Doel | Prestatie |
7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren | 7C1.1 Waarborgen van aanbod, kwaliteit en deelname aan voor- en vroegschoolse educatie |
7C1.2 Ondersteunen van hoogwaardig taalaanbod in het onderwijs | |
7C1.3 Bevorderen van een goede samenwerking tussen ouder en professional | |
7C2 Goede onderwijs-ondersteuning en samenwerking in het onderwijs | 7C2.1 Ondersteunen zorg voor leerlingen met specifieke behoeften |
7C2.2 Stimuleren samenwerking en voorzieningen in het onderwijs | |
7C3 Als Kennisstad toekomstbestendig onderwijs bevorderen met extra aandacht voor duurzaamheid, internationalisering en talentontwikkeling | 7C3.1 Stimuleren van een duurzame rijke leeromgeving waarin leerlingen en onderwijsprofessionals hun eigen talenten kunnen ontwikkelen met aandacht voor een doorlopende leerlijn |
7C3.2 Stimuleren dat leerlingen worden voorbereid op een internationale samenleving | |
7C3.3 Bevorderen van toekomstgerichte talentontwikkeling door samenwerking van onderwijs met bedrijven en instellingen | |
7C4 Zoveel mogelijk leerlingen volgen onderwijs en halen een startkwalificatie of het verwerven van een werkplek | 7C4.1 Sturing geven aan projecten die zich richten op het behalen van een startkwalificatie, terugkeer naar het onderwijs (ook voor thuiszitters) of het verwerven van een werkplek |
7C4.2 Tegengaan verzuim leerplichtigen |
7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren
Leidse Visie Gelijke Kansen
De overkoepelende Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 en het uitvoeringsplan Leidse Gelijke Kansen Aanpak gebruiken we om samenhang aan te brengen in de Leidse gelijke kansen-opgave. We boeken voortgang op drie actielijnen:
1) Kinderen, jongeren en hun omgeving maken geïnformeerd gebruik van het Leidse aanbod.
2) Professionals weten elkaar en het Leidse aanbod te vinden en voelen zich gesterkt in de gezamenlijke gelijke kansen-opgave.
3) In Leiden dringen we institutionele oorzaken van kansenongelijkheid terug.
In 2025 zorgen we via de Leidse Gelijke Kansen Aanpak voor verdere inbedding van de inzet brugfunctionaris in Leiden, o.a. door een gezamenlijk scholingsprogramma en monitoring van de resultaten. Ook zetten we verder in op onder andere doorlopende leerlijnen, partnerschap tussen ouder en professional en brede talentontwikkeling door middel van een rijke leerdag. In november 2025, tijdens de week van gelijke kansen, vieren we onze aanpak groots met een Gelijke Kansen Festival in samenwerking met het Leidse onderwijsveld en de Gelijke Kansen Alliantie. De Leidse Gelijke Kansen Aanpak is gestart vanuit de beleidsterreinen onderwijs en armoede. In 2025 wordt verkend of een uitbreiding mogelijk en/of wenselijk is.
Door de daling van het aantal geboortes daalt het aantal peuters in Leiden licht. Toch zijn er nog peuters die niet worden bereikt door de voorschoolse educatie. Daarom willen we in 2025 de deelname vergroten. Verschillende organisaties bieden halve en hele dagopvang met voorschoolse educatie. We bestendigen het aanbod van voorschoolse educatie onder andere door middel van de hiervoor bestemde subsidieregeling. De deelname en de toeleiding gebeurt door middel van een samenwerking van verschillende partijen in de stad, die verenigd zijn in de Bestuurlijke Kerngroep Kansrijk Onderwijs. Deze kerngroep stuurt vanuit het Actieplan Kansrijk Onderwijs Leiden op de ‘basis op orde’ zoals in het Onderwijskansenbeleid beschreven. In lijn met de Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 werken we in 2025 met vindplaatsenbeleid aan een beter bereik van de doelgroep en toeleiding van meer deelnemers naar de voorschoolse educatie.
