Programmabegroting 2025

Lokale heffingen

Inleiding
Deze paragraaf bevat informatie over de lokale heffingen. Eerst komt de actualiteit aan de orde. Daarna worden de heffingen behandeld die deel uitmaken van de zogenaamde woonlasten, te weten de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing. Vervolgens wordt ingegaan op de heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten: de parkeerbelastingen, de toeristenbelasting, de precariobelasting en de overige heffingen. Tot slot wordt het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente Leiden behandeld.

A. Overzicht van de lokale heffingen
De volgende heffingen worden door de gemeente Leiden geïnd:
1. Onroerende-zaakbelastingen,
2. Afvalstoffenheffing,
3. riool- en waterzorgheffing,
4. Parkeerbelasting,
5. Toeristenbelasting,
6. Precariobelasting. 

B. Ontwikkelingen / Actualiteit

Trendmatige verhoging
De trendverhoging voor 2025 is in Leiden berekend op 4,3% voor de belastingen en de retributies die hieronder worden gespecificeerd.

In de gemeenteraad van 9 juli 2024 is een concept-verordening riool- en waterzorgheffing 2025 vastgesteld. Door deze nieuwe verordening is het mogelijk om alle percelen aan te slaan. Zelfs de percelen die niet zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering.

Beleid lokale heffingen (tarieven) 

Onroerende-zaakbelastingen
Onroerende-zaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2025 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2024.

Zoals verwoord in het Beleidsakkoord 2022-2026 wordt de ozb voor woningen en niet-wonigen trendmatig verhoogd voor inflatie, voor 2025 4,3%, Na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden zullen alle tarieven aan die nieuwe waarden worden bijgesteld. Uitgangspunt hierbij is: stijgt de waarde, dan daalt het tarief, waarna de geraamde opbrengst gelijk blijft.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is een heffing ter bestrijding van kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. De heffing is afhankelijk van de omvang van het betreffende huishouden. Er worden drie tarieven gehanteerd, namelijk voor een-, twee- en drie- of meerpersoonshuishoudens.

In het Beleidsakkoord 2022-2026 is opgenomen dat de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend is. Wijzigingen in aantal te belasten huishoudens, oninbaarheid dan wel kwijtscheldingen hebben hierdoor invloed op de hoogte van de tarieven. De afvalstoffenheffing wordt met 1,6% verhoogd. Dit is inclusief 4,3% voor inflatie. Door daling van de kosten blijft de stijging beperkt.

Voor de afvalstoffenheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overstijgen. Met de geraamde opbrengst voor 2025 zal de kostendekkendheid op 99,5% liggen.

Riool- en waterzorgheffing
In de nieuwe riool- en waterzorgheffing wordt geheven van eigenaren en gebruikers van alle percelen in Leiden, ook al hebben de percelen geen aansluiting op de gemeentelijke riolering. Bij woningen wordt een nieuw tarief ingevoerd, namelijk een vast bedrag voor eigenaren. Voor gebruikers van woningen blijft het tarief afhankelijk van de omvang van het huishouden. Er zijn drie tarieven, namelijk voor een-, twee- en drie- of meerpersoonshuishoudens. Bij niet-woningen wordt eveneens een nieuw tarief voor eigenaren ingevoers. Voor zowel eigenaren, als voor gebruikers is het tarief afhankelijk van de hoogte van de WOZ-waarde.

In het Beleidsakkoord 2022-2026 is opgenomen dat de riool- en waterzorgheffing 100% kostendekkendheid is. Net als bij de afvalstoffenheffing hebben wijzigingen in aantallen huishoudens en oninbaarheid dan invloed op de hoogte van de tarieven. De riool- en waterzorgheffing wordt met 5,3% verhoogd. Dit is inclusief 4,3% voor inflatie.

Voor de riool- en waterzorgheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overstijgen. Met de geraamde opbrengst voor 2025 zal de kostendekkendheid op 99,5% liggen.

Parkeerbelasting
Parkeerbelastingen wordt geheven voor het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip of voor verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelastingen worden algemene inkomsten verkregen. Zie voor een toelichting op de ontwikkeling parkeerbelastingen de tekst bij het programma Beleidsterrein 4B Bereikbaarheid.

