Programmabegroting 2026

3.1.10 Werk en inkomen

Programmanummer

10

Commissie

Werk en Middelen

Portefeuille(s)

Energie, Werk, & Inkomen en Cultuur
Kansengelijkheid, Jeugd & Onderwijs


De missie van het programma Werk en inkomen luidt:
Leiden wil een inclusieve stad zijn met een gunstig economisch klimaat, waarin alle Leidenaars kunnen deelnemen, zich kunnen ontwikkelen door middel van werk en maatschappelijke participatie en waar een vangnet is voor wie dat nodig heeft.

Inleiding

Elke Leidenaar heeft recht op bestaanszekerheid en gelijke kansen. Zorgen rondom armoede en stijgende inflatie blijven bestaan. We constateren dat de armoede-intensiteit toeneemt. Dit onderstreept het belang om onverminderd te blijven inzetten op effectieve maatregelen. De focus ligt op voldoende inkomen, deelname aan de samenleving en de arbeidsmarkt en het voorkomen van schulden. Wij zetten alle mogelijkheden die we als gemeente hebben in om inwoners zekerheid te bieden. Daarbij richten we ons op het vergroten van het bereik van regelingen en interventies die goed werken. In combinatie met loketfuncties in de wijk én de samenwerking in het nieuwe Werkcentrum Holland Rijnland helpen we mensen aan het werk te komen of te groeien in werk, zetten we in op het voorkomen van schulden en ondersteunen we mensen die geïsoleerd leven om mee te doen aan de samenleving. Inkomen zou daarin geen rol moeten spelen. We anticiperen op de invoering van de Participatiewet in balans en onderschrijven het idee en de kern achter deze wet: meer vertrouwen, minder regels en meer ruimte voor maatwerk.

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Na een periode van forse banengroei komen er volgens het UWV ook in onze regio bijna geen banen meer bij. Verwacht wordt dat de personeelstekorten iets afnemen. Toch blijft er sprake van structurele tekorten, vooral in een aantal sectoren die in Leiden sterk vertegenwoordigd zijn. Denk hierbij aan de zorg, het onderwijs en de life sciences & health. Daarnaast blijft een deel van de inwoners afhankelijk van een uitkering. Voor een deel van deze inwoners is werken niet meer mogelijk en is sociale activatie het hoogst haalbare. Een relatief klein aantal van inwoners met een bijstandsuitkering kan zelfstandig de stap naar werk zetten, maar de grootste groep heeft daarbij intensieve ondersteuning nodig. Deze groep kan ook in 2026 blijven rekenen op maatwerk, begeleiding en passende re-integratie-instrumenten. We blijven hier als gemeente en DZB samen voor inzetten, maar we vervullen als centrumgemeente ook een belangrijke rol in het Werkcentrum Holland Rijnland.

DZB Leiden

DZB voert een belangrijk deel van het beleidsplan Werk en Participatie 2024-2027 uit. Daarnaast groeit DZB door naar een toekomstbestendig werkontwikkelbedrijf. In de tussenevaluatie Toekomstvisie DZB Leiden 2030 (Z/25/3824014, door college vastgesteld op 10 juni 2025) heeft DZB beschreven hoe de Toekomstvisie in de afgelopen vier jaar is uitgevoerd, wat de resultaten zijn en hoe DZB in de komende periode verder gaat.

Met het bekendmaken van de meicirculaire is er meer duidelijk geworden over de hoogte van de (extra) rijksbudgetten die de werkontwikkelbedrijven kunnen krijgen. Het doel hiervan is om de werkontwikkelbedrijven te versterken en toekomstbestendig te maken. We noemen dit het impulsbudget. In het kader hiervan is het in 2026 de bedoeling dat een deel van de huisvesting van de beschutte werkplekken aangepakt wordt. Voor de langere termijn worden de plannen nog verder uitgewerkt.

DZB zet in 2026 verder in op het versterken van de ontwikkelfunctie. Het doel is dat iedereen zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen in de zoektocht naar werk. Of om werkfit te blijven, zodat er zo goed mogelijk mee kan worden gedaan aan de samenleving. Dit komt voort uit de toekomstvisie DZB.

Participatiewet

De Participatiewet is toe aan herziening. De reden hiervan is dat de samenstelling van de doelgroep de laatste jaren sterk is veranderd en de complexiteit van de problematiek is toegenomen. Dit vraagt naast intensieve begeleiding steeds vaker om meer maatwerk. De wet wordt op deze ontwikkeling aangepast. De komende tijd bereiden we ons voor op het uitvoeren van de verschillende maatregelen uit het wetsvoorstel Participatiewet in Balans. De eerste maatregelen gaan vanaf januari 2026 in.

Studietoeslag

In juni 2025 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een motie om de uitvoering van de studietoeslag voor studenten met een functiebeperking over te hevelen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt al sinds 2015 bij de gemeente, doordat de studietoeslag onder de Participatiewet viel. Deze verantwoordelijkheid zal overgaan naar de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het is nog niet bekend wanneer dit gaat gebeuren. De studietoeslag is bedoeld voor studenten die vanwege hun beperking niet in staat zijn om naast hun studie te werken.

