Programmabegroting 2024

Werk en inkomen

Programmanummer

 

10

Commissie

 

Werk en Middelen

Portefeuille(s)

 

Energie, Werk, & Inkomen en Cultuur
Kansengelijkheid, Jeugd & Onderwijs


De missie van het programma Werk en inkomen luidt:
Leiden wil een inclusieve stad zijn met een gunstig economisch klimaat, waarin alle Leidenaars kunnen deelnemen, zich kunnen ontwikkelen door middel van werk en maatschappelijke participatie en waar een vangnet is voor wie dat nodig heeft.

Inleiding

Elke Leidenaar heeft recht op bestaanszekerheid en gelijke kansen. De bestaande zorgen, zoals groeiende armoede en stijgende inflatie, zijn zeker niet verminderd. We zien het armoedevraagstuk groter worden, wat maakt dat de focus nog steeds ligt op voldoende inkomen, deelname aan de samenleving en het voorkomen van schulden. Wij zetten alle mogelijkheden die we als gemeente hebben in om inwoners zekerheid te bieden. Daarbij richten we ons op het vergroten van het bereik van regelingen en interventies die goed werken, helpen we mensen aan het werk te komen of om te groeien in werk, zetten we in op het voorkomen van schulden en ondersteunen we mensen die geïsoleerd leven om mee te doen aan de samenleving. Inkomen zou daarin geen rol moeten spelen. Eind 2023 wordt een nieuw Armoedebeleid en een nieuwe Leidse Visie op Gelijke Kansen aan de raad voorgelegd. In 2024 worden een nieuw beleidsplan Werk en Participatie en een nieuwe regionale aanpak Laaggeletterdheid aan de raad voorgelegd. Na vaststelling werken we in 2024 met deze nieuwe aanpakken die nauw met elkaar verbonden zijn en elkaar zullen versterken. Daarnaast voeren we ook in 2024 onverminderd de Visie Sociaal Domein uit.

Maatschappelijke ontwikkelingen

Het baart ons zorgen dat er Leidenaars in armoede moeten leven. Door de huidige economische omstandigheden neemt de kans op armoede zelfs toe. Nog steeds merken Leidenaars de gevolgen van de stijging van de energierekening en de inflatie. Het is zeer de vraag in hoeverre de rijksoverheid de maatregelen die in de afgelopen periode zijn genomen kan voortzetten. We zijn ons bewust van de gevolgen van deze (economische) ontwikkelingen en houden deze goed in de gaten. Wel zet de overheid in op preventie via de landelijke aanpak geldzorgen, armoede en schulden. Bijvoorbeeld via Geldfit, waar de gemeente Leiden ook op is aangesloten, en extra inzet door vrijwilligersorganisaties. Daarnaast is per 1 juli 2023 het schuldregelingstraject van de minnelijke schuldsanering natuurlijke personen en de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen verkort van 36 maanden naar 18 maanden. We leggen voor om met het beleidsplan Armoede 2024-2026 maximaal in te zetten op verlichting van de zorgen die de ontwikkelingen met zich meebrengen. De verwachting is dat de werkloosheid in 2024 iets verder zal stijgen en dat tegelijkertijd de vraag naar personeel hoog blijft. De groep mensen die minder vanzelfsprekend zelf aan het werk komt, bijvoorbeeld vanwege lichamelijke en/of psychische beperkingen, zal met intensieve ondersteuning kunnen bijdragen aan een oplossing hierbij. We monitoren de landelijke ontwikkelingen rondom energie, inflatie, inkomen, armoede, participatie en bestaanszekerheid nauwlettend in 2024 en spelen hier, waar nodig, op in.

Leidse Visie Gelijke Kansen

De Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 wordt eind 2023 ter vaststelling aan de raad aangeboden en, na goedkeuring, vanaf 2024 uitgevoerd. We werken vanuit verbinding met het gezin, de (voor)school, de maatschappelijke partners en kennisinstellingen samen aan het bestrijden van armoede en het creëren van een rijke leeromgeving waar voor elk kind kansen zijn voor brede ontwikkeling. Zie voor meer informatie programma 7.

DZB Leiden

DZB wil mogelijk maken dat iedereen die kan en wil werken, mee kan doen op een manier die past bij wat iemand kan. DZB Leiden bemiddelt en begeleidt werkzoekenden zo veel mogelijk naar werkgevers in de regio en werkt daarbij steeds meer samen met andere organisaties en ondernemers. Zo zijn er samen met werkgevers praktijkleerlijnen opgezet om werken en leren te combineren. Voor mensen voor wie het (nog) niet mogelijk is om bij een andere werkgever te werken biedt DZB werkgelegenheid. De mensen die bij DZB komen hebben gemiddeld genomen minder mogelijkheden om te werken en een grotere begeleidingsbehoefte. Daarom wordt extra ingezet op het bieden van voldoende en deskundige begeleiding. Naast het bieden van (beschutte) werkgelegenheid en ontwikkelmogelijkheden werkt DZB er aan om kosten en baten zo veel mogelijk met elkaar in balans te brengen.

Vernieuwende aanpakken voor het verbeteren van bestaanszekerheid

In het beleidsakkoord Samen Leven in Leiden is opgenomen dat we vernieuwende aanpakken verkennen om de bestaanszekerheid van inwoners te verbeteren. Eén van de vernieuwende aanpakken is de pilot met de Belastingdienst en Eerste Hulp bij Geldzorgen (EHBG). Tijdens deze pilot worden inkomstenbelasting en toeslagenvorderingen aangemeld bij de vroegsignalering waarna EHBG met de inwoner contact opneemt om te bespreken hoe hulp geboden kan worden. Deze pilot duurt 2 à 3 jaar waarna een wettelijk besluit wordt genomen of de belastingdienst een signaalpartner wordt. Verder komt er hoogstwaarschijnlijk een verplichte reactietermijn voor schuldeisers om te reageren op schuldregelingsvoorstellen en wil het kabinet dat zoveel mogelijk gemeenten aansluiten op het schuldenknooppunt en de verwijsindex schuldhulpverlening. De gemeente gaat hier op aansluiten. Een andere vernieuwende aanpak is de proef die start met een ruimere bijverdienstenregeling voor mensen in de bijstand.