Kindcentrum ‘Stevenshof’
In het kader van de vervangende nieuwbouw van het scholencomplex aan de Antoinette Kleynstraat 4-8 in Leiden gaan Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden-Leiderdorp (PROO), Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL) en de gemeente Leiden een kindcentrum realiseren. In 2025 zetten we het proces voort voor de daadwerkelijk inhoudelijke vorming van het kindcentrum. We werken o.a. toe naar samenwerkingsafspraken en de inrichting van het gebouw ten behoeve van de doorgaande leer- en ontwikkellijn. Volgens planning wordt het Kindcentrum in 2027 in gebruik genomen.
We stimuleren hoogwaardig taalaanbod in het onderwijs. Net als eerdere jaren ondersteunen we schakelklassen en taalklassen in het primair onderwijs voor kinderen die met een jaar erbij extra kansen krijgen of voor nieuwkomerskinderen die eerst een schakeljaar krijgen, waarna zij kunnen instromen in het reguliere onderwijs. Omdat het aantal nieuwkomers de afgelopen jaren is toegenomen en ook de instroom hoog zal blijven, zijn in 2024 afspraken met het primair onderwijs gemaakt over het aanbod, de toeleiding en de doorstroom. Naar aanleiding van deze afspraken wordt in 2025 ingezet op de doorontwikkeling van de kennis- en expertisedeling binnen het reguliere primair onderwijs rondom meertaligheid en nt2-ondersteuning. Ook wordt opnieuw met het onderwijs gekeken naar het uitbreiden van het aanbod van de kopklassen en naar extra aanbod voor nieuwkomers van 16 jaar en ouder.
De relatie tussen ouder en professional (leerkracht, CJG-medewerker, brugfunctionaris, sociaal professional) is van groot belang om kinderen alle kansen te bieden. Het is belangrijk dat er een relatie en een goede samenwerking is tussen wat er thuis, op school en in de wijk gebeurt. Zo ondersteunen ouder en professional elkaar. De focus ligt hierbij op de samenwerking tussen de professional en de ouder met betrekking tot alle kinderen en niet alleen op de betrokkenheid van ouders in het algemeen ten opzichte van doelgroepkinderen (zoals bedoeld in het Onderwijskansenbeleid). We zien ook buiten de doelgroep kansen voor betere samenwerking tussen kind, school en gezin. We stimuleren dat vanuit het onderwijskansenbeleid (via het Actieplan Kansrijk Onderwijs Leiden) bijvoorbeeld door de inzet van oudercoördinatoren op school, maar ook door het aanbod van programma's thuis die naadloos aansluiten bij wat een kind leert in de voorschool. Daarnaast versterken we het partnerschap tussen ouder en professional door inzet van de brugfunctionaris vanuit de Leidse Gelijke Kansen Aanpak.
De gemeenten en het onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor het organiseren van een dekkend onderwijs-zorgcontinuüm: een dekkend aanbod met voorzieningen zodat er voor elke jeugdige een passende plek is om zoveel onderwijs als mogelijk te volgen. Deze beweging wordt zoveel mogelijk plaatselijk georganiseerd, de samenwerking met het onderwijs en de specialistische jeugdhulp vindt plaats op het niveau van Holland Rijnland. In 2024 is een procesregisseur onderwijszorgcontinuüm gestart die overzicht brengt in alle losse voorzieningen en onderzoekt voor welke doelgroep er in Holland Rijnland voorzieningen gemist worden. Deze regisseur is ook betrokken bij ontwikkelingen rondom de Leidse voorziening ‘Over de grenzen’, er wordt onderzocht of deze klas als OZA (onderwijs zorg arrangement) opgenomen kan worden in het programma Jeugd. Deze beweging is in lijn met de Hervormingsagenda, waarbij samenwerking met zgn. ‘aanpalende domeinen’ een van de thema's is.