Tijdens raadsvergadering van 10 juli 2025 is de motie ‘Studenten met een beperking verdienen meer aangenomen’. In deze motie wordt verzocht om te lobbyen voor een uniforme regeling met een zo hoog mogelijke landelijke minimumtoeslag. De raad wordt hier voor het einde van het jaar over geïnformeerd.

Asielzoekers en werk

In 2026 geven we verder uitvoering aan de pilot Werk en Meedoen voor asielzoekers. De pilot is medio 2025 gestart en loopt door tot juli 2027. In 2026 bespreken de betrokken partijen regelmatig de voortgang. Het college en de raad krijgen twee keer per jaar informatie via de programmarapportage Oekraïners, statushouders en asielzoekers. De raad heeft bij de start van de pilot een brief ontvangen en krijgt aan het einde van de pilot opnieuw een brief.

Social Return on investment (SROI)

Er is een kwartiermaker aangesteld die in 2026 aan de slag gaat met herziening en implementatie van het SROI beleid. Het is de bedoeling om met de herziening van dit beleid beter dan nu het geval is, toekomstige aanbestedingen te koppelen aan onze maatschappelijke opgaven. De focus ligt op het bevorderen van een inclusieve arbeidsmarkt.

Inburgering

Het bestaande rijksbeleid rondom inburgering en asiel staat al langere tijd ter discussie. Tijdens deze regeerperiode is duidelijk geworden dat het een politieke wens is om de instroom van nieuwe statushouders te beperken. Met de val van het kabinet en als gevolg de de landelijke verkiezingen in het najaar 2025 is het nu nog niet duidelijk welke beslissingen de Rijksoverheid op welke termijn gaat nemen over de onderwerpen inburgering en asiel. Sommige opties die nu worden genoemd, zouden voor gemeente Leiden tot een financieel tekort van minimaal €200.000 en maximaal €750.000 kunnen leiden. Bijvoorbeeld het loslaten van de taakstelling asielzoekers en het wijzigen van de Wet Inburgering 2021 (door het schrappen van artikel 28 Huisvestingswet 2024). Inburgeringsmiddelen zijn namelijk gekoppeld aan deze huisvestingstaakstelling voor statushouders.

Sleutelpas

De Sleutelpas is een pas die ervoor zorgt dat iedereen in de stad mee kan doen. De Sleutelpas wordt per 1 januari 2026 ingevoerd. We beginnen met een goede basis van vast aanbod op de pas. Dit bestaat uit landelijke trekkers, zoals Blijdorp en Madurodam. Daarnaast wordt er lokaal aanbod toegevoegd, zoals voor de musea en bioscopen. Ook worden armoederegelingen via de pas beschikbaar gesteld. We zetten in om dit per 1 januari 2026 aan te bieden via een tegoed op de pas voor de mensen met een laag inkomen. In het najaar wordt het aanbod uitgebreid met acties van lokale ondernemers. Zo bouwen we samen aan een pas die inwoners uitnodigt om mee te doen.

Armoede en schuldhulpverlening

Het beleidsplan armoedebeleid 2024-2026 ‘Samen Sterker’ en het beleidsplan ‘Schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller’ lopen tot 1 januari 2027. Eind 2026 wordt één nieuw beleidsplan Armoede en Schulden voor de jaren 2027-2030 aan de raad voorgelegd. De reden voor het samenvoegen van de twee beleidsplannen is dat er veel raakvlakken zijn in de beide plannen. Denk hierbij aan visie en doelstelling, preventie, vroegsignalering, doelgroep en het bereiken van inwoners.

De jongerenraad heeft het college geadviseerd hoe zij bij de uitvoering van het beleidsplan schuldhulpverlening, beleidsplan armoede en uitvoeringsplan armoede expliciet aandacht kunnen besteden aan het informeren van jongeren over financiën en schuldhulpverlening. Het college zal hierover rapporteren bij de evaluatie van het beleidsplan schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller (herziene versie 2023) en beleidsplan armoede ’Samen sterker’.

Loketten in de wijk

We zetten het organiseren van loketten in de wijk voort en proberen deze waar mogelijk verder te ontwikkelen. Op deze manier kunnen inwoners op een laagdrempelige manier hulp vinden bij geldzorgen, financiële vragen of het aanvragen van regelingen.

Bouwdepot

In januari 2025 zijn zeven jongeren in een kwetsbare situatie gestart met de pilot ‘het Bouwdepot’. Eén jaar lang ontvangen deze jongeren elke maand leef- en leergeld ter hoogte van 1308,-. De jongere worden begeleid door Next Chapter. Dit is een samenwerking tussen de Binnenvest en Cardea. Het eerste evaluatiemoment met de projectleider vanuit de gemeente, stichting het Bouwdepot en de begeleiders heeft in april 2025 plaatsgevonden. Deze evaluatie was positief. In januari 2026 wordt de hele pilot geëvalueerd en wordt de gemeenteraad op de hoogte gesteld van de uitkomsten. Tijdens de bespreking van de kadernota is motie M.25.0050.85 aangenomen. Hierin wordt het college verzocht om indien de eindevaluatie van het onvoorwaardelijk inkomen voor dak- en thuisloze jongeren in 2026 positief is, in kaart te brengen wat ervoor nodig is in de vorm van organisatie en financiën om het Bouwdepot structureel te borgen in het armoedebeleid vanaf 2027.