Toeristenbelasting
Voor overnachtingen in hotels, pensions of andere vakantieonderkomens binnen de gemeente Leiden wordt van niet-ingezetenen toeristenbelasting geheven. De belasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot overnachting biedt (de hotelier, pensionhouder, e.d.); deze mag de belasting doorberekenen aan degene die overnacht. In overleg met de belastingplichtigen wordt de toeristenbelasting niet jaarlijks met de trend verhoogd. Dit in verband met de door hen te maken aanpassingen. De trendverhoging wordt daarom cumulatief eens in de drie jaar toegepast. De trendverhoging heeft voor het laatst per 2022 plaatsgevonden.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De belasting is verschuldigd door degene die de voorwerpen daar heeft of ten behoeve van wie ze daar zijn. Met de heffing van precariobelasting worden algemene inkomsten verkregen. Voor 2025 worden de tarieven verhoogd met de trend van 4,3%. De aanslagen worden achteraf opgelegd. De aanslagen over 2025 worden dus in 2026 opgelegd.

Opbrengsten
Voor 2025 raamt de gemeente Leiden aan te ontvangen lokale heffingen de volgende bedragen:

Heffing, bedragen * 1.000

2024

2025

Afvalstoffenheffing

21.465

21.817

Ozb-eigenaren woningen

28.918

30.674

Ozb-eigenaren niet-woningen

21.374

22.245

Ozb-gebruikers niet-woningen

19.386

20.642

Parkeerbelastingen

14.568

14.568

Precariobelasting

430

465

riool- en waterzorgheffing woningen

11.425

13.022

riool- en waterzorgheffing niet-woingen

2.045

2.212

Toeristenbelasting

1.611

1.680

   

Totaal

121.672

127.145

   

Kwijtschelding

2.495

2.532

Kostendekking lokale heffingen
Omdat de overhead met ingang van 2017 niet langer wordt doorgerekend aan de programma’s heeft de wetgever bepaald dat in de paragraaf lokale heffingen volgens een voorgeschreven model inzicht wordt gegeven in de mate van kostendekkendheid van de heffingen. Die kostendekkendheid moet buiten de boekhouding om worden berekend. Voor de toerekening van de overhead zijn daartoe twee verdeelsleutels toegestaan, te weten de loonkosten per taakveld of de omvang per taakveld. Beide sleutels mogen worden toegepast, maar is eenmaal een keuze gemaakt, dan moet die sleutel ook consequent worden gehanteerd. Deze sleutels moeten in de financiële verordening door de Raad worden bevestigd. Op basis van de opgestelde berekening kiezen wij ervoor om standaard te kiezen voor de verdeelsleutel van de loonsom per taakveld. Loonkosten bepalen in de meeste gevallen immers een groot deel van het tarief. Die sleutel ligt dan ook het meest voor de hand en de uitkomsten laten ook zien dat via deze sleutel verhoudingsgewijs een hoger deel van de overhead mag worden toegerekend aan de betreffende exploitatie respectievelijk in het tarief mag worden betrokken. De kostendekking van de bouw leges kan door invoering van een nieuwe tarieven per 1-1-2024 door de invoering van de omgevingswet nog wijzigen. Dit zal met een begrotingswijziging aangepast worden.

Berekening kostendekkendheid van de Riool- en waterzorgheffing

 

Verkeer en vervoer

696

Openbaar groen en (openlucht) recreatie

555

Inkomensregelingen (kwijtschelding)

884

Waterbeheer en riolering

9.067

Milieubeheer

379

Overhead

1.899

BTW

1.072

Totale kosten

14.553

  

Opbrengst heffingen

14.480

  

Dekking

99,5%

Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing 

 

Verkeer en wegen

1.903

Inkomensregelingen (kwijtschelding)

1.658

Afval

13.666

Overhead

2.837

BTW

1.862

  
  

Totale kosten

21.928

  

Opbrengst heffingen

21.817

  

Dekking

99,5%

Berekening kostendekkendheid van de leges 

 

Titel 1 Burgerzaken leges

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

2.142.042

Overhead

672.743

BCF - btw

 

Totaal lasten

2.814.785

Legesopbrengsten

2.759.958

  

Titel 2 Bouw leges (wabo)

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

5.556.485

Overhead

2.691.604

BCF - btw

 

Totaal lasten

8.248.089

Baten

4.525.604

 

 

Titel 3 Overige leges (evenementen en horeca)

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

312.010

Overhead

181.980

BCF - btw

 

Totaal lasten

493.990

Baten

217.698

  

Kostendekkendheid

 

Titel 1 burgerzaken

98,0%

Titel 2 bouw leges

54,9%

Titel 3 overige leges

44,1%

Totaal

64,9%

Lokale lastendruk
Onderstaand is de lokale lastendruk in de jaren 2024 en 2025 aangegeven. De lasten zijn weergegeven voor een huurwoning en een koopwoning en onderscheiden in de verschillende huishoudengrootten waarvoor Leiden verschillende tarieven kent. Het betreft de tarieven voor eenpersoonshuishoudens (1 PH); voor tweepersoonshuishoudens (2 PH) en voor drie- of meerpersoonshuishoudens (3 PH).