Als antwoord op de vraag van jongeren die iets anders of iets extra’s nodig hebben, zijn we in 2024 gestart met Skill School en biedt Studio MOIO anders dan onderwijs een plek waar jongeren zich kunnen ontwikkelen. Los van de diverse maatregelen die wij ondernemen voor jongeren die thuiszitten, of dreigen thuis te komen zitten (denk hierbij naast eerdergenoemde ook aan MDT UniverCity en Buitenkans), initiëren we ook in 2025 op verschillende plekken het gesprek hierover. Deze gesprekken gaan over de vraag: Wat is er nodig om de inzet op ontwikkeling voor kinderen en jongeren als uitgangspunt te nemen in alles wat we doen?
Ook onderzoeken we vanuit de Leidse Gelijke Kansen Aanpak hoe we samen met het onderwijs kritisch kunnen kijken naar de huidige inrichting van het onderwijssysteem. Welke ruimte kunnen we zelf vinden en wat moeten we agenderen op de landelijke agenda om het kind en de jongeren centraal te stellen boven processen. Studio MOIO én de Skill School bieden jongeren ruimte om hun talenten te ontwikkelen, in het kader van de Maatschappelijke Diensttijd.
Daarnaast houden we een vinger aan de pols bij de uitvoering van het leerlingenvervoer. Ook zijn we in 2024 gestart met een pilot waarbij leerlingen een training volgen om te reizen met het openbaar vervoer. Wanneer leerlingen leren met het OV te reizen is dat goed voor hun zelfvertrouwen en een betere voorbereiding op hun toekomst. Een abonnement voor het OV is bovendien veel goedkoper voor de gemeente dan het taxivervoer.
De gemeenten en het onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor het organiseren van een dekkend onderwijs-zorgcontinuüm: een dekkend aanbod met voorzieningen zodat er voor elke jeugdige een passende plek is om zoveel mogelijk onderwijs te volgen. De samenwerking met het onderwijs en de specialistische jeugdhulp vindt plaats op het niveau van Holland Rijnland. In 2024 is een procesregisseur onderwijszorgcontinuüm gestart die overzicht brengt in alle losse voorzieningen en onderzoekt voor welke doelgroep we in Holland Rijnland voorzieningen missen. Deze regisseur is ook betrokken bij ontwikkelingen rondom de Leidse voorziening ‘Over de grenzen’. Er wordt onderzocht of deze klas als OZA (Onderwijs Zorg Arrangement) opgenomen kan worden in het programma Jeugd voor 2025 e.v. Deze beweging is in lijn met de Hervormingsagenda, waarbij samenwerking met zogenaamde ‘aanpalende domeinen’ een van de thema's is.
Integraal arrangeren is een belangrijk onderdeel van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Dat is het samen bedenken, maken en uitvoeren van een plan waarmee onderwijs- en ondersteuningsdoelen van een jeugdige gerealiseerd worden. Dit heeft als doel om de samenwerking tussen onderwijs, Jeugdgezondheidszorg, Jeugdteams en het RBL (Regionaal Bureau Leerrecht) te versterken, om zo te komen tot passende, effectieve en efficiënte hulp aan kinderen. Integraal arrangeren loopt al meerdere jaren en is genoemd in de Holland Rijnland methode en Leidende Principes samenwerking onderwijs-jeugdhulp Holland Rijnland. Tegelijkertijd zien we in de praktijk dat de implementatie en borging regionaal wisselend is geregeld. Ook in 2025 zetten we daarom in op het (blijvend) vergroten van kennis bij (nieuwe) professionals.