Beleidsterrein 10A Arbeidsparticipatie

Doelen en prestaties bij 10A Arbeidsparticipatie

Doel

Prestatie

10A1 Leidenaars hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk

10A1.1 Inzetten van re-integratie en participatievoorzieningen

10A1.2 Aanbieden volwasseneneducatie

10A1.3 Inzetten dienstverlening voor jongeren, statushouders en migranten

10A2 Mensen met loonwaarde onder het wettelijk minimumloon werken zo regulier mogelijk

10A2.1 Inzetten sociale werkvoorziening

10A2.2 Inzetten beschut werk

10A2.3 Inzetten loonkostensubsidie

Arbeidsmarktregio Holland Rijnland

Het Werkcentrum Holland Rijnland is medio 2025 gestart. Iedereen met vragen over werk of (om)scholing kan bij het werkcentrum terecht. Samen met onze partners in de arbeidsmarktregio zorgen we ervoor dat we mensen op vier locaties in de regio kunnen ontvangen: het stadskantoor in Leiden, het gemeentehuis in Alphen aan den Rijn en de bibliotheken in Katwijk en Lisse. Wanneer er meer nodig is dan alleen informatie en advies worden mensen doorverwezen naar DZB, UWV, bonden of het onderwijs. Ook werkgevers kunnen bij dit loket terecht. We blijven het Werkcentrum in 2026 samen met onze partners verder ontwikkelen.

De gemeente Leiden heeft als centrumgemeente een regierol, maar werkt hierin nauw samen met de partners in het Regionaal Beraad Holland Rijnland. Dit zijn andere gemeenten, UWV, bonden, werkgevers en onderwijs. We werken ook voor het eerst aan een meerjarenagenda voor de komende vijf jaar. De meerjarenagenda wordt (net als de begroting) opgesteld in nauwe samenwerking met de partners in de arbeidsmarktregio. Na besluitvorming in het Regionaal Beraad stelt het college van Leiden de meerjarenagenda formeel vast. Vervolgens wordt de raad hierover geïnformeerd. De meerjarenagenda zal uiteindelijk leiden tot extra impulsen om vraag en aanbod in de arbeidsmarktregio nog beter bij elkaar te brengen. Bij voorkeur in cruciale sectoren en met extra aandacht voor groepen die minder makkelijk zonder hulp werk vinden. Daarbij zoeken we nadrukkelijk de verbinding met de Human Capital-inzet vanuit het economisch domein: zowel binnen Holland Rijnland als de Economic Board Zuid Holland. We staan nog aan de start. De kaders worden eind 2025 afgesproken, vanaf 2026 willen we – samen met het bedrijfsleven – concrete projecten starten.

Voor het organiseren van het Werkcentrum en het invullen van de regierol is via het gemeentefonds structureel 650.000 per jaar beschikbaar. Daarnaast ontvangt de arbeidsmarktregio tijdelijk budget voor gezamenlijke initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld werk of scholing. Dit is het impulsbudget voor de arbeidsmarktregio's. Het bedrag is tussen 2025 en 2030 gemiddeld 1 miljoen per jaar. Daarna wordt het budget afgebouwd tot 0 in 2034. In 2026 is 827.000 beschikbaar. De inzet van deze middelen gebeurt op basis van een begroting die in nauwe samenspraak met de partners in het Regionaal Beraad wordt opgesteld. Deze begroting fungeert als bestedingsplan onder deze programmabegroting voor 2026 en wordt formeel door het college van Leiden vastgesteld. 

10A1.2 Aanbieden volwasseneneducatie

In 2026 geven we uitvoering aan de lokale invulling van het beleidsplan ‘Basisvaardigheden in Holland Rijnland’ 2025-2028 (RV 25.0004). We werken aan uitvoeren van een regionaal onderzoek naar het aanbod basisvaardigheden, het opstellen van een projectpagina basisvaardigheden in Leiden binnen onderwijsindeleidseregio.nl. Verder werken we aan de dienstverlening rondom basisvaardigheden bij werkgevers en het vormgeven van een pool van ervaringsdeskundigen.

10A1.3 Inzetten dienstverlening voor jongeren, statushouders en migranten

Ondersteuning voor jongeren, statushouders en migranten is belegd bij verschillende onderdelen van de gemeente en bij maatschappelijke partners.

Ondersteuning jongeren

Zowel het jongerenteam van Werk en Inkomen als DZB zet zich in om jongeren te ondersteunen bij het zoeken naar werk of een opleiding. Dit doen we door middel van coaching en het aanbieden van trainingen. DZB ondersteunt wanneer er beschut werk, een ontwikkelbaan of een leertraject nodig is.

Het jongerenteam helpt ook jonge statushouders bij hun overstap naar het onderwijs. In dit kader biedt DZB stageplekken aan leerlingen uit het praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso). Ook als op 1 januari de nieuwe wet 'Van Schoon naar Duurzaam Werk' ingaat, blijven we deze begeleiding voortzetten (zie ook programma 7). Niet alleen jongeren die vroegtijdig stoppen met school hebben moeite om duurzaam werk te vinden. Ook mbo- en pro/vso-scholen krijgen straks de taak om afgestudeerde jongeren te begeleiden bij hun start op de arbeidsmarkt, vooral op mbo-niveau 2 en lager. Samen met de scholen en het doorstroompunt zorgen we ervoor dat jongeren na deze begeleiding extra ondersteuning krijgen als dat nodig is.