Leidse sleutelpas

In het beleidsakkoord is opgenomen dat we de invoering van een Leidse Sleutelpas gaan onderzoeken. Deze ‘meedoen-pas’ is bedoeld voor sport en cultuur, met korting voor Leidenaars met een laag inkomen. Bij het onderzoek wordt rekening gehouden met bestaande fondsen en gekeken naar kansen voor co-financiering door partners. Afhankelijk van de keuzes en het besluit van het college wordt in 2024 de invoering van de Leidse sleutelpas verder uitgewerkt.


Project mondzorg

In 2023 is bureau BS&F namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een onderzoek gestart over de mijding van mondzorg om financiële redenen. Dit heeft geleid tot een conceptrapport waarin de inzet van gemeenten is beschreven. De conclusie is dat de oplossing voor de mijding van mondzorg om financiële redenen niet alleen bij gemeenten ligt. Gemeenten kunnen echter wel een goede basis bieden in de bestrijding van de mijding van mondzorg om financiële redenen. In het conceptrapport hebben is daarom een stappenplan uitgewerkt voor gemeenten om deze solide basis te creëren. In 2023 is in samenwerking met o.a. Leiden, een handreiking geschreven. We werken uit hoe we hier in Leiden vorm aan gaan geven op basis van de adviezen uit de handreiking en het stappenplan.

Speerpunten voor 2024:

  • We ontwikkelen in 2024 de nieuwe regionale aanpak laaggeletterdheid
  • Begin 2024 is de gemeentelijke gezinsaanpak geletterdheid vormgegeven
  • We werken verder aan het beleidsplan Armoede 2024 - 2027 (eind 2023 voorgelegd aan de raad)
  • We ontwikkelen in 2024 een nieuw beleidsplan schuldhulpverlening
  • EHBG benadert jongeren actief om te voorkomen dat er problematische schulden ontstaan
  • Tijdens het schuldhulpverleningstraject van jongeren bij de Stadsbank wordt intensieve begeleiding geboden door hulpverlenende organisaties

Beleidsterrein 10A Arbeidsparticipatie

Doelen en prestaties bij 10A Arbeidsparticipatie

Doel

Prestatie

10A1 Leidenaars hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk

10A1.1 Inzetten van re-integratie en participatievoorzieningen

10A1.2 Aanbieden volwasseneneducatie

10A1.3 Inzetten dienstverlening voor jongeren, statushouders en migranten

10A2 Mensen met loonwaarde onder het wettelijk minimumloon werken zo regulier mogelijk

10A2.1 Inzetten sociale werkvoorziening

10A2.2 Inzetten beschut werk

10A2.3 Inzetten loonkostensubsidie

10A1 Leidenaren hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Nog nooit waren er zoveel mensen aan het werk. Ondanks de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie, blijft de krapte op de arbeidsmarkt groot. Het Centraal Plan Bureau (CPB) gaat uit van een lichte stijging van de werkloosheid in 2024, maar deze blijft nog steeds relatief laag. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat de personeelstekorten iets zullen afnemen, maar dat de vraag naar personeel historisch gezien hoog blijft. Dit komt omdat personeelskrapte grotendeels structurele oorzaken heeft, zoals vergrijzing, ontgroening en mismatch. Een aantal sectoren heeft structureel te maken met een tekort aan arbeidskrachten (bijvoorbeeld techniek, bouw, zorg en ICT). Tegelijkertijd zijn er nog steeds mensen aangewezen op een uitkering. Een klein deel daarvan vindt op eigen kracht werk. Voor een grote groep is dat minder vanzelfsprekend, bijvoorbeeld vanwege lichamelijke en/of psychische beperkingen. Voor hen is intensieve ondersteuning bij het aanpakken van die problematiek nodig om mee te kunnen doen.

Ontwikkelingen in de arbeidsmarktregio Holland Rijnland

Vanaf 2024 werken we als centrumgemeente van Holland Rijnland samen met andere gemeenten, UWV, onderwijs, bonden en werkgevers aan de inrichting van de toekomstige arbeidsmarktdienstverlening. Het kabinet reikt hiervoor de kaders aan. Het is in ieder geval duidelijk dat er in elke arbeidsmarktregio één (fysiek en digitaal) loket komt, dat toegang biedt tot dienstverlening op het gebied van werk en scholing. Wanneer er meer nodig is dan informatie en advies worden mensen verwezen naar de dienstverlening die ze nodig hebben, bijvoorbeeld van DZB of UWV. Implementatie is voorzien in 2025. Vooruitlopend hierop heeft de arbeidsmarktregio onderzoek laten doen naar de behoeften van werkgevers, werkenden en werkzoekenden. Dit dient als basis voor de inrichting. Ook doen we sinds juni 2023 ervaring op met het Werkcafé, waar inwoners op dinsdagochtend zonder afspraak terecht kunnen in het stadskantoor voor gratis advies over werk of scholing. Met dit initiatief beogen we iedereen te bereiken die graag wil werken, ander werk wil of wil omscholen, mensen met en zonder uitkering, werkenden en niet-werkenden. Met de partners in de arbeidsmarktregio Holland Rijnland zetten we bovendien in op een Human Capital aanpak, waarbij scholing van kandidaten naar tekortsectoren daar waar mogelijk wordt uitgebreid.

