Programmabegroting 2025

Jeugd en onderwijs

Programmanummer

 

7

Commissie

 

Onderwijs en Samenleving

Portefeuille(s)

 

Kansengelijkheid, Jeugd & Onderwijs

De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt:
In Leiden groeien kinderen en jongeren gezond en veilig op in een stimulerende omgeving, zodat zij hun talenten volledig kunnen ontwikkelen en volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.

Inleiding

De gemeente Leiden ondersteunt kinderen, jongeren en gezinnen die dat nodig hebben. Dit doen wij vanuit onze Visie Sociaal Domein, waarin centraal staat dat iedereen meetelt en meedoet. De focus ligt hierbij op preventie, zodat vroegtijdig problemen worden aangepakt en we tegelijkertijd het beroep op specialistische jeugdhulp verminderen. Problemen in gezinnen worden integraal aangepakt. Hierbij werken de jeugdteam medewerkers samen met het onderwijs en andere partners die betrokken zijn bij de jeugd. Als het nodig is bieden we specialistische jeugdhulp.

De kostenstijging in de specialistische jeugdhulp is een belangrijk aandachtspunt. Om hierop in te spelen is een bestuurlijke taskforce ingericht. Elk kind en elke jongere in Leiden krijgt - ongeacht achtergrond of situatie - de kans om zich naar vermogen te ontwikkelen en op te groeien tot een zelfstandig burger. Een toekomst waaraan zij en hun ouders zelf kunnen meebouwen. Door gezamenlijke inzet met onze partners verminderen we de ongelijkheid die vaak al voor de geboorte start, doorloopt van de kinderopvang tot aan het basis-, middelbaar-, speciaal- en voortgezet (beroeps)onderwijs.

Leiden is een onderwijsstad, waar kinderen en jongeren hun talenten kunnen ontdekken van peuterspeelzaal tot mbo, hbo en universiteit. Helaas krijgt niet iedereen in de stad dezelfde kansen om die rijke leeromgeving te benutten. Om dit te verbeteren zijn er ongelijke investeringen nodig volgens de Leidse Visie Gelijke Kansen 2023. We streven naar een divers, duurzaam en toekomstbestendig scholenlandschap dat stimulerend, gezond, inclusief en passend is. Er is onzekerheid over de beschikbare middelen na 2025, door aangekondigde bezuinigingen in het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet. Een voorbeeld daarvan zijn de mogelijke decentralisatie van onderwijsachterstanden én voortijdig schoolverlaten en het stoppen van steun voor initiatieven als de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en School en Omgeving. Het Hoofdlijnenakkoord is verder uitgewerkt in de Rijksbegroting 2025. Na Prinsjesdag gaan we hierover in gesprek met onze partners.

Taskforce Jeugdhulp

De portefeuillehouders jeugd in Holland Rijnland hebben een bestuurlijke Taskforce opgericht omdat het stelsel van de jeugdhulp in de regio dreigt vast te lopen door onder andere lange wachttijden en forse kostenstijgingen. De opdracht van de Taskforce is om te onderzoeken of het ook anders kan, ofwel: welke fundamentele keuzes zijn noodzakelijk om meer sturing te kunnen geven aan het bereiken van de doelen en resultaten van de gemeenschappelijke opdracht in de gespecialiseerde jeugdhulp. In Q4 van 2024 zal de Taskforce met een antwoord komen op de vraag ‘kan het ook echt anders?’.

Hervormingsagenda Jeugd

De Hervormingsagenda Jeugd bevat een groot pakket afspraken om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. Hierbij ligt de nadruk op het versterken van de veerkracht van de jeugdigen en hun gezinnen in het dagelijkse leven, met inzet van het eigen netwerk. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het verstevigen van de verbindingen tussen gemeenten, beleid en uitvoerende organisaties, zoals jeugdgezondheidszorg, centrum voor jeugd en gezin, de jeugdteams, sociale wijkteams, onderwijs en de partners van de Sterke Sociale Basis (SOL, Incluzio en BuZz). Vanuit de Hervormingsagenda Jeugd wordt in 2025 gewerkt aan diverse thema’s. Lokaal wordt ingezet op het verder verstevigen van de jeugdteams en de afbakening van de jeugdhulp. Regionaal wordt gewerkt aan het versterken van de samenwerking bij de inkoop van specialistische jeugdhulp en bij het organiseren van kleinschalige regionale residentiele voorzieningen. Tot slot wordt het gebruik van data voor evaluatie van effectiviteit en beheersbaarheid van jeugdbeleid gestimuleerd. De gemeenteraad zal najaar 2024 nader geïnformeerd worden over de implementatie van de Hervormingsagenda Jeugd in Leiden.

Leiden Kennisstad

Vanuit Leiden Kennisstad (Zie Beleidsterrein 3E Vitale Binnenstad & Kennisstad) willen we bij de opgaven voor jeugd en onderwijs steeds de samenwerking met onze kennispartners opzoeken en versterken. Zo benutten we de meerwaarde van deze instellingen voor onze stad en haar inwoners optimaal en erkennen we de waarde van de stad als rijke leeromgeving voor de ruim 40.000 studenten (mbo, hbo en wo), 20.000 leerlingen in het basis- en middelbaar onderwijs die de stad rijk is én voor bewoners. De twee vlaggenschepen van Leiden Kennisstad die het onderwijs raken, zijn Leren met de Stad en het Leiden Education Fieldlab (LEF). Verder willen we in 2025 specifiek aandacht besteden aan de kracht en het belang van het Leidse onderwijs, door een aantal onderwijsinitiatieven zoals de Nacht van de Leraar of initiatieven rondom gelijke kansen extra in het zonnetje te zetten. Daarnaast werken we in het Leiden Healthy Society Center samen met het mbo, de hogeschool en de universiteit aan een meerjarenplan.

Gelijke kansen

De Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 en het uitvoeringsplan Leidse Gelijke Kansen Aanpak worden gebruikt om zowel inhoudelijk als organisatorisch samenhang aan te brengen in de (integrale) Leidse gelijke kansen-opgave. We werken vanuit verbinding met het gezin, de (voor)school, de maatschappelijke partners en kennisinstellingen aan het bestrijden van armoede en het creëren van een rijke leeromgeving waar voor elk kind kansen zijn voor brede ontwikkeling. Ook in 2025 heeft o.a. de inzet van Leidse brugfunctionarissen een grote rol bij het bereiken en begeleiden van gezinnen naar de gemeentelijke regelingen.

De Leidse Gelijke Kansen Aanpak is gestart vanuit de beleidsterreinen onderwijs en armoede. In 2025 wordt verkend of een uitbreiding mogelijk en/of wenselijk is, en zo ja welke uitbreiding. In 2025 ronden we de gemeentelijke NPO-inzet af. De opbrengsten en geleerde lessen van alle projecten en initiateven worden gedeeld met partners in de stad.

Leidse Educatieve Agenda 2024-2028

De Leidse Educatieve Agenda 2024-2028 ‘Dat is de KRACHT van Leiden’ bevat de gezamenlijke ambities van schoolbesturen, kinderopvang en de gemeente die richting geven aan ons handelen, de gezamenlijke doelen, opgaven en uitvoeringsplannen met het Leidse onderwijs en de kinderopvang. Daarin betrekken we diverse kennisinstellingen voor vervolgonderwijs en culturele en maatschappelijke partijen die nodig zijn om onze ambities te bereiken. De vier ambities die ook voor 2025 richting geven aan de invulling van onze beleidsdoelen zijn:
1. Kansrijk onderwijs voor alle kinderen en jongeren
2. Mentaal en fysiek gezond opgroeien
3. Aantrekkelijke kennis- en onderwijsstad
4. Divers, duurzaam en toekomstbestendig scholenlandschap

Voor elke ambitie zijn specifieke doelen en acties geformuleerd. We werken in 2025 verder aan deze doelen en acties binnen de LEA-werkgroepen. Voor de eerste ambitie geldt dat deze is uitgewerkt binnen het overkoepelende Actieplan Kansrijk Onderwijs Leiden. Zo werken we extra nauw samen in werkgroepen met het onderwijsveld, bijvoorbeeld aan de ambities van het Onderwijskansenbeleid. Denk daarbij aan het vormgeven van een rijke leerdag en de inzet van brugfunctionarissen. Andere activiteiten in het kader van deze ambities zijn de doorontwikkeling van Verwonder om de Hoek en het verbinden van zorg en onderwijs, om meer vanuit een gezamenlijke blik naar vraagstukken te kijken.

Onderwijskansenbeleid, een vliegende start voor ieder kind

De gemeente voert haar wettelijke taken uit om onderwijsachterstanden te voorkomen en te bestrijden. Dit doen we met het Onderwijskansenbeleid, zoals uiteengezet in het in 2024 vastgestelde beleidsplan 'Een Vliegende Start'. In 2025 geven we uitvoering aan dit beleid vanuit het Actieplan Kansrijk Onderwijs Leiden. Bij het voorkomen en bestrijden van (onderwijs)achterstanden zijn twee zaken van groot belang. Ten eerste een vroegtijdige signalering van het risico op een achterstand. Ten tweede een actieve toeleiding naar, en deelname aan activiteiten en programma’s die achterstanden voorkomen en bestrijden. We werken in 2025 gezamenlijk aan de 6 ambities van het vastgestelde Onderwijskansenbeleid, via de bijbehorende werkgroepen Kansrijk Onderwijs:

1. Een vliegende start voor ieder kind
2. Ontwikkeling wordt gestimuleerd in een rijke omgeving
3. Elk kind krijgt maatwerk
4. Partnerschap tussen professional en ouder
5. Elk kind maakt soepele overgangen
6. Er is aandacht voor het talent van ieder kind

Van school naar duurzaam werk: Een nieuwe wet voor voortijdig schoolverlaten

Met het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL), gemeenten, het mbo Rijnland, het voortgezet onderwijs (VO), het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (Pro) in Holland Rijnland bereiden we ons voor op de nieuwe wet ‘Van school naar duurzaam werk’ voor voortijdig schoolverlaten (vsv), 'Van School naar duurzaam werk'. Deze nieuwe wet treedt naar verwachting 1 januari 2026 in werking. De doelgroep wordt uitgebreid van 23 naar 26-jarigen en er komt een grotere nadruk op de toeleiding naar werk.

