Programmanummer | 3 | |
Commissie | Werk en Middelen | |
Portefeuille(s) | Economie, Kennis, Sport & Gezondheid Energie, Werk, Inkomen & Cultuur |
De missie van het programma Economie luidt: |
De Leidse economie heeft een goede uitgangspositie met de kenniseconomie en stadseconomie als samenhangend en stevig fundament voor een toekomstbestendige economische ontwikkeling. Om deze positie te behouden en te benutten blijft het cruciaal te investeren in een aantrekkelijk vestigingsklimaat met voldoende ruimte voor werken en ondernemen, woningen en voorzieningen. En door in te blijven zetten op talent, kennis, innovatie en een duurzame, toekomstbestendige economie. We bouwen daarom voort op de vijf pijlers onder het economisch beleid:
Randvoorwaarde voor een succesvol economisch beleid is een sterke positionering en constructieve samenwerking met partners in de stad en de regio binnen verbanden als Economie 071 en het Leiden Bio Science Park. We benutten daarbij de kracht van kennis via de partners van Leiden Kennisstad.
We houden oog voor een brede welvaart voor iedere Leidenaar en de verhouding tussen economie, welzijn en ecologie. Zo zetten we met vastgestelde Ontwikkelagenda Ruimte voor Werken in op een fonds voor betaalbare werkruimte voor startende en maatschappelijk betrokken ondernemers. Voor het leefbaar houden van de stad is circulair handelen rand voorwaardelijk, als gemeente én met partners in de stad. De focus ligt op eigen inkoop, bouw- en sloopprojecten en het inspireren en versterken van de inzet van alle Leidenaren.
Enkele onderwerpen waar we komend jaar mee aan de slag gaan:
Doel | Prestatie |
---|---|
3A1 Betere ruimtelijke mogelijkheden voor bedrijven en instellingen | 3A1.1 Regionale en lokale beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en advisering |
3A1.2 Doorontwikkeling Leiden Bio Science Park (LBSP) |
3A1.1 Regionale en lokale beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en advisering
In 2024 is de Ontwikkelagenda Ruimte voor Werk vastgesteld. De Ontwikkelagenda bevat vijf concrete acties die tot en met 2026 worden uitgevoerd om meer regie te nemen op het creëren van voldoende fysieke en betaalbare ruimte voor werken in de stad. Op deze manier proberen we te komen tot vitale en toekomstbestendige bedrijventerreinen. Dit sluit aan bij de ambities uit het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden.’ Een belangrijk thema van de Ontwikkelagenda is het versterken van functiemenging in de stad waar dit kan; werken in woongebieden en wonen in werkgebieden. Deze functies kunnen elkaar versterken.
Met Ruimte voor Werk gaan we met de volgende acties aan de slag in 2025 en 2026:
Regionaal zetten we met Ruimte voor werk in op:
Bedrijventerreinen-strategie
In 2024 is de strategie ‘Ruimte voor bedrijven in de Economie 071-gemeenten, ruimtelijke strategie bedrijventerreinen 2020-2030’ geëvalueerd en geactualiseerd. We zetten de komende jaren in op lichte regionale groei in ruimte voor bedrijventerreinen. Dit betekent dat wij ons als regio inzetten voor het uitbreiden en beter gebruiken van ons regionale aanbod van bedrijventerreinen. Met de uitvoering van deze strategie werken we ook aan toekomstbestendige bedrijventerreinen, door in te zetten op verdichting en verduurzaming. In 2025 wordt de verkenning afgerond naar de mogelijkheden van een Regionale Herontwikkelingmaatschappij (RHOM). Een RHOM heeft als belangrijkste doel om herontwikkelingen van werklocaties van de grond te krijgen die de markt niet oppakt. Op basis van de uitkomsten uit deze verkenning wordt in 2025 voorgelegd aan de raad of dit instrument in de herontwikkeling van bedrijventerreinen wordt ingezet door de gemeenten van Economie071.
Regionale kantorenvisie
De spoorzone van Leiden (het gebied Vondelkwartier, Stationsgebied en omgeving (STEO) en Schipholweg) is dé aantrekkelijkste kantoorlocatie van heel Holland Rijnland. De spoorzone is de enige locatie in Holland Rijnland waar de locatiekwaliteit hoog is en groei van het kantorenvolume mogelijk is. Juist door de ruimtelijke kwaliteit, kansen en ligging biedt de spoorzone ook uitstekende kansen voor niet- of lichte laboratorium houdende bedrijven van het Leiden Bio Science Park. Landelijk gezien richten de grote kantoorbeleggers zich met hun investeringen op de G5 gemeenten. De ontwikkelingen in de financiële markten en de bouw maken dat investeerders nog terughoudend zijn om in Leiden te investeren.
De kantorenmarkt van Leiden is ongezond door een te lage frictieleegstand. De kantorenleegstand in Leiden ligt met 5,1% (jaarlijkse Kantorenmonitor, stand 1/1/2024) op de ondergrens van de frictieleegstand (5-8%) die voor een goed functionerende kantorenmarkt gewenst is. Deze frictie leegstand bevindt zich vooral op het Leiden Bio Science Park (LBSP), waar alleen LSH gerelateerde bedrijven zich kunnen vestigen. De frictie leegstand in de Spoorzone is nog steeds onder de ondergrens van 5%. Dat levert beperkingen op voor herontwikkeling en verplaatsen van bestaande kantoorgebruikers in Leiden, maar ook voor nieuwe kantoorgebruikers die zich in de Spoorzone willen vestigen, onder andere door de nabijheid van het LBSP en Leiden CS. De ontwikkeling van nieuwe kantoren en de herontwikkeling van het bestaande (gedateerde) kantoorareaal is nodig voor een kwalitatief en duurzaam kantorenaanbod in Leiden. Daarnaast is de Spoorzone ook van belang voor bedrijven die diensten leveren aan het Leiden Bio Science Park, waarvoor nabijheid een belangrijke vestigingsfactor is.
Met vastgoedeigenaren (zoals ABC in het stationsgebied, van de Vorm/Oudendal en Citystone groep aan de Schipholweg) werken we (her)ontwikkelplannen uit die de komende jaren tot realisatie komen. Die kantorenmeters zijn nodig om een gezonde kantorenmarkt in Leiden te krijgen. Tegelijkertijd komt dan kwalitatief hoogwaardig kantoorareaal beschikbaar voor de bedrijven in Leiden.
De huidige regionale kantorenstrategie Holland Rijnland kent een looptijd van 2019-2024. In 2024 is gewerkt aan de actualisatie van de regionale kantorenstrategie. Besluitvorming is in het eerste kwartaal van 2025.
Leiden heeft een centrumfunctie voor de regio voor de niet-dagelijkse boodschappen. Daarnaast zijn de wijkwinkelcentra met haar (buurt)winkels belangrijk, als economische functie voor de dagelijkse boodschappen en ‘hart van de wijk’.
In 2025 zetten wij ons met de Ontwikkelagenda Ruimte voor Werken en het Actieplan Impuls lokale economie in om de lokale economie te versterken. Wij stellen profielen op voor de wijkwinkelcentra, die een wervend toekomstperspectief moeten bieden voor deze werklocaties. Het beleidskader voor retail(ontwikkelingen) is de Nota en het Uitvoeringsplan warenmarkt- en retailbeleid Leiden 2021. Voor de horeca is het geldende beleidskader de Horecavisie 2020-2026.
Specifiek werken we aan:
Actieplan impuls Leidse lokale economie
Onze lokale ondernemers zijn belangrijk voor de voorzieningen in de stad en houden de stad levendig en leefbaar. In 2023 is daarom een Actieplan impuls Leidse Lokale economie opgesteld. Dit is een concreet 20-puntenplan dat een impuls geeft aan de lokale economie van de hele stad. In 2025 zetten we een aantal acties uit het Actieplan voort, zoals het versterken en faciliteren van de wijkeconomie, het vergroten van het belevingsgebied Nieuwe Rijn en de dienstverlening aan het Leidse MKB. Ook gaan wij verder met een omgevingsprogramma voor de Binnenstad.
Horecavisie 2020-2026
We verkennen in 2025 hoe we een vervolg aan geven aan de visie. Daarin nemen we de uitkomsten van de monitor 2024 mee.