Statushouders

We ondersteunen statushouders bij het inburgeren door hen financieel te ontzorgen en inburgeringslessen te bieden. Inburgeraars hebben drie jaar om te voldoen aan de inburgeringsplicht. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, dan kan de inburgeringstermijn (onder voorwaarden) verlengd worden met maximaal twee jaar. Medio 2025 zijn de gronden voor verlenging uitgebreid door het Rijk. We verwachten dat hierdoor twee tot twintig procent van de doelgroep inburgeraars een verlenging kan krijgen. Gemeenten krijgen echter geen extra financiering voor de verlenging. Divosa en de VNG pleiten voor extra financiering.  Ondertussen passen we beheersmaatregelen toe in beleid en in contractafspraken met aanbieders.

DZB is in 2025 gestart met de pilot ‘Werken bij DZB vanuit de Z-route’. De Z-route is een andere naam voor de zelfredzaamheidsroute. Dit is een van de drie wettelijke routes die de inburgering biedt. In de Z-route zijn er geen examens, maar is er een inspanningsverplichting van 800 uur taalles en 800 participatie-uren. Naar verwachting loopt de pilot van DZB door in 2026. Bij deze pilot kunnen mensen vanuit de Z-route van het inburgeringsprogramma starten met een taalwerktraject bij DZB.

Asielzoekers

De pilot ‘Werk en Meedoen vanuit het Asielzoekerscentrum (AZC)’ is medio 2025 gestart. In de pilot werkt DZB samen met het COA om bewoners van het AZC in Leiden te bemiddelen naar betaald werk. In 2026 worden minimaal 30 bewoners van het AZC ondersteund bij het vinden van werk. Dit geldt voor zowel asielzoekers als statushouders zonder woning. Werkgevers krijgen hulp bij het aannemen van mensen uit deze doelgroep. We verbeteren de aanpak waar nodig en onderzoeken of we deze blijvend kunnen maken. Ook kijken we of er structurele financiering mogelijk is.

Effectindicatoren bij 10A Arbeidsparticipatie

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 10A1 Leidenaars hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk

10A1.a Netto arbeidsparticipatie, % werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking

73% (2022)
74% (2023)
75% (2024)

75%

75%

75%

75%

CBS
(wsjg - BBV)

10A1.b Aantal banen per 1.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar

832 (2021)
853 (2022)
850 (2023)

860

860

860

860

LISA
(wsjg - BBV)

10A1.c Werkloze jongeren, percentage 16- tot en met 22-jarigen

1% (2020)
1% (2021)
1% (2024)

1%

1%

1%

1%

CBS (wsjg-BBV)

10A1.d Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15-64 jaar

117 (2022)
124 (2023)
132 (2024)*

120

120

125

130

CBS
(wsjg - BBV)

10A1.e Aantal gestarte trajecten basisvaardigheden

258 (2022)
370 (2023)
274 (2024)

275

280

300

300

Taalschool

10A1.f Percentage succesvolle uitstroom

79% (2022)
78% (2023)
74% (2024)

80%

80%

80%

80%

Taalschool

10A1.g Gemiddelde trajectwaardering

8,2 (2022)
8,6 (2023)
8,3 (2024)

8,5

8,5

8,5

8,5

Taalschool

Doel 10A2 Mensen met loonwaarde onder het minimumloon werken zo regulier mogelijk

10A2.a Aantal volledige banen in de WSW uitgedrukt in standaardeenheden (SE)**

621 (2022)
582 (2023)
542 (2024)

479

449

420

382

DZB

10A2.b Aantal banen met loonkostensubsidie via DZB (banenafspraak en beschut werk)

194 (2022)
236 (2023)
275 (2024)

341

376

411

446

DZB

10A2.c Aantal nieuw beschut werk

49 (2022)
56 (2023)
67 (2024)

101

116

131

146

DZB

10A2.d Aantal opstapsubsidies eerste jaar

13 (2021)
8 (2022)
6 (2024)

20

20

20

20

DZB

* In de jaarrekening 2024 is per ongeluk de verkeerde realisatiewaarde opgenomen. In 2026 zien we een groei in het aantal re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15 tot 64 jaar. Ondanks dat veel inwoners te maken hebben met complexe problemen, lukt het steeds beter om hen te helpen richting (on)betaald werk. Zo zetten meer mensen stappen naar participatie en zelfstandigheid.
**Deze effectindicator is veranderd van 'Aantal loonkostensubsidies banenafspraak (via DZB)' in 'Aantal banen met loonkostensubsidie via DZB (banenafspraak en beschut werk)'. Er wordt altijd het totaal aantal banen met loonkostensubsidie gerapporteerd, namelijk banenafspraak en beschut werk (beide dezelfde loonkostensubsidie). Maar voor beschut werk geldt nog een aparte indicatie, omdat gemeenten verplicht zijn beschutte werkplekken te bieden. Daarom wordt deze altijd ook nog apart gerapporteerd.

