Programmabegroting 2026

3.1.2 Veiligheid

Programmanummer

2

Commissie

Leefbaarheid en Bereikbaarheid

Portefeuille(s)

Bestuur, Veiligheid en Handhaving
Gezondheid, Jeugdzorg & Welzijn

De missie van het programma Veiligheid luidt:
De gemeente Leiden staat voor een stad die veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners.

Inleiding

2026 is het laatste jaar van het Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 (IVP). In het IVP wordt gewerkt aan de vastgestelde prioriteiten: de integrale wijk- en buurtaanpak, aanpak woonoverlast, veiligheid in de openbare ruimte, regie op jeugd/ jeugdoverlast, preventie brandveiligheid, digitale veiligheid en aanpak ondermijning. Eind 2026 wordt naar verwachting het vernieuwde IVP aan de raad aangeboden.

De afgelopen jaren zien we een duidelijke verharding van het criminele milieu, gecombineerd met een toenemende druk op het handhavings- en veiligheidsdomein. Tegelijkertijd ontstaan er nieuwe veiligheidsrisico’s door geopolitieke spanningen, maatschappelijke spanningen en technologische ontwikkelingen, zoals digitalisering, klimaatverandering en de energietransitie. Deze ontwikkelingen vragen om uitbreiding van zowel de juridische capaciteit als om versterking van de gemeentelijke weerbaarheid. Concreet betekent dit dat in 2026 een extra jurist wordt aangesteld en we uitbreiden met een programmamanager weerbaarheid.

De ontwikkelingen hebben ook directe gevolgen op de crisisorganisatie. De voorbereiding op rampen en crisis, het faciliteren van een groeiend aantal demonstraties en de toenemende aandacht voor evenementveiligheid vragen om extra inzet van de adviseurs Openbare Orde.

Daarnaast zien we een toename aan zorg- en veiligheidscasuïstiek. Deze complexe casuïstiek vraagt steeds meer samenwerking tussen zorg en veiligheid. Afgelopen zomer kwam dit naar voren door de toenemende zichtbaarheid van dakloze inwoners in Leiden. Vanuit de verbinding tussen zorg en veiligheid worden stappen gezet om gezamenlijk tot een duurzamere aanpak te komen. Daarvoor is ook extra ambtelijke capaciteit beschikbaar gemaakt, onder andere middels de toevoeging van een extra maatwerkfunctionaris. In 2026 wordt daarnaast gewerkt aan de tussentijdse evaluatie van Preventie met Gezag.

Beleidsterrein 2A Veiligheid

Doelen en prestaties bij 2A Veiligheid

Doel

Prestaties

2A1 Bewaken democratische rechtstaat en

beperken van (georganiseerde) ondermijnende

criminaliteit

2A101 Aanpak ondermijning

2A102 Aanpakken radicalisering en polarisatie

2A103 Inzet Wet Bibob

2A104 Inzet Veilige Publieke Taak

2A2 Bevorderen van veilige en leefbare

woon en leefomgeving

2A201 Beperken van overlast van personen met verward gedrag

2A202 Beperken van woonoverlast

2A203 Inzet preventie en weerbaarheid gedigitaliseerde
criminaliteit

2A204 Regievoering samenwerking jaarwisseling/vuurwerk

2A205 Inzet buurt- en wijkveiligheid en integrale wijkaanpak

2A206 Aanpak fietsendiefstal

2A207 Bestuurlijke inzet overtredingen Opiumwet en tegengaan
van drugshandel

2A3 Regie op jeugd (overlast en criminaliteit)

2A301 Inzet Stedelijke Jeugdaanpak

2A302 Inzet Dealbreakers

2A4 Fysieke veiligheid en optimaliseren crisisorganisatie

2A401 Realiseren en bestendigen van BRL-vakbekwame
gemeentelijke crisisorganisatie