Markten
We zijn in 2024 begonnen met het veiliger en sfeervoller maken van de zaterdagmarkt en de woensdagmarkt. Dit zetten we in 2025 voort door een uitbreiding van de zaterdagmarkt te onderzoeken richting de Kippenbrug. Ook willen we actiever marktondernemers van nieuwe branches werven. Voor de andere Leidse markten gaan we in 2025 werken aan het actualiseren en evalueren van de inrichtingsplannen en de branchering, zodat iedere markt in Leiden zo sterk mogelijk gepositioneerd is en kan floreren. Daarnaast leggen we de focus in 2025 op het optimaliseren van de samenwerking met de marktondernemers door actiever en directer contact te onderhouden.
3. Overnachtingen en toeristische verhuur van woonruimten
Short stay verblijf in combinatie met hotelfunctie
Vanwege de toenemende vraag naar short stay-voorzieningen voor tijdelijk zakelijk verblijf, die niet waren voorzien in de Horecavisie 2020-2026, is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. Dit heeft geleid tot een voorstel voor beleidsregels binnen het bestaande hotelbeleid. Een horeca 6 vergunning wordt dan verplicht voor short stay, waarbij nieuwe short stay kamers meetellen in de uitbreidingscapaciteit van hotelkamers. Hiermee beschermen we de woningvoorraad, creëren we een gelijk speelveld met hotels, en houden we rekening met de beperkte ruimte in de stad. De eerste evaluatie volgt in 2025.
Beleid Toeristische verhuur van woonruimte
Volgens het beleid voor toeristische verhuur van woonruimte is het voor eigenaren toegestaan om hun woonruimte tijdelijk voor toeristisch of zakelijk verblijf te verhuren. Om te zorgen voor een gelijk speelveld met de hotels en overige logiesvoorzieningen zijn de volgende voorwaarden in het beleid voor toeristische verhuur van woonruimte opgenomen: verplichte registratie van de woning (en vermelding van de registratienummers op de verhuuradvertenties bij de platforms als Airbnb); verhuur van de (gehele) woning voor maximaal 30 nachten per kalenderjaar of een volledig kalenderjaar in het geval dat eigenaar van de woning aanwezig is en maximaal 40% van het woonoppervlakte verhuurt; en afdracht van toeristenbelasting (€ 3,50 per persoon per nacht). Omdat een registratieplicht onvoldoende zicht geeft op naleving van deze voorwaarden, wordt afgewogen of een meldplicht moet worden ingevoerd. Daarbij wordt rekening gehouden met in februari 2024 aangenomen EU-wetgeving die het verhuurplatforms verplicht om gegevens (aantal overnachtingen en personen) te delen met lidstaten. Deze nieuwe wet maakt een meldplicht mogelijk overbodig. De nieuwe EU-regels zijn in 2027 van kracht.
Het borgen en reguleren van het gebruik van het openbaar water en de walkanten door (woonboot)bewoners, recreanten van binnen en buiten Leiden en (bedrijfsvaart)ondernemers is een onderwerp dat een integrale benadering vraagt in regelgeving en aanpak. Het is ook een onderwerp wat tezijnertijd opgenomen kan worden in het omgevingswetinstrumentarium. Voor informatie over de algemene inzet op water verwijzen we u naar de waterbrief (kenmerk Z/24/3633935).
Het aantal Leidenaren met een andere nationaliteit is de afgelopen jaren gestegen van een op de elf (2020), naar een op de zeven (2024). Met de visie Internationalisering richt Leiden zich op de toekomst én borduurt de stad voort op de eeuwenlange traditie als ‘stad voor iedereen’. In 2024 is het meerjarenplan voor internationalisering ten einde gelopen waarin we kozen voor een brede, integrale benadering van internationalisering op alle beleidsterreinen. Ook in de toekomst willen we blijven inspelen op de diversiteit onder de gehele groep internationale Leidenaars, van statushouders tot kenniswerkers. We evalueren de inzet tot nu toe en we bepalen de focus voor de komende periode. We kijken samen met onze partners uit de stad hoe we met dienstverlening, ontmoeting en integratie internationale Leidenaren bij de stad blijven betrekken. Er zal daarbij ook aandacht uitgaan naar: het stimuleren van het taalaanbod voor anderstaligen, internationale bewoners meenemen in participatietrajecten, het benutten van het international panel, en de doorontwikkeling van het Leiden International Centre (zie 3B2.1.3).
Met de partners van de stichting Economie071 wordt in 2025 uitvoering gegeven aan de nieuwe koers op basis van een interne tussentijdse evaluatie over de samenwerking. Uitgangspunt is het versterken van de uitvoeringskracht en het verstevigen van positionering van Economie071 binnen regionale netwerken. Daarbij werken we via projecten als de regionale bedrijvenstrategie en een verkenning van een Regionale Herontwikkelingsmaatschappij (RHOM) aan voldoende ruimte voor werken en ondernemen. In 2025 worden de resultaten van de verkenning van een RHOM verwacht, zie 3A1.2. Ook activiteiten gericht op ondernemerschap en een toekomstbestendig MKB, zoals de succesvolle MKB deal digitalisering, worden voortgezet.
3A1.2 Doorontwikkeling Leiden Bio Science Park
Het LBSP is het grootste innovatiedistrict van Nederland op het gebied van Life Sciences & Health en staat in de top vijf van Europa. In de afgelopen 40 jaar heeft het park een sterke, wereldwijde positie verworven. Er zitten onder andere ruim 130 bedrijven, Naturalis, het LUMC en vijf faculteiten van de Universiteit Leiden. Naast onderzoek en bedrijvigheid wonen er circa 3.000 mensen en is er gelegenheid om te sporten, te recreëren en zijn er horecamogelijkheden.
Het LBSP is ook maatschappelijk van belang. LBSP draagt namelijk bij aan het verbeteren van de gezondheid van Leidenaars, Nederlanders en de samenleving wereldwijd. Denk hierbij aan de ontwikkeling van vaccins, preventie en leefstijlgeneeskunde, diagnostiek en technologische innovaties voor medicijnontwikkeling, regeneratieve geneeskunde & geavanceerde gentherapieën.
In 2024 is gestart met het evalueren en aanscherpen van de positionering van het Leiden Bio Sience Park. In 2025 wordt een vernieuwde positionering en identiteit geïntroduceerd. Ambities zijn om in de top 3 van Europa te komen, de etalage van Life Sciences & Health (LSH) in Nederland te zijn en het duurzaamste innovatiedistrict van Nederland te worden. Ook willen wij de verbinding met de binnenstad verbeteren.
Verder wordt verkend in hoeverre de strategische gebiedsvisie kan worden geactualiseerd voor LBSP (inclusief de samenhang met knooppunt Leiden Centraal, Endegeest, Katwijk, transformatie binnen LBSP), rekening houdend met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en duidelijke benoeming van de rollen van de verschillende partijen. Daarnaast wordt er een lobbystrategie opgesteld rond het belang van LBSP bij bestuurders en beleidsmakers op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau. Ambitie is om een leiderschapsrol te gaan vervullen in regionale en nationale netwerken.
Buck Consultants Internationals (BCI) heeft voor Leiden, Katwijk, Oegstgeest en de Provincie Zuid-Holland het ruimtevraagstuk van de groeiende bedrijvigheid rondom het LBSP onderzocht. Op het park is momenteel nog voldoende ruimte voor nieuwe bedrijven. Maar om te zorgen dat het LBSP in de toekomst kan blijven floreren, is in ieder geval ruimte nodig in Katwijk. Ook in 2025 zullen we de samenwerking met Katwijk, Oegstgeest en de provincie op dit gebied voortzetten. Verder is van belang dat het LBSP onderwerp is in onder andere in Economie071 en in de Verstedelijkingsas.
Ruimtelijke en economische ontwikkelingen gaan hand in hand in een innovatiedistrict. Voor innovatie is openheid en toegankelijkheid van gebouwen en faciliteiten belangrijk. De ontmoeting (bedoeld en onbedoeld) moet zo maximaal bediend worden. Belangrijke randvoorwaarden zijn een goede bereikbaarheid, hoogwaardige kwaliteit en veel aandacht voor duurzaamheid.
Op het LBSP vindt de ontwikkeling en bouw van diverse nieuwe projecten plaats, in samenwerking met partners (de verantwoordelijke partij is tussen haakjes toegevoegd):
Een deel van de bouwprojecten betreft woningbouw (Entreegebied). In 2023 zijn er ongeveer 1.000 (studenten)woningen bijgekomen in het LBSP. De komende jaren zal dat aantal verder toenemen. Het LBSP draagt dus ook significant bij aan de woningbouwopgaaf van Leiden.