Beleidsterrein 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima

Doelen en prestaties bij 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima

Doel

Prestatie

10B1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement

10B1.1 Ondersteunen van mensen die gebruik maken een bijstandsuitkering om actief te zijn in de samenleving en niet ín een sociaal isolement te raken

10B2 Armoedebestrijding

10B2.1 Behandelen aanvragen individuele bijzondere bijstand en individuele inkomenstoeslag

10B2.2 Verstrekken (bijdrage in) premie Collectieve Ziektekostenverzekering Minima

10B2.3 Verstrekken tegemoetkoming kinderopvang op Sociaal Medische Indicatie

10B2.4 Kwijtschelding gemeentelijke heffingen

10B2.5 Subsidies minimabeleid

In 2024 en 2023 waren de cijfers voor instroom en uitstroom in de bijstand als volgt:

Instroom en uitstroom bijstand

Jaar

Instroom

Uitstroom

2023

866

812

2024

963

863

Participatieladder

Positie op de participatieladder

Aantal personen op 31-12-2023, minimaal 2 jaar in uitkering

1 Geïsoleerd

225

2 Sociale contacten buiten de deur

903

3 Deelname georganiseerde activiteiten

458

4 Onbetaald werk

338

5 Betaald werk met ondersteuning

168

6 Betaald werk

29

onbekend

83

Totaal

2204

Effectindicatoren bij 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 10B2 Armoedebestrijding*

10B2.a Gebruik Collectieve Ziektekostenverzekering Minima

5.559 (2022)
5.740 (2023)
5.875 (2024)

6.400

-

-

-

Zorg en Zekerheid

10B2.b Inzet maatwerkbudget

217 (2022)
331 (2023)
270 (2024)

350

-

-

-

Privo

10B2.c Aantal goedgekeurde aanvragen Stichting Leergeld

1.798 (2022)
1.818 (2023)
1.875 (2024)

1.950

-

-

-

Stichting Leergeld

10B2.d Aantal goedgekeurde aanvragen Jeugdfonds Sport en Cultuur

972 (2022)
1.087 (2023)
1.139 (2024)

1.100

-

-

-

Jeugdfonds Sport en Cultuur

10B2.e Aantal goedgekeurde aanvragen Volwassenenfonds Sport en Cultuur

479 (2022)
689 (2023)
998 (2024)

1.750

-

-

-

Volwassenfonds Sport en Cultuur

10B2.f Aantal gekochte Zomerzwemabonnementen

439 (2022)
442 (2023)
443 (2024)

520

-

-

-

W&I

*Het beleidsplan loopt tot en met 2026 en er zijn streefwaarden voor de looptijd van het beleidsplan opgenomen. Omdat het niet bekend is of we deze regelingen ook nog na afloop van dit beleidsplan hebben, zijn voor de jaren 2027 en 2028 geen streefwaarden opgenomen.

Beleidsterrein 10C Inkomensvoorzieningen

Doelen en prestaties bij 10C Inkomensvoorzieningen

Doel

Prestatie

10C1 Leidenaars (18 tot AOW-leeftijd) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning

10C1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen Participatiewet, Ioaw, Ioaz, Bbz- inkomensvoorzieningen

10C1.2 Uitvoeren fraudepreventie en opsporen uitkeringsfraude

10C1.3 Uitvoeren terugvordering en verhaal

Prestatie 10C1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen Participatiewet, Ioaw, Ioaz, Bbz-inkomensvoorzieningen

Participatiewet in Balans

Vanaf januari 2026 gaan de 23 maatregelen van het wetsvoorstel ‘Participatiewet in Balans’ in. Met dit programmaplan wordt de huidige Participatiewet aangepast. Dit is het gevolg van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals verbreding van de doelgroep en toegenomen complexiteit van problematiek. Er zijn drie onderdelen, ook wel sporen genoemd. Spoor 1 richt zich op maatregelen die op een relatief korte termijn doorgevoerd kunnen worden. Hiermee worden knelpunten verlicht in de Participatiewet die er nu zijn. Daarnaast worden er hardheden uit de wet gehaald. De maatregelen worden in twee jaar in verschillende fasen ingevoerd. Voorbeelden van de maatregelen zijn meer ruimte voor mantelzorg en maatschappelijke participatie. Het tweede spoor richt zich op het volledig aanpassen van de wet op de lange termijn. Spoor drie gaat over de cultuuromslag die nodig is voor de uitvoering. Samengevat richt de wijziging van deze wet zich vooral op het toepassen van meer maatwerk en een betere balans tussen rechtmatigheid en doelmatigheid. Met deze wijziging kan er beter dan nu worden aangesloten op de hulp- en ondersteuningsvraag van inwoners die een beroep doen op deze wet. Dit betekent voor de gemeente dat er een verandering in de manier van werken wordt gevraagd.

Op het moment van schrijven is er nog geen definitieve planning, we bereiden ons wel voor op de uitvoeren van de verschillende maatregelen. De verwachting is dat het eerste deel vanaf 1 januari in gaat, een tweede deel vanaf juli 2026 en een derde deel vanaf januari 2027. De raad ontvangt in het laatste kwartaal van 2025 een brief over de voortgang.