Als (internationale) kennis- en onderwijsstad zetten we ons continu in om de kennisinstellingen en onderwijspartijen met elkaar te verbinden. Dit doen we om hen niet alleen maximaal te laten floreren, maar ook onze inwoners zoveel mogelijk te laten profiteren van de kennis die er in onze stad is. Het onderwijs is bij uitstek een sector die hiervan profiteert door de verbinding in onderzoek en onderwijs, lerarenopleidingen en mogelijkheid tot doorlopende leerlijnen en talentontwikkeling. Het doel is om hiermee alle leerlingen, studenten en onderwijsprofessionals in de stad Leiden een optimale leer- en ontwikkelomgeving te bieden. Dit doen we door intensief samen te werken met het onderwijs en onderwijsnetwerken (zoals het LEF) in het vormgeven van gezamenlijke vraagstukken en activiteiten rondom het realiseren van toekomstbestendig onderwijs. Ook zetten we in op het zichtbaar maken van goede initiatieven via het platform Onderwijs in de Leidse regio. Denk hierbij aan praktijkervaringen van scholen die gebruik maken van objecten uit de Leidse musea voor samenhangend onderwijs of ervaringen en expertise in het begeleiden van nieuwkomers.
Eén van de ambities in de LEA 2024-2028 luidt: ‘De kracht van Leiden is dat het een aantrekkelijke kennis- en onderwijsstad is met een rijke onderwijsleeromgeving die we maximaal benutten. De ambitie gaat onder andere over een stad waar je je van jong tot oud optimaal kan ontwikkelen, waar je wordt voorbereid op de beroepen van straks en waar een prettig en veilig leer- en werkklimaat in het onderwijs heerst.’ We geven deze ambitie onder andere vorm door in te zetten op onderwijsinnovatie, de doorontwikkeling van Verwonder om de Hoek en de Rijke Leerdag.
Onderwijsinnovatie
In Leiden geloven we dat kennis die je samen maakt het welzijn in de stad vergroot en tegelijkertijd de kwaliteit van onderwijs en onderzoek bevordert en zichtbaar maakt. Niet alleen heeft Leiden als Kennisstad alle onderwijssectoren in huis, van peuterspeelzaal tot universiteit, maar er zijn ook veel educatie- en onderzoekspartners, musea en netwerkorganisaties zoals het LEF. Samen vormt dit een rijk leerecosysteem. Om dit ecosysteem optimaal te laten werken zetten we onder andere de onderwijsinnovatiesubsidie in als instrument om (onderwijs)partners met elkaar te verbinden, in staat te stellen om samen te vernieuwen en te verdiepen op thema’s die zij belangrijk vinden.
In 2025 geven we uitvoering aan de onderwijsinnovatie initiatieven die in de ronde van 2024 zijn toegekend. Via ‘innoveren met LEF’ verbinden we de initiatieven onderling en vormen we een lerende community. Een van de grotere initiatieven heeft als doelstelling om op elke Leidse middelbare school een ‘green office’ te starten waar docenten en leerlingen samen werken aan klimaat- en duurzaamheidsvraagstukken. Zo werken de scholen samen aan toekomstgericht onderwijs met een hoopvol handelingsperspectief dat op dit moment vaak nog mist in het reguliere curriculum. Andere projecten richten zich op (plezier in) taalontwikkeling en soepele overgangen.
Verwonder om de Hoek (zie ook programma 8A1.3 en 8A3.2)
Het leerecosysteem Verwonder om de Hoek (VodH) biedt basisscholen een gecombineerd aanbod van cultuur- en natuureducatie, techniek, wetenschap en duurzaamheid. De nieuwe subsidieregeling Cultuureducatie met kwaliteit 4 (CmK4 2025-2028) vanuit het Rijk is hier onderdeel van. Activiteiten uit de regio Holland Rijnland zijn te vinden op www.verwonderomdehoek.nl. Het verbindt leerkrachten, ouders/verzorgers, buitenschoolse organisaties en aanbieders van educatieve activiteiten met de ambities van Leiden Kennisstad (zie programma 3E) en de Rijke Leerdag. De cultuurcoaches spelen hierbij een centrale rol. Dit zijn medewerkers van BplusC en st. Cultuureducatiegroep, die kinderen en jongeren laten kennismaken met kennis en cultuur.