De herstructurering van het oudere deel van het LBSP, deelgebied Leeuwenhoek, is nog steeds volop gaande. Een aantal van de hiervoor gemelde projecten liggen in dit deelgebied. Dit sluit goed aan bij het groeitempo dat het LBSP momenteel heeft, waarbij er een grote vraag blijft naar gebouwen met laboratoria en kantoren. Het gebeid zal meer de uitstraling en functionaliteit van een innovatiedistrict krijgen. Ook kunnen we daarmee invulling geven aan de functiemix en het inrichten van de ruimtes -zowel inpandig als de buitenruimte- om ontmoeting te stimuleren. Deze herstructurering zal de komende jaren nog in beslag nemen.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
Doel 3A1 Betere ruimtelijke mogelijkheden voor bedrijven en instellingen | ||||||
3A1.a Aantal arbeidsplaatsen | 72.389 (2021) 74.696 (2022) 75.665 (2023) | 76.000 | 76.500 | 77.000 | 77.500 | Bedrijvenregister Zuid-Holland |
3A1.b Aantal bedrijfsvestigingen | 13.118 (2021) 13.981 (2022) 14.906 (2023) | 15.500 | 15.900 | 16.300 | 16.700 | Bedrijvenregister Zuid-Holland |
3A1.c Percentage leegstand in kantoren | 4,0% (2021) 4,1% (2022) 5,1% (2023) | 6,5% | 6,5% | 6,5% | 6,5% | Kantorenmonitor Holland Rijnland |
3A1.d Aantal arbeidsplaatsen op het Leiden Bio Science Park | 20.379 (2021) 21.212 (2022) 21.640 (2023) | 25.000 | 25.800 | 25.800 | 25.800 | Bedrijvenregister Zuid-Holand |
3A1.e Economie071 Index | 110 (2020) 113 (2021) 119 (2023) | 119 | 120 | 121 | 122 | Economie071 |
3A1.f Percentage functiemenging | 55,0% (2021) 55,3% (2022) 55,3% (2023) | - | - | - | - | LISA* |
3A1.g Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoners van 15 /m 64 jaar | 147,6 (2021) 155,7 (2022) 163,9 (2023) | - | - | - | - | LISA* |
3A1.h Percentage demografische druk | 51,1% (2022) 50,8% (2023) 50,5% (2024) | - | - | - | - | CBS* |
Doel | Prestatie |
---|---|
3B1 Sterker ondernemersklimaat | 3B1.1 Faciliteren bedrijvigheid, starters en ondernemerschap in Leiden |
3B1.2 Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en stimuleren ondernemerschap | |
3B2 Meer kennisintensieve bedrijvigheid | 3B2.1 Stimuleren en acquisitie van kennisintensieve bedrijvigheid en netwerken |
3B1.1 Faciliteren van bedrijvigheid, starters en ondernemerschap in Leiden
Regelmatig organiseert Economie071 regionale avonden voor startende ondernemers. En stimuleren we wedstrijden voor startende ondernemers, zoals Gulliver, en ontmoetingen tussen bedrijven en studenten, zoals ‘Science meets Business’. In 2022 is het incubatorprogramma Unlock_ voor startende biotechondernemers gestart en maakt nu onderdeel uit van de ondernemerschap- en startupprogramma’s van PLNT. Gezien de groeiambitie naar 25.000 banen is een ondersteuningsprogramma voor innovatieve startende ondernemers in de voor Leiden Bio Science Park (LBSP) relevante richtingen noodzakelijk.
PLNT
De afgelopen jaren is aan de Langegracht in Leiden een dynamische broedplaats ontstaan waar innovatieve oplossingen voor nieuwe uitdagingen worden gecreëerd en startups professionele begeleiding, faciliteiten en toegang tot middelen krijgen om deze oplossingen te realiseren. Hierdoor zijn vele ideeën ontwikkeld tot startup, waarmee ook een grote sociaal-maatschappelijke impact is gecreëerd. Elke inwoner van Leiden is welkom om zijn of haar ondernemende idee te pitchen en toegang te krijgen tot diverse events en programma’s die PLNT aanbiedt. De gemeente ondersteunt samen met de Universiteit Leiden en de ondernemersvereniging Leiden Bio Science Park het unlock_ programma.
Een van de successen is bijvoorbeeld de startup Juvoly. Juvoly is een onderneming die met behulp van specifieke artificial intelligence-technologie de druk op huisartsen vermindert. Door administratieve taken te automatiseren, kunnen huisartsen meer tijd en aandacht besteden aan hun patiënten, wat leidt tot betere zorg en welzijn. Een ander indrukwekkend voorbeeld is Hospital Hero. Deze app maakt ziekenhuisbezoeken minder spannend door kinderen en hun ouders voor te bereiden en tijdens het bezoek afleiding te bieden. Dit zorgt voor een positieve ervaring en minder angst bij jonge patiënten.
Vanaf 2025 heeft de gemeente voor de uitvoering van ondernemerschaps- en startup-activiteiten van PLNT budget gereserveerd. Hierdoor is de broedplaats PLNT in staat om nieuwe veelbelovende Leidse initiatieven en startups te ondersteunen die de (nieuwe) economie van de stad helpen vormen. Door de bijdrage van de gemeente blijven schaarse betaalbare werkplekken voor innovatieve bedrijven beschikbaar (zie ook 3A1.1 actielijn 5 – Ontwikkelagenda Ruimte voor werken). Ook zijn de kosten lager voor startups en maatschappelijke initiatieven, die de laatste jaren hun weg naar PLNT hebben weten te vinden. Naast de gemeente zijn de Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden en mboRijnland mede financiers van PLNT.
SWO (Stichting Werk en Onderneming)
SWO houdt zich al meer dan 35 jaar actief bezig met het bieden van werkruimte waar (startende) micro-ondernemers nieuwe mensen kunnen ontmoeten, activiteiten kunnen ontplooien en samenwerkingen kunnen aangaan. In het Beleidsplan 2022-2030 richt SWO zich in het bijzonder op het bieden van betaalbare bedrijfsruimte aan startende micro-ondernemers. De SWO richt zich vooral op startende micro-ondernemers die vaak een langere aanlooptijd nodig hebben, zoals ondernemers uit de creatieve industrie, kleine ambachtelijk bedrijven en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Ook verhuurt SWO locaties voor makers met ateliers, werkplaatsen en kantoren. Door maandelijkse netwerkborrels en evenementen te organiseren en nauw contact met de ondernemers te onderhouden, speelt SWO een proactieve rol bij het verbinden van ondernemers en stimuleert hen bij het opbouwen van een netwerk.
De SWO is actief bezig om samenwerkingen aan te gaan met de Hogeschool Leiden en met het MBO-Rijnland om zo het ondernemerschap van jonge en startende ondernemers aan te moedigen. De programma’s voor startende ondernemers van PLNT en SWO vullen elkaar hierop aan zodat er voor diverse doelgroepen programma’s kunnen worden gevolgd.
Concreet ziet SWO in de komende tien jaar, in combinatie met de verstedelijkingsopgave, ruimte voor het creëren van nieuwe werkplekken in de wijken. Het gaat om een mix van co-workspaces, ateliers en ambachtelijke werkplaatsen voor minder kapitaalkrachtige zelfstandigen en creatieven, dit als een essentiële invulling van onze inclusieve stad. SWO is dan ook een belangrijke speler in de Ontwikkelagenda Ruimte voor Werk om betaalbare ruimte voor werk te creëren.
SWO is een samenwerking aangegaan met Pangea Incubator, een organisatie die nieuwe Nederlanders helpt bij het opzetten van levensvatbare ondernemingen in Nederland. Het is de bedoeling dat de samenwerking met soortgelijke initiatieven wordt uitgebreid bij de ontwikkeling van nieuwe werkruimtes.
Ruimte voor bedrijvigheid
Bij de uitvoering van de Ontwikkelagenda Ruimte voor Werk zetten we in 2025 in op het versterken van de samenwerking tussen de gemeente en SWO, PLNT, Biopartner en andere sociaal-maatschappelijke bedrijfsverzamelgebouwen. Gezamenlijk stellen we een lijst op van locaties, projecten en gebouwen (zowel publiek als privaat) die geschikt zijn voor herontwikkeling naar betaalbare werkruimte.