Bij een huurwoning bestaan de lasten uit afvalstoffenheffing en riool- en waterzorgheffing. Bij een koopwoning bestaan de lasten uit, naast de genoemde gebruikerslasten, ook uit de door eigenaren verschuldigde onroerende-zaakbelastingen.

Uitgangspunten is een koopwoning met een gemiddelde WOZ-waarde en de naar verwachting door een huishouden verschuldigde afvalstoffenheffing en riool- en waterzorgheffing. De gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning in Leiden was voor het belastingjaar 2024 circa 525.000. De gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning is 484.000 (herleid uit Coelo, Atlas van de lokale lasten 2024). In het belastingjaar 2025 zullen er weer nieuwe WOZ-waarden (naar prijspeil 2024) gelden.

 

2024

1 PH

2025

1 PH

2024

2 PH

2025

2 ph

2024

3 PH

2025

3 ph

Huurwoning

 

 

 

 

 

 

Afvalstoffenheffing

254

258

365

371

476

484

Riool- en waterzorgheffing

136

67

195

98

254

129

Totaal

390

325

560

469

730

613

Ontwikkeling woonlasten huurder t.o.v. 2024

 

-16,7%

 

- 16,2%

 

-16,0%

Koopwoning

 

 

 

 

 

 

Onroerende-zaakbelasting koopwoning

596

621

596

621

596

621

Afvalstoffenheffing

254

258

365

371

476

484

Riool- en waterzorgheffing

136

157

195

187

254

219

Totaal

986

1.036

1.156

1.179

1.326

1.324

Ontwikkeling woonlasten eigenaar/gebruiker t.o.v. 2024

 

5,1%

 

1,2%

 

-0,1%

Vergelijking lastendruk met omliggende gemeenten over jaar 2024

In de tabel hieronder staan, op alfabetische volgorde, de woonlasten 2024 weergegeven van de in Leiden omliggende gemeenten. De cijfers zijn overgenomen uit de Atlas lokale lasten 2024 van het Coelo. Daarin staan de lasten voor eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens in koopwoningen. Voor Leiden wordt voor de woonlasten van meerpersoonshuishoudens het tarief voor 3- of meerpersoonshuishoudens gehanteerd.

Gemeente

Woonlasten

eenpersoonshuishoudens

Woonlasten meerpersoonshuishoudens

gem. WOZ waarde koopwoning x 1.000

Katwijk

964

1.080

503

Leiden

986

1.326

525

Leiderdorp

1.026

1.230

490

Leidschendam-Voorburg

924

995

478

Oegstgeest

1.313

1.502

646

Teylingen

896

1.051

537

Voorschoten

1.388

1.481

595

Wassenaar

1.401

1.633

921

Zoeterwoude

1.156

1.176

526

De woonlasten in Leiden liggen voor eenpersoonshuishoudens onder het gemiddelde in de regio. Het gemiddelde voor meerpersoonshuishoudens liggen de woonlasten in Leiden op het gemiddelde in de regio.

Meer informatie is beschikbaar op de website http://leiden.woonlastenmeters.nl/

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de volgende heffingen kan om kwijtschelding worden verzocht:

  • Onroerende-zaakbelastingen;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Riool- en waterzorgheffing;
  • Precariobelasting voor woonboten als de aanslag wordt opgelegd aan een belastingplichtige die de woonboot als permanente woning gebruikt;
  • Binnenhavengeld voor woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt.  

Of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt getoetst aan de betalingscapaciteit en de hoogte van het vermogen van een belastingschuldige. Hier zijn normeringen voor. Minimaal 80% van de betalingscapaciteit dient te worden aangewend ter voldoening van belastingschulden. De betalingscapaciteit wordt berekend door het netto besteedbaar inkomen te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. Deze genormeerde kosten van bestaan betreffen een percentage van de uitkering die de belastingschuldige naar de normen van de bijstandsregelgeving zou kunnen krijgen. De gemeente Leiden kent in het kader van het kwijtscheldingsbeleid een 100%-norm. Dit is het maximaal toegestane percentage.