Onderwijshuisvesting

In 2025 leggen we het beleidsrijke Integraal Huisvestingsplan Onderwijs, dat samen met de schoolbesturen is opgesteld, voor aan de gemeenteraad. Naar verwachting zal de VNG in 2025 met een nieuwe modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs komen vanwege aanpassing van bestaande wetgeving naar het wetsvoorstel planmatige en doelmatige aanpak onderwijshuisvesting, die voor zover bekend per 1 augustus 2025 van kracht wordt. Dit betekent dat in 2025 de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs voor de gemeente Leiden zal worden bijgewerkt en aan de raad ter besluitvorming zal worden voorgelegd. In 2024 is een rekenkamerbrief over het onderzoek naar onderwijshuisvesting in de gemeente Leiden uitgebracht. In 2025 zullen de aanbevelingen hieruit verder worden uitgevoerd.

Beleidsterrein 7A Jeugd

Doelen en prestaties bij 7A Jeugd

Doel

Prestatie

7A1 Een krachtige en pedagogische samenleving

7A1.1 Betrekken van de jeugd via jeugdparticipatie

7A1.2 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte

7A2 Goede (gebiedsgerichte) ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin

7A2.1 Vanuit het CJG uitvoeren Wet Publieke Gezondheid

7A2.2 Vanuit het CJG organiseren van informatie, advies en opvoedingsondersteuning

7A2.3 Vanuit het CJG organiseren van jeugdhulp door middel van jeugdteams

7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar

7A3.1 Het organiseren van specialistische hulp

7A1.1 Betrekken van de jeugd via jeugdparticipatie

In Leiden vertegenwoordigen jeugd en jongeren een groot deel van de inwoners. Het is belangrijk hen te betrekken bij het vormen van beleid of bij het oplossen van vraagstukken die spelen in de gemeente. Dit levert waardevolle inbreng op voor innovatieve en duurzame oplossingen en het draagt bij aan burgerschapsontwikkeling van jeugd en jongeren zelf.

Met de kinderraad en jongerenraad wordt op een serieuze manier invulling gegeven aan jongerenparticipatie. Bij de kinderraad wordt jaarlijks een groep 7 van een basisschool aangewezen, waarin kinderen mogen meedenken en praten over ontwikkelingen in de stad. De jongerenraad bestaat uit 24 jongeren die worden gekozen door de betrokken middelbare scholen. De jongerenraad gaat het college en de raad voorzien van gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen die voor hen belangrijk zijn. Beide raden beginnen in schooljaar 2024-2025. Zie voor meer informatie ook prestatie 1A2.2 (Informeren en betrekken van inwoners, ondernemers en instellingen over besluiten en bij uit te voeren beleid).

7A1.2 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte

Buitenspelen is essentieel voor het opgroeiende kind, maar niet vanzelfsprekend. Daarom stimuleren we ook in 2025 onverminderd dat alle kinderen dichtbij huis kunnen buitenspelen in een speel- en beweegvriendelijke openbare ruimte. Dit is in lijn met het Beleidskader Spelen & Bewegen in de openbare ruimte in Leiden 2018 – 2022 en het beleidsakkoord Samen leven in Leiden 2022-2026. Het beleidskader hebben we in 2024 geëvalueerd, samen met het Beleidskader Sport & Gezondheid. We gaan met de input van deze evaluatie in 2025 verder met nieuw beleid opstellen voor spelen en bewegen in samenhang met nieuw beleid voor sport en gezondheid. Ook besteden we extra aandacht aan inclusief spelen en spelen in een groene omgeving. We streven naar meer inclusiviteit en biodiversiteit op bestaande speelplekken in de hele stad, vooral in Leiden-Noord, de Slaaghwijk, de Mors, Stevenshof en Leiden Zuidwest. Daarnaast geven we uitvoering aan de motie M.24.0056.42 ‘Een nieuw speeltuingebouw voor speeltuinvereniging Zuidwest!’ door eenmalig 50.000,- bij te dragen aan de speeltuinvereniging voor een nieuw gebouw.

In een dichtbebouwde stad als Leiden speelt de openbare ruimte een steeds grote rol voor (ongebonden) sporten, bewegen en ontmoeten. De Leidse Beweegsleutels zetten we ook in 2025 in bij duurzame wijkontwikkelingsprojecten en andere gebiedsontwikkelingen in de stad. Vooral in buurten met weinig openbare ruimte bieden schoolpleinen aan kinderen de kans om toch buiten te kunnen spelen. De meeste Leidse schoolpleinen zijn na schooltijd niet toegankelijk voor kinderen om te spelen en veel pleinen zijn erg versteend. Zoals afgesproken in de LEA gaan we in 2025 samen met de schoolbesturen aan de slag om meer schoolpleinen te vergroenen en te onderzoeken hoe we deze toegankelijker maken na schooltijd. We voeren de SamenSpeelbelofte uit via een inclusief ontwerp van speelruimte, participatie van kinderen bij de inrichting van speel -en beweegruimte, het organiseren van een Leidse speeltuinbende en het opzetten van een Leids speelnetwerk.

7A2 Goede (gebiedsgerichte) ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin

De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben een centrale rol in het bieden van laagdrempelige en integrale ondersteuning aan jeugd en gezin. In een CJG vindt nauwe samenwerking plaats tussen de Jeugdgezondheidszorg (GGD), de Jeugdteams, de Sociaal wijkteams en de SSB partners. Door samen te werken streven we ernaar dat we preventief sneller ondersteuning kunnen bieden.

In Leiden vinden we het belangrijk om stevig in te zetten op jeugdveiligheid. Dit doen we zoveel mogelijk preventief en domein overstijgend. We hebben het Preventief Interventie Team vanuit het sociaal domein, de Stedelijke Jeugd aanpak vanuit het veiligheidsdomein en de interventies Dealbreakers en Skill School om in te zetten wanneer nodig. Daarnaast lopen er gebiedsgerichte wijkaanpakken. Voor al deze elementen is de verbinding tussen domeinen cruciaal. We kunnen niet voor veiligheid zorgen vanuit slechts één domein. Dat doen we samen en zoveel mogelijk preventief. In 2025 blijven we inzetten op domein overstijgend samenwerken.

Gezonde Kansrijke Start
Gezonde Kansrijke Start Leiden zal onderdeel vormen van het nieuwe beleidskader Sport, Gezondheid en Spelen & Bewegen. De financiering van Gezonde Kansrijke Start Leiden gaat via de SPUK gelden. Deze financiering loopt tot en met 2026. Daarna is het onduidelijk hoe de financiering eruit gaat zien. Daarom is het belangrijk om vanaf 2025 voor diverse ingezette interventies cofinanciering te zoeken, met bijvoorbeeld Zorg en Zekerheid. Verder ligt de focus voor Gezonde Kansrijke Start Leiden in 2025 o.a. op het betrekken van een groep ervaringsdeskundigen en (jonge) ouders met een ervaring bij de lokale coalitie. Deze groep zal meedenken met het beleid.

In Leiden zijn wij in vergelijking met de regiogemeenten al ver gevorderd rondom Kansrijke Start. Daarom gaan we als Leiden actief meedenken bij de regionale ketenaanpak Kansrijke Start en zoeken we daar waar mogelijk de samenwerking op met de Leidse regiogemeenten. Hierdoor kunnen we onze kennis delen en mogelijk ook bepaalde interventies (sub)regionaal beleggen, zodat deze structureel geborgd blijven. Met Gezonde Kansrijke Start Leiden richten we ons vooral op de periode van 0-9 maanden tot 2 jaar waarbij we extra ondersteuning bieden aan jonge (aanstaande) ouders in een kwetsbare positie. Met de partijen van de lokale coalitie Gezonde Kansrijke Start Leiden versterken we de samenwerking tussen het medisch en sociaal domein. Daarbij maken we gebruik van de kennis van ervaringsdeskundigen.

7A2.3 Jeugdteams Leidse Regio

We zorgen voor de doorontwikkeling van toegang tot jeugdhulp. Aan de hand van de tussentijdse evaluatie van de jeugdteams uit 2024 worden eventueel wijzigingen of aanscherpingen van de opdracht aan de Stichting Jeugdteams Leidse Regio doorgevoerd in 2025.

