Programmanummer | 7 | |
Commissie | Onderwijs en Samenleving | |
Portefeuille(s) | Kansengelijkheid, Jeugd & Onderwijs |
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: |
Alle kinderen en jongeren verdienen gelijke kansen om gezond en veilig op te kunnen groeien en zichzelf zo goed mogelijk te kunnen ontplooien en ontwikkelen. Hiermee geven we invulling aan de ambitie op kansengelijkheid in het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden 2022-2026’. Wanneer kinderen en gezinnen hulp nodig hebben, is het van belang dat deze hulp wordt afgestemd op de specifieke situatie van het gezin. Hierbij wordt rekening gehouden met factoren zoals onderwijs, armoede, schulden, huisvestingsproblemen, participatie, prestatiedruk en problemen bij ouders en jongeren. Deze factoren kunnen van invloed zijn op het welzijn van jongeren en daarmee de vraag naar jeugdhulp. Het jeugddomein is nauw verbonden met andere gebieden zoals het sociaal domein, onderwijs en de zorg in het algemeen. In 2024 zetten we de Visie Sociaal Domein onverminderd voort. Op het niveau van stadsklimaat willen we ook in 2024 de goede basisinfrastructuur voor alle kinderen en jongeren behouden, via jeugdgezondheidszorg, onderwijs en mogelijkheden voor kinderen en jongeren om zelf mede vorm te aan hun leefomgeving (jeugdparticipatie). Daarnaast hebben we steeds meer aandacht voor preventie op het gebied van gezondheid en maatschappelijke ondersteuning en blijven we ons inzetten op preventieve jeugdhulp. Op het collectieve niveau richten we met het onderwijskansenbeleid op de groep kinderen die een hoger risico loopt op onderwijsachterstanden. Het project Gezonde Kansrijke Start Leiden is gericht op jonge (aanstaande) ouders in kwetsbare posities, die we extra ondersteuning bieden om hun jonge kind een kansrijke start te geven.. Op het individuele niveau bieden we gerichte individuele hulp en ondersteuning, zoals via passend onderwijs, specialistische jeugdhulp en het Preventie Interventie Team (PIT aanpak). We hebben extra aandacht voor jongvolwassenen in een kwetsbare situatie (groep 16-27 jaar).
Leidse Visie Gelijke Kansen
Om gelijke kansen in Leiden te vergroten voor alle kinderen en jongeren in de stad is de ‘Leidse Visie Gelijke Kansen’ opgesteld, die eind 2023 aan de raad wordt voorgelegd. In deze visie staan een viertal overwegingen: (1) de integrale aanpak wordt gestart vanuit de beleidsterreinen onderwijs en armoede en (2) richt zich op kinderen en jongeren tot 27 jaar (en hun omgeving). De visie gaat uit van (3) vindplaatsenbeleid in plaats van klassiek doelgroepenbeleid en focust zich op (4) het vergroten van gelijke kansen door ongelijk te investeren. Het vindplaatsenbeleid is een gerichtere manier om de doelgroep te bereiken. Dit betekent dat de doelgroep op het niveau van (voor)school wordt bereikt of via maatschappelijke partners in de wijk en de stad. Hierdoor wordt een gerichtere aanpak mogelijk gemaakt die ten goede komt aan degenen die dit het hardst nodig hebben. Het grofmazige systeem van het klassieke doelgroepenbeleid wordt vervangen door een verpersoonlijkte aanpak die ten goede komt aan degenen die dit het hardst nodig hebben. De visie wordt, na vaststelling door de raad, vanaf 2024 geoperationaliseerd via het uitvoeringsplan Leidse Gelijke Kansen Aanpak. Het uitvoeringsplan vertaalt de leidende principes uit de visie naar actie. Hierbij staat vereenvoudiging en vraaggericht werken centraal, met als doel oplossingen te vinden die een grote meerwaarde hebben voor de betrokkenen. Wij gaan uit van concrete situaties van groepen inwoners. Hierbij werken we continu samen met diegenen om wie het gaat, het gezin en de partijen die om hen heen staan. Daarbij zal gestart worden met wat uit wetenschap en/of praktijk blijkt te werken, om dit vervolgens verder uit te breiden en te verdiepen. We werken in netwerken samen met organisaties en professionals. We verbinden dat aan wat Leiden te bieden heeft als internationale onderwijs- en kennisstad.
In de zomer van 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. De Hervormingsagenda Jeugd bevat een groot pakket afspraken om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. Ook komt er een aanpassing van de Jeugdwet. De komende jaren zullen in het teken staan van de lokale implementatie van de Hervormingsagenda Jeugd, in nauwe samenwerking met de gemeenten in de Leidse regio. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het leggen van de verbinding tussen beleid en uitvoerende organisaties, zoals jeugdgezondheidszorg, jeugdteams, Sociaal wijkteams en de partners van de Sterke Sociale Basis (SOL, Incluzio en Buzz). We houden de vinger aan de pols met betrekking tot de uitvoering van het leerlingenvervoer, zodat de leerlingen volgens de afspraken gebracht en gehaald worden naar en van school.
Leidse Educatieve Agenda (LEA)
In onze Leidse Educatieve Agenda (LEA) neemt de gemeente samen met de Leidse onderwijspartners in de voorschool, het primair-, voortgezet- en speciaal onderwijs op wat we de komende vier jaar samen willen bereiken op het gebied van onderwijs. De LEA 2024-2028 wordt eind 2023 aan de raad voorgelegd. Met de LEA 2024-2028 bouwen we voort op de gezamenlijke doelen voor het Leidse onderwijs uit de vorige LEA. We sluiten aan op de huidige maatschappelijke vraagstukken die voor ons liggen en op de integrale aanpak vanuit de visie Gelijke Kansen. We hebben met het onderwijsveld focus aangebracht in onze ambities: kansrijk onderwijs, mentaal en fysiek gezond opgroeien, aantrekkelijke kennis- en onderwijsstad en divers, duurzaam en toekomstbestendig scholenlandschap.
Kennisstad
Vanuit Leiden Kennisstad (Zie Beleidsterrein 3E Vitale Binnenstad & Kennisstad) willen we bij de opgaven voor jeugd en onderwijs steeds de samenwerking met onze kennispartners opzoeken en versterken. Zo benutten we de meerwaarde van deze instellingen voor onze stad en haar inwoners optimaal en erkennen we de waarde van de stad als rijke leeromgeving voor de ruim 40.000 studenten (mbo,hbo en wo) die de stad rijk is én voor bewoners. De twee vlaggenschepen van Leiden Kennisstad die het onderwijs raken, zijn Leren met de Stad en het Leiden Education Fieldlab (LEF). Leren met de Stad zet in op het verbinden van maatschappelijke thema’s in de stad aan studenten uit mbo, hbo en universiteit en heeft veel raakvlakken met onderwerpen die binnen het sociaal domein spelen. Het LEF is een netwerk met een fysieke locatie waar onderwijsprofessionals met passie samen kunnen innoveren en onderzoeken. Het biedt een energieke broedplaats waar kennisdeling centraal staat en men kan sparren zonder beperkingen en met liefde voor het onderwijs. De gemeente is en blijft actief partner in beide initiatieven en verbindt gemeentelijke vraagstukken via deze weg aan het onderwijs.
