6

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-26

-26

-26

-26

-26

-26

Saldo

 

-26

-26

-26

-26

-26

-26

Reserve economische impulsen Kennisst P6

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-685

0

0

0

0

0

Saldo

 

-685

0

0

0

0

0

Reserve bedrijfsvoering plankosten P6

Toevoeging

328

200

0

0

0

0

 

Onttrekking

0

0

0

0

0

0

Saldo

 

328

200

0

0

0

0

Reserve Duurzame Stad P6

Toevoeging

889

2.364

1.932

1.898

1.589

1.234

 

Onttrekking

-450

-1.415

0

-338

0

0

Saldo

 

439

949

1.932

1.560

1.589

1.234

Reserves programma 6

 

3.077

-2.666

3.547

550

738

-4.541

Reserve Grondexploitaties P6
De reserve Grondexploitaties wordt deels gevoed via bestemming bij de jaarrekening, door positieve resultaten van grondexploitaties, verkoopopbrengsten van panden en gronden en het resultaat op erfpacht. Voor 2024 is
een storting voorzien van 3.687.092.

In 2024 is een onttrekking voorzien van 534.832 bestaande uit:

  • dekking kapitaallasten Morsweg 1 ter hoogte van 45.855
  • beheerskosten strategisch vastgoed 470.000
  • resultaat erfpacht -6.023
  • budget Provada 25.000

Reserve Afkoopsommen erfpacht
De ontvangen afkoopsommen erfpachtcanon worden aan de reserve toegevoegd. In 2024 is een onttrekking
voorzien van 1.508.487 als gevolg van resultaat regulier erfpacht, herzien erfpachtexploitaties en
afkoopsommen erfpacht.

Reserve Afkoop administratiekosten erfpacht
De ontvangen afkoopsommen administratiekosten worden aan de reserve toegevoegd. Jaarlijks valt een
evenredig deel van de reserve vrij. In 2024 is een regulier vrijval voorzien van 3.000.

Reserve Parkeren P6
In 2024 is een onttrekking voorzien van 26.000 voor beheerskosten parkeerapparatuur Houtkwartier.

Reserve Duurzame stad P6

Conform geactualiseerd Financieel Perspectief Duurzame Stad (FPDS). Storting beleidsakkoord 2019 3,0
miljoen, Integraal waterketenplan 500.000, bijdrage parkeren 1,3 miljoen, bijdragen kostenverhaal bij de
particuliere ontwikkelaars (600.000) en actualisatie kapitaallasten (800.000). De storting is verlaagd
met de kapitaallasten voor investeringen vanuit het FPDS (300.000) en voor de structurele exploitatielasten: voor opgave verstedelijking 800.000, voor opgave duurzame mobiliteit 700.000, voor opgave energietransitie 1,0 miljoen, voor opgave klimaatadaptatie 700.000 en voor opgave circulaire economie 600.000.

Investeringen

Prestatie

Omschrijving prestatie

Omschrijving investering

Categorie

nieuw / vervanging

Bijdrage derden/ reserves

2024

2025

2026

2027

06A201

Behandeling verzoeken omgvergunningen

Openbare ruimte Humanities Campus

Maatsch.

N

319

-

729

-

-

06A201

Behandeling verzoeken omgvergunningen

Vervanging Power browser 2026

Econ.

V

-

-

-

-

272

06B103

Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Verduurzaming vastgoed fase 3

Econ.

N

-

-

4.820

-

-

06B103

Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Gebouw Apothekersdijk 33 2025

Econ.

V

-

-

-

1.247

-

06B103

Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Verbouwing Stadsgehoorzaal 2025

Econ.

V

-

-

-

1.975

-

06B103

Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Verbouwing bibliotheek Nieuwstraat

Econ.

V

-

-

-

8.939

-

06B103

Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Gebiedsontwikkeling Telderskade

Maatsch.

N

-

3.659

-

-

-

06B103

Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Technische installaties De Waag 2026

Econ.

V

-

-

-

436

-

06C104

(Laten) uitvoeren projecten incl student

Lokaal impulsbudget woningbouw

Maatsch.

N

1.000

8.500

-

-

-

 

Totaal programma 6

   

1.319

12.159

5.549

12.597

272

In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2024-2027. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.

Subsidies

 

subsidiestaat 2023

subsidiestaat 2024

Subsidie saldo

2.562.440

611.138

­Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 subsidies.