Effectindicatoren bij 7A Jeugd

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2025

2026

2027

2028

Doel 7A1 Een krachtige pedagogische samenleving

7A1.a Percentage inwoners dat het eens of helemaal eens is met de stelling dat er in de buitenruimte voldoende gelegenheid is om te sporten, bewegen of spelen voor kinderen / jongeren

63% (2019)

65% (2021)

62% (2023)

69%

-

71%

-

Stads- en wijkenquête

7A1.b Percentage inwoners dat het eens of helemaal eens is met de stelling dat er in de buitenruimte voldoende gelegenheid is om te sporten, bewegen of spelen voor volwassenen

53% (2019)

52% (2021)

55% (2023)

59%

-

61%

-

Stads- en wijkenquête

7A1.c Percentage inwoners dat vindt dat in de buurt voldoende speelmogelijkheden voor kinderen zijn

48% (2019)

49% (2021)

41% (2023)

54%

-

56%

-

Stads- en wijkenquête

7A1.d Percentage inwoners dat vindt dat de speelmogelijkheden in de buurt veilig zijn

45% (2019)

50% (2021)

41% (2023)

51%

-

53%

-

Stads- en wijkenquête

7A1.e Percentage inwoners dat vindt dat de speelmogelijkheden in de buurt uitdagend zijn

20% (2019)

20% (2021)

13% (2023)

26%

-

28%

-

Stads- en wijkenquête

7A1.f Percentage inwoners dat vindt dat er goede voorzieningen voor jongeren zijn

28% (2019)

46% (2021)

45% (2023)

29%

-

31%

-

Veiligheidsmonitor

Doel 7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar

7A3.a Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp

20,6% (2021)

15,8% (2022)

16,7% (2023)

14,0%

14,0%

14,0%

14,0%

CBS
(wsjg - BBV)

7A3.b Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdbescherming

1,3% (2021)

1,2% (2022)

1,0% (2023)

1%

1%

1%

1%

CBS

(wsjg - BBV)

7A3.c Aantal Leidse gezinnen die door vrijwilligers worden ondersteund bij opvoedproblemen

44 (2021)

41 (2022)

27 (2023)

45

45

45

50

Jaarraportage HomeStart

7A3.d Percentage jeugdhulptrajecten met verblijf

2,2% (2020)

2,3% (2021)

2,9% (2023)

2,1

2,0%

2,0%

2,0%

SOZ/Holland RIjnland

7A3.e Aantal jongeren in gesloten jeugdhulp

4 (2020)

9 (2021)

5 (2023)

2

2

2

0

SOZ/Holland Rijnland

7A3.f Gemiddelde trajectduur in dagen

240 (2020)

269 (2021)

196 (2023)

200

180

180

180

SOZ/Holland Rijnland

7A3.g Percentage jeugdigen met hoogspecialistische ambulante jeugd-GGZ van het totaal aantal jeugdigen met jeugdhulp*

24% (2021)

23% (2022)

20% (2023)

20%

20%

20%

20%

SOZ/Holland Rijnland

7A3.h Aantal trajecten ingezet bij niet-gecontracteerde aanbieders

40 (2021)

56 (2022)

97 (2023)

50

40

30

20

SOZ/Holland Rijnland

*Over 2021 is eerder om onbekende redenen een onjuiste berekening gemaakt. Daarom is de realisatiewaarde voor dit jaar aangepast. Ook de streefwaarden voor de komende jaren zijn aangepast op basis van de juiste berekening.

Verbonden partijen

Service-organisatie Zorg Holland Rijnland (SOZ)

Motieven en doelen deelname GR

De Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland (een gemeenschappelijke regeling) behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van uitvoering van gemeentelijke contractering in het kader van de Jeugdwet: (a) Regionale jeugdhulp in het gedwongen kader (b) Gespecialiseerde jeugdhulp.

Kansen

De gemeenten van Holland Rijnland delen de visie op de uitvoering van de jeugdhulp met Leiden, namelijk het thuis zo normaal mogelijk kunnen opgroeien en het centraal stellen van kind en gezin bij het uitvoeren van de hulp. Als regio zijn de gemeenten daardoor een krachtiger opdrachtgever voor de uitvoerende partijen. Het contractmanagement, dat door de Serviceorganisatie wordt uitgevoerd, is een concreet voorbeeld daarvan. Daarnaast sluit het regionaal inkopen en aanvoeren van de jeugdhulp het beste aan bij de uitvoeringsvormen
en werkgebieden van de betrokken aanbieders, wat onnodige administratieve lastendruk voorkomt. Tot slot vormen de 13 portefeuillehouders Jeugd van Holland Rijnland het bestuur van de Serviceorganisatie, wat de gemeenten sturingsmogelijkheid geeft. Bovenstaande werkwijze sluit aan bij de uitgangspunten die in de Hervormingsagenda Jeugd zijn vastgelegd over de breedte van de regionale samenwerking.

Risico's (top 3)

1. Aansturing geschiedt vanuit 13 gemeenten en moet dus ook op basis van overeenstemming tussen deze gemeenten.
2. De lokale P&C-cycli van de gemeenten t.a.v. de uitvoering van de specialistische jeugdhulp zijn afhankelijk van de kwaliteit en tijdigheid van de gegevens vanuit de Serviceorganisatie Zorg
3. Balans en samenwerking tussen de gemeenten (sturing op beleid) en de Serviceorganisatie (sturing op contracten) in accountmanagement van aanbieders.

Belangrijkste doelstellingen / prestaties en opgaven 2024

- Uitvoering van gemeentelijke contractering in het kader van de Jeugdwet: (a) Regionale jeugdhulp in het gedwongen kader (b) Gespecialiseerde jeugdhulp.
- Kwantitatieve en kwalitatieve monitoring van de uitvoering van de jeugdhulpcontracten
- Afhandeling facturatie van de jeugdhulp cf. contracten via berichtenverkeer
- Opstellen definitieve prognose, afrekening en rapportage over 2023, prognoses en (tussen-)rapportage over
2024 en begroting 2025
- Samenwerking met gemeenten en aanbieders t.b.v. sturing op verwezenlijken actuele inkoop- en

Belangrijkste bestuurlijke mijlpalen 2025

Per 1-1-2025:
- Continue versterking organisatorische en financiële beheersbaarheid

Bijdrage 2025

1.127.587

Beleidsterrein 7B Peuterspeelopvang en kinderopvang

Doelen en prestaties bij 7B Peuterspeelzalen en kinderopvang

Doel

Prestatie

7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra

7B1.1 Zorg dragen voor voldoende aanbod peuterspeelopvang

7B1.2 Waarborgen kwaliteit kinderopvang / peuterspeelopvang

7B1.1 Zorg dragen voor voldoende aanbod peuterspeelopvang

Het is voor alle kinderen van groot belang dat zij toegang krijgen tot spelend leren en voorschoolse educatie. We zorgen daarom voor voldoende aanbod van goede kwaliteit kindercentra en stimuleren daarmee gelijke kansen voor alle kinderen. Kinderen die deelnemen aan peuter- of kinderopvang kunnen zich al spelend ontwikkelen, in aanvulling op hun ontwikkeling thuis. Om de toeleiding richting voorschoolse educatie goed te laten verlopen, werken we nauw samen met o.a. het CJG en Stichting Peuterspeelopvang Leiden (SPL). Op 24 peuterspeelzalen van SPL wordt voorschoolse educatie aangeboden. Daarnaast is er een aparte voorziening voor voorschoolse educatie voor peuters uit het Leidse AZC beschikbaar.

7B1.2 Waarborgen kwaliteit kinderopvang / peuterspeelopvang

We houden toezicht op de kwaliteit van kinderopvang volgens de landelijke eisen. In Leiden vinden we het ook belangrijk dat er aandacht is voor talent, voor extra ondersteuning en de relatie tussen ouders en professionals. Zo is de kinderopvang ook partner binnen de Rijke Leerdag vanuit het Rijksprogramma School en Omgeving (zie ook 7C3.1) en ontwikkelen we BSO Plus voor kinderen met een zorgvraag. Samenwerking tussen kinderopvang en het basisonderwijs staat centraal in de uitvoering van het onderwijskansenbeleid: goede voorschoolse educatie en een soepele overgang naar de basisschool (vroegschoolse educatie) vergroten de kansen van kinderen. Dit draagt ook bij aan de kwaliteit van de kinderopvang.

Effectindicatoren bij 7B Peuterspeelopvang en kinderopvang

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2025

2026

2027

2028

Doel 7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra

7B1.a Percentage kinderen van 0 tot 4 jaar dat deelneemt aan kinderdagopvang*

64% (2020)

65% (2021)

67% (2022)

66%

66%

66%

67%

CBS

*In dit cijfer wordt opvang door gastouders (VGO) of opvang op kinderdagopvang waarbij geen kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd niet meegerekend. Het percentage deelname is in de praktijk dus hoger.

Beleidsterrein 7C Onderwijsbeleid

Huidige doelen en prestaties bij 7C Onderwijsbeleid

Doel

Prestatie

7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren

7C1.1 Waarborgen van aanbod, kwaliteit en deelname aan voor- en vroegschoolse educatie

7C1.2 Ondersteunen van hoogwaardig taalaanbod in het onderwijs

7C1.3 Bevorderen van een goede samenwerking tussen ouder en professional

7C2 Goede onderwijs-ondersteuning en samenwerking in het onderwijs

7C2.1 Ondersteunen zorg voor leerlingen met specifieke behoeften

7C2.2 Stimuleren samenwerking en voorzieningen in het onderwijs

7C3 Als Kennisstad toekomstbestendig onderwijs bevorderen met extra aandacht voor duurzaamheid, internationalisering en talentontwikkeling

7C3.1 Stimuleren van een duurzame rijke leeromgeving waarin leerlingen en onderwijsprofessionals hun eigen talenten kunnen ontwikkelen met aandacht voor een doorlopende leerlijn

7C3.2 Stimuleren dat leerlingen worden voorbereid op een internationale samenleving

7C3.3 Bevorderen van toekomstgerichte talentontwikkeling door samenwerking van onderwijs met bedrijven en instellingen

7C4 Zoveel mogelijk leerlingen volgen onderwijs en halen een startkwalificatie of het verwerven van een werkplek

7C4.1 Sturing geven aan projecten die zich richten op het behalen van een startkwalificatie, terugkeer naar het onderwijs (ook voor thuiszitters) of het verwerven van een werkplek

7C4.2 Tegengaan verzuim leerplichtigen

7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren

Leidse Visie Gelijke Kansen
De overkoepelende Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 en het uitvoeringsplan Leidse Gelijke Kansen Aanpak gebruiken we om samenhang aan te brengen in de Leidse gelijke kansen-opgave. We boeken voortgang op drie actielijnen:
1) Kinderen, jongeren en hun omgeving maken geïnformeerd gebruik van het Leidse aanbod.
2) Professionals weten elkaar en het Leidse aanbod te vinden en voelen zich gesterkt in de gezamenlijke gelijke kansen-opgave.
3) In Leiden dringen we institutionele oorzaken van kansenongelijkheid terug.