Effectindicatoren bij 10C Inkomensvoorzieningen

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 10C1 Leidenaars (18 t/m 64 jaar) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning

10C1.a Personen met een bijstanduitkering, aantal per 1.000 inwoners*

39,3 (2022)
36,4 (2023)
35,7 (2024)

35

34,5

34

33,5**

CBS
(wsjg - BBV)

10C1.b % ontvangen bedrag van het totaalsaldo vorderingen (Incassoquote)

12% (2021)
15% (2022)
17% (2024)

15%

15%

15%

15%

W&I

10C1.c Percentage huishoudens dat ten minste één jaar een inkomen heeft tot 120% van het sociaal minimum*

14% (2021)
13% (2022)
13% (2024)

13%

13%

12%

12%

CBS

10C1.d Aantal Leidse huishoudens dat langdurig in armoede leeft*

4.500 (2021)
4.400 (2022)
4.400 (2024)

4.300

4.250

4.200

4.150

CBS

*De opgenomen streefwaarden geven een inschatting voor de komende jaren, waarbij gewerkt en gestreeft wordt om het aantal (binnen ons bereik en mogelijkheden) zo laag mogelijk te krijgen. Echter, economische omstandigheden, de arbeidsmarkt en (beleids)keuzes vanuit het Rijk spelen een grote rol in deze cijfers.
** De streefwaarden van 2026 tot en met 2029 zijn aangepast naar aanleiding van een toezegging aan de raad.

Beleidsterrein 10D Schuldhulpverlening

Doelen en prestaties bij 10D Schuldhulpverlening

Doel

Prestatie

10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen

10D1.1 Uitvoeren van vroegsignalering, preventieve maatregelen, stabilisatietrajecten en budgetbeheer

10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost

10D2.1 Uitvoeren schuldhulpverlening

10D2.2 Uitvoeren schuldhulpverlening

In 2026 gaan we verder met het invoeren van onderdelen uit de basisdienstverlening schuldhulpverlening. Het gaat om het afsluiten van het convenant lokale overheid en Data Delen Armoede en Schulden (DDAS) voor schuldhulpverlening en vroegsignalering. Het convenant ondersteunt een efficiënter proces voor schuldhulpverlening. Daarnaast worden gemeenten gestimuleerd om op een verantwoorde manier te incasseren. Met DDAS kunnen relevante gegevens gedeeld worden. Hierdoor ontstaat er inzicht in de resultaten van de schuldhulpverlening en vroegsignalering. Later kunnen we ook de resultaten van het bredere armoedebeleid inzien. We kunnen bijvoorbeeld gegevens inzien van het aantal hulpvragers, het soort trajecten, het aantal trajecten, de hoogte van de schulden, doorlooptijden en uitvalpercentages. Door deze data te vergelijken met andere gemeenten, kunnen we ons beleid verder onderbouwen en doorontwikkelen.

Vanaf juni 2025 loopt het experiment met de Belastingdienst en Dienst Toeslagen om via het team Eerste Hulp Bij Geldzorgen meer mensen in beeld te krijgen. Het gaat om inwoners met een betalingsachterstand die nog niet bekend zijn bij de gemeente. In 2026 gaan we door met dit experiment. Na 1 jaar vindt een evaluatie plaats, waarna besloten wordt of het experiment verlengd moet worden met nog een jaar.

Effectindicatoren bij 10D Schuldhulpverlening

Effectindicator

Realisatie*

Streefwaarden

Bron

2026

2027

2028

2029

Doel 10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen.

10D1.a.Het gemiddelde schuldbedrag van particulieren die zich bij de schuldhulpverlening hebben gemeld

33.344 (2024)

€36.000

€35.000

€35.000

€35.000

Stadsbank

10D1.b Het gemiddelde aantal schuldeisers van particulieren die zich bij de schuldhulpverlening hebben gemeld

16 (2024)

12

11

11

11

Stadsbank

10D1.c Het percentage particuliere aanvragers voor schuldhulpverlening, dat eerder (binnen een periode van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag) een minnelijk of wettelijk traject hebben doorlopen

2%

4%

3%

3%

3%

Stadsbank

10D1.d Aantal ondernemers dat zich meldt bij de Stadsbank

62 (2023)
88 (2024)

60

60

60

60

Stadsbank

10D1.e Aantal meldingen signaalpartners Eerste Hulp Bij Geldzorgen

7.212 (2023)
6718 (2024)

6.000

6.000

6.000

6.000

EHBG

10D1.f Het percentage inwoners waarbij via Eerste Hulp Bij Geldzorgen daadwerkelijk contact tot stand is gekomen met de inwoner

18% (2023)
42% (2024)

21%

22%

23%

23%

EHBG

10D1.g Het percentage waarbij de inwoner hulp via Eerste Hulp Bij Geldzorgen accepteert

6% (2023)
12% (2024)

9%

10%

10%

11%

EHBG

Doel 10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost

10D2.a Aantal gestarte schuldregelingen****

92 (2024)

120

120

120

120

Stadsbank

10D2.b Aantal geslaagde schuldbemiddelingstrajecten

36 (2024)

30

30

30

30

Stadsbank

10D2.c Aantal geslaagde saneringskredieten

128 (2024)

110

110

110

110

Stadsbank

*Door de wijzigingen bij de effectindicatoren is het niet voor alle indicatoren mogelijk om de realisatiewaarden van de afgelopen jaren te vermelden. De huidige effectindicatoren worden gemeten vanaf 2023 en worden vanaf 2024 gerapporteerd.
**Het aantal ex-zzp'ers wordt op dit moment niet geregistreerd. Dit wordt in het registratiesysteem aangepast.
****Streefwaarden zijn gebaseerd over de behaalde resultaten van de afgelopen jaren (rekening houdend met het effect van corona in deze jaren). Er wordt een stijging van het aantal schuldregelingen verwacht in de komende jaren.