De stad Leiden kent veel verschillende expertises en hoogwaardige kennisclusters die bijdragen aan tal van maatschappelijke uitdagingen en innovatieve oplossingen. Deze hoogwaardige kennis en kunde is vooral geconcentreerd op het Leiden Bio Science Park (LBSP) en in de regio. Een prioriteit is om nader onderzoek te doen naar de potentie en doorontwikkeling van DeepTech (AI, Data en Quantum) en MedTech1 (Medische Technologie) ecosystemen. De eerste resultaten in het afgelopen jaar hebben laten zien dat Leiden een kansrijke positie heeft op basis van het bestaande ecosysteem op het LBSP. Deeptech zijn sleutel-technologieën die fundamenteel en voorwaardelijk zijn voor toekomstige ontwikkelingen in, onder andere, Life Sciences. Medtech is een belangrijk middel in de transformatie van de gezondheidszorg. Dit onderzoek doen we gezamenlijk met andere partners in de regio, zoals Innovation Quarter, Luris (Universiteit Leiden) en het LUMC.
Voorgaande wordt meegenomen in een innovatiepaper. De doelstelling is om hierin heldere keuzes te formuleren waarop de gemeente in de toekomst kan inzetten. Deze beperkt zich niet tot Life Sciences, maar ook op het gebied van medische-, ruimtevaart- en quantumtechnologie. Vaak gaat het ook om een combinatie tussen deze sectoren op basis van artificiële intelligentie (AI), zogenaamde “cross-over technologie”. Verder zien we in de binnenstad kennisclusters op het gebied van rechten, zorg, talen en culturen (Humanities).
Vanuit de gemeente werken we nauw samen met de kennisinstellingen en kennisintensieve bedrijven in de stad om innovatie aan te jagen en deze kennisclusters te laten floreren, vanuit de wetenschap dat we daar als stad ook van profiteren in economische én maatschappelijke zin. Een voorbeeld van een nieuwe ontwikkeling is Whispp: een taalonafhankelijke AI-technologie en bel-app zet fluisterspraak en aangedane spraak om in een heldere en natuurlijke stem naar keuze, zonder enige vertraging. Dit ondersteunt bijvoorbeeld mensen die stotteren en helpt hen om zelfverzekerder in de maatschappij te staan.
Quantumtechnologie heeft een grote potentiële toekomstige impact op bijvoorbeeld het gebied van ontwikkeling van medicijnen. Door de sterke rekenkracht en software is het op termijn in potentie mogelijk om betere medicatie voor Alzheimer te ontwikkelen. Leiden heeft een sterke positionering als een van de 5 quantumhubs in Nederland dankzij de ontwikkelingen van quantum-algoritmes. Een belangrijke eerste stap is de ontwikkeling van BioPartner 4 naar een fysieke locatie voor quantum- start ups. De combinatie van Humanities, (life) science en sleuteltechnologie geeft Leiden bovendien een unieke propositie om de ethische en juridische effecten op de samenleving te onderzoeken.
De gemeente Leiden draagt met haar partners bij door ook in 2025 in te zetten op campusontwikkeling, onze netwerkkracht, (indirect) financiering te verstrekken of bij te dragen aan grotere financiële proposities richting het Rijk en de EU en het scheppen van de juiste randvoorwaarden in termen van beleid, regelgeving en benodigde fysieke infrastructuren en faciliteiten. In het verband “Medical Delta” wordt samengewerkt in de regio om de kansen te benutten.
We werken samen met de gemeenten in de westflank van de stedelijke as van Holland Rijnland om de kennisas van Noordwijk (Esa Estec/NL Space Campus), Katwijk (Unmanned Valley, Zijlhoek-De Woerd), Leiden (LBSP) tot Zoeterwoude (Grote Polder) te versterken. Dit is een prioritair project uit de Regionale Investeringsagenda Holland Rijnland. De positie en het belang van de versterking van de kennisas wordt ook meegenomen in de gesprekken over de ontwikkeling van de Novex Zuidelijke Randstad en de Ruimtelijk Economische Visie van de provincie Zuid-Holland. Deze versterking draagt bij aan het verdienvermogen en aan de positionering van de regio als kennisregio en het Leiden Bio Science park in het bijzonder.
Ondernemerschap en digitalisering versnellen de transitie richting de nieuwe economie (‘Next Economy’). Veel ondernemers halen een belangrijk gedeelte van hun omzet online; daarnaast wordt steeds meer gebruik gemaakt van 'Artificial Intelligence' (AI) om bedrijfsprocessen te optimaliseren. De introductie van ChatGPT is een eerste voorbeeld. De urgentie is gegroeid voor ondernemers en de stad om de digitale economie verder vorm te geven binnen de kaders van de leefbare stad die we willen zijn. Daarbij zien we dat kennispartners, het brede MKB en innovatieve bedrijven in Leiden vaak dezelfde vragen en behoeftes hebben. Het gaat dan om een goede digitale infrastructuur (glasvezel en 5G), digitale veiligheid (cyber security) en aandacht voor de menselijke maat (ethiek, privacy en digitale vaardigheden voor de arbeidsmarkt van de toekomst). In het bijzonder heeft cybersecurity onze aandacht: er lopen verschillende initiatieven om zowel het brede MKB (Mkb deal: laat digitalisering voor je werken) als innovatieve MKB (cybersecurity centre LBSP) te versterken en beschermen.
3B1.2 Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en stimuleren ondernemerschap
Leiden versterkt het vestigingsklimaat door samen met kennisinstellingen, bedrijven, de regio en provincie in te zetten op de verzameling van alle kennis, ervaring en competenties van mensen (menselijk kapitaal).
Binnen Leiden richten we ons op drie pijlers, met de overkoepelende ambitie om met een veerkrachtige arbeidsmarkt bij te dragen aan de brede welvaart van alle inwoners van Leiden:
1. Aantrekken en behouden van (internationaal) talent
Het Leiden International Centre speelt een belangrijke rol voor de internationale kenniseconomie van de Leidse regio. Er is een verkenning gestart om te kijken naar de toekomst van het LIC, zoals beschreven in 3B2.1.3. Er wordt samengewerkt met het Leiden Bio Science Park om ervoor te zorgen dat er genoeg nieuwe werknemers worden aangetrokken. Van de nieuw aan te trekken werknemers zal 50% mbo geschoold zijn. Ook zijn we aangesloten bij het deelakkoord Internationaal Talent met diverse partners in de provincie, waaronder Economic Board Zuid-Holland en gemeente Den Haag als penvoerder. Inzet van het deelakkoord is versterking van de samenwerking op het thema internationaal talent binnen de provincie Zuid-Holland.
2. Verbeteren aansluiting onderwijs & arbeidsmarkt
Zoals afgesproken in de Leidse Educatieve Agenda (LEA) 2024-2028 werken wij aan verschillende ambities, samen met Leidse onderwijspartners van het voorschoolse, primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Zoals ambitie 3. Leiden, aantrekkelijke kennis- en onderwijsstad. Bijvoorbeeld door in 2025 verder te gaan met een pilot met Stichting Huisvesting Werkende Jongeren voor huisvesting van startende leerkrachten. Met initiatieven zoals MDT Talent en Toekomst van Technolab, MDT UniverCity, MDT Skill School en Leren met de Stad komen kinderen en jongeren in aanraking met verschillende beroepen en werken ze aan maatschappelijke vraagstukken. We blijven dit soort initiatieven ondersteunen, zodat kinderen en jongeren goed worden voorbereid op de arbeidsmarkt. We gaan door om het mbo pijlerplan uit te voeren. Bijvoorbeeld door samen met het vervolgonderwijs gelijke stagekansen te agenderen en we zetten in op versterking van techniekonderwijs.
3. Beter matchen van onbenut arbeidspotentieel
We blijven ons inzetten om inwoners die graag willen werken te helpen aan een baan of (om)scholing. DZB biedt als werk ontwikkelbedrijf van Leiden ondersteuning bij het zetten van stappen richting werk en scholing. Daarnaast zijn er initiatieven die inzetten op alternatieve en/of hybride vormen van leren voor groepen die met extra aandacht wel een mbo-diploma kunnen halen (veelal mbo-1). Voorbeelden hiervan zijn School@work en Op je Plek in de zorg voor Statushouders Ook loopt er een scholingsproject voor zij-instromers in de bioscience.
Veel gebeurt ook op de schaal van de arbeidsmarktregio Holland Rijnland, waar Leiden de rol van centrumgemeente vervult. De huidige samenwerking in het Regionaal Mobiliteitsteam, het Werkgeversservicepunt (WSP) en het leerwerkloket wordt in de loop van 2025 opgenomen in het Werkcentrum Holland Rijnland. Daar kunnen werkgevers en inwoners terecht met vragen over werk/personeel en omscholing. Er is steeds nauwere samenwerking met het samenwerkingsverband Holland Rijnland op het terrein van Human Capital.
