Programmabegroting 2024

Bijzonder Programma Doorontwikkeling Sociaal Domein

Inleiding
Leiden is en blijft een sociale stad waarin iedereen mee telt en meedoet. Voor alle inwoners blijven we in 2024 en daarna de Visie Sociaal Domein onverminderd uitvoeren. In 2019 (RV 19.0114) en in de Kaderbrief 2020-2024 zijn er voorstellen voor bijsturing in het sociaal domein gedaan. Daarnaast is bij de Kaderbrief 2023-2027 besloten om structureel 2,3 miljoen van de taakstelling beleidsmatig in te vullen. Hiervoor worden in de Kaderbrief 2024 voorstellen gedaan. In dit hoofdstuk 'Doorontwikkeling Sociaal Domein' geven we vooral een financieel georiënteerde samenvatting van deze bijsturing en een samenvatting van de financiën binnen het hek rond het sociaal domein. Voor de inhoudelijke doorontwikkeling in het sociaal domein wordt verwezen naar de programma's 7 Jeugd & Onderwijs, 9 Maatschappelijke Ondersteuning en 10 Werk & Inkomen.

Definitie van het hek rond het sociaal domein 
We willen onze visie realiseren en taken zo goed mogelijk uitvoeren binnen het beschikbare budget. We handhaven de huidige financiële systematiek, die in 2018 is ingevoerd, waarin we de budgetten voor het sociaal domein bij elkaar betrekken. We hebben ervoor gekozen een hek te zetten rond het sociaal domein en een reserve sociaal domein in te stellen. In plaats van programmasturing binnen het programma, vindt hier sturing plaats binnen het sociaal domein. Dankzij dit hek komen positieve effecten van beleid terecht bij het sociaal domein om ook te kunnen blijven investeren en te vernieuwen in het sociaal domein. Een voorbeeld hiervan is de Sterke Sociale Basis. Door een sterke sociale basisinfrastructuur te realiseren verwachten we dat minder mensen een beroep doen op individuele Wmo-voorzieningen en/of het Sociaal Wijkteam. We verwachten ook dat deelname aan activiteiten binnen de Sterke Sociale Basis een dempend effect heeft op gebruik van jeugdhulp en participatievoorzieningen. Naast deze inhoudelijke keuze leidt het hek er ook toe dat er een financieel gesloten systeem ontstaat. Voor- en nadelen binnen het hek rond het sociaal domein worden verrekend met de reserve sociaal domein. Het hek rond het sociaal domein is gedefinieerd in het besluit van de Programmabegroting 2019. In de Kaderbrief 2020-2024 is besloten om, als er in de toekomst nadelige ontwikkelingen bij Hecht komen, deze uit de algemene middelen te dekken.
Het BUIG-budget, het rijksbudget waaruit de bijstandsuitkeringen worden gedekt, is buiten het hek geplaatst. Daarvoor is gekozen omdat in het verleden het BUIG-budget tijdens het lopende jaar soms met vele miljoenen werd verlaagd. Dat zou tot ongewenste forse bijsturingen leiden binnen het sociaal domein als het BUIG-budget wel binnen het hek zou worden geplaatst. In de periode 2019 t/m 2022 zijn overigens forse voordelen gerealiseerd op het BUIG-budget, die toegevoegd zijn aan de algemene middelen.

Samenvatting financiën binnen het hek rond het sociaal domein

Programmabegroting 2024

Samenvatting begroting 2024 Sociaal domein

lasten

baten

saldo

uit programma Onderwijs en Jeugd

41.907.678

-303.063

41.604.615

uit programma Maatschappelijke ondersteuning

113.012.777

-2.284.968

110.727.809

uit programma Werk en Inkomen exclusief DZB

18.938.721

-4.290.928

14.647.793

uit programma Werk en Inkomen onderdeel DZB

35.484.627

-12.761.077

22.723.550

totaal

209.343.803

-19.640.036

189.703.767

Reserve Sociaal Domein (1-1-2024)

54.949.000

  

reeds besloten mutaties t/m 2027

- 25.401.000

  

bestemd voor Vrouwenopvang *

-4.792.000

  

bestemd voor Beschermd Wonen *

-6.270.000

  

bestemd voor Investeringsfondsen maatschappelijke zorg *

-2.891.000

  

bestemd voor Social impact

-1.505.000

  

bestemd voor opvangen risico's

-1.500.000

  

beschikbare ruimte

12.589.000

  

geraamde onttrekking 2024

-6.343.000

  

geraamde storting 2024

823.000

  

Geraamde individuele onttrekkingen worden toegelicht onder het kopje programmakosten in de betreffende beleidsprogramma's.
* regionale middelen

Reserves
De reserve sociaal domein wordt gebruikt voor gerichte bestedingen, maar dient ook voor het opvangen van risico's binnen het hek rond het sociaal domein. Voor het opvangen van risico's wordt 1,5 miljoen gereser-veerd. De reserve wordt formeel gemuteerd na genomen raadsbesluiten en daardoor ontstaat er geen volledig beeld van de reserve. Er zitten immers bestedingsplannen in de pijplijn. Naast de officiële stand van de reserve sociaal domein wordt daarom ook een stand bijgehouden waarin de toekomstige ontwikkelingen zijn opge-nomen. Een deel van de reserve bevat regionale middelen, die binnen de reserve apart zijn geoormerkt. Het betreft onder andere Beschermd wonen, Vrouwenopvang en Laaggeletterdheid. De Wet Sociale Werkvoorzie-ning (WSW) is onderdeel van het sociaal domein, maar het resultaat op de WSW wordt verrekend met de bedrijfsreserve DZB. Het resultaat van Re-integratie Leiden wordt verrekend met de reserve sociaal domein. Wanneer de bedrijfsreserve DZB groter is dan 10% van de gerealiseerde lasten, dan vindt er afroming plaats ten gunste van de reserve sociaal domein.

Bij de kaderbrief 2023-2027 werd een beschikbare ruimte gepresenteerd van afgerond 15,7 miljoen. De beschikbare ruimte is gedaald naar afgerond 12,6 miljoen als gevolg van de ontwikkelingen uit de meicirculaire 2023. De daling wordt verklaard doordat het voordeel als gevolg van de vertraging van de Hervormingsagenda jeugdzorg fors lager is uitgevallen (raadsbrief Ontwikkelingen uitkeringen gemeentefonds 2023-2027 meicirculaire, 6 juni). Het voordeel was bij de kaderbrief ingeschat op 3 miljoen (1,5 miljoen in 2024 en 1,5 miljoen in 2025) en gestort in de reserve. Deze stortingen zijn nu ongedaan gemaakt.

Taakstelling sociaal domein
De afgelopen jaren is er een structureel tekort in het sociaal domein ontstaan. Na verwerking van de mutaties uit de kaderbrief bedraagt de taakstelling vanaf 2027 3,4 miljoen. Er is bij de kaderbrief besloten om structureel 2,3 miljoen beleidsmatig in te vullen waardoor er nog een taakstelling resteert van structureel
1,1 miljoen. De resterende structurele taakstelling van 1,1 miljoen vanaf 2027 wordt bij de beoordeling van het structureel begrotingsevenwichtgecompenseerd vanuit de structurele behoedzaamheidsruimte.