De focus van VodH voor 2025-2028 ligt op curriculumvernieuwing en de gelijke kansen-opgave in de scholen. De nadruk ligt hierbij op onderwijskansenscholen, waaronder ook de vier scholen in het Programma ‘School en Omgeving’ (Rijke Leerdag). In lijn met de Leidse Visie Gelijke Kansen 2023 richten we ons op vindplaatsen. Zo zetten we, naast de onderwijskansenscholen (8 Leidse basisscholen), extra in op de scholen waar een brugfunctionaris actief is via de Leidse subsidieregeling brugfunctionaris (inzet vindt plaats op 5 basisscholen, 1 basisschool speciaal onderwijs en 1 school speciaal onderwijs) en scholen voor speciaal (basis)onderwijs. Voor Leiden biedt het platform ook kennismakingscursussen in kunst, cultuur, natuur en techniek buiten schooltijd. Dit is een breed palet aan kortlopende cursussen die voor kinderen en jongeren beschikbaar komen tegen redelijk tarief, vergelijkbaar met de sportintro-activiteiten.
Rijke Leerdag
In 2025 verdiepen we de Rijke Leerdag bij Brede School Merenwijk en Brede School Het Gebouw, door te focussen op de borging, kwaliteitsverbetering van het aanbod en samenwerking met vaste partners zoals de kinderopvang, BplusC, SOL, JES Rijnland, Incluzio, Verwonder om de Hoek en de brugfunctionaris binnen de school. Al worden bij de daadwerkelijke uitvoering van het programma meer partijen en partners in de stad betrokken. Dit gebeurt vanuit het Rijksprogramma School en Omgeving. Er wordt gewerkt met een programmering van activiteiten onder leiding van een projectcoördinator. De projectcoördinator is ingebed in het schoolteam. Het programma richt zich op talentontwikkeling door een breed aanbod aan binnen- en buitenschoolse activiteiten aan te bieden op het gebied van sport, cultuur, (wereld)burgerschap, taal, muziek, nieuwe media, kunst, dans en theater. De drie scholen in Het Gebouw hebben een centraal aanmeldsysteem voor de activiteiten geïntroduceerd. Inschrijven kan via de website van Brede School Het Gebouw en via een app. De nieuwe activiteitenprogramma’s bij Brede School Merenwijk en Brede School Het Gebouw beginnen in schooljaar 2024-2025.
Natuur en Duurzaamheidseducatie
NDE (Natuur- en Duurzaamheid Educatie) zet zich in om kinderen en jongeren te betrekken bij hun omgeving en bij (maatschappelijke) ontwikkelingen in de stad. NDE stimuleert en faciliteert het onderwijs en de stadspartners, zodat kinderen en jongeren in en buiten school leren over natuur en biodiversiteit en het belang daarvan voor al het leven op aarde. Daarnaast is er aandacht voor het verwerven van kennis en vaardigheden over het verminderen van afval en stimuleren van recycling en hergebruik, zodat ze bewust en actief bijdragen aan een circulaire samenleving. Dat geldt ook voor duurzame energievormen, zodat kinderen en jongeren bewust en actief kunnen bijdragen aan een duurzamer energiesysteem.
Om dit te bereiken wordt via het platform Verwonder om de hoek het leerecosysteem voor het basisonderwijs ontsloten en uitgebreid met meer aanbod. Voor het VO wordt samengewerkt met het recent opgerichte duurzaam docenten netwerk om vakoverstijgende duurzaamheid in het curriculum te verweven en de scholen te verbinden aan de gemeentelijke projecten in de wijk. Op basis van een eerste inventarisatie van schoolpleinen wordt een analyse gemaakt van de vergroening van schoolpleinen met als doel dat uiteindelijk elke school een groene, natuurlijke omgeving heeft die bijdraagt aan het welzijn van de leerlingen en die hun kennis van biodiversiteit vergroot.
Als stad willen we ruimte bieden aan de internationale diversiteit van onze bewoners zodat elk kind en iedere jongere het aanbod krijgt dat het best bij zijn of haar onderwijsbehoefte past. Dit doen we bijvoorbeeld door het stimuleren van onderwijsinnovatie in zowel tweetalig-, internationaal- als nieuwkomersonderwijs, als ook in het aanmoedigen van aandacht voor meertaligheid, wereldburgerschap en interculturele vaardigheden.