Voor Onderwijshuisvesting verwachten we in 2024 het beleidsrijke Integraal Huisvestingsplan (IHP, onderdeel van het programma onderwijshuisvesting) samen met de schoolbesturen invulling te geven. Dit IHP zal eind 2024 aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Naar verwachting zal de VNG in 2024 met een nieuwe modelverordening huisvesting onderwijs komen vanwege nieuwe wetgeving die per 1 januari 2025 van kracht wordt. Dit betekent dat in 2024 een nieuwe Verordening voorzieningen huisvesting voor de gemeente Leiden zal worden geactualiseerd en aan de raad ter besluitvorming zal worden voorgelegd. Verder gaan wij onderzoeken of er combinaties van bewegingsonderwijs en sport mogelijk zijn.
Doel | Prestatie |
7A1 Een krachtige en pedagogische samenleving | 7A1.1 Betrekken van de jeugd via jeugdparticipatie |
7A1.2 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte | |
7A1.3 Ondersteunen spelbevordering | |
7A2 Goede (gebiedsgerichte) ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin | 7A2.1 Vanuit het CJG uitvoeren Wet Publieke Gezondheid |
7A2.2 Vanuit het CJG organiseren van informatie, advies en opvoedingsondersteuning | |
7A2.3 Vanuit het CJG organiseren van jeugdhulp door middel van jeugdteams | |
7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar | 7A3.1 Het organiseren van specialistische hulp |
In Leiden vertegenwoordigen jeugd en jongeren een groot deel van de inwoners. Het is belangrijk hen te betrekken bij het vormen van beleid of bij het oplossen van vraagstukken die spelen in de gemeente. Dit levert waardevolle inbreng op voor innovatieve en duurzame oplossingen en het draagt bij aan burgerschapsontwikkeling van jeugd en jongeren zelf. In 2024 wordt het handelingsperspectief participatie voorgelegd aan de raad. Hierin willen we extra aandacht vragen voor de doelgroep jeugd en jongeren. Het plan is om de toolkit jeugd- en jongerenparticipatie ook onderdeel van dit handelingsperspectief te laten zijn. Deze toolkit helpt de organisatie om jeugd en jongeren te betrekken bij het beleid van de gemeente Leiden. In het schooljaar 2023 – 2024 gaat ook de Kinderraad van start. Hierbij wordt jaarlijks een groep 7 van een basisschool aangewezen om op te treden als Leidse Kinderraad, waarin kinderen mogen meedenken en praten over ontwikkelingen in de stad. Voor de uitvoering werkt de gemeente samen met Stichting Move, een onderaannemer van Samen Ondernemend Leren (SOL). SOL heeft daarnaast een jongerenmakelaar verantwoordelijk gemaakt voor jongerenparticipatie binnen SOL.
In 2024 stimuleren we onverminderd dat alle kinderen dichtbij huis kunnen buitenspelen. We gaan nieuw beleid opstellen voor spelen en bewegen in samenhang met nieuw beleid voor sport en gezondheid. Ook besteden
we extra aandacht aan inclusief spelen en spelen in een groene omgeving. We streven naar meer inclusieve speelplekken en meer biodiversiteit op speelplekken in de hele stad, vooral in Leiden-Noord, de Slaaghwijk, de Mors, Stevenshof en Leiden Zuidwest. We voeren de SamenSpeelbelofte uit, die houdt in: een inclusief ontwerp van speelruimte, de participatie van kinderen bij de inrichting van speel -en beweegruimte, het organiseren van een Leidse speeltuinbende en het opzetten van een Leids speelnetwerk. Vooral in buurten met weinig openbare ruimte bieden schoolpleinen aan kinderen de kans om toch buiten te kunnnen spelen. De meeste Leidse schoolpleinen zijn na schooltijd echter niet toegankelijk voor kinderen om te spelen en veel pleinen zijn erg versteend. Samen met de schoolbesturen gaan we in 2024 aan de slag om meer schoolpleinen te vergroenen en toegankelijker te laten zijn na schooltijd.
De Centra voor Jeugd en Gezin hebben een centrale rol in het bieden van laagdrempelige hulp en ondersteuning aan gezinnen. Dit doen ze vooral samen met de jeugdgezondheidszorg, Jeugdteams, Sociaal wijkteams en de SSB partners.
De focus voor Kansrijke Start zal in 2024 liggen op verdere uitvoering van het dynamische actieprogramma Gezonde Kansrijke Start Leiden door het inzetten van interventies ten behoeve van (aankomende) gezinnen in een kwetsbare situatie, doorontwikkeling (sub)regionale samenwerking en versterken en verbreden van de lokale coalitie. Gezonde Kansrijke Start Leiden zal onderdeel vormen van het nieuwe beleidskader Sport, Gezondheid & Spelen. De uitvoering van het project Gezonde Kansrijke Start Leiden valt in 2024 onder het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De financiering is sinds 2023 via de SPUK (Specifieke Uitkering) middelen geregeld. Kansrijke Start vormt één van de vijf ketenaanpakken vanuit het GALA akkoord (zie toelichting programma 9).
De Jeugdteams zijn een laagdrempelige voorziening in de wijken waar ouders en jeugdigen vrij toegankelijke hulp en advies kunnen krijgen. De Jeugdteams werken nauw samen met de Sociaal Wijkteams, zodat problematiek bij de ouders ook kan worden opgepakt. De Jeugdteams spelen een belangrijke rol om kinderen sneller en meer als onderdeel van het normale leven te helpen. Ook kunnen ze verdere jeugdhulp inzetten waar dat nodig is. Een effectief gebruik van hulp in de collectieve voorzieningen draagt bij aan de ontwikkeling van het kind, maar helpt ook om gebruik ervan te normaliseren en de behoefte aan specialistische hulp te verlagen. Als blijkt dat dit soort voorzieningen ontbreken gaan we in gesprek met partners over oplossingen.
Bij multi-probleem-gezinnen zetten we met de Jeugdteams in op triage en procesregie. Door de triage aan het begin komt er goed zicht op wat er niet alleen bij het kind speelt, maar ook in het gezin. De procesregisseur schakelt met de hulpverleners uit de specialistische jeugdhulp en ziet erop toe dat de doelen uit 1Gezin1Plan worden gehaald, wanneer er kan worden afgeschaald en wanneer er juist moet worden opgeschaald (zie ook programma 9C Ondersteuning).
De Praktijkondersteuner Jeugd (POJ) bij de huisartsen wordt verder uitgerold over de wijken. De POJ is een belangrijk middel om het aantal verwijzingen door de huisartsen naar specialistische hulp te verminderen en om te kijken wat er verder in het gezin speelt dat van invloed is op de hulpvraag. Hierdoor wordt dit eerder gesignaleerd. Omdat de verwijzing naar de POJ via de huisarts verloopt, is het voor ouders laagdrempelig. De praktijkondersteuners zijn onderdeel van de Jeugdteams wat het schakelen tussen beiden vergemakkelijkt. De samenwerking tussen Jeugdteams en scholen gaat versterkt worden. Voor iedere school zal er een vaste contactpersoon zijn in het Jeugdteam.