Kaderstellende beleidsstukken

Inleiding

10A

  • Re-integratieverordening Participatiewet 2023 (RV 23.0094)
  • Beleidsplan ‘Werk en Participatie’ 2024-2028 ( RV 24.0088)
  • Beleidsplan ‘Basisvaardigheden in Holland Rijnland’ 2025-2028 (RV 25.0004)

10B

  • Beleidsplan Armoede 2024-2026 ‘Samen Sterker’ (RV 23.0093)
  • Verordening individuele inkomenstoeslag Leiden 2015 (RV 14.0111
  • Beleidsregels Studietoeslag gemeente Leiden 2022

10C

  • Notitie en verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 (RV 14.0105)
  • Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 (RV 16.0048)

10D

  • Beleidsplan schuldhulpverlening Leiden 2021-2024; Schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller! (herziene versie 2023)(RV 24.0093)

Programmakosten

Werk en inkomen

Rekening

Begroting

Begroting

MJB

MJB

MJB

Bedragen x 1.000,-

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Arbeidsparticipatie

Lasten

44.059

42.638

44.737

44.627

43.756

41.437

Baten

-17.266

-15.297

-15.743

-15.750

-15.750

-15.750

Saldo

26.793

27.341

28.994

28.877

28.006

25.687

Maatsch. participatie en onderst. minima

Lasten

14.452

14.498

13.240

12.508

12.571

11.310

Baten

-2.322

-1.890

-900

-1.195

-1.604

-553

Saldo

12.130

12.608

12.340

11.312

10.967

10.757

Inkomensvoorzieningen

Lasten

66.340

73.272

74.296

74.298

74.301

74.301

Baten

-65.165

-66.487

-68.307

-68.310

-68.312

-68.312

Saldo

1.176

6.785

5.988

5.989

5.989

5.989

Schuldhulpverlening

Lasten

4.489

5.287

5.153

4.327

4.339

4.338

Baten

-1.397

-933

-651

-651

-652

-652

Saldo

3.092

4.354

4.502

3.676

3.686

3.686

Programma

Lasten

129.340

135.696

137.426

135.760

134.968

131.386

Baten

-86.149

-84.608

-85.602

-85.906

-86.319

-85.267

Saldo van baten en lasten

43.191

51.087

51.824

49.855

48.649

46.120

Reserves

Toevoeging

3.553

2.565

-

-

-

-

Onttrekking

-2.482

-2.538

-2.290

-592

-426

-302

Mutaties reserves

1.071

28

-2.290

-592

-426

-302

Resultaat

44.262

51.115

49.534

49.263

48.223

45.818

Budgettaire ontwikkelingen ­

De stijging van de lasten en de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten. Deze zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2026-2029. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.

Beleidsterrein Arbeidsparticipatie/Werk en Inkomen

In 2025 is een ESF-subsidie begroot voor de PRO/VSO-scholen in Holland Rijnland van 150.000 (lasten en baten). Naar verwachting zal begin 2026 de ESF-begroting PRO/VSO-scholen voor 2026 worden toegevoegd. In 2026 is 133.000 extra begroot voor het thema laaggeletterdheid. Dit betreft een budgetoverheveling vanuit 2025.
In 2025 is 300.000 begroot voor het regionaal mobiliteitsteam (RMT). Naar verwachting zal begin 2026 de RMT-begroting voor 2026 worden toegevoegd.
In 2025 is een regionaal arbeidsmarktbudget 'Dichterbij dan je denkt' van 150.000 begroot. Doel van dit budget is om meer matches te realiseren tussen werkgevers en werkzoekenden uit het onbenut arbeidspotentieel. In 2026 is 140.000 begroot voor een regionaal budget Work in NL. Dit initiatief voorziet in een betere informatievoorziening en dienstverlening aan EU-arbeidsmigranten (septembercirculaire 2024). In 2026 is een tijdelijk regionaal impulsbudget begroot van 827.000 om gezamenlijke dienstverlening te ontwikkelen met de partners in de arbeidsmarktregio (meicirculaire 2025). In 2026 is een tijdelijk regionaal budget van 248.000 begroot voor versterking van de regiefunctie ten aanzien van de samenwerking en de gezamenlijke publieke werkgeversdienstverlening (meicirculaire 2025).

Beleidsterrein Arbeidsparticipatie/DZB

De lasten stijgen per saldo met 91.000 als gevolg van mutaties van rijkssubsidies. Deze worden via de algemene uitkering ontvangen voor respectievelijk de WSW (daling ad 230.000) en de Trajectbegeleiding (stijging ad 321.000). De daling bij de WSW komt voornamelijk door de geprognosticeerde daling van het Rijk van het aantal arbeidsjaren van WSW’ers. Daarnaast is het extra beschikbaar gestelde budget uit de meicirculaire 2025 wel in jaarschijf 2026 verwerkt, maar nog niet in jaarschijf 2025 (dit gaat via Tweede Voortgangsrapportage 2025). Ook stijgen de lasten in 2026 (250.000) en de baten (40.000) door het toevoegen van het extra beschikbaar gestelde energiebudget (kaderbrief 2025). De mutatie is wel in jaarschijf 2026 verwerkt, maar nog niet in jaarschijf 2025. Door indexering stijgen de lasten met 775.000 en de baten met 436.000.

