Doel | Prestatie |
7A1 Een krachtige en pedagogische samenleving | 7A1.1 Betrekken van de jeugd via jeugdparticipatie |
7A1.2 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte | |
7A1.3 Ondersteunen spelbevordering | |
7A2 Goede (gebiedsgerichte) ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin | 7A2.1 Vanuit het CJG uitvoeren Wet Publieke Gezondheid |
7A2.2 Vanuit het CJG organiseren van informatie, advies en opvoedingsondersteuning | |
7A2.3 Vanuit het CJG organiseren van jeugdhulp door middel van jeugdteams | |
7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar | 7A3.1 Het organiseren van specialistische hulp |
In Leiden vertegenwoordigen jeugd en jongeren een groot deel van de inwoners. Het is belangrijk hen te betrekken bij het vormen van beleid of bij het oplossen van vraagstukken die spelen in de gemeente. Dit levert waardevolle inbreng op voor innovatieve en duurzame oplossingen en het draagt bij aan burgerschapsontwikkeling van jeugd en jongeren zelf. In 2024 wordt het handelingsperspectief participatie voorgelegd aan de raad. Hierin willen we extra aandacht vragen voor de doelgroep jeugd en jongeren. Het plan is om de toolkit jeugd- en jongerenparticipatie ook onderdeel van dit handelingsperspectief te laten zijn. Deze toolkit helpt de organisatie om jeugd en jongeren te betrekken bij het beleid van de gemeente Leiden. In het schooljaar 2023 – 2024 gaat ook de Kinderraad van start. Hierbij wordt jaarlijks een groep 7 van een basisschool aangewezen om op te treden als Leidse Kinderraad, waarin kinderen mogen meedenken en praten over ontwikkelingen in de stad. Voor de uitvoering werkt de gemeente samen met Stichting Move, een onderaannemer van Samen Ondernemend Leren (SOL). SOL heeft daarnaast een jongerenmakelaar verantwoordelijk gemaakt voor jongerenparticipatie binnen SOL.
In 2024 stimuleren we onverminderd dat alle kinderen dichtbij huis kunnen buitenspelen. We gaan nieuw beleid opstellen voor spelen en bewegen in samenhang met nieuw beleid voor sport en gezondheid. Ook besteden
we extra aandacht aan inclusief spelen en spelen in een groene omgeving. We streven naar meer inclusieve speelplekken en meer biodiversiteit op speelplekken in de hele stad, vooral in Leiden-Noord, de Slaaghwijk, de Mors, Stevenshof en Leiden Zuidwest. We voeren de SamenSpeelbelofte uit, die houdt in: een inclusief ontwerp van speelruimte, de participatie van kinderen bij de inrichting van speel -en beweegruimte, het organiseren van een Leidse speeltuinbende en het opzetten van een Leids speelnetwerk. Vooral in buurten met weinig openbare ruimte bieden schoolpleinen aan kinderen de kans om toch buiten te kunnnen spelen. De meeste Leidse schoolpleinen zijn na schooltijd echter niet toegankelijk voor kinderen om te spelen en veel pleinen zijn erg versteend. Samen met de schoolbesturen gaan we in 2024 aan de slag om meer schoolpleinen te vergroenen en toegankelijker te laten zijn na schooltijd.
De Centra voor Jeugd en Gezin hebben een centrale rol in het bieden van laagdrempelige hulp en ondersteuning aan gezinnen. Dit doen ze vooral samen met de jeugdgezondheidszorg, Jeugdteams, Sociaal wijkteams en de SSB partners.
De focus voor Kansrijke Start zal in 2024 liggen op verdere uitvoering van het dynamische actieprogramma Gezonde Kansrijke Start Leiden door het inzetten van interventies ten behoeve van (aankomende) gezinnen in een kwetsbare situatie, doorontwikkeling (sub)regionale samenwerking en versterken en verbreden van de lokale coalitie. Gezonde Kansrijke Start Leiden zal onderdeel vormen van het nieuwe beleidskader Sport, Gezondheid & Spelen. De uitvoering van het project Gezonde Kansrijke Start Leiden valt in 2024 onder het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De financiering is sinds 2023 via de SPUK (Specifieke Uitkering) middelen geregeld. Kansrijke Start vormt één van de vijf ketenaanpakken vanuit het GALA akkoord (zie toelichting programma 9).