In 2025 zorgen we via de Leidse Gelijke Kansen Aanpak voor verdere inbedding van de inzet brugfunctionaris in Leiden, o.a. door een gezamenlijk scholingsprogramma en monitoring van de resultaten. Ook zetten we verder in op onder andere doorlopende leerlijnen, partnerschap tussen ouder en professional en brede talentontwikkeling door middel van een rijke leerdag. In november 2025, tijdens de week van gelijke kansen, vieren we onze aanpak groots met een Gelijke Kansen Festival in samenwerking met het Leidse onderwijsveld en de Gelijke Kansen Alliantie. De Leidse Gelijke Kansen Aanpak is gestart vanuit de beleidsterreinen onderwijs en armoede. In 2025 wordt verkend of een uitbreiding mogelijk en/of wenselijk is.

7C1.1 Waarborgen van aanbod, kwaliteit en deelname aan voor- en vroegschoolse educatie

Door de daling van het aantal geboortes daalt het aantal peuters in Leiden licht. Toch zijn er nog peuters die niet worden bereikt door de voorschoolse educatie. Daarom willen we in 2025 de deelname vergroten. Verschillende organisaties bieden halve en hele dagopvang met voorschoolse educatie. We bestendigen het aanbod van voorschoolse educatie onder andere door middel van de hiervoor bestemde subsidieregeling. De deelname en de toeleiding gebeurt door middel van een samenwerking van verschillende partijen in de stad, die verenigd zijn in de Bestuurlijke Kerngroep Kansrijk Onderwijs. Deze kerngroep stuurt vanuit het Actieplan Kansrijk Onderwijs Leiden op de ‘basis op orde’ zoals in het Onderwijskansenbeleid beschreven. In lijn met de Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 werken we in 2025 met vindplaatsenbeleid aan een beter bereik van de doelgroep en toeleiding van meer deelnemers naar de voorschoolse educatie.

Kindcentrum ‘Stevenshof’
In het kader van de vervangende nieuwbouw van het scholencomplex aan de Antoinette Kleynstraat 4-8 in Leiden gaan Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden-Leiderdorp (PROO), Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL) en de gemeente Leiden een kindcentrum realiseren. In 2025 zetten we het proces voort voor de daadwerkelijk inhoudelijke vorming van het kindcentrum. We werken o.a. toe naar samenwerkingsafspraken en de inrichting van het gebouw ten behoeve van de doorgaande leer- en ontwikkellijn. Volgens planning wordt het Kindcentrum in 2027 in gebruik genomen.

7C1.2 Ondersteunen van een hoogwaardig taalaanbod in het onderwijs

We stimuleren hoogwaardig taalaanbod in het onderwijs. Net als eerdere jaren ondersteunen we schakelklassen en taalklassen in het primair onderwijs voor kinderen die met een jaar erbij extra kansen krijgen of voor nieuwkomerskinderen die eerst een schakeljaar krijgen, waarna zij kunnen instromen in het reguliere onderwijs. Omdat het aantal nieuwkomers de afgelopen jaren is toegenomen en ook de instroom hoog zal blijven, zijn in 2024 afspraken met het primair onderwijs gemaakt over het aanbod, de toeleiding en de doorstroom. Naar aanleiding van deze afspraken wordt in 2025 ingezet op de doorontwikkeling van de kennis- en expertisedeling binnen het reguliere primair onderwijs rondom meertaligheid en nt2-ondersteuning. Ook wordt opnieuw met het onderwijs gekeken naar het uitbreiden van het aanbod van de kopklassen en naar extra aanbod voor nieuwkomers van 16 jaar en ouder.

7C1.3 Bevorderen van een goede samenwerking tussen ouder en professional

De relatie tussen ouder en professional (leerkracht, CJG-medewerker, brugfunctionaris, sociaal professional) is van groot belang om kinderen alle kansen te bieden. Het is belangrijk dat er een relatie en een goede samenwerking is tussen wat er thuis, op school en in de wijk gebeurt. Zo ondersteunen ouder en professional elkaar. De focus ligt hierbij op de samenwerking tussen de professional en de ouder met betrekking tot alle kinderen en niet alleen op de betrokkenheid van ouders in het algemeen ten opzichte van doelgroepkinderen (zoals bedoeld in het Onderwijskansenbeleid). We zien ook buiten de doelgroep kansen voor betere samenwerking tussen kind, school en gezin. We stimuleren dat vanuit het onderwijskansenbeleid (via het Actieplan Kansrijk Onderwijs Leiden) bijvoorbeeld door de inzet van oudercoördinatoren op school, maar ook door het aanbod van programma's thuis die naadloos aansluiten bij wat een kind leert in de voorschool. Daarnaast versterken we het partnerschap tussen ouder en professional door inzet van de brugfunctionaris vanuit de Leidse Gelijke Kansen Aanpak.

7C2 Goede onderwijs-ondersteuning en samenwerking in het onderwijs

De gemeenten en het onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor het organiseren van een dekkend onderwijs-zorgcontinuüm: een dekkend aanbod met voorzieningen zodat er voor elke jeugdige een passende plek is om zoveel onderwijs als mogelijk te volgen. Deze beweging wordt zoveel mogelijk plaatselijk georganiseerd, de samenwerking met het onderwijs en de specialistische jeugdhulp vindt plaats op het niveau van Holland Rijnland. In 2024 is een procesregisseur onderwijszorgcontinuüm gestart die overzicht brengt in alle losse voorzieningen en onderzoekt voor welke doelgroep er in Holland Rijnland voorzieningen gemist worden. Deze regisseur is ook betrokken bij ontwikkelingen rondom de Leidse voorziening ‘Over de grenzen’, er wordt onderzocht of deze klas als OZA (onderwijs zorg arrangement) opgenomen kan worden in het programma Jeugd. Deze beweging is in lijn met de Hervormingsagenda, waarbij samenwerking met zgn. ‘aanpalende domeinen’ een van de thema's is.

7C2.1 Ondersteunen zorg voor leerlingen met specifieke behoeften

Als antwoord op de vraag van jongeren die iets anders of iets extra’s nodig hebben, zijn we in 2024 gestart met Skill School en biedt Studio MOIO anders dan onderwijs een plek waar jongeren zich kunnen ontwikkelen. Los van de diverse maatregelen die wij ondernemen voor jongeren die thuiszitten, of dreigen thuis te komen zitten (denk hierbij naast eerdergenoemde ook aan MDT UniverCity en Buitenkans), initiëren we ook in 2025 op verschillende plekken het gesprek hierover. Deze gesprekken gaan over de vraag: Wat is er nodig om de inzet op ontwikkeling voor kinderen en jongeren als uitgangspunt te nemen in alles wat we doen?

Ook onderzoeken we vanuit de Leidse Gelijke Kansen Aanpak hoe we samen met het onderwijs kritisch kunnen kijken naar de huidige inrichting van het onderwijssysteem. Welke ruimte kunnen we zelf vinden en wat moeten we agenderen op de landelijke agenda om het kind en de jongeren centraal te stellen boven processen. Studio MOIO én de Skill School bieden jongeren ruimte om hun talenten te ontwikkelen, in het kader van de Maatschappelijke Diensttijd.

Daarnaast houden we een vinger aan de pols bij de uitvoering van het leerlingenvervoer. Ook zijn we in 2024 gestart met een pilot waarbij leerlingen een training volgen om te reizen met het openbaar vervoer. Wanneer leerlingen leren met het OV te reizen is dat goed voor hun zelfvertrouwen en een betere voorbereiding op hun toekomst. Een abonnement voor het OV is bovendien veel goedkoper voor de gemeente dan het taxivervoer.

7C2.2 Stimuleren samenwerking en voorzieningen in het onderwijs

De gemeenten en het onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor het organiseren van een dekkend onderwijs-zorgcontinuüm: een dekkend aanbod met voorzieningen zodat er voor elke jeugdige een passende plek is om zoveel mogelijk onderwijs te volgen. De samenwerking met het onderwijs en de specialistische jeugdhulp vindt plaats op het niveau van Holland Rijnland. In 2024 is een procesregisseur onderwijszorgcontinuüm gestart die overzicht brengt in alle losse voorzieningen en onderzoekt voor welke doelgroep we in Holland Rijnland voorzieningen missen. Deze regisseur is ook betrokken bij ontwikkelingen rondom de Leidse voorziening ‘Over de grenzen’. Er wordt onderzocht of deze klas als OZA (Onderwijs Zorg Arrangement) opgenomen kan worden in het programma Jeugd voor 2025 e.v. Deze beweging is in lijn met de Hervormingsagenda, waarbij samenwerking met zogenaamde ‘aanpalende domeinen’ een van de thema's is.

Integraal arrangeren is een belangrijk onderdeel van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Dat is het samen bedenken, maken en uitvoeren van een plan waarmee onderwijs- en ondersteuningsdoelen van een jeugdige gerealiseerd worden. Dit heeft als doel om de samenwerking tussen onderwijs, Jeugdgezondheidszorg, Jeugdteams en het RBL (Regionaal Bureau Leerrecht) te versterken, om zo te komen tot passende, effectieve en efficiënte hulp aan kinderen. Integraal arrangeren loopt al meerdere jaren en is genoemd in de Holland Rijnland methode en Leidende Principes samenwerking onderwijs-jeugdhulp Holland Rijnland. Tegelijkertijd zien we in de praktijk dat de implementatie en borging regionaal wisselend is geregeld. Ook in 2025 zetten we daarom in op het (blijvend) vergroten van kennis bij (nieuwe) professionals.