Met de nieuwe inkoop in Holland Rijnland wordt sinds januari 2022 ‘Jeugdhulp op school’ ingezet in het gespecialiseerd onderwijs, zowel in het primair- als het voorgezet onderwijs. Het gaat om vijftien scholen in de regio’s Duin- en Bollenstreek en de Leidse regio. Elke school heeft één van de gecontracteerde aanbieders gekozen die op hun school vrijwel alle hulpvragen gaat afvangen. Er is op die scholen geen individuele verwijzing van bijvoorbeeld een wijkteam of huisarts meer nodig om hulp aan te vragen. Hiermee is jeugdhulp voor leerlingen die dat echt nodig hebben sneller beschikbaar en is er een betere samenwerking mogelijk tussen onderwijs, jeugdhulp en gemeenten. In 2024 willen we deze werkwijze verder bestendigen.
In februari 2022 zijn de Leidende Principes samenwerking onderwijs-jeugdhulp Holland-Rijnland overeengekomen en is tevens een nieuwe effectieve overlegstructuur op regionaal niveau afgesproken. In 2023 is een bestuurlijke regiegroep waarin een afvaardiging van gemeenten, SWV-en, RBL, Jeugdteam en MBO aan deelneemt met een kick-off gestart en vinden nog twee inhoudelijke bijeenkomsten plaats. De regiegroep stuurt vanuit twee ambities: 1) Een heldere route en lerende aanpak in de samenwerking onderwijs-jeugdhulp 2) daarnaast het creëren van een onderwijszorgcontinuüm (beschikbaarheid en vloeiende overgangen 2,5-18 jaar).
De vraag naar jeugdhulp blijft groeien, ook in de inkoopregio Holland Rijnland waar Leiden deel van uitmaakt. Het blijven bieden van kwalitatief goede jeugdhulp en het in de hand houden van de wachtlijsten vraagt om een andere manier van sturen door gemeenten op aanbieders, enerzijds door een nieuwe manier van inkopen (met bijbehorende nieuwe doelen) en anderzijds door het vergroten van de sturingsmogelijkheden door gemeenten zelf. Jeugdhulp wordt sinds 2022 in segmenten ingekocht, bijvoorbeeld ‘behandeling met verblijf’, ‘ambulant’, ‘wonen’. Per segment sturen de gemeenten van Holland Rijnland op specifieke inkoopdoelen die passen bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in de regionale visie (‘normaliseren’, ‘kind en gezin centraal’ etc.). Naast het regionaal contractmanagement door de Serviceorganisatie Zorg (SOZ), sturen gemeenten zelf bij aanbieders op deze beleidsdoelen, zowel op uitvoerend als bestuurlijk niveau. Hiervoor is een governancestructuur uitgewerkt en geïmplementeerd. De overkoepelende doelstelling hierbij is om goede jeugdhulp tijdig beschikbaar te hebben voor de kinderen die dat het hardst nodig hebben.
Voor complexe hulpvragen en probleemgezinnen is in 2022 een Regionale Experttafel voor complexe casuïstiek (RET) opgericht. De RET is een samenwerkingsverband tussen verschillende aanbieders met een onafhankelijke voorzitter, gedragswetenschapper, zorgbemiddelaar en ondersteuner. De betrokken aanbieders hebben hun verantwoordelijkheid voor het oplossen van deze hulpvragen vastgelegd in een bestuurlijk convenant en de gemeenten zorgen dat financiën geen probleem zijn bij het uitvoeren van het aanbod. Uit de eerste rapportages blijkt dat het lukt om vanuit samenwerking van de betrokken aanbieders maatwerkaanbod te realiseren, waar dat voorheen niet van de grond kwam. In 2024 willen we deze werkwijze verder bestendigen.
Wachtlijsten voor (hoog-)specialistische jeugdhulp blijven helaas een probleem in de regio. Daarom is door de gemeenten een overkoepelende aanpak op dit thema ingezet (integrale aanpak wachttijden). Hierbij werken we met aanbieders samen om deze wachtlijsten te verkorten en effectieve interventies te creëren en te organiseren voor jeugdigen die op een wachtlijst staan. Naar aanleiding van de coronapandemie zagen we een toenemende druk op jeugd-GGZ. Hier lag zodoende de primaire focus van dit project. Daarnaast zien dat het toenemende gebruik van jeugdhulp door meer asielzoekers en statushouders verder druk legt op de jeugd-GGZ. In 2024 wordt de focus verbreed. In vier deelopgaven (‘kwetsbaar eerst’, ‘naar voren’, ‘verbetering financieel stelsel’ en ‘wachttijdenmonitoring’) wordt op alle niveaus in de regionale inkoopsystematiek en governance gewerkt aan het terugdringen van de wachttijden. De gemeenten worden hierbij ondersteund door het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd van de VNG. In 2023 hebben we deze opgaven gedefinieerd. In 2024 gaan we werkplaatsen in de uitvoeringspraktijk creëren, met het doel om al doende te leren wat werkt om de wachttijden te verkorten. De positieve resultaten worden, waar mogelijk, verbreed naar de gehele inkooppraktijk. Een kerngroep van wethouders en bestuurders van aanbieders, waarin ook de Leidse regio is vertegenwoordigd, selecteert deze werkplaatsen en stuurt op dit proces. Het doel is om succesvolle pilots uit te rollen over de gehele regio Holland Rijnland, waarbij de uitdrukkelijke wens van de betrokken partijen is om naast pilots met effect op de korte termijn, ook een meer gedurfde pilot op te zetten waar we buiten het bestaande systeem vernieuwing en verbetering proberen te ontwikkelen.
Vanwege verschillende factoren zien we dat de begroting voor de specialistische jeugdhulp voor 2024 hoger uitpakt dan verwacht. Dit heeft te maken met de effecten van het gewijzigde Woonplaatsbeginsel, hoge indexatiecijfers vanwege de inflatie en dat het in de praktijk lastiger bleek om een aantal beoogde taakstellingen te realiseren. In 2024 wordt een aantal begrotingsmaatregelen ingezet om deze taakstellingen vanaf 2026 alsnog te realiseren.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
Doel 7A1 Een krachtige pedagogische samenleving | ||||||
7A1.a Percentage inwoners dat het eens of helemaal eens is met de stelling dat er in de buitenruimte voldoende gelegenheid is om te sporten, bewegen of spelen voor kinderen / jongeren | 63% (2019) 65% (2021) 62% (2023) | 68% | 69% | 70% | 71% | Stads- en wijkenquête |
7A1.b Percentage inwoners dat het eens of helemaal eens is met de stelling dat er in de buitenruimte voldoende gelegenheid is om te sporten, bewegen of spelen voor volwassenen | 53% (2019) 52% (2021) 55% (2023) | 58% | 59% | 60% | 61% | Stads- en wijkenquête |
7A1.c Percentage inwoners dat vindt dat in de buurt voldoende speelmogelijkheden voor kinderen zijn | 48% (2019) 49% (2021) 41% (2023) | 53% | 54% | 55% | 56% | Stads- en wijkenquête |
7A1.d Percentage inwoners dat vindt dat de speelmogelijkheden in de buurt veilig zijn | 45% (2019) 50% (2021) 41% (2023) | 50% | 51% | 52% | 53% | Stads- en wijkenquête |
7A1.e Percentage inwoners dat vindt dat de speelmogelijkheden in de buurt uitdagend zijn | 20% (2019) 20% (2021) 13% (2023) | 25% | 26% | 27% | 28% | Stads- en wijkenquête |
7A1.f Percentage inwoners dat vindt dat er goede voorzieningen voor jongeren zijn | 28% (2019) 46% (2021) | 28% | 29% | 30% | 31% | Veiligheidsmonitor |
Doel 7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar | ||||||
7A3.a Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp | 16,1% (2019) 15,9% (2020) 17,6% (2021) | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | CBS |
7A3.b Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdbescherming | 1,1% (2019) 1,2% (2020) 1,2% (2021) | 1,0% | 1,0% | 1,0% | 1,0% | CBS (wsjg - BBV) |
7A3.c Aantal Leidse gezinnen die door vrijwilligers worden ondersteund bij opvoedproblemen | 44 (2021) | 45 | 45 | 45 | 45 | Jaarraportage HomeStart |
7A3.d Percentage jeugdhulptrajecten met verblijf | 2,8% (2019) 2,2% (2020) 2,3% (2021) | 2,2% | 2,1% | 2,0% | 2,0% | SOZ/Holland RIjnland |
7A3.e Aantal jongeren in gesloten jeugdhulp | 7 (2019) 4 (2020) 9 (2021) | 3 | 2 | 2 | 2 | SOZ/Holland Rijnland |
7A3.f Gemiddelde trajectduur in dagen | 187 (2019) 240 (2020) 269 (2021) | 210 | 200 | 180 | 180 | SOZ/Holland Rijnland |
7A3.g Percentage jeugdigen met hoogspecialistische ambulante jeugd-GGZ van het totaal aantal jeugdigen met jeugdhulp | 47% (2019) 50% (2020) 50% (2021) | 45% | 43% | 40% | 40% | SOZ/Holand Rijnland |
7A3.h Aantal trajecten ingezet bij niet-gecontracteerde aanbieders | 44 (2019) 36 (2020) 72 (2021) | 30 | 20 | 10 | 10 | SOZ/Holland Rijnland |
Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.