3B2.1 Stimuleren en acquisitie van kennisintensieve bedrijvigheid en netwerken
Om kennisintensieve bedrijvigheid en innovatie te stimuleren is Leiden aandeelhouder van InnovationQuarter (IQ), de Regionale OntwikkelingsMaatschappij (ROM) van Zuid-Holland. De gemeenteraad heeft in haar kadernota besloten om in 2025 het bedrag van €850.000 toe te kennen aan het fonds UNIIQ dat onder IQ valt. Mede door aanvullende co-financiering van de Rijksdienst voor Ondernemerschap (RvO) is UNIIQ nog beter gepositioneerd om startende ondernemers te financieren.
Langs de drie lijnen van Innoveren, Internationaliseren en Investeren werkt IQ aan het versterken van de economische structuur in de provincie. Belangrijke werkzaamheden zijn hierbij het stimuleren en aanjagen van innovatie en ondernemerschap door het bevorderen van samenwerking in het ecosysteem. Hetzelfde geldt voor het vinden of zelf financieren van ondernemingen die willen (door)groeien, internationale acquisitie van nieuwe bedrijven richting de provincie of het behoud van de al aanwezige internationale ondernemingen. IQ is een actieve investeerder in de regio en beheert meerdere fondsen. Leiden participeert in twee van deze fondsen, het hoofdfonds IQCapital en het proof-of-concept fonds UNIIQ. Een deel van deze middelen komt, aangevuld met private investeringen, uiteindelijk terecht bij innovatieve en kennisintensieve bedrijven in Leiden en de regio.
In 2025 wordt uitvoering gegeven aan de nieuwe meerjarenstrategie 2023-2026 die in 2023 is vastgesteld voor de komende vier jaar. Een van de belangrijkste uitgangspunten is dat na jaren van stevige groei, een consolidatiefase ingezet wordt waarin slechts activiteiten opgepakt worden die bij de kernwaarden en uitgangspunten horen. De LSH sector is en blijft een belangrijk onderdeel van het werkgebied van IQ.
Medical Delta is een samenwerkingsverband in Zuid-Holland dat voortbouwt op de kracht van de foundingpartners: Erasmus MC, Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft, Universiteit Leiden en LUMC. Gedurende de jaren zijn vele partners aangesloten bij Medical Delta waaronder regionale en lokale overheden zoals de provincie Zuid-Holland, Rotterdam, Delft, Leiden en in 2016 de hogescholen van Rotterdam, Den Haag en Leiden. Medical Delta heeft samen met andere partijen zoals InnovationQuarter een Zorginnovatieprogramma gelanceerd. Hierdoor kunnen startende bedrijven hun producten laten testen. Een voorbeeld van een Leids livinglab is Phenomix. Bedrijven, zorginstellingen en wetenschappers werken samen aan praktische toepassingen van ‘metabolomics’-onderzoek: onderzoek naar stofwisselingsproducten. Hierdoor kunnen artsen bijvoorbeeld eerder diagnoses stellen of een persoonlijk behandelplan maken. Er lopen 16 wetenschappelijke programma's. Belangrijke programma’s en fieldlabs voor Leiden zijn: regeneratieve geneeskunde, metabolomics (Phenomix), Healthy Society, AI for Life Sciences en e-health (NeLL).
In de Leidse regio wonen en werken ongeveer 21.000 internationale werknemers. Het aantal internationals in de Leidse regio blijft groeien en de verwachting van de grote werkgevers uit de regio is dat er in de komende jaren meer internationale werknemers nodig zijn om de innovatie en economische kracht van de Leidse regio op peil te houden. Dit zijn zowel kenniswerkers als arbeidsmigranten. Deze ‘war on talent’ is ook in andere kennisregio’s gaande. Dit vraagt om extra inzet op het werven en behouden van (internationaal) talent. Het Leiden International Centre (LIC) werkt hierin onder meer samen met The Hague International Centre (THIC). Tegelijkertijd zien we dat het LIC kwetsbaar is doordat er geen structurele borging is door partners. Afspraken over de basisbijdrage van de gemeente Leiden aan het Leiden International Centre (LIC) lopen tot eind 2026. In 2024 is er een verkenning geweest over het voortzetten van het LIC en de samenwerking met The Hague International Centre. In 2025 en 2026 gaan we met de resultaten van deze verkenning aan de slag samen met de betrokken partners uit de regio.
De Economic Board Zuid-Holland (EBZ) bestaat uit de 30 belangrijkste spelers uit de Zuid-Hollandse economie. Het is een zogenaamd triple helix netwerk: Zowel uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen als uit de overheid. De EBZ zet zich in voor het vernieuwen, verduurzamen en versterken van de economie en het vestigingsklimaat in Zuid-Holland.
Leiden neemt deel aan deze samenwerking waarbij netwerk, denkkracht en lobby centraal staan. Momenteel is vestigingsklimaat een belangrijk onderwerp bij de EBZ. Onder de paraplu van de EBZ is de Groeiagenda tot stand gekomen. Hierin staan onze ambities voor de transformatie van het Leiden Bio Science Park naar een innovatiedistrict, de verstedelijkingsopgave en Leiden Verbindt (station en omgeving). Via de regionale Human Capital Agenda werken we in 2025 samen verder aan ontwikkeling van initiatieven en projecten, met name voor Life Science en IT/Techniek.
In 2025 is de inzet van de gemeente Leiden om te komen tot een LSH-tafel (Life Sciences & Health), waar structureel overleg plaatsvindt over hoe deze sector regionaal zo sterk mogelijk te maken in samenwerking met bijvoorbeeld Delft, Rotterdam en Den Haag.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
Doel 3B1 Sterker ondernemersklimaat | ||||||
3B1.a Aantal startende bedrijven in Leiden | 2.205 (2020) 2.139 (2021) 2.227 (2022) | 2.400 | 2.500 | 2.600 | 2.700 | Bedrijvenregister Zuid-Holland |
Doel | Prestatie |
---|---|
3C1 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden | 3C1.1 Citymarketing en stimuleren toeristische aantrekkelijkheid |
3C1.2 Faciliteren Centrummanagement Leiden en marketing- en activiteitencampagne binnenstad |
3C1.1 Citymarketing en stimulering toeristische aantrekkelijkheid
In de visie Bezoekerseconomie (2022) is gekozen om te focussen op bezoekers die aansluiten bij het DNA van Leiden als stad van internationale kennis en historische cultuur. Een belangrijk onderdeel van deze visie is de aandacht voor de balans tussen het leven van omwonenden en de beleving van bezoekers. Daarom wordt er ingezet op het spreiden van activiteiten, zowel als het gaat om locatie als om tijd.
Voor inzicht in en het bewaken van deze balans is de monitor en het dashboard van de bezoekerseconomie ontwikkeld. Leiden en Partners en Centrummanagement Leiden coördineren het beheer van deze monitor, in samenwerking met een begeleidingsgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende gemeentelijke teams en afdelingen. Ook is Leiden aangesloten bij de Landelijke Data Alliantie, die zich richt op het stimuleren en ontwikkelen van landelijke, regionale en lokale data en informatie over de bezoekerseconomie.
Congressen
Het Leiden Convention Bureau van Leiden & Partners richt zich actief op de verenigingsmarkt voor congressen, in samenwerking met stadspartners zoals de universiteit, hotels en culturele instellingen. Deze congressen zijn gericht op (inter)nationale wetenschappelijke instellingen, waarbij wetenschappers van diverse vakgroepen van de Universiteit Leiden betrokken zijn. De combinatie en het gebruik van verschillende locaties, zoals de universiteitsgebouwen, culturele voorzieningen zoals de Stadsgehoorzaal en Pieterskerk, kerken en hotels, biedt een aantrekkelijk aanbod voor deze congressen.
Citymarketing
Leiden & Partners, de citymarketingorganisatie voor Leiden, streeft naar meerdere doelen die aansluiten bij de visie Bezoekerseconomie. Ze richten zich op het aantrekken van passende doelgroepen voor toeristisch en zakelijk bezoek aan de stad, het aantrekken van studenten, het uitbreiden van het aantal congressen en het verhogen van de uitgaven en waardering voor de historische binnenstad van Leiden door bewoners en bezoekers. De focus ligt op het aantrekken van inwoners van de stad en de omliggende regio voor bezoek en verblijf in de binnenstad. Leiden & Partners werken hierbij samen met de andere gebruikers van het Handelshuis, zoals Centrummanagement Leiden en Cultuurfonds Leiden.