Werken en leren combineren

DZB biedt steeds meer mogelijkheden om binnen het eigen bedrijf werken en leren te combineren. Mensen kunnen zich in hun eigen tempo en met voldoende en de juiste begeleiding ontwikkelen om daarna door te stromen naar een ander bedrijf in de regio. Voor mensen die aangewezen zijn op een beschutte werkplek biedt DZB deze werkplekken. DZB zoekt naar innovatieve manieren om passend werk met ontwikkelmogelijkheden te kunnen blijven bieden. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken wat recente ervaringen met basisbanen in verschillende steden zijn en of en op welke wijze basisbanen van toegevoegde waarde kunnen zijn in Leiden. Als betaald werk nog niet of niet meer mogelijk is wordt gezocht naar een andere vorm van meedoen aan de samenleving die past bij wat iemand nog wel kan. Dat kan bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk of een andere manier waarop iemand weer meedoet en meetelt in de maatschappij. DZB werkt daarbij samen met organisaties in de stad. Daarnaast wordt bij andere gemeenten gekeken naar de ervaringen met basisbanen. Niet voor niets is het motto van DZB ‘Samen werken aan een wereld waarin iedereen meedoet’.

Verrekenen van inkomsten

Voor een deel van de mensen die bijstand ontvangen is deeltijdwerk het maximaal haalbare. Op dit moment gelden er verschillende regels rond bijverdienen. Daarom presenteerde het kabinet eind 2022 een wetsvoorstel waarin bijverdiensten een volledig jaar voor 15% buiten beschouwing blijven. De vrijstelling geldt voor een jaar. Ook in Leiden is de wens om bijverdienmogelijkheden te verruimen er. Dit is bijvoorbeeld naar voren gebracht in de Motie 'Werken in de bijstand loont' (M.21.0067.19) waarin het college wordt verzocht met een voorstel te komen voor een pilot waarbij mensen tijdens de bijstand de mogelijkheid krijgen een bedrag bij te verdienen zonder dat dit effect heeft op belasting en toeslagen.

10A1.2 Aanbieden volwasseneneducatie

Om belangrijke basisvaardigheden te versterken en vergroten werken we in Leiden samen in verschillende samenwerkingsverbanden, waaronder het Taalpact Leiden-Leiderdorp. In 2024 vormen we een nieuwe regionale aanpak op laaggeletterdheid. We kijken daarbij naar wat we hebben geleerd van de aanpak 2020-2024, waar we kunnen versterken en ook waarin de samenleving is veranderd en kennis over basisvaardigheden is gegroeid. Hiervoor wordt de aanpak 2020-2024 eind 2023 geëvalueerd en in 2024 meegenomen bij het voorstel voor een het nieuwe plan. Een van de onderdelen waar we op focussen is monitoren en evalueren. Het Rijksprogramma Tel mee met Taal, waaruit de decentralisatiemiddelen laaggeletterdheid voorkomen, loopt tot en met 2024 en het is nog onduidelijk of dit voortgezet wordt.

10A1.3 Inzetten dienstverlening voor jongeren, statushouders en migranten

We ondersteunen jongeren, statushouders en migranten richting werk, onderwijs, stage of activering. Bijvoorbeeld door ondersteuning bij taalacquisitie en (interculturele) communicatie. De ondersteuning van jongeren is aangesloten bij de Aanpak Jeugdwerkloosheid die eind 2020 is gestart en ook in 2024 doorloopt. Jongeren in de meest brede zin, ook niet-uitkeringsgerechtigde jongeren, worden ondersteund bij sollicitatietrainingen en bij trajecten richting werk of onderwijs.

Uitkeringsgerechtigde migranten met veelal een niet-westerse migratieachtergrond krijgen een traject aangeboden dat gericht is op taalacquisitie in combinatie met het doorlopen van een taalstage en bemiddeling naar een baan. Dit vindt plaats in samenwerking met DZB. Sinds 1 januari 2022 is de Wet Inburgering 2021 van kracht. De gemeente voert regie op het inburgeringstraject voor statushouders en gezinsmigranten. Onderdeel hiervan is het bieden van ondersteuning en begeleiding voor alle inburgeraars tijdens het traject. Daarnaast wordt een voorbereidingstraject mbo aangeboden. Hiermee kunnen jongeren vakken volgen, aangeboden door docenten en trainers die hen voorbereiden op een toekomst in het mbo. Ook reguliere, niet-inburgeringsplichtige jongeren kunnen gebruikmaken van (een deel van) deze voorbereiding om te werken aan hun deficiënties en zo toegang te krijgen tot het onderwijs.

Voor 2024 en de jaren daarna is een structureel verhoogde taakstelling voorzien, alsmede een hoge instroom van gezinsmigranten. Hierdoor zal het onderdeel Leidse Inburgering groeien in capaciteit. Daarnaast leidt het tekort op de arbeidsmarkt, met name het tekorten aan docenten, tot verhoogde druk op de uitvoering.