7C3 Als Kennisstad toekomstbestendig onderwijs bevorderen met extra aandacht voor duurzaamheid, internationalisering en talentontwikkeling

Als (internationale) kennis- en onderwijsstad zetten we ons continu in om de kennisinstellingen en onderwijspartijen met elkaar te verbinden. Dit doen we om hen niet alleen maximaal te laten floreren, maar ook onze inwoners zoveel mogelijk te laten profiteren van de kennis die er in onze stad is. Het onderwijs is bij uitstek een sector die hiervan profiteert door de verbinding in onderzoek en onderwijs, lerarenopleidingen en mogelijkheid tot doorlopende leerlijnen en talentontwikkeling. Het doel is om hiermee alle leerlingen, studenten en onderwijsprofessionals in de stad Leiden een optimale leer- en ontwikkelomgeving te bieden. Dit doen we door intensief samen te werken met het onderwijs en onderwijsnetwerken (zoals het LEF) in het vormgeven van gezamenlijke vraagstukken en activiteiten rondom het realiseren van toekomstbestendig onderwijs. Ook zetten we in op het zichtbaar maken van goede initiatieven via het platform Onderwijs in de Leidse regio. Denk hierbij aan praktijkervaringen van scholen die gebruik maken van objecten uit de Leidse musea voor samenhangend onderwijs of ervaringen en expertise in het begeleiden van nieuwkomers.

7C3.1 Stimuleren van een duurzame rijke leeromgeving waarin leerlingen en onderwijsprofessionals hun eigen talenten kunnen ontwikkelen met aandacht voor een doorlopende leerlijn

Eén van de ambities in de LEA 2024-2028 luidt: ‘De kracht van Leiden is dat het een aantrekkelijke kennis- en onderwijsstad is met een rijke onderwijsleeromgeving die we maximaal benutten. De ambitie gaat onder andere over een stad waar je je van jong tot oud optimaal kan ontwikkelen, waar je wordt voorbereid op de beroepen van straks en waar een prettig en veilig leer- en werkklimaat in het onderwijs heerst.’ We geven deze ambitie onder andere vorm door in te zetten op onderwijsinnovatie, de doorontwikkeling van Verwonder om de Hoek en de Rijke Leerdag.

Onderwijsinnovatie
In Leiden geloven we dat kennis die je samen maakt het welzijn in de stad vergroot en tegelijkertijd de kwaliteit van onderwijs en onderzoek bevordert en zichtbaar maakt. Niet alleen heeft Leiden als Kennisstad alle onderwijssectoren in huis, van peuterspeelzaal tot universiteit, maar er zijn ook veel educatie- en onderzoekspartners, musea en netwerkorganisaties zoals het LEF. Samen vormt dit een rijk leerecosysteem. Om dit ecosysteem optimaal te laten werken zetten we onder andere de onderwijsinnovatiesubsidie in als instrument om (onderwijs)partners met elkaar te verbinden, in staat te stellen om samen te vernieuwen en te verdiepen op thema’s die zij belangrijk vinden.

In 2025 geven we uitvoering aan de onderwijsinnovatie initiatieven die in de ronde van 2024 zijn toegekend. Via ‘innoveren met LEF’ verbinden we de initiatieven onderling en vormen we een lerende community. Een van de grotere initiatieven heeft als doelstelling om op elke Leidse middelbare school een ‘green office’ te starten waar docenten en leerlingen samen werken aan klimaat- en duurzaamheidsvraagstukken. Zo werken de scholen samen aan toekomstgericht onderwijs met een hoopvol handelingsperspectief dat op dit moment vaak nog mist in het reguliere curriculum. Andere projecten richten zich op (plezier in) taalontwikkeling en soepele overgangen.

Verwonder om de Hoek (zie ook programma 8A1.3 en 8A3.2)
Het leerecosysteem Verwonder om de Hoek (VodH) biedt basisscholen een gecombineerd aanbod van cultuur- en natuureducatie, techniek, wetenschap en duurzaamheid. De nieuwe subsidieregeling Cultuureducatie met kwaliteit 4 (CmK4 2025-2028) vanuit het Rijk is hier onderdeel van. Activiteiten uit de regio Holland Rijnland zijn te vinden op www.verwonderomdehoek.nl. Het verbindt leerkrachten, ouders/verzorgers, buitenschoolse organisaties en aanbieders van educatieve activiteiten met de ambities van Leiden Kennisstad (zie programma 3E) en de Rijke Leerdag. De cultuurcoaches spelen hierbij een centrale rol. Dit zijn medewerkers van BplusC en st. Cultuureducatiegroep, die kinderen en jongeren laten kennismaken met kennis en cultuur.

De focus van VodH voor 2025-2028 ligt op curriculumvernieuwing en de gelijke kansen-opgave in de scholen. De nadruk ligt hierbij op onderwijskansenscholen, waaronder ook de vier scholen in het Programma ‘School en Omgeving’ (Rijke Leerdag). In lijn met de Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 richten we ons op vindplaatsen. Zo zetten we, naast de onderwijskansenscholen (8 Leidse basisscholen), extra in op de scholen waar een brugfunctionaris actief is via de Leidse subsidieregeling brugfunctionaris (inzet vindt plaats op 5 basisscholen, 1 basisschool speciaal onderwijs en 1 school speciaal onderwijs) en scholen voor speciaal (basis)onderwijs. Voor Leiden biedt het platform ook kennismakingscursussen in kunst, cultuur, natuur en techniek buiten schooltijd. Dit is een breed palet aan kortlopende cursussen die voor kinderen en jongeren beschikbaar komen tegen redelijk tarief, vergelijkbaar met de sportintro-activiteiten.

Rijke Leerdag
In 2025 verdiepen we de Rijke Leerdag bij Brede School Merenwijk en Brede School Het Gebouw, door te focussen op de borging, kwaliteitsverbetering van het aanbod en samenwerking met vaste partners zoals de kinderopvang, BplusC, SOL, JES Rijnland, Incluzio, Verwonder om de Hoek en de brugfunctionaris binnen de school. Al worden bij de daadwerkelijke uitvoering van het programma meer partijen en partners in de stad betrokken. Dit gebeurt vanuit het Rijksprogramma School en Omgeving. Er wordt gewerkt met een programmering van activiteiten onder leiding van een projectcoördinator. De projectcoördinator is ingebed in het schoolteam. Het programma richt zich op talentontwikkeling door een breed aanbod aan binnen- en buitenschoolse activiteiten aan te bieden op het gebied van sport, cultuur, (wereld)burgerschap, taal, muziek, nieuwe media, kunst, dans en theater. De drie scholen in Het Gebouw hebben een centraal aanmeldsysteem voor de activiteiten geïntroduceerd. Inschrijven kan via de website van Brede School Het Gebouw en via een app. De nieuwe activiteitenprogramma’s bij Brede School Merenwijk en Brede School Het Gebouw beginnen in schooljaar 2024-2025.

Natuur en Duurzaamheidseducatie
NDE (Natuur- en Duurzaamheid Educatie) zet zich in om kinderen en jongeren te betrekken bij hun omgeving en bij (maatschappelijke) ontwikkelingen in de stad. NDE stimuleert en faciliteert het onderwijs en de stadspartners, zodat kinderen en jongeren in en buiten school leren over natuur en biodiversiteit en het belang daarvan voor al het leven op aarde. Daarnaast is er aandacht voor het verwerven van kennis en vaardigheden over het verminderen van afval en stimuleren van recycling en hergebruik, zodat ze bewust en actief bijdragen aan een circulaire samenleving. Dat geldt ook voor duurzame energievormen, zodat kinderen en jongeren bewust en actief kunnen bijdragen aan een duurzamer energiesysteem.

Om dit te bereiken wordt via het platform Verwonder om de hoek het leerecosysteem voor het basisonderwijs ontsloten en uitgebreid met meer aanbod. Voor het VO wordt samengewerkt met het recent opgerichte duurzaam docenten netwerk om vakoverstijgende duurzaamheid in het curriculum te verweven en de scholen te verbinden aan de gemeentelijke projecten in de wijk. Op basis van een eerste inventarisatie van schoolpleinen wordt een analyse gemaakt van de vergroening van schoolpleinen met als doel dat uiteindelijk elke school een groene, natuurlijke omgeving heeft die bijdraagt aan het welzijn van de leerlingen en die hun kennis van biodiversiteit vergroot.

7C3.2 Stimuleren dat leerlingen worden voorbereid op een internationale samenleving

Als stad willen we ruimte bieden aan de internationale diversiteit van onze bewoners zodat elk kind en iedere jongere het aanbod krijgt dat het best bij zijn of haar onderwijsbehoefte past. Dit doen we bijvoorbeeld door het stimuleren van onderwijsinnovatie in zowel tweetalig-, internationaal- als nieuwkomersonderwijs, als ook in het aanmoedigen van aandacht voor meertaligheid, wereldburgerschap en interculturele vaardigheden.

Vooruitlopend op de uitvoering van de Spreidingswet en het daarmee groeiende aantal nieuwkomerskinderen in onze regio, zijn we met het VO en MBO in gesprek op welke manier het onderwijs voor nieuwkomers in de Leidse regio het beste kan worden uitgebreid, zowel in capaciteit als in type passend onderwijsaanbod. We zien een toenemend aantal jonge inburgeraars en alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Leiden. Deze groep heeft in het thuisland vaak in beperkte mate of geen middelbaar onderwijs gehad en vindt het hierdoor lastig aansluiting in het regulier onderwijs te vinden – zie ook Programma 10. In 2025 verkennen we samen met het onderwijs vooral welke type onderwijsaanbod voor deze doelgroep passend is om zo de kansen voor deze jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten. Of er in 2025 wachtlijsten ontstaan voor nieuwkomersonderwijs is nog onduidelijk en afhankelijk van de ontwikkelingen rondom opvang in de Leidse regio.