2A402 Planvorming rondom grootschalige risicovolle evenement

2A403 Inzet bij rampen en (cyber)crises

2A404 Optimale preventie brandveiligheid

2A405 Inzet bij demonstraties en betogingen

2A5 Veilig ondernemen en veilig uitgaan

2A501 Risicoscan, coördinatie vergunningverlening evenement

2A502 Inzet Landelijk Programma Veilige Steden

2A503 Bijdrage aan (digitaal) veilig ondernemen

2A504 Handhaven coffeeshopsanctiebeleid

2A505 Coördinatie vergunningverlening horeca

2A506 Handhaven horecasanctiebeleid

2A507 Handhaven prostitutiebeleid

2A1.1. Aanpak ondermijning

Ondermijnende criminaliteit tast de leefbaarheid van de stad aan. De aanpak van ondermijning richt zich op het verkleinen van de ruimte voor criminelen en het doorbreken van criminele gelegenheidsstructuren, met prioriteit op vastgoed- en georganiseerde drugscriminaliteit. Daarnaast blijft aandacht bestaan voor andere risico’s en fenomenen. In 2026 wordt ingezet op het vergroten van de weerbaarheid van burgers, ondernemers en de eigen organisatie en het opwerpen van barrières. De toegenomen bewustwording bij partners zoals het grond- en vastgoedbedrijf zorgt ervoor dat er steeds vaker wordt voorkomen dat er zaken worden gedaan met niet-integere partijen. Boeteclausules van niet-integer handelen worden hierdoor niet of nauwelijks ingeroepen. Ook zal gewerkt worden aan het ontwikkelen van coffeeshopbeleid en sekswerkbeleid. De aanpak van ondermijning bestaat onder andere uit:

  • Het onderzoeken van signalen van ondermijning;
  • Het inzetten van het bestuurlijk instrumentarium en uitvoeren van integrale controles;
  • Het versterken van de integrale samenwerking door informatie-uitwisseling met partners, zodat fiscale en strafrechtelijke interventies effectiever kunnen worden ingezet;
  • Het vergroten van de gemeentelijke weerbaarheid door het geven van training en voorlichting, inclusief weerbaarheid tegen ambtelijke corruptie;
  • Het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid en meldingsbereidheid, o.a. via Meld Misdaad Anoniem;
  • Het meewegen van ondermijningsrisico’s in nieuw beleid.

Met de huidige capaciteit kunnen niet alle signalen worden opgepakt. Via een weegproces wordt bepaald welke signalen worden opgewerkt en welke Bibob-onderzoeken worden gestart. In 2026 vindt een verdere verkenning plaats naar andere risico’s zoals zorgcriminaliteit en kwetsbare branches en gebieden. Ook wordt verkend of bepaalde branches of gebieden aangewezen kunnen worden als vergunningplichtig. Een mogelijke invoering daarvan en de mogelijk bredere toepassing van Bibob kunnen gevolgen hebben voor de inzet van de beleidsmatige, juridische en uitvoerende capaciteit.

2A1.3 Inzet Wet Bibob

De Wet Bibob is een belangrijk en krachtig gemeentelijk instrument om integriteit te toetsen en criminele invloeden te weren. In 2026 zetten we de ingezette professionalisering op organisatorisch vlak en kennis- en expertiseniveau voort. De nadruk ligt op eigen onderzoek, met indien nodig ondersteuning door het Landelijk Bureau Bibob. Er wordt waar mogelijk maatwerk geleverd door afspraken te maken over voorwaarden. Hierdoor kan een ontwikkeling wel doorgaan, maar worden risico’s op bijvoorbeeld witwassen weggenomen. De inzet richt zich nu voornamelijk op Alcoholwetvergunningen, Omgevingsvergunningen en vastgoedtransacties. Mogelijk wordt dit in 2026 uitgebreid naar andere risicogebieden. Dit vraagt om een nadere prioritering. Daarnaast blijven we investeren in bewustwording bij poortwachters zoals vergunningverleners en projectleiders binnen de gemeentelijke organisatie zodat risico’s vroegtijdig worden onderkend en een Bibob-onderzoek soms kan worden voorkomen. Het Bibob beleid, de organisatorische inbedding en het privacyprotocol worden in 2026 verder aangescherpt.

2A.1.4 Inzet Veilige Publieke Taak

Agressie en geweld tegen mensen met een publieke functie komt helaas veel voor. Landelijk dalen de aantallen iets, maar neemt het aantal ernstige en op de persoon gerichte incidenten wel toe. Dit geldt helaas ook voor medewerkers van de gemeente Leiden. Niet alle incidenten worden gemeld. Daarom krijgt Veilige Publieke Taak ook in 2026 weer veel aandacht. De communicatie vanuit de agressiecoördinator richt zich op preventie, het melden van agressie-incidenten en hoe te handelen bij incidenten. Medewerkers en leidinggevenden hebben hier verschillende taken in. Medewerkers melden agressie-incidenten. Leidinggevenden zorgen voor registratie in het Gemeentelijke Incidenten Registratiesysteem (GIR), nazorg van de slachtoffers en voor de aanpak richting de daders. Alle medewerkers met klantcontacten krijgen een basistraining en elke 3 jaar een opfristraining omgaan met agressie. Ook in 2026 wordt de Politie betrokken conform de leidraad.