Vooruitlopend op de uitvoering van de Spreidingswet en het daarmee groeiende aantal nieuwkomerskinderen in onze regio, zijn we met het VO en MBO in gesprek op welke manier het onderwijs voor nieuwkomers in de Leidse regio het beste kan worden uitgebreid, zowel in capaciteit als in type passend onderwijsaanbod. We zien een toenemend aantal jonge inburgeraars en alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Leiden. Deze groep heeft in het thuisland vaak in beperkte mate of geen middelbaar onderwijs gehad en vindt het hierdoor lastig aansluiting in het regulier onderwijs te vinden – zie ook Programma 10. In 2025 verkennen we samen met het onderwijs vooral welke type onderwijsaanbod voor deze doelgroep passend is om zo de kansen voor deze jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten. Of er in 2025 wachtlijsten ontstaan voor nieuwkomersonderwijs is nog onduidelijk en afhankelijk van de ontwikkelingen rondom opvang in de Leidse regio.
Toekomstgericht onderwijs houdt rekening met sectoroverstijgende thema’s, zoals de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt (inclusief terugdringen van het lerarentekort en opheffen tekorten in de sector techniek) en duurzaamheid. De voortrekkersrol van de Leidse kennisinstellingen op het gebied van onderwijs en onderzoek biedt veel kansen. Ook zien we dat er een groeiende behoefte is vanuit het onderwijs om jongeren vroegtijdig in contact te brengen met de maatschappij en hen bewust te maken van maatschappelijke vraagstukken. Het onderwijs zoekt daarom de samenwerking op met de gemeente, stadspartners en bedrijven om ervaringsplekken voor jongeren te creëren en daarmee ook andere vormen van leren te stimuleren. Een aantal vormen van dat zich hier expliciet op richt betreft bijvoorbeeld hybride onderwijs, waar het mbo nu erg op in zet. Maar ook initiatieven als MDT UniverCity, MDT Skill School, MDT Talent en Toekomst en Leren met de Stad. Samenwerking tussen onderwijs en bedrijven wordt alleen nog maar relevanter wanneer de nieuwe wet ‘Van School naar Duurzaam Werk’ per 2026 ingaat. Dan dienen mbo-instellingen en pro-vso-scholen in te zetten op aanvullende loopbaanbegeleiding.
Maatschappelijke Diensttijd
De Maatschappelijke Diensttijd (MDT) in Leiden focust op talentontwikkeling, je netwerk vergroten en iets doen voor de maatschappij. Deze drie pijlers versterken de inzet op loopbaanoriëntatie, burgerschap en jongerenparticipatie. De gemeente Leiden is partner in drie MDT-projecten die OCW mogelijk maakt: Skills School, Talent en Toekomst en UniverCity. Skills School en Talent en Toekomst worden voortgezet in 2025-2026. UniverCity heeft na positieve ervaringen in 2022-2024 subsidie aangevraagd voor een vervolg voor de periode 2025 – 2027. Technolab voert Talent en Toekomst uit met scholen en bedrijven, waardoor VO-scholieren zich op beroepen en opleidingen oriënteren. Skills School biedt VO-scholieren en mbo-studenten een veilige plek om creatieve talenten te ontwikkelen en hun onderwijs te vervolgen. Het nieuwe kabinet wil de rijkssubsidie voor MDT-projecten vanaf 2026 stoppen, waardoor het op dit moment onduidelijk is of dit MDT-programma en de Leidse projecten blijven bestaan.
Leren met de Stad
Leren met de Stad is een initiatief vanuit de samenwerking Leiden Kennisstad (zie ook programma 3). Binnen Leren met de Stad zetten studenten van Hogeschool Leiden, mboRijnland en Universiteit Leiden hun kennis en ervaring in om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Opdrachtgevers in de stad kunnen de aanwezige kennis in het onderwijs benutten. De samenwerking met de betrokken partijen is in 2023 vernieuwd en loopt tenminste tot eind 2025. De focus in 2025 zal dan ook liggen op de doorontwikkeling in de periode na 2025.