10A2 Mensen met loonwaarde onder het wettelijk minimumloon werken zo regulier mogelijk

DZB bemiddelt bij voorkeur naar werkgevers in de regio, ook voor mensen met een loonwaarde onder het wettelijk minimumloon. Voor een deel van hen is regulier werk niet direct haalbaar, maar lukt dit na een periode van werken en leren bij DZB wel. DZB is in 2023 gestart met een pilot voor ontwikkelbanen: het opdoen van werkervaring bij DZB en nieuwe vaardigheden leren waarmee ze naar een baan bij een reguliere werkgever kunnen doorstromen. Deze pilot was succesvol en wordt daarom ook in 2024 ingezet. Daarnaast biedt DZB beschutte werkplekken voor diegene die het nodig hebben. Soms is ook een beschutte werkplek (nog) niet mogelijk. Er wordt dan gezamenlijk gekeken welke eerste stap nodig is om mee te kunnen doen in de maatschappij. Elke stap om mee te doen telt en vaak volgen daarna ook volgende stappen naar betaald werk.

Dagbesteding

Op het DZB-terrein aan de Nachtegaallaan vinden steeds meer activiteiten plaats die, naast het bieden van werk en ontwikkelmogelijkheden, ook bijdragen aan een duurzame stad. De afdeling Circulair Hout breidt de werkzaamheden verder uit, daarnaast is in 2023 op beperkte schaal gestart met een kweektuin waar biologische planten worden gekweekt voor het Leidse project ‘Samen aan de Slag’. De verwachting is dat dit in 2024 wordt uitgebreid. Ook wordt het wijkleren voortgezet in de wijken waarin de pilot van het Wijkleerbedrijf heeft plaatsgevonden en wordt de werkwijze vanaf 2024 uitgebreid naar andere wijken in Leiden. In het kader van Simpel Switchen gaat DZB samen met dagbestedingsorganisaties aan de slag om de overgang tussen dagbesteding en werk makkelijker te maken. DZB verkende in 2023 de mogelijkheden om in 2024 met een Switch-afdeling te starten waar de stap tussen beide vormen zo goed mogelijk voorbereid kan worden.

Landelijke ontwikkelingen

Landelijk zijn er zorgen over de financiering van de sector van sociaal ontwikkelbedrijven. Deze zorgen worden ook in Leiden gedeeld. Er is meer geld nodig voor het ontwikkelen van mensen en het bieden van werk aan mensen die (nog) nergens anders kunnen werken. Er is in 2023 echter nog geen zicht op extra structurele middelen voor sociaal ontwikkelbedrijven en loonkostensubsidie en een budget voor begeleiding zijn niet toereikend. In de afgelopen periode zijn er meerdere onderzoeken gedaan die relevant zijn voor DZB en waar DZB ook bij is betrokken. Een onderzoek naar de toekomstige infrastructuur van de sociaal ontwikkelbedrijven en een onderzoek naar de financiering van Beschut werk. Daarnaast is er in de arbeidsmarktregio onderzoek gedaan naar de regionale mogelijkheden en behoeften bij het vormgeven van het regionale werkbedrijf. Verder zijn er opnieuw wijzigingen in de Participatiewet aangekondigd. Deze ontwikkelingen worden op de voet gevolgd.

Effectindicatoren bij 10A Arbeidsparticipatie

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2024

2025

2026

2027

Doel 10A1 Leidenaars hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk

10A1.a Netto arbeidsparticipatie, % werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking

69% (2020)
71% (2021)
73% (2022)

73%

73%

73%

73%

CBS
(wsjg - BBV)

10A1.b Aantal banen per 1.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar

812 (2020)
832 (2021)
853 (2022)

850

850

850

850

LISA
(wsjg - BBV)

10A1.c Werkloze jongeren, percentage 16- tot en met 22-jarigen

1% (2019)
1% (2020)
1% (2021)

1%

1%

1%

1%

CBS (wsjg-BBV)

10A1.d Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15-64 jaar

158 (2020)

129 (2021)

117 (2022)

120

120

120

120

CBS
(wsjg - BBV)

10A1.e** Aantal gestarte trajecten basisvaardigheden

258 (2022)

265

270

275

280

Taalschool

10A1.f** Percentage succesvolle uitstroom

79% (2022)

80%

80%

80%

80%

Taalschool

10A1.g** Gemiddelde trajectwaardering

8,2 (2022)

8,3

8,4

8,5

8,5

Taalschool

Doel 10A2 Mensen met loonwaarde onder het minimumloon werken zo regulier mogelijk

10A2.a Aantal volledige banen in de WSW uitgedrukt in standaardeenheden (SE)***

710 (2020)

660 (2021)

621 (2022)

536

501

469

438

DZB

10A2.b Aantal loonkostensubsidie banenafspraak
(via DZB)

160 (2020)

180 (2021)

194 (2022)

250

275

300

325

DZB

10A2.c Aantal nieuw beschut werk

27 (2020)

37 (2021)

49 (2022)

61

71

81

91

DZB

10A2.d Aantal opstapsubsidies eerste jaar****

18 (2020)

13 (2021)

8 (2022)

20

20

20

20

DZB

* De verwachting is dat de krappe arbeidsmarkt de komende jaren zal blijven aanhouden (zie 10A1). Veranderingen op de arbeidsmarkt of in economische omstandigheden kunnen er echter voor zorgen dat deze cijfers komende jaren kunnen afwijken van de verwachting.
** Toelichting toegevoegde indicatoren: Met motie 20.0102/02: ‘Weten wat je wilt’ is het college gevraagd om kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen te formuleren per indicator uit het Regionaal Programma Integrale Aanpak Laaggeletterdheid (RV 20.0102). Met wethoudersbrief Z/22/3459975 ‘Status motie 'Weten wat je wilt'’ heeft de wethouder u geïnformeerd over de streefwaarden die worden opgenomen in de P&C cyclus.
*** Toelichting 10A2.a: Deze effectindicator wordt gewijzigd. In voorgaande jaren werd bij deze effectindicator het aantal volledige banen in de Wsw (uitgedrukt in Standaard Eenheden) bij DZB in dienst weergegeven. Mensen die met een Wsw indicatie in het kader van Begeleid Werken bij een reguliere werkgever in dienst zijn werden daarin niet mee genomen. Deze mensen worden voortaan wel meegeteld. De realisatiecijfers voor de jaren 2020, 2021 en 2022 en de streefwaarden van 2023 tot en met 2027 zijn hierop aangepast.
**** De streefwaarden voor indicator 10A2.d zijn verlaagd van 40 naar 20. Sinds 2020 is het aantal gerealiseerde banen met opstapsubsidie lager dan 20. Dit terwijl er voor 40 opstapbanen budget wordt gereserveerd. Dit budget wordt grotendeels niet ingezet. Daarom is een streefwaarde van 20 reëler. DZB bemiddelt mensen bij voorkeur zonder inzet van opstapsubsidie naar werk. Opstapsubiside wordt alleen ingezet als dat nodig is.

Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.

Beleidsterrein 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima

Doelen en prestaties bij 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima

Doel

Prestatie

10B1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement

10B1.1 Ondersteunen van mensen die gebruik maken een bijstandsuitkering om actief te zijn in de samenleving en niet ín een sociaal isolement te raken

10B2 Armoedebestrijding

10B2.1 Behandelen aanvragen individuele bijzondere bijstand en individuele inkomenstoeslag

10B2.2 Verstrekken (bijdrage in) premie Collectieve Ziektekostenverzekering Minima

10B2.3 Verstrekken tegemoetkoming kinderopvang op Sociaal Medische Indicatie

10B2.4 Kwijtschelding gemeentelijke heffingen

10B2.5 Subsidies minimabeleid

10B1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement

Binnen de SSB richt het thema Basiskracht zich op basisvaardigheden om mee te kunnen doen in de samenleving (zie ook Programma 9). De activiteiten zijn voor iedereen toegankelijk maar vooral bedoeld voor inwoners voor wie het aanleren van deze vaardigheden niet vanzelfsprekend is of waar sprake is van een (mogelijke) achterstandsituatie. BuZz Leiden voert de opdracht Basiskracht in de SSB uit. BuZz helpt mensen met een afstand tot de maatschappij te participeren door het ontwikkelen van hun kennis, vaardigheden en netwerk (denk aan taalvaardigheid, sociale vaardigheden of financiële redzaamheid). BuZz probeert de mensen die zich op trede 1 of 2 van de participatieladder bevinden te activeren. In 2024 wordt een tussenevaluatie uitgevoerd met betrekking tot opdrachten in de Sterke Sociale Basis, waaronder BuZz.

Voor minima bestaat de mogelijkheid om voordelig aanvullend verzekerd te zijn via de collectieve zorgverzekering via de gemeente. Daarnaast is onder andere via Stichting Leergeld en het maatwerkbudget bij de Sociaal wijkteams, Stadsbank en (in de toekomst) BuZz ondersteuning mogelijk.

Positie op de participatieladder

Aantal personen op 31-12-2022, minimaal 2 jaar in uitkering

1 Geïsoleerd

220

2 Sociale contacten buiten de deur

942

3 Deelname georganiseerde activiteiten

467

4 Onbetaald werk

341

5 Betaald werk met ondersteuning

208

6 Betaald werk

35

onbekend

45

Totaal

2258

Deze tabel met uitkeringsontvangers op de participatieladder geeft inzicht in de ontwikkeling van de doelgroep en het bereiken van de prestaties van doel 10B. Deze tabel wordt jaarlijks opgenomen, zowel in de begroting als in de jaarrekening (realisatie).

10B2 Armoedebestrijding
De inflatie blijft leiden tot onzekerheid en minder koopkracht voor Leidenaars met een laag inkomen. De rijksoverheid heeft maatregelen genomen, zoals het verhogen van het minimumloon en uitkeringen. Er zijn plannen vanuit het rijk om ook in 2024 maatregelen te nemen via de aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden. Maatregelen die mogelijk getroffen gaan worden om (kinder)armoede te verminderen zijn bijvoorbeeld: Verruimen bijverdiengrenzen Participatiewet, wetsvoorstel breed offensief, tegengaan van niet-gebruik van voorzieningen, betere toegang tot (mond)zorg voor minima en kinderen, financiële educatie voor kinderen en jongeren.

Tegelijk doen we in Leiden ook wat we kunnen om inwoners met een laag besteedbaar inkomen te ondersteunen. In 2023 is er door het Nibud een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van de armoederegelingen in Leiden. Uit deze rapportage bleek dat dat we voldoende regelingen hebben om goede ondersteuning te bieden aan bijna alle inwoners met een laag inkomen. Er is nog terrein te winnen op het bereik van deze regelingen. Daarom is het voorstel van college richting de raad om in het nieuwe beleidsplan Armoede 2024-2027 voort te bouwen op het oude armoedebeleid, te verbeteren waar mogelijk en te focussen op het vergroten van het bereik van de regelingen.

Subsidies Minimabeleid

In 2024 wordt met het nieuwe armoedebeleid, dat eind 2023 aan de raad wordt voorgelegd, voorgesteld om nieuwe streefwaarden voor prestatie 10B2.5 op te nemen. Dit is naar aanleiding van de motie 22.0083.01 ‘Streefcijfers verbinden aan het armoedebeleid’. Nadat de gemeenteraad het beleidsplan heeft vastgesteld, kunnen de indicatoren worden toegevoegd.