Het aantal incidenten blijkt in praktijk hoger dan in het GIR gemeld wordt. Daarom willen we de meldingsbereidheid van medewerkers verder verhogen. De effectindicator ‘aantal meldingen in GIR’ wordt daarom verhoogd van 31 naar 100. Tegelijk willen we natuurlijk dat de agressie tegen medewerkers afneemt. Het ‘Percentage medewerkers dat agressie ervaart’ wordt daarom toegevoegd als effectindicator. Het streven is om dit percentage te laten dalen. De realisatiewaarde voor deze effectindicator komt uit het tweejaarlijkse Medewerkersonderzoek (MO).

2A.2.4 Regievoering samenwerking jaarwisseling/ vuurwerk

Naast de reguliere voorbereiding van de jaarwisseling wordt uitvoering gegeven aan het plan van aanpak ‘Leiden vuurwerkvrij’, dat in juli 2025 is vastgesteld door het college. In het plan van aanpak Leiden vuurwerkvrij stelt het college voor om vanaf 2027 (structureel) in alternatieven te voorzien. Het benodigde budget is afhankelijk van de gewenste invulling van deze alternatieven en de wensen van de (nieuwe) gemeenteraad, en wordt bepaald in de coalitieonderhandelingen in 2026. In verband met de invoering van een landelijk vuurwerkverbod vanaf 2026, is incidenteel 400.000 budget beschikbaar gesteld om in 2026 een evenement te organiseren.

2A.2.7 Bestuurlijke inzet overtredingen Opiumwet en tegengaan van drugshandel

De inzet op overtredingen van de Opiumwet en het tegengaan van drugshandel blijft belangrijk. Ernstige overtredingen kunnen leiden tot het sluiten van panden. Met deze sluitingen geeft de burgemeester een duidelijk signaal af: er wordt direct en stevig opgetreden tegen (georganiseerde) criminaliteit. Het sluiten van een pand heeft meerdere effecten: de bekendheid van het pand binnen het drugscircuit wordt doorbroken, de aanloop naar het pand stopt en de rust in de buurt keert terug. Dit heeft een positief effect op het woon- en leefklimaat. Bij elke casus wordt zorgvuldig afgewogen welke maatregel het meest passend is. Daarnaast vindt er een nauwe samenwerking plaats met de Stedelijke Jeugdaanpak (SJA), de aanpak ondermijning en het zorg- en veiligheidshuis.

2A3.1 Inzet Stedelijke Jeugdaanpak (SJA)

In 2026 blijft de gemeente Leiden zich inzetten om te voorkomen dat jongeren afglijden richting criminaliteit en worden jongeren geholpen bij het opbouwen van een toekomst. De gemeente zet een aantal instrumenten in om dit te bereiken, te weten: de aanpak Dealbreakers, de Stedelijke Jeugdaanpak, de PIT en PIT+, Skill School en het Specialistisch Jongerenwerk. De effectiviteit van deze interventies wordt structureel versterkt door het aanbrengen van samenhang en door beleid en uitvoering beter op elkaar te laten aansluiten. Ook daar wordt in 2026 verder op ingezet. Dit gebeurt onder meer door een versterkte samenwerking tussen het veiligheids- en sociaal domein. Aan een zogenaamde ‘Opgavetafel’ bespreken de verschillende domeinen beleidsthema's, uitvoeringsknelpunten en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van jeugd en veiligheid. Door de gezamenlijkheid ontstaat een integraal beeld van de opgave en waar mogelijk effectievere interventies.

Daarnaast wordt de effectiviteit van de interventies wordt ook bepaald door de mate van zicht op ontwikkelingen ‘buiten’ en de snelheid waarmee daarop wordt ingespeeld. In 2026 wordt daar nog scherper op ingezet. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de casuïstiek dat de online activiteiten van jongeren invloed hebben op hun gedrag op straat. Een precieze omvang van de invloed van de online wereld is nog niet bekend. In 2026 wordt verkend of er mogelijkheden zijn de situatie beter in beeld te krijgen en op welke wijze deze ontwikkeling invloed heeft/moet hebben op de samenstelling en omvang van het huidige interventiepalet.