Beleidsterrein Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima

De lasten en baten nemen elk met 1,2 miljoen af. Dit komt doordat de raming van de declarabele (uitvoerings)kosten inzake de verstrekking van leefgelden aan de Oekraïense vluchtelingen nog niet voor 2026 is opgesteld. Pas recent is besloten door het Rijk dat deze regeling in 2026 wordt voortgezet. De raming zal begin 2026 worden toegevoegd aan de begroting. In de begroting 2025 is incidenteel 300.000 begroot voor het terugwerkende kracht-effect van de studietoeslag (kaderbrief 2025-2029). Eind 2024 is incidenteel 233.000 ontvangen van het Rijk voor energiecompensatie voor minima. Deze middelen zijn vervolgens overgeheveld naar 2025. De kosten van de Sleutelpas zijn in 2026 750.000 hoger en de baten zijn 250.000 hoger (kaderbrief 2024-2028). In 2025 is incidenteel 283.000 begroot voor Bestaanszekerheid (beleidsakkoord).

Beleidsterrein Inkomensvoorzieningen

Er zijn geen relevante financiële afwijkingen.

Beleidsterrein Schuldhulpverlening

De lasten en baten nemen elk met 270.000 af. Dit komt doordat er voor 2026 nog geen raming is opgesteld voor de declarabele (uitvoerings)kosten van de afwikkeling van de kindertoeslagaffaire. Deze raming zal begin 2026 worden opgesteld. In 2026 is 200.000 geraamd voor extra financiële begeleiding en nazorg van de basisdienstverlening schuldhulp. Dat is 100.000 meer dan in 2025, omdat er pas medio 2025 gestart is (kaderbrief 2025-2029).

Reserves

Reserves programma 10

Rekening

Begroting

Begroting

MJB

MJB

MJB

Bedragen x 1.000,-

2024

2025

2026

2027

2028

2029

DZB Bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw

Toevoeging

1.106

1.301

-

-

-

-

Onttrekking

-1.106

-

-

-

-

-

Saldo

-

1.301

-

-

-

-

DZB Reserve zachte landing rijksbez. Wsw

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-65

-296

-296

-296

-296

-296

Saldo

-65

-296

-296

-296

-296

-296

DZB Reserve frictiekosten ID/WIW DZB

Toevoeging

-

-

-

-

-

-

Onttrekking

-30

-6

-6

-6

-6

-6

Saldo

-30

-6

-6

-6

-6

-6

Reserve Sociaal Domeins P10

Toevoeging

2.447

1.265

-

-

-

-

Onttrekking

-1.280

-2.236

-1.988

-290

-124

-

Saldo

1.167

-971

-1.988

-290

-124

-

Totaal

Toevoeging

3.553

2.565

-

-

-

-

Onttrekking

-2.482

-2.538

-2.290

-592

-426

-302

Reserves programma 10

1.071

28

-2.290

-592

-426

-302

Reserve DZB zachte landing rijksbezuinigingen WSW

De onttrekking van 296.000 is begroot ter dekking van tijdelijke projecten, die gericht zijn op het opvangen van de effecten van de landelijke bezuinigingen op de WSW (wet sociale werkvoorziening).

Reserve DZB frictiekosten ID/WIW

Er is een onttrekking begroot van 6.300. Dit is nodig om het geraamde tekort op de resterende WIW-dienstbetrekkingen te dekken. In 2014 is besloten om de WIW af te bouwen en is een bedrag gestort in de reserve om de toekomstige frictiekosten op te vangen.

Reserve sociaal domein

Er is een onttrekking begroot van 420.000 voor incidentele intensivering van het armoedebeleid (beleidsplan Samen Sterker 2024-2026). Er zijn onttrekkingen begroot van 90.000 voor het promoten van het minimabeleid en 250.000 voor de gestegen kosten van de studietoeslag. Er zijn onttrekkingen begroot van 200.000 voor extra financiële begeleiding en nazorg op basisdienstverlening schuldhulp en 260.000 voor het niet-realiseren van de taakstelling op de uitvoering van schuldhulpverlening. Al deze mutaties zijn opgenomen in de kaderbrief 2025-2029.
Voor intensivering van de vroegsignalering Eerste Hulp bij Geldzorgen is in 2026 375.000 begroot (kaderbrief 2023-2027). Er is een onttrekking begroot voor de kosten van de Steutelpas van 407.750 (kaderbrief 2024-2028).

Investeringen

Prestatie

Omschrijving prestatie

Omschrijving investering

Categorie

nieuw / vervanging

VK/
NK

Bijdrage derden/ reserves

2026

2027

2028

2029

10A201

Inzetten sociale werkvoorziening

Vervanging bedrijfsmiddelen 2026-2029

Bedrijfsm.

V

-

577

577

577

577

0

-

577

577

577

577

In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2026-2029. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.

Subsidies

subsidiestaat 2025

subsidiestaat 2026

Subsidie saldo

3.120.363

2.364.678

­­Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 subsidies.