Service-organisatie Zorg Holland Rijnland (SOZ) | |
Motieven en doelen deelname GR | De Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland (een gemeenschappelijke regeling) behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van uitvoering van gemeentelijke contractering in het kader van de Jeugdwet: (a) Regionale jeugdhulp in het gedwongen kader (b) Gespecialiseerde jeugdhulp. |
Kansen | De gemeenten van Holland Rijnland delen de visie op de uitvoering van de jeugdhulp met Leiden, namelijk het thuis zo normaal mogelijk kunnen opgroeien en het centraal stellen van kind en gezin bij het uitvoeren van de hulp. Als regio zijn de gemeenten daardoor een krachtiger opdrachtgever voor de uitvoerende partijen. Het contractmanagement, dat door de Serviceorganisatie wordt uitgevoerd, is een concreet voorbeeld daarvan. Daarnaast sluit het regionaal inkopen en managen van de jeugdhulp het beste aan bij de uitvoeringsvormen en werkgebieden van de betrokken aanbieders, wat onnodige administratieve lastendruk voorkomt. Tot slot vormen, conform de nieuwe governancestructuur (2022), de 12 portefeuillehouders Jeugd van Holland Rijnland het bestuur van de Serviceorganisatie, wat de gemeenten sturingsmogelijkheid geeft. Bovenstaande werkwijze sluit aan bij de uitgangspunten die in de Hervormingsagenda Jeugd zijn vastgelegd over de scope van de regionale samenwerking. |
Risico's (top 3) | 1. Aansturing geschiedt vanuit 12 gemeenten en moet dus ook op basis van consensus tussen deze gemeenten. 2. De lokale P&C-cycli van de gemeenten t.a.v. de uitvoering van de specialistische jeugdhulp zijn afhankelijk van de kwaliteit en tijdigheid van de gegevens vanuit de Serviceorganisatie Zorg 3. Balans en samenwerking tussen de gemeenten (sturing op beleid) en de Serviceorganisatie (sturing op contracten) in accountmanagement van aanbieders. |
Belangrijkste doelstellingen / prestaties en opgaven 2023 | - Uitvoering van gemeentelijke contractering in het kader van de Jeugdwet: (a) Regionale jeugdhulp in het gedwongen kader (b) Gespecialiseerde jeugdhulp. |
Belangrijkste bestuurlijke mijlpalen 2024 | Per 1-1-2024: - Dienstverlening aan (gecontracteerde aanbieders voor) gemeenten Kaag en Braassem en Voorschoten volledig ingeregeld - Nieuwe GR van kracht |
Bijdrage 2024 | € 980.812 |
Doel | Prestatie |
---|---|
7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra | 7B1.1 Zorg dragen voor voldoende aanbod peuterspeelopvang |
7B1.2 Waarborgen kwaliteit kinderopvang / peuterspeelopvang |
We zorgen voor voldoende aanbod van goede kwaliteit kindercentra en stimuleren daarmee gelijke kansen voor alle kinderen. Kinderen die deelnemen aan peuterspeelopvang of kinderopvang kunnen zich spelenderwijs ontwikkelen, in aanvulling op hun ontwikkeling thuis. We vinden het belangrijk dat de toeleiding richting voorschoolse educatie (VVE) goed verloopt en zetten daarom in op betere samenwerking met het CJG en Stichting Peuterspeelopvang Leiden (SPL). In Leiden is onder andere SPL actief met 20 peuterspeelzalen waar voorschoolse educatie wordt aangeboden. Daarnaast is er een aparte voorziening voor voorschoolse educatie voor peuters uit het Leidse AZC beschikbaar. Het is voor deze kinderen van groot belang dat ook zij toegang krijgen tot spelend leren en voorschoolse educatie. Deze voorziening wordt alleen in gebruik genomen bij voldoende peuters.
We houden toezicht op de kwaliteit van kinderopvang volgens de landelijke eisen. De kwaliteit van de kinderopvang wordt echter niet alleen bepaald door het voldoen aan wettelijke eisen. In Leiden vinden we het ook belangrijk dat er aandacht is voor talent, voor extra ondersteuning en de relatie tussen ouders en professionals. Veel kinderopvangorganisaties zijn dan ook betrokken bij onderwerpen als talentontwikkeling (als onderdeel van het Leiden Education Fieldlab), of de ontwikkeling van BSO Plus voor kinderen met een zorgvraag. Daarnaast werken we aan afspraken over de vorming van een Integraal KindCentrum (IKC), waarin kinderdagopvang en basisonderwijs intensief samenwerken ten behoeve van de doorgaande ontwikkeling van jonge kinderen. Samenwerking tussen kinderopvang en het basisonderwijs staat ook centraal in de uitvoering van het onderwijskansenbeleid: goede voorschoolse educatie en een soepele overgang naar de basisschool vergroten de kansen van kinderen. Dit draagt ook bij aan de kwaliteit van de kinderopvang.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
Doel 7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra | ||||||
7B1.a Percentage kinderen van 0 tot 4 jaar dat deelneemt aan kinderdagopvang* | 65 (2018) 65% (2019) 64% (2020) | 66% | 66% | 66% | 66% | CBS |
Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.