2A.4.1 Realiseren en bestendigen van BRL-vakbekwame gemeentelijke crisisorganisatie

In een tijd van snelle technologische ontwikkelingen toenemende sociale spanningen en wereldwijde crisissen (van pandemieën tot klimaatverandering) wordt het belang van maatschappelijke weerbaarheid steeds duidelijker. Door te investeren in weerbaarheid versterken we het vertrouwen in elkaar en in instituties, bevorderen we sociale cohesie en vergroten we de gezamenlijke capaciteit om uitdagingen aan te gaan. In 2026 wordt het programma Maatschappelijke weerbaarheid verder ingericht. Dit programma richt zich op het vergroten van de weerbaarheid die onze gemeenschappelijke organisatie én de lokale samenleving helpt voorbereiden op grootschalige crisissituaties. Samen met interne, maatschappelijke en externe partners worden voorbereidingen getroffen voor een veerkrachtige, weerbare en veilige samenleving.

2A5.2 Inzet landelijk programma Veilige Steden

De gemeente Leiden is aangesloten bij het landelijk programma Veilige Steden, geïnitieerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dit programma is gericht op het vergroten van de veiligheid van vrouwen en meisjes in de openbare ruimte. In Leiden wordt hieraan uitvoering gegeven met de aanpak Wensen en Grenzen in Leiden: ‘Leidse aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld 2023-2026. Binnen deze aanpak valt ook seksueel grensoverschrijdend gedrag in de openbare ruimte, in het bijzonder tijdens het uitgaan en op straat (straatintimidatie).Concreet wordt bijvoorbeeld de Ben je Oké-campagne ingezet in de horeca, studentenverenigingen, tijdens evenementen en op straat. De ‘Waar kan ik terecht-specials’ om de stap naar hulpverlenende instanties kleiner te maken gemaakt, worden gecontinueerd in 2026. Eind 2026 wordt ‘Wensen en Grenzen in Leiden’ geëvalueerd

Bij (acute) onveiligheidssituaties, onrust of incidenten kan worden overgegaan tot de inzet van persoons- of locatiegerichte instrumenten. Voorbeelden van locatiegerichte maatregelen zijn samenscholingsverboden of noodverordeningen. Bij eenpersoonsgerichte aanpak kunnen maatregelen zoals gebiedsontzeggingen of gebiedsverboden ingezet worden.

Verbonden Partijen

De onderstaande Verbonden Partijen leveren een bijdrage aan dit beleidsterrein. Zie voor meer informatie de paragraaf verbonden partijen.

Veiligheidsregio Hollands Midden

De Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) is verantwoordelijk voor de volgende taken: brandweerzorg, crisisbeheersing, risicobeheersing, meldkamer brandweer en crisisbeheersing, GHOR en coördinatie gemeentelijke Bevolkingszorg. De VRHM werkt hierbij nauw samen met andere (crisis)partners, onder meer politie, gemeenten, waterschappen, milieudiensten en defensie. De VRHM is een verplichte gemeenschappelijke regeling op grond van het Wet veiligheidsregio’s. Het Algemeen Bestuur (AB) van de VRHM bestaat uit de 18 burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het AB stelt de hoofdlijnen voor het te voeren beleid en de financiële kaders vast, al dan niet na overleg met de gemeenteraden.

Veiligheidsregio Hollands Midden

Motieven en doelen deelname GR

Deelname aan de Veiligheidsregio is wettelijk voorgeschreven (Wet veiligheidsregio’s). De Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) is verantwoordelijk voor de volgende taken: brandweerzorg, crisisbeheersing, risicobeheersing, meldkamer brandweer en crisisbeheersing, GHOR en coördinatie gemeentelijke Bevolkingszorg.

Kansen

De Veiligheidsregio werkt op basis van het Regionaal Risicoprofiel 2022 – 2025 en het Regionaal Beleidsplan 2024-2027. De gemeenteraad heeft bij vaststelling van beide stukken een zienswijze ingediend bij de VRHM.