De Jeugdteams zijn een laagdrempelige voorziening in de wijken waar ouders en jeugdigen vrij toegankelijke hulp en advies kunnen krijgen. De Jeugdteams werken nauw samen met de Sociaal Wijkteams, zodat problematiek bij de ouders ook kan worden opgepakt. De Jeugdteams spelen een belangrijke rol om kinderen sneller en meer als onderdeel van het normale leven te helpen. Ook kunnen ze verdere jeugdhulp inzetten waar dat nodig is. Een effectief gebruik van hulp in de collectieve voorzieningen draagt bij aan de ontwikkeling van het kind, maar helpt ook om gebruik ervan te normaliseren en de behoefte aan specialistische hulp te verlagen. Als blijkt dat dit soort voorzieningen ontbreken gaan we in gesprek met partners over oplossingen.
Bij multi-probleem-gezinnen zetten we met de Jeugdteams in op triage en procesregie. Door de triage aan het begin komt er goed zicht op wat er niet alleen bij het kind speelt, maar ook in het gezin. De procesregisseur schakelt met de hulpverleners uit de specialistische jeugdhulp en ziet erop toe dat de doelen uit 1Gezin1Plan worden gehaald, wanneer er kan worden afgeschaald en wanneer er juist moet worden opgeschaald (zie ook programma 9C Ondersteuning).
De Praktijkondersteuner Jeugd (POJ) bij de huisartsen wordt verder uitgerold over de wijken. De POJ is een belangrijk middel om het aantal verwijzingen door de huisartsen naar specialistische hulp te verminderen en om te kijken wat er verder in het gezin speelt dat van invloed is op de hulpvraag. Hierdoor wordt dit eerder gesignaleerd. Omdat de verwijzing naar de POJ via de huisarts verloopt, is het voor ouders laagdrempelig. De praktijkondersteuners zijn onderdeel van de Jeugdteams wat het schakelen tussen beiden vergemakkelijkt. De samenwerking tussen Jeugdteams en scholen gaat versterkt worden. Voor iedere school zal er een vaste contactpersoon zijn in het Jeugdteam.
Met de nieuwe inkoop in Holland Rijnland wordt sinds januari 2022 ‘Jeugdhulp op school’ ingezet in het gespecialiseerd onderwijs, zowel in het primair- als het voorgezet onderwijs. Het gaat om vijftien scholen in de regio’s Duin- en Bollenstreek en de Leidse regio. Elke school heeft één van de gecontracteerde aanbieders gekozen die op hun school vrijwel alle hulpvragen gaat afvangen. Er is op die scholen geen individuele verwijzing van bijvoorbeeld een wijkteam of huisarts meer nodig om hulp aan te vragen. Hiermee is jeugdhulp voor leerlingen die dat echt nodig hebben sneller beschikbaar en is er een betere samenwerking mogelijk tussen onderwijs, jeugdhulp en gemeenten. In 2024 willen we deze werkwijze verder bestendigen.
In februari 2022 zijn de Leidende Principes samenwerking onderwijs-jeugdhulp Holland-Rijnland overeengekomen en is tevens een nieuwe effectieve overlegstructuur op regionaal niveau afgesproken. In 2023 is een bestuurlijke regiegroep waarin een afvaardiging van gemeenten, SWV-en, RBL, Jeugdteam en MBO aan deelneemt met een kick-off gestart en vinden nog twee inhoudelijke bijeenkomsten plaats. De regiegroep stuurt vanuit twee ambities: 1) Een heldere route en lerende aanpak in de samenwerking onderwijs-jeugdhulp 2) daarnaast het creëren van een onderwijszorgcontinuüm (beschikbaarheid en vloeiende overgangen 2,5-18 jaar).
De vraag naar jeugdhulp blijft groeien, ook in de inkoopregio Holland Rijnland waar Leiden deel van uitmaakt. Het blijven bieden van kwalitatief goede jeugdhulp en het in de hand houden van de wachtlijsten vraagt om een andere manier van sturen door gemeenten op aanbieders, enerzijds door een nieuwe manier van inkopen (met bijbehorende nieuwe doelen) en anderzijds door het vergroten van de sturingsmogelijkheden door gemeenten zelf. Jeugdhulp wordt sinds 2022 in segmenten ingekocht, bijvoorbeeld ‘behandeling met verblijf’, ‘ambulant’, ‘wonen’. Per segment sturen de gemeenten van Holland Rijnland op specifieke inkoopdoelen die passen bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in de regionale visie (‘normaliseren’, ‘kind en gezin centraal’ etc.). Naast het regionaal contractmanagement door de Serviceorganisatie Zorg (SOZ), sturen gemeenten zelf bij aanbieders op deze beleidsdoelen, zowel op uitvoerend als bestuurlijk niveau. Hiervoor is een governancestructuur uitgewerkt en geïmplementeerd. De overkoepelende doelstelling hierbij is om goede jeugdhulp tijdig beschikbaar te hebben voor de kinderen die dat het hardst nodig hebben.