Doel | Prestatie |
7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren | 7C1.1 Waarborgen van aanbod, kwaliteit en deelname aan voor- en vroegschoolse educatie |
7C1.2 Stimuleren hoogwaardig taalaanbod op onderwijskansenscholen | |
7C1.3 Bevorderen van ouderbetrokkenheid bij doelgroepkinderen | |
7C2 Goede onderwijs-ondersteuning en samenwerking in het onderwijs | 7C2.1 Ondersteunen zorg voor leerlingen met specifieke behoeften |
7C2.2 Stimuleren samenwerking en voorzieningen in het onderwijs | |
7C3 Als Kennisstad toekomstbestendig onderwijs bevorderen met extra aandacht voor duurzaamheid, internationalisering en talentontwikkeling | 7C3.1 Stimuleren van een duurzame rijke leeromgeving waarin leerlingen en onderwijsprofessionals hun eigen talenten kunnen ontwikkelen met aandacht voor een doorlopende leerlijn |
7C3.2 Stimuleren dat leerlingen worden voorbereid op een internationale samenleving | |
7C3.3 Bevorderen van toekomstgerichte talentontwikkeling door samenwerking van onderwijs met bedrijven en instellingen | |
7C4 Zoveel mogelijk leerlingen volgen onderwijs en halen een startkwalificatie of het verwerven van een werkplek | 7C4.1 Sturing geven aan projecten die zich richten op het behalen van een startkwalificatie, terugkeer naar het onderwijs (ook voor thuiszitters) of het verwerven van een werkplek |
7C4.2 Tegengaan verzuim leerplichtigen |
Elk kind en elke jongere in Leiden krijgt - ongeacht achtergrond of situatie - de kans om zich naar vermogen te ontwikkelen en op te groeien tot een zelfstandig burger. Een toekomst waaraan zij en hun ouders zelf kunnen meebouwen. Door gezamenlijke inzet met onze partners verminderen we de ongelijkheid die vaak al voor de geboorte start en doorloopt van de kinderopvang tot aan het basis-, middelbaar-, speciaal- en voortgezet(beroeps)onderwijs, maar ook daarna moeilijk overbrugbaar blijft.
Eind 2023 worden de Leidse Visie Gelijke Kansen en de LEA aangeboden aan de raad. De Leidse Visie Gelijke Kansen loopt door in de LEA, waarin Kansrijk Onderwijs is opgenomen als ambitie. In 2024 zetten we vanuit de LEA in op onder andere doorlopende leerlijnen en brede talentontwikkeling door middel van een rijke leerdag. Zo werken we gezamelijk - gemeente, school(besturen) en kinderopvang - aan afspraken over de vorming van een Integraal KindCentrum (IKC) om doorgaande leerlijnen vorm te geven en kinderen goede ondersteuning te bieden bij overgangen. De rijke leerdag zorgt ervoor dat kinderen en jongeren zich breder kunnen ontwikkelen door extra activiteiten naast het reguliere curriculum. IKC-vorming en een rijke leerdag zijn belangrijke instrumenten om kinderen en jongeren goed te laten ontwikkelen en kansengelijkheid te bevorderen. Ook geven we de uitvoering aan de uitgangspunten van de vernieuwde beleidsnota op onderwijskansen 2023-2026. Deze richt zich op de uitvoering van de wettelijke taak op onderwijsachterstanden.
Het aantal peuters dat gebruik maakt van voor- en vroegschoolse educatie is vanwege corona de afgelopen twee jaar afgenomen. Het komend jaar gaan we steviger inzetten op het vergroten van deelname aan voorschoolse educatie. Verschillende organisaties bieden halve en hele dagopvang met voorschoolse educatie. We bestendigen het aanbod van voorschoolse educatie onder andere door middel van de hiervoor bestemde subsidieregeling. De deelname en de toeleiding gebeurt middels een samenwerking van verschillende partijen in de stad, die verenigd zijn in de Kerngroep Onderwijskansen. Afgelopen jaren werd ook bij voorschoolse educatie wijkgericht gewerkt. In lijn met de Leidse Visie Gelijke Kansen werken we middels het vindplaatsenbeleid (zie inleiding). Hiermee beogen we de doelgroep beter te bereiken om de toeleiding en het bereik tot voorschoolse educatie te vergroten.
We stimuleren hoogwaardig taalaanbod op zowel onderwijskansenscholen als in het reguliere onderwijs. Net als eerdere jaren ondersteunen we diverse taalklassen voor kinderen die eerst een schakeljaar krijgen, waarna zij kunnen instromen in het reguliere onderwijs. Omdat het aantal nieuwkomers de afgelopen jaren is toegenomen en ook de instroom hoog zal blijven, stimuleren we daarnaast kennis- en expertisedeling binnen het reguliere onderwijs. Op deze manier willen we zorgen dat kinderen die uitstromen vanuit de taalklassen in het reguliere onderwijs goede taalondersteuning krijgen, zodat een doorgaande leerlijn geborgd blijft. Of er komend jaar nieuwe wachtlijsten ontstaan is nog onduidelijk en afhankelijk van de ontwikkelingen rondom opvang. We blijven inzetten op gerichte ondersteuning op onderwijskansenscholen, want door ongelijk te investeren kunnen we structurele ongelijkheid aanpakken. We nemen hier ook de acties in het voortgezet onderwijs of scholen die net buiten de categorie onderwijskansenschool vallen in mee.
De relatie tussen ouder en professional (leerkracht, CJG medewerker, sociaal professional) is van groot belang om kinderen alle kansen te bieden. Het is belangrijk dat er een relatie is, en een goede samenwerking, tussen wat er thuis, op school en in de wijk gebeurt. Zo ondersteunen ouder en professional elkaar. De focus ligt hierbij op de samenwerking tussen de professional en de ouder met betrekking tot alle kinderen en niet alleen op de betrokkenheid van ouders in het algemeen ten opzichte van doelgroepkinderen. We zien ook buiten de doelgroep kansen voor betere samenwerking tussen kind, school en gezin. We stimuleren dat vanuit het onderwijskansenbeleid bijvoorbeeld door de inzet van oudercoördinatoren op school, maar ook door het aanbod van programma's thuis die naadloos aansluiten bij wat een kind leert in de voorschool, of door de inzet van de gezinsconsulent. De laatste is een brugfunctionaris die naast het gezin staat en contact en samenwerking met school tot stand brengt en daarnaast breed kijkt naar wat het gezin nodig heeft en ze daarmee in contact brengt. De pilot Gezinsconsulent, ingezet vanuit de NPO middelen, geeft goede resultaten en willen we voortzetten, zoals ook verzocht door de raad in de motie Ga door met pilot gezinsconsulenten (M.23.0049.36).
De gemeenten en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor het rond krijgen van een onderwijs-zorgarrangement. Binnen de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp is integraal arrangeren een belangrijk onderdeel. Integraal arrangeren is het samen bedenken, maken en uitvoeren van een plan waarmee onderwijs- en ondersteuningsdoelen van een jeugdige gerealiseerd worden. Dit heeft als doel om de samenwerking tussen onderwijs, Jeugdgezondheidszorg, Jeugdteams en Leerrecht te versterken, om zo te komen tot passende (effectieve en efficiënte) hulp aan kinderen. Integraal arrangeren loopt al meerdere jaren en is genoemd in de Holland Rijnland methode en Leidende Principes samenwerking onderwijs-jeugdhulp Holland Rijnland. Tegelijkertijd zien we in de praktijk dat de implementatie en borging regionaal wisselend is geregeld. Het blijft nodig om de kennis te vergroten bij (nieuwe) professionals met betrekking tot integraal arrangeren. In 2024 wordt in Leiden integraal arrangeren binnen het primair en het voortgezet onderwijs verder verstevigd.