Risico's (top 3)

De drie belangrijkste risico’s zijn:

  • Toekomstige vakbekwaamheid: de huidige structurele middelen zijn onvoldoende om nu en in de toekomst te kunnen voorzien in voldoende en opgeleide brandweermensen, ook gelet op nieuwe incident- en crisistypen.
  • Huisvesting: Ook de komende jaren staat de nieuwbouw en verbouwing van een aantal kazernes gepland. Op basis van eerdere ervaringen is duidelijk dat nieuwbouw en verbouwing leiden tot forse structurele meerkosten kan leiden voor de veiligheidsregio.
  • Besturing en bedrijfsvoering op orde: De stap naar een toekomstgerichte en wendbare organisatie kan de VRHM alleen realiseren als de bedrijfsvoering, werkwijzen en organisatiestructuur en bijbehorende cultuur dit optimaal faciliteren.

Deze risico’s zijn opgenomen in de ontwerp-Programmabegroting 2026 VRHM die op 22 april 2025 ter zienswijze is aangeboden aan de gemeenteraden die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling VRHM. De Leidse gemeenteraad heeft ingestemd met de programmabegroting. De Programmabegroting VRHM 2026 is na afloop van deze zienswijzeprocedure vastgesteld door het Algemeen Bestuur VRHM.

Belangrijkste doelstellingen / prestaties en opgaven 2025

De veiligheidsregio is namens 18 gemeenten verantwoordelijk voor de volgende taken:

  • meldkamerfunctie voor brandweer en crisisbeheersing
  • risicobeheersing
  • rampenbestrijding en crisisbeheersing
  • GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio - uitgevoerd door GGD)
  • coördinatie gemeentelijke bevolkingszorg
  • brandweerzorg

De doelstellingen per taak voor 2026 staan, tezamen met de opgaven die voortkomen vanuit het Regionaal Beleidsplan 2024-2027, in de Programmabegroting 2026 van de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Belangrijkste bestuurlijke mijlpalen 2026

De gemeenteraad dient jaarlijks op grond van artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de mogelijkheid te krijgen om een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting.
In 2026 staan de volgende bestuurlijke mijlpalen gepland:

  • Zienswijze Programmabegroting 2027 (mei / juni)
  • Regionaal Risicoprofiel ter consultatie (april t/m juli)

Bijdrage 2026

€ 14 miljoen

Voor eigenaarsrol, zie paragraaf verbonden partijen

Effectindicatoren bij 2A Veiligheid

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2025

2026

2027

2028

Doel 2A1 Bewaken van democratische rechtstaat en beperken van georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

2A1.a Aantal geregistreerde incidenten in GIR (Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem)

50 (2022)
42 (2023)
64 (2024)

100

100

100

100

Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem

2A1.b Percentage medewerkers dat verbale agressie ervaart

23% (2025)

23%

22%

21%

20%

Medewerkers onderzoek

2A.1c Percentage medewerkers dat bedreiging/ inimidatie ervaart

7% (2025)

7%

7%

6%

6%

Medewerkers onderzoek

2A.1d Percentage medewerkers dat fysieke agressie ervaart

2% (2025)

2%

2%

1%

1%

Medewerkers onderzoek

Doel 2A2 Bevorderen van veilige en leefbare woon- en leefomgeving

2A2.a Aantal overlastmeldingen drugs, burenruzie, geluid

3.492 (2022)
3.498 (2023)
4.307 (2024)

2.900

2.900

2.900

2.900

Politie- eenheid Den Haag

2A2.b Aantal woninginbraken (inclusief pogingen) per 1.000 inw.

1,0 (2022)
1,3 (2023)
1,0 (2024)

2,0

2,0

2,0

2,0

CBS (wsjg.nl - BBV)*

2A2.c Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel overlast ervaart van drugsgebruik

3% (2021)
4% (2023)

4%

4%

4%

4%

Veiligheidsmonitor

2A2.d Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel overlast ervaart van drugshandel

4% (2021)
3% (2023)

4%

4%

4%

4%

Veiligheidsmonitor

2A2.e Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners

5,8 (2022)
5,0 (2023)
5,0 (2024)

5,5

5,5

5,5

5,5

CBS (wsjg.nl - BBV)*

2A2.f Aantal (brom)fietsdiefstallen

1.151 (2022)
1.370 (2023)
1.479 (2024)

1.425

1.425

1.425

1.425

Politie- eenheid Den Haag

2A2.h Overlastmeldingen, gerelateerd aan personen met verward gedrag

1.355 (2022)
1.620 (2023)
1.604 (2024)

1.000

1.000

1.000

1.000

Politie- eenheid Den Haag

Doel 2A3 Regie op jeugd (overlast en criminaliteit)

2A3.a Aantal incidenten overlast door jeugd

731 (2022)
980 (2023)
1.090 (2024)