De Rekenkamer is in 2024 een onderzoek gestart naar het doel en de effecten van citymarketing. De Rekenkamer onderzoekt op welke wijze citymarketing haar doelen bepaalt en behaalt. De verwachting is dat het onderzoek dit begrotingsjaar zal worden afgerond. Deze bevindingen kunnen mogelijk invloed hebben op de tariefstelling en constructie van de regeling overdracht toeristenbelasting aan het Ondernemersfonds Leiden (OFL).
Regeling overdracht toeristenbelasting
Volgens de door de gemeenteraad vastgestelde regeling worden de netto-opbrengsten van de toeristenbelasting overgedragen aan het Ondernemersfonds om de citymarketing van Leiden mee te financieren. Het Hoteloverleg Leiden beheert deze middelen en maakt afspraken met de citymarketingorganisatie Leiden & Partners over de inzet van deze middelen binnen het brede kader van de gezamenlijke citymarketing van de stad. In 2025 vindt een evaluatie van de regeling plaats. Ook wordt daarbij uitvoering gegeven aan de motie om de mogelijkheden te verkennen om een progressieve toeristenbelasting in te voeren. Door de mogelijke overlap met het onderzoek van de Rekenkamer, zal de evaluatie zoveel mogelijk gelijk oplopen met het onderzoek. Voor 2025 wordt het tarief van € 3,50 voor minstens 1 jaar gehandhaafd, in afwachting van het Rekenkameronderzoek en de uitkomsten van de evaluatie.
Watertoerisme
Havengebied en gemeentelijke passantenhaven
In de visie op de Bezoekerseconomie is besloten om niet te focussen op grootschalige stimulering van het watertoerisme, aangezien bezoekers met sloepen de stad al goed weten te vinden. Om dit vaarverkeer in goede banen te leiden, is het havenreglement voor de passantenhaven vernieuwd. Leiden beschikt over een gemeentelijke passantenhaven voor tijdelijk verblijf van bezoekers met pleziervaartuigen, waarvoor een goede kwaliteit van verblijfsvoorzieningen en gastvrije ontvangst van belang is. In 2025 is de inzet gericht op het behoud van de kwaliteitsnorm ‘Blauwe vlag. Daarbij wordt gewerkt aan de verbetering van de voorzieningen in en rondom de passantenhaven voor bezoekers per boot’. Voor informatie over de algemene inzet op water verwijzen we u naar de waterbrief (kenmerk Z/24/3633935).
3C1.2 Faciliteren Centrummanagement Leiden en marketing- en activiteitencampagne binnenstad
In 2025 werken gemeente Leiden en stichting Centrummanagement Leiden (CML) samen aan een economisch vitale binnenstad. Dit doen we vanuit de samenwerkingsrelatie die we met CML hebben, vastgelegd in een meerderjarige uitvoeringsovereenkomst. We werken onder andere aan het vergroenen van de stegen in de binnenstad, het verbeteren van het belevingsgebied rondom de Nieuwe Rijn en het tegengaan van leegstand door het aantrekken van nieuwe winkelformules. Daarnaast zullen we CML, net als andere stadspartners, betrekken bij het opstellen van een omgevingsprogramma Binnenstad.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
Doel 3C1 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden | ||||||
3C1.a Aantal arbeidsplaatsen in de bezoekerseconomie | 11.190 (2021) 11.422 (2022) 11.540 (2023) | 11.700 | 11.800 | 11.900 | 12.000 | Bedrijvenregister Zuid-Holland |
3C1.b Aantal arbeidsplaatsen in de Leidse binnenstad | 18.301 (2021) 18.808 (2022) 18.936 (2023) | 19.200 | 19.300 | 19.400 | 19.500 | Bedrijvenregister Zuid-Holland |
3C1.c Aantal bezoeken aan de binnenstad per week | 125.000 (2021) 172.000 (2022) 168.200 (2023) | 200.000 | 205.000 | 210.000 | 215.000 | Locatus |
Doel | Prestatie |
---|---|
3D1 Circulaire Economie | 3D1.1 Circulaire Bouw |
3D1.2 Circulair Herwaarderen |
De bouw- en sloopsector is verantwoordelijk voor 50% van het totale Nederlandse grondstoffengebruik, 40% van het totale energieverbruik en 40% van al het afval. Daarmee is de keten verantwoordelijk voor 35% van alle CO2-emissies. Aangezien in Leiden komende jaren veel gebouwd gaat worden, bereiken we een groot effect door een circulaire werkwijze in gebiedsontwikkeling (Burgerlijke- en utiliteitsbouw en grond-, weg- en waterbouw) te stimuleren. Door circulaire woningbouw kunnen we tot 2030 net zoveel CO2 (eq.)-uitstoot besparen als de jaarlijkse uitstoot van de hele Leidse gebouwde omgeving.
Allereerst streven we naar meer circulariteit in eigen bouwprojecten, namelijk in de openbare ruimte en ons eigen vastgoed. Als gemeente hebben we hier invloed op, omdat we opdrachtgever en eigenaar zijn. We hebben al mooie resultaten behaald en blijven ons in 2025 inzetten om nog meer impact te maken. Zo stimuleren we circulariteit in onze standaardwerkprocessen- en documenten door bijvoorbeeld te zorgen voor circulaire materialen in het handboek, circulariteit in beheerplannen en projectadvisering. Ook verkennen we het rekenen met restwaarde voor de circulaire business case, en faciliteren we het hergebruik van materiaal via een materiaalwisselplaats en materialenpaspoort. Wat betreft circulair uitvragen bouwen we voort op wat we al hebben, streven we daarbij naar continue verbetering en we monitoren circulariteit in ons werk. We scherpen de toepassing van de Milieu Kosten Indicator (MKI) aan, net als de ambitieniveaus van de Leidse Ladder voor de gemeentelijke openbare ruimte- en vastgoedprojecten en het circulair sloopbeleid. We blijven geleerde lessen delen en communiceren goede voorbeelden zowel intern als extern. Zo inspireren we en maken we enthousiast om 100% circulair uitvragen te (blijven) realiseren.
Daarnaast streven we naar meer circulariteit in projecten van partners in de stad, zoals ontwikkelaars en woningcorporaties. Voor deze projecten werken we aan de aanpassing van bestaande beleidskaders om circulaire bouw te bevorderen. We werken aan stimulering van circulaire (woning)bouw binnen de mogelijkheden die de gemeente heeft. Hierdoor stimuleren we (toekomstig) hergebruik en werken we aan een beperking van de milieu impact en de materiaal gebonden CO2-productie van de bouw.
Bij het Leiden Bio Science Park zetten we, door nauwe samenwerking, nadrukkelijk in op het toepassen van circulaire bouw bij gebiedsontwikkeling. Verder werken we in 2025 intensiever samen met andere overheden en belangenbehartigers voor het vormgeven en versnellen van landelijke regelgeving voor circulaire bouw.
De transitie naar een circulaire economie vraagt om andere werkwijzen bij de duizenden bedrijven die Leiden rijk is. Anders inkopen, anders ontwerpen en produceren, anders verkopen en anders omgaan met afval. Dit is nodig om te zorgen dat materiaalstromen hun waarde behouden en hergebruikt kunnen worden. Daarom richten we ons op ondernemers en bedrijven in Leiden en stimuleren we hen circulair te gaan werken.
Dat doen we door te motiveren, activeren en actief te faciliteren. Hiervoor hebben we onder andere de subsidieregeling Circulair Herwaarderen om circulaire ideeën een vliegende start te geven. We zetten in op het Circulair Ambachtscentrum, waarbij we acties nemen voor het realiseren van een tweede milieustraat en we hebben met het KOPlopers project herbruikbare bekers ingevoerd bij Leidse kantoren, horeca, sport- en studentenverenigingen.
We weten welke sectoren in Leiden het meeste impact hebben op het milieu, deze kennis stelt ons in staat om de focus aan te brengen. We verkennen deze sectoren en een mogelijke rol voor de gemeente, ontwikkelen stimuleringsbeleid en voeren dit uit. Zo spelen we in op de economische kansen van circulaire economie voor Leiden en bereiden we samen met kennisinstellingen, andere overheden en maatschappelijke partners de stad voor op de toekomst.
Naast Leidse ondernemers en bedrijven richten we ons op de inwoners van onze stad. Leidenaren spelen ook een grote rol in de transitie naar een circulaire economie. Wat we kopen, hoeveel we kopen, wat we doen met oude spullen en hoe we ons afval scheiden of opnieuw gebruiken. Dit zijn allemaal aspecten van een circulaire economie waar de Leidenaar aan kan bijdragen en mee kan geven aan de volgende generatie(s). Daarom willen we iedereen bereiken en motiveren door middel van een communicatiecampagne, bijeenkomsten, onderwijs en fysieke acties. Ook kunnen bewoner(organisaties) gebruik maken van de subsidieregeling Circulair Herwaarderen, waar een apart budget voor deze doelgroep is gereserveerd.