We blijven jongeren stimuleren om onderwijs te volgen en een startkwalificatie te behalen. Studentenwelzijn én de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt zijn daarvoor van belang. Dat zijn twee thema’s uit het Leidse pijlerplan ‘Het Mbo, Onmisbare schakel binnen Leiden Kennisstad’. De notitie die eind 2023 is gedeeld met de Raad toont de inzet van deze gemeente voor het Mbo én studenten vanuit verschillende programma’s (zie verder programma 3). Het mbo leidt immers jongeren op tot vakmensen die van belang zijn voor onze samenleving. Zij zijn de verzorgenden, bakkers en technici die bijdragen aan de duurzame toekomst van deze stad.
Sommige VO-scholieren én mbo-studenten hebben (tijdelijk) extra ondersteuning nodig, vanwege mentale of financiële problemen. Samen met de partners in de Sterke Sociale Basis én de Stedelijke Jeugdaanpak zetten we ons in voor jongeren die buiten school veel verleidingen en alternatieve inkomstenbronnen kennen. Door extra jongerenwerk op school en een uitdagend vrijetijdsaanbod na school (zoals Skills School), willen we voorkomen dat zij uitvallen en/of in de criminaliteit belanden.
Voortijdig schoolverlaten (vsv)
We werken samen met gemeenten, het RBL (Regionaal Bureau Leerrecht) én mboRijnland aan maatregelen die zich richten op de oorzaken van uitval, in het kader van de "Regionale vsv aanpak 2021-2024'' Zuid-Holland Noord. De inzet vanuit dit programma heeft effect gehad, gezien de verlaging in 2022-2023 van het percentage en aantal nieuwe vsv’ers tot het niveau van voor corona. De partners hebben besproken om tijdens de verlenging van dit programma in 2024-2025 een vervolg te geven aan maatregelen die zich richten op de volgende oorzaken:
Per 2026 treedt naar verwachting de nieuwe wet 'Van school naar duurzaam werk '' in werking. Het doel van deze wet is jongeren, met name op mbo-niveau 1 en 2, beter te begeleiden naar werk. Mbo's bieden deze mbo-studenten loopbaanbegeleiding tijdens het laatste studiejaar tot 1 jaar na diplomering. Het Doorstroompunt krijgt de verantwoordelijkheid voor vsv'ers tot en met 26 jaar: ze leggen contact en bieden begeleiding. Gemeenten gaan vsv’ers die niet werken of geen opleiding volgen begeleiden bij de terugkeer naar school en/of werk. Nu richt deze inzet zich vooral op jongeren met een bijstandsuitkering.
Bij de voorbereiding op de nieuwe wet stemmen het mbo, het RBL/Doorstroompunt én gemeenten in Holland Rijnland de wijze waarop zij de nieuwe taken uitvoeren op elkaar af. Daarvoor evalueren we de bestaande inzet in Holland Rijnland en werken we nieuwe maatregelen uit, zoals een vorm van hulp op school, de overstap van VO naar mbo en inzet voor jongeren die Nederlands niet als moedertaal hebben. Met de inwerkingtreding van de wet ‘Van school naar duurzaam werk’ komt de aanpak jeugdwerkloosheid te vervallen. De begeleiding naar werk maakt structureel deel uit van de taken van de gemeenten voor vsv'ers tot en met 26 jaar. Daarvoor is de verbinding met de arbeidsmarktregio van belang. De gemeente Leiden krijgt als centrumgemeente een actieve rol bij de totstandkoming van het regionaal programma en vormt de link met partijen in de arbeidsmarktregio en de regionale arbeidsmarktinfrastructuur.