Voor complexe hulpvragen en probleemgezinnen is in 2022 een Regionale Experttafel voor complexe casuïstiek (RET) opgericht. De RET is een samenwerkingsverband tussen verschillende aanbieders met een onafhankelijke voorzitter, gedragswetenschapper, zorgbemiddelaar en ondersteuner. De betrokken aanbieders hebben hun verantwoordelijkheid voor het oplossen van deze hulpvragen vastgelegd in een bestuurlijk convenant en de gemeenten zorgen dat financiën geen probleem zijn bij het uitvoeren van het aanbod. Uit de eerste rapportages blijkt dat het lukt om vanuit samenwerking van de betrokken aanbieders maatwerkaanbod te realiseren, waar dat voorheen niet van de grond kwam. In 2024 willen we deze werkwijze verder bestendigen.
Wachtlijsten voor (hoog-)specialistische jeugdhulp blijven helaas een probleem in de regio. Daarom is door de gemeenten een overkoepelende aanpak op dit thema ingezet (integrale aanpak wachttijden). Hierbij werken we met aanbieders samen om deze wachtlijsten te verkorten en effectieve interventies te creëren en te organiseren voor jeugdigen die op een wachtlijst staan. Naar aanleiding van de coronapandemie zagen we een toenemende druk op jeugd-GGZ. Hier lag zodoende de primaire focus van dit project. Daarnaast zien dat het toenemende gebruik van jeugdhulp door meer asielzoekers en statushouders verder druk legt op de jeugd-GGZ. In 2024 wordt de focus verbreed. In vier deelopgaven (‘kwetsbaar eerst’, ‘naar voren’, ‘verbetering financieel stelsel’ en ‘wachttijdenmonitoring’) wordt op alle niveaus in de regionale inkoopsystematiek en governance gewerkt aan het terugdringen van de wachttijden. De gemeenten worden hierbij ondersteund door het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd van de VNG. In 2023 hebben we deze opgaven gedefinieerd. In 2024 gaan we werkplaatsen in de uitvoeringspraktijk creëren, met het doel om al doende te leren wat werkt om de wachttijden te verkorten. De positieve resultaten worden, waar mogelijk, verbreed naar de gehele inkooppraktijk. Een kerngroep van wethouders en bestuurders van aanbieders, waarin ook de Leidse regio is vertegenwoordigd, selecteert deze werkplaatsen en stuurt op dit proces. Het doel is om succesvolle pilots uit te rollen over de gehele regio Holland Rijnland, waarbij de uitdrukkelijke wens van de betrokken partijen is om naast pilots met effect op de korte termijn, ook een meer gedurfde pilot op te zetten waar we buiten het bestaande systeem vernieuwing en verbetering proberen te ontwikkelen.
Vanwege verschillende factoren zien we dat de begroting voor de specialistische jeugdhulp voor 2024 hoger uitpakt dan verwacht. Dit heeft te maken met de effecten van het gewijzigde Woonplaatsbeginsel, hoge indexatiecijfers vanwege de inflatie en dat het in de praktijk lastiger bleek om een aantal beoogde taakstellingen te realiseren. In 2024 wordt een aantal begrotingsmaatregelen ingezet om deze taakstellingen vanaf 2026 alsnog te realiseren.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
Doel 7A1 Een krachtige pedagogische samenleving | ||||||
7A1.a Percentage inwoners dat het eens of helemaal eens is met de stelling dat er in de buitenruimte voldoende gelegenheid is om te sporten, bewegen of spelen voor kinderen / jongeren | 63% (2019) 65% (2021) 62% (2023) | 68% | 69% | 70% | 71% | Stads- en wijkenquête |
7A1.b Percentage inwoners dat het eens of helemaal eens is met de stelling dat er in de buitenruimte voldoende gelegenheid is om te sporten, bewegen of spelen voor volwassenen | 53% (2019) 52% (2021) 55% (2023) | 58% | 59% | 60% | 61% | Stads- en wijkenquête |
7A1.c Percentage inwoners dat vindt dat in de buurt voldoende speelmogelijkheden voor kinderen zijn | 48% (2019) 49% (2021) 41% (2023) | 53% | 54% | 55% | 56% | Stads- en wijkenquête |
7A1.d Percentage inwoners dat vindt dat de speelmogelijkheden in de buurt veilig zijn | 45% (2019) 50% (2021) 41% (2023) | 50% | 51% | 52% | 53% | Stads- en wijkenquête |