7C3.3 Bevorderen van toekomstgerichte talentontwikkeling door samenwerking van onderwijs met bedrijven en instellingen

Toekomstgericht onderwijs houdt rekening met sectoroverstijgende thema’s, zoals de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt (inclusief terugdringen van het lerarentekort en opheffen tekorten in de sector techniek) en duurzaamheid. De voortrekkersrol van de Leidse kennisinstellingen op het gebied van onderwijs en onderzoek biedt veel kansen. Ook zien we dat er een groeiende behoefte is vanuit het onderwijs om jongeren vroegtijdig in contact te brengen met de maatschappij en hen bewust te maken van maatschappelijke vraagstukken. Het onderwijs zoekt daarom de samenwerking op met de gemeente, stadspartners en bedrijven om ervaringsplekken voor jongeren te creëren en daarmee ook andere vormen van leren te stimuleren. Een aantal vormen van dat zich hier expliciet op richt betreft bijvoorbeeld hybride onderwijs, waar het mbo nu erg op in zet. Maar ook initiatieven als MDT UniverCity, MDT Skill School, MDT Talent en Toekomst en Leren met de Stad. Samenwerking tussen onderwijs en bedrijven wordt alleen nog maar relevanter wanneer de nieuwe wet ‘Van School naar Duurzaam Werk’ per 2026 ingaat. Dan dienen mbo-instellingen en pro-vso-scholen in te zetten op aanvullende loopbaanbegeleiding.

Maatschappelijke Diensttijd
De Maatschappelijke Diensttijd (MDT) in Leiden focust op talentontwikkeling, je netwerk vergroten en iets doen voor de maatschappij. Deze drie pijlers versterken de inzet op loopbaanoriëntatie, burgerschap en jongerenparticipatie. De gemeente Leiden is partner in drie MDT-projecten die OCW mogelijk maakt: Skills School, Talent en Toekomst en UniverCity. Skills School en Talent en Toekomst worden voortgezet in 2025-2026. UniverCity heeft na positieve ervaringen in 2022-2024 subsidie aangevraagd voor een vervolg voor de periode 2025 – 2027. Technolab voert Talent en Toekomst uit met scholen en bedrijven, waardoor VO-scholieren zich op beroepen en opleidingen oriënteren. Skills School biedt VO-scholieren en mbo-studenten een veilige plek om creatieve talenten te ontwikkelen en hun onderwijs te vervolgen. Het nieuwe kabinet wil de rijkssubsidie voor MDT-projecten vanaf 2026 stoppen, waardoor het op dit moment onduidelijk is of dit MDT-programma en de Leidse projecten blijven bestaan.

Leren met de Stad
Leren met de Stad is een initiatief vanuit de samenwerking Leiden Kennisstad (zie ook programma 3). Binnen Leren met de Stad zetten studenten van Hogeschool Leiden, mboRijnland en Universiteit Leiden hun kennis en ervaring in om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Opdrachtgevers in de stad kunnen de aanwezige kennis in het onderwijs benutten. De samenwerking met de betrokken partijen is in 2023 vernieuwd en loopt tenminste tot eind 2025. De focus in 2025 zal dan ook liggen op de doorontwikkeling in de periode na 2025.

7C4 Zoveel mogelijk leerlingen volgen een vorm van onderwijs, halen een startkwalificatie en/of worden gestimuleerd tot leren in de praktijk

We blijven jongeren stimuleren om onderwijs te volgen en een startkwalificatie te behalen. Studentenwelzijn én de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt zijn daarvoor van belang. Dat zijn twee thema’s uit het Leidse pijlerplan ‘Het Mbo, Onmisbare schakel binnen Leiden Kennisstad’. De notitie die eind 2023 is gedeeld met de Raad toont de inzet van deze gemeente voor het Mbo én studenten vanuit verschillende programma’s (zie verder programma 3). Het mbo leidt immers jongeren op tot vakmensen die van belang zijn voor onze samenleving. Zij zijn de verzorgenden, bakkers en technici die bijdragen aan de duurzame toekomst van deze stad.

Sommige VO-scholieren én mbo-studenten hebben (tijdelijk) extra ondersteuning nodig, vanwege mentale of financiële problemen. Samen met de partners in de Sterke Sociale Basis én de Stedelijke Jeugdaanpak zetten we ons in voor jongeren die buiten school veel verleidingen en alternatieve inkomstenbronnen kennen. Door extra jongerenwerk op school en een uitdagend vrijetijdsaanbod na school (zoals Skills School), willen we voorkomen dat zij uitvallen en/of in de criminaliteit belanden.

Voortijdig schoolverlaten (vsv)
We werken samen met gemeenten, het RBL (Regionaal Bureau Leerrecht) én mboRijnland aan maatregelen die zich richten op de oorzaken van uitval, in het kader van de "Regionale vsv aanpak 2021-2024'' Zuid-Holland Noord. De inzet vanuit dit programma heeft effect gehad, gezien de verlaging in 2022-2023 van het percentage en aantal nieuwe vsv’ers tot het niveau van voor corona. De partners hebben besproken om tijdens de verlenging van dit programma in 2024-2025 een vervolg te geven aan maatregelen die zich richten op de volgende oorzaken:

  1. Persoonlijke/psychische problemen: We bieden op meer vmbo-scholen 'Hulp op School’ aan, laagdrempelige hulpverlening. Op het mboRijnland wordt deze zorgstructuur verder ontwikkeld.
  2. Verkeerde studie- en beroepskeuze: We bespreken met het onderwijs mogelijkheden voor verbetering. We begeleiden jongeren bij kwetsbare overgangen (van po naar vo en van vo naar mbo). JINC laat Leidse jongeren kennismaken met de werkvloer, wat bijdraagt aan een reële beroepskeuze. Het mbo Rijnland biedt ook in Leiden jongeren in 2024-2025 een oriëntatiejaar. Ze maken kennis met meerdere beroepen en kiezen aan het eind van het schooljaar voor een definitieve beroepsrichting. Als ze het jaar succesvol afronden, behalen ze een startkwalificatie (Mbo-niveau 2)
  3. De overgang naar werk: Jongeren met en zonder diploma van Mbo 1 of 2 weten niet altijd de overstap te maken naar betaald werk. In 2024 biedt het RBL entreestudenten die dreigen uit te vallen, extra begeleiding om wel de weg naar werk te vinden.

Per 2026 treedt naar verwachting de nieuwe wet 'Van school naar duurzaam werk '' in werking. Het doel van deze wet is jongeren, met name op mbo-niveau 1 en 2, beter te begeleiden naar werk. Mbo's bieden deze mbo-studenten loopbaanbegeleiding tijdens het laatste studiejaar tot 1 jaar na diplomering. Het Doorstroompunt krijgt de verantwoordelijkheid voor vsv'ers tot en met 26 jaar: ze leggen contact en bieden begeleiding. Gemeenten gaan vsv’ers die niet werken of geen opleiding volgen begeleiden bij de terugkeer naar school en/of werk. Nu richt deze inzet zich vooral op jongeren met een bijstandsuitkering.

Bij de voorbereiding op de nieuwe wet stemmen het mbo, het RBL/Doorstroompunt én gemeenten in Holland Rijnland de wijze waarop zij de nieuwe taken uitvoeren op elkaar af. Daarvoor evalueren we de bestaande inzet in Holland Rijnland en werken we nieuwe maatregelen uit, zoals een vorm van hulp op school, de overstap van VO naar mbo en inzet voor jongeren die Nederlands niet als moedertaal hebben. Met de inwerkingtreding van de wet ‘Van school naar duurzaam werk’ komt de aanpak jeugdwerkloosheid te vervallen. De begeleiding naar werk maakt structureel deel uit van de taken van de gemeenten voor vsv'ers tot en met 26 jaar. Daarvoor is de verbinding met de arbeidsmarktregio van belang. De gemeente Leiden krijgt als centrumgemeente een actieve rol bij de totstandkoming van het regionaal programma en vormt de link met partijen in de arbeidsmarktregio en de regionale arbeidsmarktinfrastructuur.

Tegengaan verzuim leerplichtigen
Het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL) geeft uitvoering aan de wet op de leer- en kwalificatieplicht. Inzicht in verzuim is de voorwaarde voor het gesprek met ouders, kinderen en jongeren over de redenen voor verzuim en uitval. Op elke school voor voortgezet onderwijs richt één van de twee consulenten van het RBL zich volledig op langdurig verzuim. Met het RBL zetten we ons in voor betere samenwerking tussen de partners, waaronder jeugdhulp, het CJG en de samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs in de Leidse regio (integraal arrangeren).

Met het RBL en de samenwerkingsverbanden zijn we in gesprek over de begeleiding die aansluit bij de ondersteuningsvragen van leerlingen. We maken daarover afspraken met de gemeenten in de Leidse regio. Deze hebben binnen Holland Rijnland afgesproken de formatie van het RBL voor het primair én het voortgezet onderwijs vanaf 2025 structureel uit te breiden. Aanleiding daarvoor is het grotere beroep op het RBL, juist bij complexe situaties die nauwe samenwerking met bijvoorbeeld de jeugdteams vergen. Hiermee willen we het thuiszitten van kinderen en jongeren voorkomen.