Beleidsterrein 10C Inkomensvoorzieningen

Doelen en prestaties bij 10C Inkomensvoorzieningen

Doel

Prestatie

10C1 Leidenaars (18 t/m AOW-leeftijd) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning

10C1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen Participatiewet, Ioaw, Ioaz, Bbz- inkomensvoorzieningen

10C1.2 Uitvoeren fraudepreventie en opsporen uitkeringsfraude

10C1.3 Uitvoeren terugvordering en verhaal

10C1 Leidenaars (18 t/m AOW-leeftijd) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning
Het aantal bijstandsuitkeringen daalde sinds corona en is in 2023 grotendeels stabiel. In de eerste helft van 2023 nam het aantal licht toe, dit volgt de toename in het aantal vestigingen van statushouders in deze periode als ook de ontwikkelingen in economie en arbeidsmarktmarkt.

Effectindicatoren bij 10C Inkomensvoorzieningen

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2024

2025

2026

2027

Doel 10C1 Leidenaars (18 t/m 64 jaar) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning

10C1.a Personen met een bijstanduitkering, aantal per 1.000 inwoners*

40,9 (2019)

42,6 (2020)

45,5 (2021)

45,5

45,0

44,5

44,0

CBS
(wsjg - BBV)

10C1.b % ontvangen bedrag van het totaalsaldo vorderingen (Incassoquote)

14% (2020)
12% (2021)
15% (2022)

15%

15%

15%

15%

W&I

10C1.c Percentage huishoudens dat ten minste één jaar een inkomen heeft tot 120% van het sociaal minimum*

14,6% (2019)

14,3% (2020)

14,0% (2021)

14%

14%

14%

14%

CBS

10C1.d Aantal Leidenaars dat langdurig in armoede leeft*

4.600 (2019)

4.600 (2020)

4.500 (2021)

4550

4600

4550

4500

CBS

* De opgenomen streefwaarden geven een inschatting voor de komende jaren, waarbij gewerkt en gestreefd wordt om het aantal (binnen ons bereik en mogelijkheden) zo laag mogelijk te krijgen. Echter, economische omstandigheden, de arbeidsmarkt en (beleids-)keuzes vanuit het Rijk spelen een grote rol in deze cijfers.
Algemeen: ten opzichte van de Programmabegroting 2023-2026 is indicator 10C1.c '% percentage personen met schuld, inclusief fraude met wie nog geen afspraak tot aflossing is gemaakt' niet meer opgenomen. De cijfers voor deze effectindicatoren geven geen valide beeld van de werkelijkheid en kunnen niet betrouwbaar uit de systemen worden gehaald.

Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.

Beleidsterrein 10D Schuldhulpverlening

Doelen en prestaties bij 10D Schuldhulpverlening

Doel

Prestatie

10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen

10D1.1 Uitvoeren van vroegsignalering, preventieve maatregelen, stabilisatietrajecten en budgetbeheer

10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost

10D2.1 Uitvoeren schuldhulpverlening

We helpen inwoners uit Leiden bij het voorkomen, beheersbaar maken en oplossen van schulden. Dit gebeurt bijvoorbeeld via preventie zoals lesgeven op voortgezet en middelbaar onderwijs, hulp bij belastingaangifte, begeleiding bij thuisadministratie en online zelfhulp. Eerste Hulp Bij Geldzorgen (EHBG; vroegsignalering) probeert zoveel mogelijk inwoners die een betalingsachterstand hebben in de vaste lasten te bereiken en hulp aan te bieden. De extra inzet hierop wordt voortgezet tot 2027. Ook aankomend jaar proberen we zoveel mogelijk jongeren met schulden te bereiken. De Stadsbank helpt inwoners met het oplossen van hun schulden via een betalingsregeling, schuldbemiddeling of een saneringskrediet, waarbij we zoveel mogelijk inzetten op het overnemen van de schulden door het verstrekken van een saneringskrediet.

In juni 2022 heeft de minister de kamerbrief ‘aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ aan de Tweede Kamer aangeboden waarin het doel is om het aantal mensen dat in armoede leeft te halveren in 2030 en het aantal kinderen dat in armoede opgroeit te halveren in 2025 ten opzichte van 2015. Daarnaast wil de minister ook het aantal huishoudens in problematische schulden in 2030 gehalveerd hebben ten opzichte van 2015. Om deze doelen te bereiken staan in de aanpak diverse interventies op het gebied van schuldhulpverlening. Zo is per 1 juli 2023 het schuldregelingstraject van de minnelijke schuldsanering natuurlijke personen en de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen verkort van 36 maanden naar 18 maanden. Het komende jaar zal door deze verkorting onderzocht worden hoe de begeleiding en nazorg verbeterd en geïntensiveerd kan worden om recidive te voorkomen. We gaan daaarnaast in 2024 het huidige beleidsplan evalueren en werken aan een nieuw beleidsplan schuldhulpverlening, waarin deze wijzigingen worden meegenomen.

Effectindicatoren bij 10D Schuldhulpverlening

Effectindicator

Realisatie*

Streefwaarden

Bron

2024

2025

2026

2027

Doel 10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen.