Tegengaan verzuim leerplichtigen
Het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL) geeft uitvoering aan de wet op de leer- en kwalificatieplicht. Inzicht in verzuim is de voorwaarde voor het gesprek met ouders, kinderen en jongeren over de redenen voor verzuim en uitval. Op elke school voor voortgezet onderwijs richt één van de twee consulenten van het RBL zich volledig op langdurig verzuim. Met het RBL zetten we ons in voor betere samenwerking tussen de partners, waaronder jeugdhulp, het CJG en de samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs in de Leidse regio (integraal arrangeren).
Met het RBL en de samenwerkingsverbanden zijn we in gesprek over de begeleiding die aansluit bij de ondersteuningsvragen van leerlingen. We maken daarover afspraken met de gemeenten in de Leidse regio. Deze hebben binnen Holland Rijnland afgesproken de formatie van het RBL voor het primair én het voortgezet onderwijs vanaf 2025 structureel uit te breiden. Aanleiding daarvoor is het grotere beroep op het RBL, juist bij complexe situaties die nauwe samenwerking met bijvoorbeeld de jeugdteams vergen. Hiermee willen we het thuiszitten van kinderen en jongeren voorkomen.
De Wet op de leer- en kwalificatieplicht verandert als het wetsvoorstel ‘Terugdringen verzuim' van kracht wordt, waarschijnlijk in het schoolkaar 2025 – 2026. Deze beoogt de preventieve aanpak te versterken, waarbij scholen, samenwerkingsverbanden en leerplicht samen werken. De uitvoering van de wet op de leer- en kwalificatieplicht hebben de gemeenten in Holland Rijnland bij het RBL belegd. De gemeenten in Holland Rijnland bespreken of de gewijzigde wettelijke taken gevolgen hebben voor de bestaande afspraken over de preventieve aanpak die gemaakt zijn tussen het RBL, het onderwijs, het CJG en de jeugdteams (Regionale afsprakenkaart 2023-2024 Holland Rijnland).
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarden | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
Doel 7C1 Gelijke kansen voor kinderen en jongeren | ||||||
7C1.a Aantal kinderen van 2,5 - 4 jaar dat heeft deelgenomen aan ve | 371 (2021) 328 (2023) | 370 | 370 | 370 | 340 | Telgegevens VE-aanbieders |
Doel 7C4 Zo veel mogelijk leerlingen worden behouden voor het onderwijs en halen een startkwalificatie* | ||||||
7C4.a Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen** | 2,0 (2020) 8,7 (2023) | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | RBL |
7C4.b Relatief verzuim per 1.000 leerlingen*** | 15 (2021) 23 (2023) | 23 | 23 | 23 | 23 | RBL |
7C4.c Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie VO en MBO | 2,2% (2021) 2,5% (2023) | 2,5% | 2,4% | 2,3% | n.t.b.**** | RBL |
*De komende jaren wijzigt de wet- en regelgeving voor voortijdig schoolverlaten. Dat gebeurt waarschijnlijk met ingang van 2025-2026. Wij zullen de indicatoren dan herijken, aansluitend bij de nieuwe wetgeving en in overeenstemming met het beleid dat het RBL in Holland Rijnland voert.
**Het absoluut verzuim is in 2022 en 2023 verdubbeld. Dit komt onder andere door de toename van het aantal minderjarige asielzoekers en nieuwkomers tot 18 jaar (waaronder Oekraïners). De provincie en de gemeente Leiden hebben toegezegd meer statushouders te huisvesten en bieden ook AMA's onderdak. Het onderwijs beschikt (nog) niet over voldoende capacite om deze groep op te vangen.
***De stijging in het relatief verzuim van de afgelopen jaren is te verklaren doordat het RBL er bij scholen op aandringt om goed te melden. Dat inzicht is de basis over het gesprek over de oorzaken van het verzuim.
****Als gevolg van wetswijzigingen wordt de doelgroep vsv'ers v.a. medio 2025 uitgebreid naar 23 t/m 26 jaar. OCW levert in 2024-2025 streefcijfers aan, gebaseerd op het risico onder de populatie om de school zonder startkwalificatie te verlaten.