Effectindicatoren bij 3D Circulaire economie
Een circulaire economie is een economie waarin materialen zo hoogwaardig mogelijk worden hergebruikt. Dat betekent meer aandacht voor gebruik in plaats van bezit, voor reparatie en voor recycling. Dat levert dus ook meer banen op in deze sectoren, vandaar dat dit één van de effectindicatoren is. Tegelijkertijd verwachten we dat bedrijven en consumenten minder materialen als restafval weggooien: via gescheiden inzameling (of nascheiding) kunnen grondstoffen namelijk gerecycled worden. De hoeveelheid restafval van consumenten is bekend en kan als effectindicator gebruikt worden. Het aandeel inkooptrajecten waar circulariteit wordt uitgevraagd (bij werken en leveringen) wordt gemeten met de MVI-Zelftool.
Om de doelstellingen uit de strategie inzichtelijk te maken worden drie effectindicatoren toegevoegd. Het aandeel circulariteit in eigen bouwprojecten wordt gemeten met de monitoringstool Leidse Ladder Circulaire Bouw. In de toekomst wordt ook het aandeel circulariteit bouwen door derden gemeten. Dit zal gebeuren aan de hand van de Nieuwbouwmonitor en via projectevaluaties van Het Nieuwe Normaal. Het nieuwe normaal is een initiatief van het Rijk en Cirkelstad om de bouwsector te verduurzamen met een eenduidige taal en prestatieniveaus voor circulair bouwen. Tot slot wordt materiaalverbruik in Leiden gemeten aan de hand van de nieuwe monitoringstool Leidse MAM (Monitoringstool Abiotisch Materiaalverbruik).
Effectindicatoren bij 3D Circulaire Economie
Effectindicator | Realisatie | Voorlopige streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
3D1.a Kilogram huishoudelijk restafval per inwoner* | 210 (2021) 187 (2022) | 150* | 150* | 150* | 150* | CBS |
3D1.b Aantal arbeidsplaatsen in de circulaire economie** | 679 (2021) 710 (2022) 754 (2023) | 800 | 825 | 850 | 875 | Werkgelegen-heids- en bedrijvenregister Zuid-Holland |
3D1.c Aandeel inkooptrajecten waar circulariteit is uitgevraagd (werken en leveringen) | 5% (2022) 29% (2023) | 50% | 60% | 70% | 80% | MVI-Zelfevaluatietool SP71*** |
3D1.d Aandeel circulariteit in eigen bouwprojecten | - | - | 80% | - | Leidse Ladder Circulaire Bouw | |
3D1.e Aandeel circulariteit bouwen door derden | - | - | - | - | Nieuwbouwmonitor + projectevaluaties Het Nieuwe Normaal (HNN) | |
3D1.f Materiaalverbruik in Leiden | 24% (2021) 27% (2022) 28% (2023) | - | - | 35% | - | Leidse MAM (Monitoringstool Abiotisch Materiaalverbruik) **** |
Wijzigingen effectindicatoren
De reeds toegepaste effectindicatoren 3D1.a, b en c worden (deels) herzien. Verder worden de effectindicatoren uitgebreid met de volgende drie indicatoren:
3D1.d. Aandeel circulariteit in eigen bouwprojecten
3D1.e. Aandeel circulariteit bouwen door derden
3D1.f. Reductie abiotisch materiaalverbruik in Leiden (t.o.v. 2016)
3D1.a - Tekstuele aanpassing effectindicator:
De naam van de effectindicator ‘Kilogram huishoudelijk afval per inwoner’ wordt aangepast naar ‘Kilogram huishoudelijk restafval per inwoner’. Met deze toevoeging wordt duidelijk dat het specifiek om restafval gaat.
3D1.b - Aanpassing van de streefwaarden:
Over de afgelopen jaren zien we dat de groei van circulaire arbeidsplaatsen sneller is toegenomen dan initieel verwacht. Om deze reden worden de streefwaarden verhoogd. De nieuwe streefwaarden zijn een afgeleide van de gerealiseerde waarden in de afgelopen jaren. De gerealiseerde waarden zijn in de jaren 2017 t/m 2023 gestegen met 144 arbeidsplaatsen (gemiddeld 20,6). Om ambitieuze maar realistische streefwaarden vast te stellen wordt de streefwaarden in 2024 aangepast naar 775 circulaire arbeidsplaatsen. Deze streefwaarden wordt de jaren daarna steeds met 25 voor circulaire arbeidsplaatsen verhoogd.
3D1.c - Aanpassing van de effectindicator en de bijbehorende streefwaarden:
De naam van de effectindicator ‘Aandeel circulariteit in inkooptrajecten’ wordt aangepast naar ‘Aandeel gemeentelijke inkooptrajecten waar circulariteit is uitgevraagd (werken en leveringen)’. Dit is beter meetbaar en geeft daarmee een realistischer beeld. Om de data steeds vollediger en daarmee betrouwbaarder te maken wordt er gewerkt aan het verbeteren van de door de gemeente nu gebruikte MVI-Zelftool. Dit wordt ook als * opgenomen onder de tabel van de effectindicatoren.
De ‘oude’ streefwaarden gaven aan welk percentage gemonitord zou worden met de MVI-Zelftool. De nieuwe streefwaarden geven aan voor welk aandeel van de projecten circulariteit daadwerkelijk is uitgevraagd. In 2030 willen we dat circulariteit bij alle projecten een onderdeel is. De streefwaarden in voorliggende jaren zijn hierop afgestemd.
3D1.d - Nieuwe effectindicator
Door het opnemen van de effectindicator ‘Aandeel circulariteit in eigen bouwprojecten’ geven we inzicht hoe gemeente Leiden er in eigen bouwprojecten voor staat. We maken hiervoor gebruik van de monitoringstool die we hebben ontwikkeld, de Leidse Ladder Circulaire Bouw.
Voor het bepalen van de gerealiseerde waarden kijken we naar het gemiddeld aantal punten voor gemeentelijke openbare ruimte en vastgoedprojecten doorgerekend naar een percentage. Stapsgewijs verhogen we het minimumaantal te behalen punten op de Leidse Ladder.
In het uitvoeringsprogramma is opgenomen dat we in 2027 met gemeentelijke bouwprojecten ten minste 80% van de te behalen punten op de Leidse Ladder halen. We zullen de jaarlijks het daadwerkelijk behaalde percentage rapporteren.
3D1.e - Nieuwe effectindicator:
In het uitvoeringsprogramma hebben we aangegeven dat we toewerken naar een monitoringstool circulaire bouw derden. Om hier gehoor aan te geven nemen we de nieuwe effectindicator ‘Aandeel circulariteit bouwen door derden’ op. We verwachten hier vanaf 2025 verdere invulling aan te kunnen geven. In dit deel van het proces is het nog niet mogelijk om voor deze effectindicator een streefwaarde op te nemen.
In het uitvoeringsprogramma is opgenomen dat vanaf 2024 projectevaluaties naar Het Nieuwe Normaal verplicht (HNN) worden. Om bewustwording te creëren bij ontwikkelaars wordt gevraagd na de afronding van een project een projectevaluatie te doen op HNN. Dit geeft inzicht in hoe circulair een project is. Gecombineerd met de gemeentelijke nieuwbouwmonitor willen we hiermee circulariteit en CO2-uitstoot van de bouwopgave monitoren.
3D1.f - Nieuwe effectindicator:
Met het toevoegen van deze effectindicator geven we invulling aan de door u aangenomen motie RV. 23.0071.02 met betrekking tot een tussentijdse doelstelling voor 2027. De streefwaarde voor 2027 is een afname van 35% fossiele materiaalverbruik in Leiden t.o.v. referentiejaar 2016. Over de totstandkoming van deze effectindicator is in juni 2024 een wethoudersbrief verstuurd naar commissie Werk & Middelen.
Afgelopen maanden is er hard gewerkt om materiaalinstroom (materiaalgebruik) in Leiden (bedrijven, organisaties en inwoners) meetbaar te maken op een manier dat het representatief is voor Leiden en reproduceerbaar is per jaar. Hiervoor is ook een onderzoek uitgevoerd (2023/2024). Helaas blijkt dat het meten van de materiaalinstroom op dit moment niet haalbaar is wegens missende data op lokaalniveau. Daarmee is er een te grote afhankelijkheid van vele aannames die moeten worden gemaakt om Europese en landelijke data, welke vaak niet jaarlijks geüpdatet worden, te gebruiken voor de Leiden.