10D1.a.Het gemiddelde schuldbedrag van particulieren die zich bij de schuldhulpverlening hebben gemeld**

-

€37.000

€36.000

€36.000

€35.000

Stadsbank

10D1.b Het gemiddelde aantal schuldeisers van particulieren die zich bij de schuldhulpverlening hebben gemeld**

-

13

12

12

11

Stadsbank

10D1.c Het percentage particuliere aanvragers voor schuldhulpverlening, dat eerder (binnen een periode van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag) een minnelijk of wettelijk traject hebben doorlopen

-

5%

4%

4%

3%

Stadsbank

10D1.d Aantal ex-ondernemers dat zich meldt bij de Stadsbank***

-

20

20

20

20

Stadsbank

10D1.e Aantal ondernemers dat zich meldt bij de Stadsbank

-

60

60

60

60

Stadsbank

10D1.f Aantal meldingen signaalpartners Eerste Hulp Bij Geldzorgen

-

500

500

500

500

EHBG

10D1.g Het percentage inwoners waarbij via Eerste Hulp Bij Geldzorgen daadwerkelijk contact tot stand is gekomen met de inwoner

-

19%

20%

21%

22%

EHBG

10D1.h Het percentage waarbij de inwoner hulp via Eerste Hulp Bij Geldzorgen accepteert

-

8%

9%

9%

10%

EHBG

Doel 10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost

10D2.a Aantal gestarte schuldregelingen****

-

110

110

120

120

Stadsbank

10D2.b Aantal geslaagde schuldbemiddelingstrajecten

-

40

40

30

30

Stadsbank

10D2.c Aantal geslaagde saneringskredieten

-

100

100

110

110

Stadsbank

Algemeen: De effectindicatoren voor schuldhulpverlening zijn aangepast omdat we voortaan onderscheid willen maken tussen particulieren en ondernemers (zie effectindicator 10D1.a tot en met 10D1.e). In verband met de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 2021 waarin we, naast schuldhulpverlening, ook vroegsignalering (via Eerste Hulp Bij Geldzorgen) uitvoeren zijn drie nieuwe effectindicatoren toegevoegd die te maken hebben met de vroegsignalering (zie effectindicator 10D1.f tot en met 10D1.h). Ook maken we voortaan onderscheid tussen schuldbemiddelingen en saneringskredieten (zie prestaties 10D2.a tot en met 10D2.c). Dit doen we omdat in het beleidsakkoord is aangegeven dat we zoveel mogelijk schulden van inwoners overnemen door middel van een saneringskrediet.
* Door de wijzigingen bij de effectindicatoren is het niet mogelijk om de realisatiewaarden van de afgelopen jaren te vermelden. De huidige effectindicatoren worden gemeten vanaf 2023 en worden vanaf 2024 gerapporteerd.
** Streefwaarden zijn gebaseerd op het jaarverslag NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet).
*** Streefwaarden zijn een schatting omdat er geen cijfers voorhanden zijn. Streefwaarden zijn nu vastgesteld op een derde van de ondernemers die zich aanmelden voor schuldhulpverlening als indicatie.
**** Streefwaarden zijn gebaseerd over de behaalde resultaten van de afgelopen jaren (rekening houdend met het effect van corona in deze jaren), er wordt een stijging van het aantal schuldregelingen verwacht in de komende jaren.

Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.

Kaderstellende beleidsstukken

Inleiding

10A

  • Re-integratieverordening Participatiewet 2017 (RV 17.0046)
  • Beleidsplan ‘Werk en Participatie’ 2019-2023 (RV 19.0110)

10B

  • Beleidsplan Armoedebeleid 2019-2022 (RV 18.0127)
  • Verordening Individuele Studietoeslag Participatiewet 2015 (RV 14.0141)
  • Verordening individuele inkomenstoeslag Leiden 2015 (RV 14.0111)

10C

  • Notitie en verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 (RV 14.0105)
  • Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 (RV 16.0048)

10D

  • Beleidsplan schuldhulpverlening Leiden 2021-2024; Schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller! (RV 20.0145)

Programmakosten

Werk en inkomen
bedragen x 1.000,-

 

Rekening
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Meerjarenraming

2025

2026

2027

Arbeidsparticipatie

Lasten

38.155

44.807

41.755

39.434

38.942

38.951

 

Baten

-16.832

-16.683

-15.877

-15.188

-15.195

-15.201

Saldo

 

21.323

28.124

25.878

24.246

23.747

23.750

Maatsch. participatie en onderst. minima

Lasten

21.462

18.376

11.225

10.788

10.477

10.477

 

Baten

-1.664

-1.127

-503

-503

-503

-503

Saldo

 

19.798

17.249

10.722

10.285

9.974

9.974

Inkomensvoorzieningen

Lasten

59.539

61.531

63.410

63.410

63.410

63.410

 

Baten

-53.266

-54.168

-56.285

-56.285

-56.285

-56.285

Saldo

 

6.273

7.363

7.125

7.126

7.126

7.126

Schuldhulpverlening

Lasten

3.036

3.881

3.939

3.938

3.938

3.578

 

Baten

-452

-645

-672

-671

-669

-669

Saldo

 

2.584

3.236

3.267

3.267

3.269

2.909

Programma

Lasten

122.192

128.595

120.328

117.572

116.768

116.417

 

Baten

-72.214

-72.624

-73.337

-72.647

-72.652

-72.658

Saldo van baten en lasten

 

49.978

55.971

46.992

44.925

44.116

43.759

Reserves

Toevoeging

11.988

3.901

23

0

0

0

 

Onttrekking

-2.529

-8.606

-1.461

-839

-539

-179

Mutaties reserves

 

9.459

-4.705

-1.439

-839

-539

-179

Resultaat

 

59.437

51.266

45.553

44.086

43.577

43.580

Budgettaire ontwikkelingen ­
De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2024-2027. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.