7A1.e Percentage inwoners dat vindt dat de speelmogelijkheden in de buurt uitdagend zijn | 20% (2019) 20% (2021) 13% (2023) | 25% | 26% | 27% | 28% | Stads- en wijkenquête |
7A1.f Percentage inwoners dat vindt dat er goede voorzieningen voor jongeren zijn | 28% (2019) 46% (2021) | 28% | 29% | 30% | 31% | Veiligheidsmonitor |
Doel 7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar | ||||||
7A3.a Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp | 16,1% (2019) 15,9% (2020) 17,6% (2021) | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | CBS |
7A3.b Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdbescherming | 1,1% (2019) 1,2% (2020) 1,2% (2021) | 1,0% | 1,0% | 1,0% | 1,0% | CBS (wsjg - BBV) |
7A3.c Aantal Leidse gezinnen die door vrijwilligers worden ondersteund bij opvoedproblemen | 44 (2021) | 45 | 45 | 45 | 45 | Jaarraportage HomeStart |
7A3.d Percentage jeugdhulptrajecten met verblijf | 2,8% (2019) 2,2% (2020) 2,3% (2021) | 2,2% | 2,1% | 2,0% | 2,0% | SOZ/Holland RIjnland |
7A3.e Aantal jongeren in gesloten jeugdhulp | 7 (2019) 4 (2020) 9 (2021) | 3 | 2 | 2 | 2 | SOZ/Holland Rijnland |
7A3.f Gemiddelde trajectduur in dagen | 187 (2019) 240 (2020) 269 (2021) | 210 | 200 | 180 | 180 | SOZ/Holland Rijnland |
7A3.g Percentage jeugdigen met hoogspecialistische ambulante jeugd-GGZ van het totaal aantal jeugdigen met jeugdhulp | 47% (2019) 50% (2020) 50% (2021) | 45% | 43% | 40% | 40% | SOZ/Holand Rijnland |
7A3.h Aantal trajecten ingezet bij niet-gecontracteerde aanbieders | 44 (2019) 36 (2020) 72 (2021) | 30 | 20 | 10 | 10 | SOZ/Holland Rijnland |
Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.
Service-organisatie Zorg Holland Rijnland (SOZ) | |
Motieven en doelen deelname GR | De Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland (een gemeenschappelijke regeling) behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van uitvoering van gemeentelijke contractering in het kader van de Jeugdwet: (a) Regionale jeugdhulp in het gedwongen kader (b) Gespecialiseerde jeugdhulp. |
Kansen | De gemeenten van Holland Rijnland delen de visie op de uitvoering van de jeugdhulp met Leiden, namelijk het thuis zo normaal mogelijk kunnen opgroeien en het centraal stellen van kind en gezin bij het uitvoeren van de hulp. Als regio zijn de gemeenten daardoor een krachtiger opdrachtgever voor de uitvoerende partijen. Het contractmanagement, dat door de Serviceorganisatie wordt uitgevoerd, is een concreet voorbeeld daarvan. Daarnaast sluit het regionaal inkopen en managen van de jeugdhulp het beste aan bij de uitvoeringsvormen en werkgebieden van de betrokken aanbieders, wat onnodige administratieve lastendruk voorkomt. Tot slot vormen, conform de nieuwe governancestructuur (2022), de 12 portefeuillehouders Jeugd van Holland Rijnland het bestuur van de Serviceorganisatie, wat de gemeenten sturingsmogelijkheid geeft. Bovenstaande werkwijze sluit aan bij de uitgangspunten die in de Hervormingsagenda Jeugd zijn vastgelegd over de scope van de regionale samenwerking. |
Risico's (top 3) | 1. Aansturing geschiedt vanuit 12 gemeenten en moet dus ook op basis van consensus tussen deze gemeenten. 2. De lokale P&C-cycli van de gemeenten t.a.v. de uitvoering van de specialistische jeugdhulp zijn afhankelijk van de kwaliteit en tijdigheid van de gegevens vanuit de Serviceorganisatie Zorg 3. Balans en samenwerking tussen de gemeenten (sturing op beleid) en de Serviceorganisatie (sturing op contracten) in accountmanagement van aanbieders. |
Belangrijkste doelstellingen / prestaties en opgaven 2023 | - Uitvoering van gemeentelijke contractering in het kader van de Jeugdwet: (a) Regionale jeugdhulp in het gedwongen kader (b) Gespecialiseerde jeugdhulp. |
Belangrijkste bestuurlijke mijlpalen 2024 | Per 1-1-2024: - Dienstverlening aan (gecontracteerde aanbieders voor) gemeenten Kaag en Braassem en Voorschoten volledig ingeregeld - Nieuwe GR van kracht |
Bijdrage 2024 | € 980.812 |