In 2023 hebben we stappen gezet tot uitbreiding en betere samenwerking in en rond het nieuwkomersonderwijs. Vanwege de blijvende hoge instroom van deze groep kinderen en jongeren in onze gemeente en regio blijven we hierop inzetten. Gesterkt door de nieuwe Wet Tijdelijke Nieuwkomersvoorziening zijn we bezig met het proces om samen met schoolbesturen, gemeenten en samenwerkingsverband rondom de organisatie van nieuwkomers te komen tot afspraken. Zo wordt de expertise, governance en financiering voor de komende jaren goed geborgd. Zie 7C4 voor de extra inzet van hulp op school.
Als (internationale) kennis- en onderwijsstad zetten we ons continu in om de kennisinstellingen en onderwijspartijen met elkaar te verbinden om hen niet alleen maximaal te laten floreren, maar ook onze inwoners zoveel mogelijk te laten profiteren van de kennis die er in onze stad is. Het onderwijs is bij uitstek een sector die hiervan profiteert door de verbinding in onderzoek en onderwijs, lerarenopleidingen en mogelijkheid tot doorlopende leerlijnen en talentontwikkeling. Het doel is om alle leerlingen, studenten en onderwijsprofessionals in de stad Leiden hiermee een optimale leer- en ontwikkelomgeving te bieden. Dit doen we door intensief samen te werken met het onderwijs en onderwijsnetwerken (zoals het LEF) in het vormgeven van gezamenlijke vraagstukken en activiteiten rondom het realiseren van toekomstbestendig onderwijs. Ook zetten we in op het zichtbaar maken van goede initiatieven via het platform Onderwijs in de Leidse regio.
Eén van de ambities in de LEA 2024-2028 luidt: ‘De kracht van Leiden is dat het een aantrekkelijke kennis- en onderwijsstad is met een rijke onderwijsleeromgeving die we maximaal benutten. De ambitie gaat onder andere over een stad waar je je van jong tot oud optimaal kan ontwikkelen, waar je wordt voorbereid op de beroepen van straks en waar een prettig en veilig onderwijs- en werkklimaat in het onderwijs heerst.’ We geven deze ambitie onder andere vorm door in te zetten op onderwijsinnovatie, de doorontwikkeling van Verwonder om de Hoek en de Rijke Leerdag.
In Leiden geloven we dat kennis die je samen maakt het welzijn in de stad vergroot en tegelijkertijd de kwaliteit van onderwijs en onderzoek bevordert en zichtbaar maakt. Behalve economische meerwaarde levert kennis daarnaast ook welzijn en welvaart op. Onderwijzen en onderwijs volgen in Leiden betekent gebruik kunnen maken van een rijke leeromgeving. Niet alleen heeft Leiden als Kennisstad alle onderwijssectoren in huis, van peuterspeelzaal tot universiteit, maar er zijn ook veel educatieve- en onderzoekspartners, musea en netwerkorganisaties zoals het LEF. Samen vormt dit een rijk leerecosysteem. Om dit ecosysteem optimaal te laten werken zetten we onder andere de onderwijsinnovatiesubsidie in als instrument om (onderwijs)partners met elkaar te verbinden, in staat te stellen om samen te vernieuwen en te verdiepen op thema’s die zij belangrijk vinden. Het belangrijkste doel van de innovatiesubsidie is om vernieuwing in het onderwijs aan te jagen door het stimuleren van samenwerking en kennisdeling. In 2024 starten we met een nieuwe innovatiesubsidieronde. Deze projecten en de voorgaande projecten zijn hier te vinden.
Het platform Verwonder om de Hoek verbindt het aanbod op het gebied van cultuur, natuur, techniek en wetenschap (NDE). Het verbindt leerkrachten, ouders/verzorgers, buitenschoolse organisaties en aanbieders van educatieve activiteiten met elkaar. Denk aan musea, theaters, kunstcentra, schooltuinen, onderzoekslabs en nog veel meer, zowel activiteiten - binnen én buiten schooltijd als in alle wijken en gemeenten in de regio Holland Rijnland. Kernpartners zijn Cultuureducatiegroep, BplusC en Naturalis. Verwonder om de Hoek is een leerecosysteem: vraag en aanbod worden via dit platform op elkaar afgestemd en er wordt door de diverse instellingen en organisaties een infrastructuur gecreëerd waarin kinderen en jongeren hun passies kunnen ontdekken en uitleven. In 2023 zijn een aantal activiteiten van Verwonder om de Hoek uitgebreid naar leerlingen van het voortgezet onderwijs. Daarnaast wordt eind 2023 een tussenevaluatie van Verwonder om de Hoek gedeeld met de raad. In 2024 nemen we de aanbevelingen mee en zetten we in op de bekendheid en gebruik van het aanbod. Dit geldt ook voor het aanbod vanuit de gemeente tot klassenbezoek aan het stadhuis, dat zal worden toegevoegd.
In 2023 is gewerkt aan het versterken van de rijke leerdag en hier gaan we in 2024 mee door. Zo zijn gemeente, vier basisscholen in Leiden Noord en verscheidene partners aangesloten bij het landelijke programma ‘School en Omgeving’. De focus ligt hierin op het goed programmeren van de rijke leerdag door aanbod in en buiten school af te stemmen op de (leef)omgeving, ambities en interesses van de leerlingen. Zo kunnen zij in een stimulerende omgeving hun talenten ontdekken en ontwikkelen op een manier die bij hen past ongeacht hun thuissituatie. We versterken de voorschool onder andere met de kinderopvang en partners BplusC, SOL, JES Rijnland en Incluzio. Bij de daadwerkelijke uitvoering worden meer partijen en partners in de stad betrokken, zoals Verwonder om de Hoek.
7C3.2 Stimuleren dat leerlingen worden voorbereid op een internationale samenleving
Leiden is een internationale stad die gelijke kansen wil creëren voor alle kinderen en jongeren om hun talenten naar vermogen te ontwikkelen. De samenleving en de arbeidsmarkt worden steeds pluriformer, internationaler en vragen steeds meer van mensen. Daarom zetten we, in lijn met de Visie Internationalisering (2020), ook in 2024 in op mondiale bewustwording. Concreet willen we aan de slag met het normaliseren van meertaligheid in en rondom het onderwijs. Daarnaast willen we een doorgaande leerlijn voor jonge nieuwkomers in het onderwijs verbeteren door goede afspraken te maken met en tussen de schoolbesturen. Dit betreft afspraken over de toeleiding, maar ook de doorstroom en de professionalisering van leerkrachten als het gaat om Nederlands als tweedetaalverwerving. Daarmee stimuleren we dat ook het Leidse onderwijs wordt voorbereid op de internationaler wordende samenleving. De Leidse IGBO-vestiging (internationaal georiënteerd basisonderwijs) is gestart in schooljaar ’22-’23. In 2024 kijken we naar hoe de International School Leiden zich (verder) ontwikkelt en of het schoolbestuur, de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (of: SCOL), verwacht deze school permanent te kunnen toevoegen aan het Leidse scholenlandschap. Bij positieve doorontwikkeling zal deze worden meegenomen in het nieuwe, beleidsrijke IHP.
Toekomstgericht onderwijs houdt rekening met sectoroverstijgende thema’s, zoals de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt (inclusief terugdringen van het lerarentekort en opheffen tekorten in de sector techniek) en duurzaamheid. De voortrekkersrol van de Leidse kennisinstellingen op het gebied van onderwijs en onderzoek biedt veel kansen. Ook zien we dat er een groeiende behoefte is vanuit het onderwijs om jongeren vroegtijdig in contact te brengen met de maatschappij en hen bewust te maken van maatschappelijke vraagstukken. Het onderwijs zoekt daarom de samenwerking op met de gemeente, stadspartners en bedrijven om ervaringsplekken voor jongeren te creëren en daarmee ook andere vormen van leren te stimuleren. Een aantal vormen van onderwijs dat zich hier expliciet op richt betreft bijvoorbeeld hybride onderwijs, waar het mbo nu erg op in zet, maar ook initiatieven als MDT Univercity en Leren met de Stad.