Beleidsterrein Arbeidsparticipatie/Werk en Inkomen

In de begroting 2023 zijn diverse incidentele budgetten opgenomen, waardoor de lasten exclusief indexering in 2024 afgerond 1,175 miljoen lager zijn. Het betreft de regionale budgetten 'Dichterbij dan je denkt' (246.000), Crisisdienstverlening (204.000) en Regionaal werkbedrijf (120.000) en de lokale budgetten Intensivering re-integratie (405.000) en implementatie Inburgering (200.000).
De kosten en opbrengsten inburgering in 2024 zijn 730.000 lager. Dat heeft een technische achtergrond. De raming 2024 moet namelijk nog worden verhoogd. Dat zal begin 2024 plaatsvinden bij de eerste technische wijziging van de begroting. De regionale lasten en baten van de wet educatie beroepsonderwijs (WEB/volwassenenonderwijs) zijn 396.000 lager in 2024, omdat er in 2023 een intensivering plaatsvindt van
396.000 gedekt vanuit de balansreserve WEB (onderbestedingen uit voorgaande jaren).

Beleidsterrein Arbeidsparticipatie/DZB

De lasten dalen per saldo met 627.000 als gevolg mutatie van rijkssubsidies die via de algemene uitkering ontvangen worden voor respectievelijk de WSW (daling ad 702.000) en de Trajectbegeleiding (stijging ad 75.000). De daling bij de WSW betreft de door het Rijk geprognosticeerde daling van het aantal arbeidsjaren van WSW’ers. Daarnaast heeft DZB in de rol van centrum gemeente arbeidsregio Holland Rijnland in 2023 éénmalige middelen beschikbaar gekregen van 252.000. Deze middelen worden ingezet voor projecten gericht op arbeidsparticipatie binnen de Leidse arbeidsregio/ Holland Rijnland. Door indexering nemen de lasten toe met 1.338.000 en de baten met 402.000.

Beleidsterrein Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima
In de begroting 2023 zijn diverse incidentele budgetten opgenomen, waardoor de lasten in 2024 exclusief indexering afgerond 7,1 miljoen en de baten afgerond 0,6 miljoen lager zijn. Het betreft de energietoeslag van 500 (4,42 miljoen), bijzondere bijstand extra energiekosten (1,2 miljoen), leefgelden Oekraïne (1,683 miljoen), opbrengst te declareren leefgelden van Oekraïnse vluchtelingen in particuliere opvang (644.000), vergoeding dierenarts-kosten (75.000), extra maatwerkbudget (100.000), menstruatie-armoede (15.000), extra subsidie stichting Urgente Noden (12.500) en extra subsidie Voedselbank (12.500).
De doelgroep van de stichting Leergeld wordt tijdelijk verhoogd van 120% naar 130% en het Jeugdeducatie-fonds en het Volwassenenfonds Sport en Cultuur worden ook in 2024 voortgezet. De kosten bedragen in totaal 420.000 en worden gedekt uit de reserve sociaal domein (kaderbrief 2023-2027).
Doordat de opbrengst afvalstoffenheffing met 400.000 (exclusief indexering 2024) en de opbrengst riool-heffing kwijtschelding met 660.000 (inclusief indexering 2024) worden verhoogd vanwege prijsstijgingen in 2023, zijn ook de ramingen kwijtschelding afvalstoffenheffing en kwijtschelding rioolheffing verhoogd.

Beleidsterrein Inkomensvoorzieningen
Er zijn geen relevante afwijkingen.

Beleidsterrein Schuldhulpverlening
Het zorgt niet voor een toename van de lasten t.o.v. 2023, maar relevant is wel dat de extra inzet op Eerste Hulp bij Geldzorgen intensivering wordt voortgezet tot 2027. Hiermee is 360.000 per jaar gemoeid (kaderbrief 2023-2027).


Reserves

Reserves programma 10
bedragen x 1.000,-

 

Rekening
2022

Begroting
2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

DZB Bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw

Toevoeging

1.749

104

0

0

0

0

 

Onttrekking

-1.595

-1.372

0

0

0

0

Saldo

 

153

-1.268

0

0

0

0

DZB Reserve zachte landing rijksbez. Wsw

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-158

-183

-150

-150

-150

-150

Saldo

 

-158

-183

-150

-150

-150

-150

DZB Reserve frictiekosten ID/WIW DZB

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-29

-29

-29

-29

-29

-29

Saldo

 

-29

-29

-29

-29

-29

-29

Reserve Sociaal Domeins P10

Toevoeging

10.240

3.797

23

0

0

0

 

Onttrekking

-748

-7.022

-1.282

-660

-360

0

Saldo

 

9.491

-3.226

-1.260

-660

-360

0

Reserves programma 10

 

9.459

-4.705

-1.439

-839

-539

-179

Reserve DZB zachte landing rijksbezuinigingen WSW
De onttrekking van 149.884 is geraamd ter dekking van tijdelijke projecten, die gericht zijn op het opvangen van de effecten van de landelijk bezuinigingen op de WSW (wet sociale werkvoorziening).

Reserve DZB frictiekosten ID/WIW
Er is een onttrekking geraamd van 29.043. Dit is nodig om het geraamde tekort op de twee resterende WIW-dienstbetrekkingen te dekken. In 2014 is besloten om de WIW af te bouwen en is een bedrag gestort in de reserve om de toekomstige frictiekosten op te vangen.

Reserve Sociaal domein
Er wordt 179.671 onttrokken voor een intensivering Laaggeletterdheid. Deze regionale middelen zijn in de reserve 'geoormerkt' voor laaggeletterdheid, het betreft onderbestedingen uit voorgaande jaren. Er wordt
300.000 onttrokken voor het vergroten van bestaanszekerheid (beleidsakkoord 2022-2026).
Daarnaast is er een storting en een onttrekking inzake Inburgering geraamd van ieder 22.630. Deze ramingen kunnen vervallen, per saldo gebeurt er immers niets. Dit zal gebeuren via een technische wijziging.

Investeringen

Niet van toepassing

Subsidies

 

subsidiestaat 2023

subsidiestaat 2024

Subsidie saldo

2.320.371

2.373.432

­­Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 subsidies.