De Wet op de leer- en kwalificatieplicht verandert als het wetsvoorstel ‘Terugdringen verzuim' van kracht wordt, waarschijnlijk in het schoolkaar 2025 – 2026. Deze beoogt de preventieve aanpak te versterken, waarbij scholen, samenwerkingsverbanden en leerplicht samen werken. De uitvoering van de wet op de leer- en kwalificatieplicht hebben de gemeenten in Holland Rijnland bij het RBL belegd. De gemeenten in Holland Rijnland bespreken of de gewijzigde wettelijke taken gevolgen hebben voor de bestaande afspraken over de preventieve aanpak die gemaakt zijn tussen het RBL, het onderwijs, het CJG en de jeugdteams (Regionale afsprakenkaart 2023-2024 Holland Rijnland).

Effectindicatoren bij 7C Onderwijsbeleid

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2025

2026

2027

2028

Doel 7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren

7C1.a Aantal kinderen van 2,5 - 4 jaar dat heeft deelgenomen aan ve

371 (2021)
350 (2022)

328 (2023)

370

370

370

340

Telgegevens VE-aanbieders

Doel 7C4 Zo veel mogelijk leerlingen worden behouden voor het onderwijs en halen een startkwalificatie*

7C4.a Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen**
(aantal absoluut verzuimers die langer dan 3 maanden niet ingeschreven staan op een school (PO + VO + geen eerdere schoolinschrijving)

2,0 (2020)
4,4 (2022)

8,7 (2023)

9,0

9,0

9,0

9,0

RBL

7C4.b Relatief verzuim per 1.000 leerlingen***
(aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners lft 5-18jr)

15 (2021)
23 (2022)

23 (2023)

23

23

23

23

RBL

7C4.c Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie VO en MBO

2,2% (2021)
2,7% (2022)

2,5% (2023)

2,5%

2,4%

2,3%

n.t.b.****

RBL

*De komende jaren wijzigt de wet- en regelgeving voor voortijdig schoolverlaten. Dat gebeurt waarschijnlijk met ingang van 2025-2026. Wij zullen de indicatoren dan herijken, aansluitend bij de nieuwe wetgeving en in overeenstemming met het beleid dat het RBL in Holland Rijnland voert.
**Het absoluut verzuim is in 2022 en 2023 verdubbeld. Dit komt onder andere door de toename van het aantal minderjarige asielzoekers en nieuwkomers tot 18 jaar (waaronder Oekraïners). De provincie en de gemeente Leiden hebben toegezegd meer statushouders te huisvesten en bieden ook AMA's onderdak. Het onderwijs beschikt (nog) niet over voldoende capacite om deze groep op te vangen.
***De stijging in het relatief verzuim van de afgelopen jaren is te verklaren doordat het RBL er bij scholen op aandringt om goed te melden. Dat inzicht is de basis over het gesprek over de oorzaken van het verzuim.
****Als gevolg van wetswijzigingen wordt de doelgroep vsv'ers v.a. medio 2025 uitgebreid naar 23 t/m 26 jaar. OCW levert in 2024-2025 streefcijfers aan, gebaseerd op het risico onder de populatie om de school zonder startkwalificatie te verlaten.

Beleidsterrein 7D Onderwijshuisvesting

Doelen en prestaties bij 7D Onderwijshuisvesting

Doel

Prestaties

7D1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting

7D1.1 Realisatie van nieuwbouw, uitbreiding en vervanging van lesgebouwen en gymnastieklokalen

7D1.2 In stand houden van de bestaande gymnastieklokalen door onderhoud en aanpassingen

7D1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals ozb, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs

7D1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting 

De gemeente Leiden werkt vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met de schoolbesturen aan goede onderwijshuisvesting binnen de gemeente. Om dit strategisch en professioneel aan te pakken stelt de gemeente periodiek een integraal huisvestingsplan (IHP) voor het onderwijs op, dat houvast geeft over hoe om te gaan met investeringen in schoolgebouwen voor primair, voortgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs, met als doel het voorzien in duurzame en gezonde onderwijsomgevingen.

Omdat we in Leiden veel ambities hebben op het gebied van (bewegings-) onderwijs en het creëren van goede voorwaarden daarvoor in de stad, zet de gemeente in 2025 in op het ontwikkelen en vaststellen van het beleidsrijke IHP; een beleidsrijke programmering en (investerings)planning van onderwijshuisvesting. Dit IHP moet een toekomstperspectief schetsen voor de schoolgebouwen binnen de gemeente én kaders en uitgangspunten bieden om met de onderwijshuisvesting nieuwe en/ of aangescherpte beleidsdoelen te bereiken. Hierbij moet gedacht worden aan doelen op het gebied van duurzaamheid, circulariteit, inclusiviteit, voorkomen van achterstanden, gezondheid en nieuwkomers- en bewegingsonderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht met het Sport Accommodatie Plan. Bij de vervanging van twee nabij gelegen, dubbele of gestapelde gymzalen wordt onderzocht of opwaarderen naar een sportzaal mogelijk is.

Naast het ontwikkelen van dit beleidsrijke IHP, zal de gemeente Leiden inzetten op de adequate uitvoering van de wettelijke taken rondom onderwijshuisvesting, zoals schoolbesturen faciliteren door de inzet van gemeentelijk projectmanagement bij de realisatie van de scholenbouwprojecten, het bekostigen van OZB, het vergoeden van schadeherstel, het faciliteren en bekostigen van gymnastiekonderwijs en het in stand houden van bestaande gymnastieklokalen.

Initiatief- definitiefase:

  • Uitbreiding van de Driestar aan de Vennemeerstraat. Dit project gaat onderdeel uitmaken van het nieuwe IHP, maar de school kampt nu al met ruimtegebrek dat niet door medegebruik van ruimte in een andere VO-school kan worden opgelost. Het schoolgebouw in het Houtkwartier heeft te maken met een groeiend leerlingenaantal en heeft om deze reden permanent extra lesruimte nodig. De mogelijkheden voor het plaatsen van noodlokalen en permanente uitbreiding worden onderzocht.
  • Vervangende nieuwbouw De Weerklank inclusief gymnastieklokaal. Dit project bevindt zich in de afronding van de initiatieffase en aan de start van de ontwerpfase. Dit project zal naar planning in 2027 worden opgeleverd.
  • Vernieuwbouw Lucas van Leyden (Vliet) en vernieuwbouw gymnastieklokaal Molensteeg. Dit project bevindt zich in de afronding van initiatieffase start van de ontwerpfase en zal in 2027 worden opgeleverd.
  • Met de schoolbesturen PROO Leiden-Leiderdorp en Auris is afgestemd om de realisatie van het project Lucas van Leyden (Vliet) en De Weerklank door te schuiven naar 2026-2027. Deze projecten zullen naar planning in Q3 van 2027 worden opgeleverd. Tijdens de uitvoering zullen de scholen tegelijkertijd gebruik maken van de wissellocatie Noachstraat 2.


Ontwerp- voorbereidingsfase:

  • Nieuwbouw dubbele gymzaal Oppenheimstraat 4.
  • Nieuwbouw Kindcentrum ‘Stevenshof’ (werknaam): basisscholen De Stevenshof, en De Wereldwijzer en het gymnastieklokaal en ruimte voor BSO en peuterspeelzaal, waarvan FloreoKids huurder zal worden .
  • Tijdens de nieuwbouw aan de Antoinette Kleijnstraat (Stevenshof) zal een deel van de leerlingen in noodlokalen worden onder gebracht vanaf schooljaar 2025-2026.
  • Vernieuwbouw hoogbouw Vijf Meilaan 137 ten behoeve van de Internationale Schakelklassen (ISK) van de Scholengroep Leonardo da Vinci. De uitvoering van de renovatie zal in 2025 in gang worden gezet als de wissellocatie Noachstraat gereed is. In 2026 zal de ISK zijn intrek nemen in het vernieuwde schoolgebouw.


Uitvoeringsfase en oplevering:

  • In het derde kwartaal van 2025 zal het schoolgebouw aan de Noachstraat 2 worden opgeleverd. Dit gebouw zal gedurende de uitvoering van nieuwbouwprojecten een belangrijke functie als wissellocatie voor zowel PO als VO-scholen vervullen; als eerste de ISK.
  • Nieuwbouw Vlietlandcollege inclusief gymzaal met 3 vloerdelen als onderdeel van de herontwikkeling locatie Vijf Meilaan 137. Ingebruikname is eind 2026 gepland.

In mei en november rapporteert de wethouder de voortgang van de projecten onderwijshuisvesting. Mocht er sprake zijn van afwijkingen in de planning zullen de verschillen in relatie tot de programmabegroting worden gemeld.