We agenderen bovenstaande op Rijksniveau, houden de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot monitoring in de gaten en haken hierop aan waar dit kan. Wel kunnen we de lokale materiaaluitstroom (materiaalverbruik) jaarlijks inzichtelijk maken. Dit geeft naar inschatting een goed beeld van de voortgang.
Toelichting streefwaarden
Uit het onderzoek is gebleken dat 2016 een representatief referentiejaar is, dit jaar kan dan ook worden aangehouden voor de streefwaarden. Tussen 2016 en 2022 is het eindige (fossiele) materiaalverbruik afgenomen met 24,6%. Deze afname is voornamelijk te verklaren door een afname van materialen in de bouwsector. Dit ondanks dat de economische activiteit in alle sectoren is toegenomen.
In 15 jaar (2016-2030) werken we toe naar een reductie van 50%. Met inachtneming van de transitiecurve zetten we de streefwaarde voor 2027 vast op een afname van 35%.
Het meten van materiaaluitstroom is gevoelig voor individuele uitschieters. Daarom is het belangrijk om de jaarlijkse resultaten in perspectief te plaatsen van de trend. Dit is als extra toelichting (*) toegevoegd aan de tabel met effectindicatoren.
Doel | Prestatie |
---|---|
3E1 Vitale binnenstad | 3E1.1 Vitale Binnenstad |
3E2 Kennisstad | 3E2.1 Leiden Kennisstad |
Ook in 2025 werken we met stadspartners aan een vitale binnenstad die economisch sterk, duurzaam en inclusief is. En gaan we aan de slag met een toekomstperspectief voor de Binnenstad. Een historische binnenstad waar een balans is tussen levendigheid en leefbaarheid. Dit doen we door opgaven van de gemeente en initiatieven uit de stad met elkaar te verbinden. We werken aan een aantrekkelijk aanbod van voorzieningen, we zetten in op vergroening en werken aan het versterken van de belevingswaarde in de binnenstad. De vernieuwde subsidieregeling Vitale Binnenstad helpt initiatieven uit de stad die de vitaliteit van de binnenstad versterken.
In 2025 werken we verder onder de lijnen van de volgende speerpunten:
Leiden Kennisstad is een samenwerkingsverband tussen de gemeente, de Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, Naturalis Biodiversity Center en mboRijnland. Deze samenwerking kent twee hoofddoelen:
Om deze doelstellingen te bereiken is in de samenwerkingsovereenkomst afgesproken om verder te bouwen op het fundament van voorgaande jaren. We houden aandacht voor campusontwikkelingen en innovatie in onderwijs en onderzoek, zetten in op profilering van Leiden als (internationale) kennisstad, en maken gebruik van de stad als ‘lab’ en rijke leeromgeving. We betrekken studenten, docenten en onderzoekers daarbij nadrukkelijk bij beleidsopgaven van en in onze stad. Dit met de inhoudelijke focus op ‘gezondheid & welzijn’, ‘biodiversiteit & duurzaamheid’ en ‘cultureel erfgoed’. We zetten in 2025 daarom onder andere in op de volgende zaken:
Onderstaand overzicht omvat de afgelopen 5 jaar.
Economie | Rekening | Begroting | Begroting | Meerjarenraming | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | |||||
Ruimte om te ondernemen | Lasten | 2.299 | 2.788 | 2.599 | 2.487 | 2.204 | 2.035 |
Baten | -555 | -751 | -575 | -575 | -575 | -575 | |
Saldo | 1.744 | 2.037 | 2.024 | 1.912 | 1.629 | 1.460 | |
Faciliteren/Stimuleren van ondernemen | Lasten | 4.688 | 4.892 | 5.431 | 3.865 | 3.741 | 3.740 |
Baten | -176 | -349 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 4.513 | 4.543 | 5.431 | 3.865 | 3.741 | 3.740 | |
Marketing en promotie | Lasten | 3.008 | 1.903 | 1.963 | 1.966 | 1.966 | 1.966 |
Baten | -1.455 | -1.611 | -1.680 | -1.680 | -1.680 | -1.680 | |
Saldo | 1.553 | 292 | 284 | 286 | 286 | 286 | |
Circulaire Economie | Lasten | 1.447 | 1.854 | 1.551 | 1.452 | 1.294 | 1.294 |
Baten | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 1.446 | 1.854 | 1.551 | 1.452 | 1.294 | 1.294 | |
Vitale Binnenstad en Kennisstad | Lasten | 0 | 2.516 | 1.569 | 1.555 | 1.522 | 1.521 |
Baten | 0 | -172 | -162 | -145 | -145 | -145 | |
Saldo | 0 | 2.344 | 1.407 | 1.410 | 1.377 | 1.376 | |
Programma | Lasten | 11.442 | 13.953 | 13.114 | 11.325 | 10.726 | 10.557 |
Baten | -2.186 | -2.883 | -2.417 | -2.400 | -2.400 | -2.400 | |
Saldo van baten en lasten | 9.256 | 11.070 | 10.697 | 8.925 | 8.326 | 8.157 | |
Reserves | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -441 | -632 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutaties reserves | -441 | -632 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Resultaat | 8.815 | 10.438 | 10.697 | 8.925 | 8.326 | 8.157 |
De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2025-2028. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.
In 2025 zijn er hogere lasten door het besluit bij de Kaderbrief 2025-2028 om extra middelen uit te trekken voor versterken gebiedsmanagement LBSP (+ € 306.000) en voor de Kwartiermaker RHOM (+ € 92.000). In 2025 zijn lagere lasten door verminderde budgetten voor de MKB-deal Laat digitalisering werken (- € 200.000 - ook in baten: subsidie PZH), project Groene winkelstraten (- € 100.000), Actieplan Versterking Leidse Economie (- € 221.000) en regisseur bedrijventerreinen (- € 105.000). Deze lagere lasten betreft incidentele projecten in 2024 die niet of verminderd in 2025 worden voortgezet.
In 2025 zijn er hogere lasten door het besluit bij de Kaderbrief 2025-2028 om extra middelen uit te trekken voor de Fondsversterking Uniiq (+ € 850.000), Internationaliseren (+ € 95.000) en PLNT (+ € 72.000). In 2025 zijn lagere lasten door verminderde budgetten voor glasvezel (- € 393.000), Human capital/stagepact (- € 86.000) en Legacy European city of science (kennisstad) (- € 50.000). Dit betreft incidentele projecten in 2024 die niet of verminderd in 2025 worden voortgezet. In 2025 zijn lagere baten doordat in 2024 € 349.000 is ontvangen vanuit de beïndiging van de stichting European city of science .
Er zijn geen relevante afwijkingen.
In 2025 zijn lagere lasten voor circulaire materiaalstromen (- € 309.000). Dit is deels incidentieel budget 2024 (€ 208.000) en deels een verlaging van het structurele budget voor het beleidsterrein.
In 2025 zijn lagere lasten voor Erfgoeddeal (- € 744.000) en voor vitale binnenstad (- € 186.000). De erfgoeddeal is een incidentele budget in 2024 dat niet 2025 wordt voortgezet.
Reserves programma 3 | Rekening | Begroting | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Reserve programma Binnenstad P3 | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -253 | -207 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -253 | -207 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reserve economische impulsen Kennisst P3 | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -94 | -56 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -94 | -56 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
reserve grondexploitaties P3 | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -50 | -50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -50 | -50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reserve Duurzame Stad P3 | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -44 | -319 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -44 | -319 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reserves programma 3 | -441 | -632 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prestatie | Omschrijving prestatie | Omschrijving investering | Categorie | nieuw / vervanging | VK/ | Bijdrage derden/ reserves | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
03A101 | Regionale en lokale beleidsontwikkeling | Elektrische installatie donderdagmarkt | Econ. | V | - | 55 | - | - | - | |
03B101 | Faciliteren bedrijvigheid, starters en ondernemerschap in Leiden | Reconstructie Diamantplein P3 | Maatsch. | V | 93 | - | - | 93 | - | |
03E101 | Vitale Binnenstad | Toiletten binnenstad | Econ. | N | VK | 160 | 168 | - | - | - |
Totaal programma 3 | 253 | 223 | - | 93 | - |
In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2025-2028. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.
subsidiestaat 2024 | subsidiestaat 2025 | |
---|---|---|
Subsidie saldo | 1.886.287 | 1.981.017 |
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 subsidies.