950

950

950

950

Politie- eenheid Den Haag

2A3.b Aantal HALT verwijzingen per 1.000 jongeren

10 (2022)
14 (2023)
18 (2024)

20

20

20

20

Bureau HALT (wsjg.nl - BBV)*

2A3.c Aantal vernielingen en beschadigingen in de openbare ruimte per 1.000 inwoners

7,1 (2022)
6,6 (2023)
6,2 (2024)

5,0

5,0

5,0

5,0

CBS (wsjg.nl - BBV)*

2A3.d Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel overlast ervaart van rondhangende jongeren

7% (2021)
86% (2023)

6%

6%

6%

6%

Veiligheidsmonitor

Doel 2A4 Fysieke veiligheid en optimaliseren crisisorganisatie

2A4.a Aantal brandstichtingen

43 (2022)
35 (2023)
26 (2024)

35

35

35

35

Politie- eenheid Den Haag

2A4.b Aantal gemelde woningbranden in Leiden

69 (2022)
59 (2023)
52 (2024)

64

64

64

64

Veiligheidsregio Hollands-Midden

Doel 2A5 Veilig ondernemen en veilig uitgaan

2A5.a Percentage inwoners van stadsdeel Midden dat in eigen buurt veel overlast ervaart door horecagelegenheden

6% (2021)
8% (2023)

7%

7%

7%

7%

Veiligheidsmonitor

2A5.b Percentage inwoners van Leiden dat vaak overlast heeft van evenementen

2% (2023)

3%

3%

3%

3%

Veiligheidsmonitor

2A5.c Percentage inwoners van stadsdeel Midden dat vaak overlast heeft van evenementen

7% (2023)

8%

8%

8%

8%

Veiligheidsmonitor

2A5.d Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel overlast ervaart door dronken mensen op straat

4% (2021)
5% (2023)

3%

3%

3%

3%

Veiligheidsmonitor

2A5.e Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners

2,1 (2022)
3,5 (2023)
3,0 (2024)

3,0

3,0

3,0

3,0

CBS (wsjg.nl - BBV)*

2A5.f Percentage vrouwen die één of meerdere keren een vorm van straatintimidatie meegemaakt hebben de afgelopen 12 maanden

57% (2023)**

51%

51%

51%

51%

Veiligheidsmonitor

2A5.g Percentage mannen die één of meerdere keren een vorm van straatintimidatie meegemaakt hebben de afgelopen 12 maanden

35% (2023)**

32%

32%

32%

32%

Veiligheidsmonitor

* Deze BBV-indicator is landelijk verplicht. De realisatiewaarden staan op waarstaatjegemeente.nl.
** Deze indicatoren zijn voor het eerst uitgevraagd in de Veiligheidsmonitor. Aangezien sprake is van een nulmeting, kunnen dus maar beperkt conclusies worden getrokken ten aanzien van een streefwaarde. De gehanteerde streefwaarden zijn voor nu afgeleid uit vergelijkbaar onderzoek in de gemeente Amsterdam.

Kaderstellende beleidsstukken

  • Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 (RV 23.0043)
  • Visie op Handhaving Openbare Ruimte 2025-2028 (RV 25.0010)

Programmakosten

Veiligheid

Rekening

Begroting

Begroting

MJB

MJB

MJB

Bedragen x 1.000,-

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Veiligheid

Lasten

17.643

18.415

19.184

18.638

18.541

18.541

Baten

-809

-30

-32

-32

-32

-32

Saldo

16.835

18.385

19.152

18.606

18.508

18.508

Programma

Lasten

17.643

18.415

19.184

18.638

18.541

18.541

Baten

-809

-30

-32

-32

-32

-32

Saldo van baten en lasten

16.835

18.385

19.152

18.606

18.508

18.508

Resultaat

16.835

18.385

19.152

18.606

18.508

18.508

Budgettaire ontwikkelingen

De stijging van de lasten wordt onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2025-2028. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.

Beleidsterrein Veiligheid

Er is in 2026 0,4 miljoen geraamd voor een feestelijke jaarwisseling (kaderbrief 2025-2029). Daarnaast wordt per 2026 een veiligheidsregisseur aangetrokken (138.000). De overige toename van de lasten wordt veroorzaakt door indexering, waarvan 0,3 miljoen voor de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Reserves

Niet van toepassing.

Investeringen

Niet van toepassing.

Subsidies

Niet van toepassing.