Effectindicatoren bij 7D Onderwijshuisvesting

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2025

2026

2027

2028

Doel 7D1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting

7D1.a Rapportcijfer inwoners voor de kwaliteit van schoolgebouwen

7,4 (2019)

7,5 (2021)

7,4 (2023)

7,5

-

7,5

-

Stads- en wijkenquête

Kaderstellende beleidsstukken

Inleiding

  • Visie Sociaal Domein (RV 19.0029)
  • Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 (RV 23.0106)
  • Leidse Gelijke Kansen Aanpak (WAJ-55-2024)

7A

  • Visie jeugdhulp "Samen Sterk voor Toekomst van Jeugd(hulp)" (BW 19.0372 / RV 19.0089
  • Handreiking Samenwerken in de stad (RV 24.0014)
  • Koersdocument Doorontwikkeling Jeugdhulp Leidse regio (RV 18.0097)
  • Verordening Jeugdhulp (RV 18.0046)
  • Beleidskader Spelen en Bewegen (RV 17.0081)

7B

  • Subsidieregeling Peuterspeelopvang en VVE, Leiden 2016 (BW 22.0139)

7C

  • Leidse Educatieve Agenda 2024 - 2028 (BW 23.0512)
  • Programma Leiden Kennisstad. Samenwerkingsovereenkomst 2023-2027
  • Beleidsplan RBL 2022-2025
  • Regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2021-2024 Zuid-Holland Noord (wordt verlengd tot en met medio 2025: https://wetten.overheid.nl/BWBR0043356/2024-06-22 )
  • Subsidieregeling Voortijdig Schoolverlaten 2023 (BW 23.0380)
  • Visie Internationalisering 2020 (RV 20.0051)
  • Subsidieregeling Brugfunctionaris (WAJ 13-2024)
  • ‘Een vliegende start’ Onderwijskansenbeleid Leiden 2023 - 2026 (RV 23.0108)
  • Subsidieregeling Internationale taalklassen

7D

  • Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (RV 15.0005)
  • Integraal Huisvestingsplan voor Onderwijs 2020-2032, herijking IHP 2019-2030 (RV 20.0127)

Programmakosten

Jeugd en onderwijs
bedragen x 1.000,-

 

Rekening
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Meerjarenraming

2026

2027

2028

Jeugd

Lasten

40.883

49.545

53.883

53.895

44.993

45.032

 

Baten

-1.926

-1.233

-1.247

-1.247

-361

-361

Saldo

 

38.957

48.312

52.636

52.648

44.631

44.670

Peuterspeelopvang en kinderopvang

Lasten

1.904

2.027

2.083

2.083

2.081

2.081

 

Baten

-30

-4

-4

-4

-4

-4

Saldo

 

1.874

2.022

2.079

2.078

2.077

2.077

Onderwijsbeleid

Lasten

10.705

11.499

9.926

9.752

9.232

9.232

 

Baten

-6.141

-4.798

-3.952

-3.840

-3.840

-3.840

Saldo

 

4.564

6.701

5.974

5.912

5.392

5.392

Onderwijshuisvesting

Lasten

12.462

15.263

13.750

14.290

15.447

17.388

 

Baten

-1.328

-316

-340

-398

-398

-397

Saldo

 

11.133

14.947

13.411

13.892

15.049

16.991

Programma

Lasten

65.954

78.334

79.642

80.020

71.753

73.733

 

Baten

-9.426

-6.351

-5.544

-5.490

-4.604

-4.603

Saldo van baten en lasten

 

56.529

71.983

74.099

74.530

67.150

69.130

Reserves

Toevoeging

0

65

0

0

0

0

 

Onttrekking

-3.346

-7.846

-7.647

-9.618

-55

-55

Mutaties reserves

 

-3.346

-7.781

-7.647

-9.618

-55

-55

Resultaat

 

53.183

64.203

66.452

64.912

67.094

69.075

Budgettaire ontwikkelingen ­

De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2025-2028. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.

Beleidsterrein Jeugd

De lasten nemen per saldo toe met ca. 4,4 miljoen. Een belangrijk deel van de stijging wordt veroorzaakt door indexering op dit beleidsterrein (ca. 1,8 miljoen). Voor het overige nemen de kosten voor regionale specialistische jeugdhulp conform de Kaderbrief 2024 en het eerdere meerjarenbeeld ten opzichte van 2024 met ca. 1,3 miljoen toe. Daarnaast is op basis van de bijgestelde regionale begroting Jeugdhulp 2025 een aanvullend nadeel van 1,5 miljoen voor regionale specialistische jeugdhulp opgenomen. Tenslotte is in de raming 2024 voor regionale uitvoeringkosten Jeugd een eenmalig bedrag van 0,25 miljoen opgenomen. In het meerjarenbeeld nemen de lasten vanaf 2027 af. Dit komt hoofdzakelijk door de taakstelling van € 7,9 miljoen die op de specialistische jeugdhulp moet worden ingevuld. Deze taakstelling stond voorheen als brede taakstelling voor het sociaal domein verantwoord op beleidsterrein 9C Ondersteuning.

Peuterspeelopvang en kinderopvang

Er zijn geen relevante ontwikkelingen.

Beleidsterrein Onderwijsbeleid

Per saldo dalen de lasten met ca. 1.6 miljoen en de baten met 0,85 miljoen. In 2024 is een aantal eenmalige ramingen opgenomen. Het betreft o.a. de raming van 0,4 miljoen voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Hier staat een even zo grootte daling van de rijksbijdrage tegenover. Tevens is in 2024 eenmalig 0,6 miljoen geraamd voor Gelijke kansen, gebaseerd op het beleidsakkoord 'Samen Leven in Leiden'. Daarnaast is in afwachting van besluitvorming over de voortzetting van de financiering van de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten (VSV) voor 2025 nog geen raming opgenomen. Voor het begrotingsjaar 2024 is hiervoor nog € 0,6 miljoen geraamd. Tegenover de lagere lasten voor VSV staat een daling van gelijke omvang van de rijksbijdrage. Tenslotte neemt de rijksbijdrage voor onderwijsachterstanden beleid met ca 0,1 miljoen toe.

Beleidsterrein Onderwijshuisvesting

Per saldo dalen de lasten met ca. 1,5 miljoen. In 2024 is een eenmalige bijdrage geraamd van ca. 0,8 miljoen in het kader van de regeling onderwijshuisvesting asielzoekers (OHBA). Verder is in de begroting 2024 een eenmalige raming van ca. 0,5 miljoen opgenomen voor het inrichten van de openbare ruimte aan de Vijf Meilaan 137. Daarnaast is in 2024 eenmalig een bedrag van ca.0,4 miljoen geraamd voor het aankooprecht voor de Stichting Fatih. Tenslotte is de raming voor eenmalige voorzieningen onderwijshuisvesting is 2025 met 0,15 miljoen verhoogd.

Reserves programma 7
bedragen x 1.000,-

 

Rekening
2023

Begroting
2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Reserve onderwijshuisvesting

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-55

-55

-55

-55

-55

-55

Saldo

 

-55

-55

-55

-55

-55

-55

Reserve Sociaal Domein P7

Toevoeging

0

0

0

0

0

0

 

Onttrekking

-3.266

-7.309

-7.592

-9.563

0

0

Saldo

 

-3.266

-7.309

-7.592

-9.563

0

0

Res. Leefbaarh.projecten in de wijken P7

Toevoeging

0

65

0

0

0

0

 

Onttrekking

-25

-481

0

0

0

0

Saldo

 

-25

-416

0

0

0

0

Reserves programma 7

 

-3.346

-7.781

-7.647

-9.618

-55

-55

Reserve onderwijshuisvesting
De onttrekking van 55.208 betreft de inzet van de reserve voor het dekken van de kosten van personele inzet en plankosten om het uitvoerend vermogen bij de uitvoering van het Integraal huisvestingplan 2020 - 2030 te versterken en de risico's daarbij te beperken. Wanneer het beschikbare budget niet volledig wordt besteed vloeit het niet ingezette deel terug naar de reserve.

Reserve sociaal domein
Er wordt in totaal 7,6 miljoen onttrokken. Door de bijgestelde regionale jeugdhulpbegroting 2025 is een onttrekking nodig van 2.573.000. In de kaderbrief 2024-2028 was een onttrekking opgenomen van 1.190.000 op basis van de primitieve regionale jeugdhulpbegroting 2025. Er wordt 500.000 ontrokken voor het bevorderen van Gelijke Kansen (RV 23.0160). In de kaderbrief 2024-2028 was een onttrekking opgenomen van
1.113.500 op basis van de primitieve regionale jeugdhulpbegroting 2024, jaarschijf 2025. Daarnaast is bij de begroting 2025 een onttrekking opgenomen van 1,5 miljoen omdat de baten algemene uitkeringen inzake jeugdhulp lager waren dan begroot.

Investeringen

Prestatie

Omschrijving prestatie

Omschrijving investering

Categorie

nieuw / vervanging

VK/
NK

Bijdrage derden/ reserves

2025

2026

2027

2028

07A102

Waarborgen kwal (openbare) speelruimte

Speeltoestellen in speeltuinen 2025-2028

Econ.

V

 

-

210

304

321

168

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Specifiek locatiegebonden kosten 2024

Econ.

V

 

-

484

-

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Specifiek locatiegebonden kosten 2025

Econ.

V

 

-

484

-

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Vrije school Mareland

Econ.

V

 

-

-

-

7.333

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Inernationale SchakelKlas (ISK)

Econ.

V

 

-

13.949

-

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

IHP Vlietlandcollege, incl gymzaal IP

Econ.

V

 

-

5.966

-

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Weerklank Gym

Econ.

V

 

-

-

2.027

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Vrije school Mareland Gym

Econ.

V

 

-

-

-

672

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Scholencomplex Stevenshof Gym

Econ.

V

 

-

-

2.027

-

-

07D103

Uitvoering van overige wettelijke taken

Lucas van Leyden Gym

Econ.

V

 

-

-

1.810

-

-

07D103

Uitvoering van overige wettelijke taken

Gymaccomodatie Oppenheimstraat 4a

Econ.

V

 

-

3.067

-

-

-

07D103

Uitvoering van overige wettelijke taken

Sportaccomodatie Oppenheimstraat

Econ.

V

 

-

735

368

368

-

07D103

Uitvoering van overige wettelijke taken

Gymzaal Oppenheimstraat 30 jaar

Econ.

V

 

-

-

-

2.725

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Leidse Houtschool

Econ.

V

 

-

-

7.831

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Da Vinci College

Econ.

V

 

-

-

25.101

-

-

07D102

In stand houden bestaande gebouwenvoorrd

Eerste Leidse Schoolvereniging uitbr.

Econ.

V

 

-

-

6.887

-

-

 

Totaal programma 7

    

-

24.894

46.353

11.419

168

In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2025-2028. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.

Subsidies

 

subsidiestaat 2024

subsidiestaat 2025

Subsidie saldo

8.735.320

8.739.738

­Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 Subsidies.