MDT Univercity biedt jongeren ruimte om hun talent te ontwikkelen en daagt jongeren uit om maatschappelijke projecten op te zetten en veranderingen te brengen waar zij zien of ervaren dat dat nodig is. Bij MDT UniverCity kunnen jongeren hun talenten ontwikkelen, leren ondernemen, samenwerken met partners, een netwerk opbouwen en certificaten verdienen die hun competenties bewijzen. Het doel is om met en van elkaar te leren in deze setting. In 2024 loopt de subsidie die we hiervoor ontvangen vanuit ZonMw en VSV af en bepalen we hoe we verder gaan met dit initiatief.
Leren met de Stad is een initiatief vanuit de samenwerking Kennisstad. Binnen Leren met de Stad zetten studenten van Hogeschool Leiden, mboRijnland en Universiteit Leiden hun kennis en ervaring in om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Opdrachtgevers in de stad kunnen de kennis benutten die aanwezig is in het onderwijs. De samenwerking met de betrokken partijen is in 2023 vernieuwd en loopt tenminste tot eind 2025.
We stimuleren jongeren om onderwijs te volgen en een startkwalificatie te behalen. We stimuleren en ondersteunen onderwijsorganisaties om passende vormen van onderwijs te ontwikkelen voor jongeren die uit dreigen te vallen. Daarnaast hebben sommige van deze jongeren (tijdelijk) extra ondersteuning nodig. Samen met de partners in de Sterke Sociale Basis én de Stedelijke Jeugdaanpak zetten we ons in voor jongeren die buiten school veel verleidingen én alternatieve inkomstenbronnen kennen. Door extra jongerenwerk op school en een uitdagend vrijetijdsaanbod na school, willen we voorkomen dat zij in de criminaliteit terecht komen.
We werken met mboRijnland samen aan maatregelen die zich richten op de oorzaken van uitval. Leiden zet zich op verschillende manieren in voor een mbo dat onze stad aantrekkelijk maakt voor bewoners, werkgevers en andere partijen. Dat wordt ook beschreven in het Pijlerplan mbo 2023, dat eind 2023 met de raad gedeeld wordt. MboRijnland is partner binnen Leiden Kennisstad: de gemeente gaat met studenten en het mbo het gesprek aan over de gelijke waardering van theoretische én praktische vakkennis, toegang tot voorzieningen (kortingen, sportvoorzieningen, horeca) die vaak zijn voorbehouden aan studenten wo en hbo, en studentenwelzijn. Het mbo leidt immers jongeren op tot vakmensen die van belang zijn voor onze samenleving: de verzorgenden, bakkers en technici die bijdragen aan de duurzame toekomst van deze stad.
Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) regio Holland Rijnland zet in 2024 extra in op de volgende oorzaken van voortijdig schoolverlaten:
Het RBL geeft uitvoering aan de leer- en kwalificatieplicht. Inzicht in verzuim is de voorwaarde voor het gesprek met ouders, kinderen en jongeren over de redenen voor verzuim en uitval. Per voortgezet onderwijsschool richt één consulent zich volledig op langdurig verzuim. Met het RBL zetten we ons in voor betere samenwerking tussen de partners waaronder jeugdhulp, het CJG en de Samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs in de Leidse regio. Met het RBL en de Samenwerkingsverbanden zijn we in gesprek over de begeleiding die aansluit bij de ondersteuningsvragen van leerlingen. Hiermee willen we het thuiszitten van kinderen en jongeren voorkomen. De wijziging van de wet op de leer- en kwalificatieplicht verandert (waarschijnlijk) in 2025-2026 de registratie van verzuim en de rol van gemeenten (i.c.m. het RBL in Holland Rijnland) t.a.v. thuiszitters. We bespreken de gevolgen met het RBL en de gemeenten in Holland Rijnland, alsmede de aanpak die daarbij past.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
Doel 7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren | ||||||
7C1.a Aantal kinderen van 2,5 - 4 jaar dat heeft deelgenomen aan ve | 414 (2020) | 370 | 370 | 370 | 370 | Telgegevens VE-aanbieders |
Doel 7C4 Zo veel mogelijk leerlingen worden behouden voor het onderwijs en halen een startkwalificatie | ||||||
7C4.a Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen* | 2 (2019) | 4,1 | 4 | 3,5 | 3 | RBL |
7C4.b Relatief verzuim per 1.000 leerlingen* | 15 (2020) | 22 | 21,5 | 21 | 20 | RBL |
7C4.c Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie VO en MBO* | 1,9% (2020) | 2,6% | 2,5% | 2,4% | 2,3% | RBL |
Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.
Doel | Prestaties |
---|---|
7D1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting | 7D1.1 Realisatie van nieuwbouw, uitbreiding en vervanging van lesgebouwen en gymnastieklokalen |
7D1.2 In stand houden van de bestaande gymnastieklokalen door onderhoud en aanpassingen | |
7D1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals ozb, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs |
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
Doel 7D1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting | ||||||
7D1.a Rapportcijfer inwoners voor de kwaliteit van schoolgebouwen | 7,4 (2019) 7,5 (2021) 7,4 (2023) | 7,5 | 7,5 | 7,5 | 7,5 | Stads- en wijkenquête |
Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.
Jeugd en onderwijs | Rekening | Begroting | Begroting | Meerjarenraming | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | |||||
Jeugd | Lasten | 36.276 | 38.637 | 42.882 | 43.021 | 41.183 | 40.101 |
Baten | -543 | -333 | -346 | -346 | -346 | -346 | |
Saldo | 35.732 | 38.304 | 42.536 | 42.675 | 40.837 | 39.755 | |
Peuterspeelopvang en kinderopvang | Lasten | 1.755 | 1.879 | 1.931 | 1.933 | 1.933 | 1.933 |
Baten | -4 | -4 | -4 | -4 | -4 | -4 | |
Saldo | 1.751 | 1.875 | 1.927 | 1.929 | 1.929 | 1.929 | |
Onderwijsbeleid | Lasten | 10.432 | 11.011 | 9.541 | 9.109 | 9.109 | 9.109 |
Baten | -5.780 | -5.440 | -4.691 | -4.123 | -4.123 | -4.123 | |
Saldo | 4.651 | 5.571 | 4.850 | 4.986 | 4.986 | 4.986 | |
Onderwijshuisvesting | Lasten | 11.681 | 13.198 | 14.420 | 14.560 | 16.158 | 16.563 |
Baten | -558 | -197 | -316 | -316 | -316 | -316 | |
Saldo | 11.122 | 13.001 | 14.103 | 14.243 | 15.842 | 16.247 | |
Programma | Lasten | 60.142 | 64.726 | 68.774 | 68.623 | 68.384 | 67.707 |
Baten | -6.885 | -5.974 | -5.358 | -4.790 | -4.790 | -4.790 | |
Saldo van baten en lasten | 53.257 | 58.752 | 63.416 | 63.834 | 63.594 | 62.917 | |
Reserves | Toevoeging | 1.056 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -1.067 | -3.940 | -2.669 | -3.384 | -3.399 | -55 | |
Mutaties reserves | -11 | -3.940 | -2.669 | -3.384 | -3.399 | -55 | |
Resultaat | 53.247 | 54.812 | 60.748 | 60.450 | 60.196 | 62.862 |
Budgettaire ontwikkelingen
De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2024-2027. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht.
In de Kadernota 2023 is voor 2024 een structurele verhoging van het budget voor regionale jeugdhulp opgenomen. Voor 2024 betreft het € 3,2 miljoen. In de algemene uitkering is voor 2024 in totaal ruim € 1 miljoen aan aanvullende middelen opgenomen voor jeugdhulp. Naast middelen voor de reguliere regionale jeugdhulp betreft dit ook compensatie voor extra kosten voor Voogdij/18+. In de begroting 2023 is een stelpost opgenomen van € 1,1 miljoen. Conform de eerdere raming resteert hiervan voor 2024 nog € 0,5 miljoen. Deze stelpost is in 2022 gevormd uit extra middelen in de algemene uitkering voor jeugdhulp ter compensatie van de effecten van het woonplaatsbeginsel.
Beleidsterrein Onderwijsbeleid
In 2023 is een eenmalige rijksbijdrage van ruim € 1 miljoen geraamd voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Tevens is in 2023 eenmalig een rijksbijdrage van circa € 0,3 miljoen geraamd van ZonMw voor MDT UniverCity. Voor de Brede regeling combinatiefunctionarissen is een nieuwe specifieke rijksbijdrage geraamd (€ 0,4 miljoen). Voorheen werd hiervoor een bijdrage in de algemene uitkering ontvangen. Verder is de raming van een aantal bestaande specifieke uitkeringen verhoogd: de rijksbijdrage voor onderwijsachterstandenbeleid met € 112.000 en de regeling voor RMC en VSV voor in totaal circa € 60.000.
In 2023 is een aantal eenmalige ramingen opgenomen. Het betreft o.a. de raming van € 0,85 miljoen voor het NPO. Tevens is in 2023 eenmalig € 0,6 miljoen geraamd voor Gelijke kansen gebaseerd op het beleidsakkoord Samen Leven in Leiden. Tenslotte is in 2023 nog een bedrag van circa € 0,3 miljoen geraamd voor het project MDT UniverCity (overeenkomend met de eenmalige rijksbijdrage).
Beleidsterrein Onderwijshuisvesting
De toename van de raming in 2024 wordt grotendeels veroorzaakt door extra de kapitaallasten (ruim € 1,1 miljoen) en indexering van de OZB budgetten (circa € 130.000). Verder is in 2023 een eenmalig bedrag van in totaal circa € 430.000 geraamd voor plankosten voor projecten in de initiatieffase. Daarnaast is in 2024 een eenmalig bedrag van € 519.000 geraamd voor de inrichting van de openbare ruimte Vijf Meilaan 137.Tenslotte is in 2024 een structurele extra bijdrage van het schoolbestuur geraamd van € 112.000 voor energie- en overige kosten van het schoolgebouw Noachstraat 2.
Reserves programma 7 | Rekening | Begroting | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Reserve combinatiefuncties | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | 0 | -19 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 0 | -19 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reserve onderwijshuisvesting | Toevoeging | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -65 | -55 | -55 | -55 | -55 | -55 | |
Saldo | -55 | -55 | -55 | -55 | -55 | -55 | |
Reserve soc.-maatsch. En cult. Voorz. P7 | Toevoeging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -351 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -351 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reserve Sociaal Domein P7 | Toevoeging | 1.046 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | -651 | -3.866 | -2.614 | -3.329 | -3.344 | 0 | |
Saldo | 395 | -3.866 | -2.614 | -3.329 | -3.344 | 0 | |
Reserves programma 7 | -11 | -3.940 | -2.669 | -3.384 | -3.399 | -55 |
Reserve onderwijshuisvesting
De onttrekking van € 55.208 betreft de inzet van de reserve voor het dekken van de kosten van personele inzet en plankosten om het uitvoerend vermogen bij de uitvoering van het Integraal huisvestingplan 2020 - 2030 te versterken en de risico's daarbij te beperken. Wanneer het beschikbare budget niet volledig wordt besteed vloeit het niet ingezette deel terug naar de reserve.
Reserve sociaal domein programma 7
Bij de kaderbrief 2023-2027 is besloten om het tekort van € 1.113.532 op regionale jeugdhulp te dekken uit de reserve sociaal domein. Daarnaast is bij de kaderbrief een voorschot genomen op de mei-circulaire. Het betrof een verwacht voordeel van € 1,5 miljoen op kosten jeugdhulp als gevolg van het opschuiven van bezuinigings-maatregelen van het Rijk. Het verwachte voordeel op het sociaal domein in 2024, waaronder deze € 1,5 miljoen, is vervolgens gestort in de reserve sociaal domein programma 9. Na verschijnen van de mei-circulaire bleeek het voordeel van € 1,5 miljoen veel lager uit te vallen en daarom is nu een weer een onttrekking geraamd van € 1,5 miljoen.
Prestatie | Omschrijving prestatie | Omschrijving investering | Categorie | nieuw / vervanging | Bijdrage derden/ reserves | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
07A102 | Waarborgen kwal (openbare) speelruimte | Speeltoestellen in speeltuinen 2024-2027 | Econ. | V | - | 169 | 203 | 294 | 311 |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Specifiek locatiegebonden kosten 2024 | Econ. | V | - | 468 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Specifiek locatiegebonden kosten 2025 | Econ. | V | - | - | 468 | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Vrije school Mareland, incl gymzaal | Econ. | V | - | - | - | 7.092 | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | IHP Noachstraat (wissellocatie) | Econ. | N | - | 3.222 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | IHP Scholencomplex de Zwaluw | Econ. | N | - | - | 5.390 | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | IHP Lucas van Leiden Vliet | Econ. | V | - | 2.097 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | IHP Scholencomplex Stevenshof + gymzaal | Econ. | N | - | 291 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | IHP Vlietlandcollege, incl gymzaal | Econ. | V | - | 1.793 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Internationale SchakelKlas (ISK) | Econ. | N | - | 13.490 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Vlietlandcollege gym | Econ. | N | - | 5.770 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Weerklank gym | Econ. | N | - | - | 1.960 | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Lucas van Leyden gym | Econ. | N | - | 1.750 | - | - | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Vrije school Mareland gym | Econ. | N | - | - | - | 650 | - |
07D102 | In stand houden bestaande gebouwenvoorrd | Scholencomplex Stevenshof gym | Econ. | N | - | 1.960 | - | - | - |
07D103 | Uitvoering van overige wettelijke taken | Gymaccomodatie Oppenheimstraat 4a | Econ. | N | - | 2.966 | - | - | - |
07D103 | Uitvoering van overige wettelijke taken | Sportaccomodatie Oppenheimstraat | Econ. | N | - | - | 1.422 | - | - |
Totaal programma 7 | - | 33.976 | 9.443 | 8.036 | 311 |
In bovenstaand overzicht staan de investeringen zoals deze zijn opgenomen in het investeringsplan 2024-2027. In paragraaf 4.2.2 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten.
subsidiestaat 2023 | subsidiestaat 2024 | |
---|---|---|
Subsidie saldo | 8.268.833 | 7.434.254 |
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 3.2.8 Subsidies.