Programmabegroting 2024

Beleidsterrein 9D Kwetsbare groepen

Doelen en prestaties bij 9D Kwetsbare groepen

Doel

Prestatie

9D1 Stabiele leefsituatie voor kwetsbare groepen

9D1.1 Uitvoering geven aan preventie en herstel t.a.v. verslaving en dak- en thuisloosheid

9D1.2 Uitvoering geven aan toeleiding naar zorg van mensen met verslavings- en psychiatrische problematiek en begeleiding van ex-gedetineerden en vreemdelingen in nood

9D1.3 Uitvoering geven aan opvang en huisvesting van kwetsbare groepen

9D1.4 Uitvoering geven aan beschermd wonen

9D2 Verminderen van (de gevolgen van) huiselijk geweld

9D2.1 Uitvoering geven aan maatregelen die het voorkómen van geweld in huiselijke kring, het stoppen van geweld en het herstel van veiligheid in het huishouden of gezin bevorderen

9D2.2 Uitvoering geven aan opvang van slachtoffers van geweld in huiselijke kring

9D1 Stabiele leefsituatie voor kwetsbare groepen

Maatschappelijke zorg

Samen met de gemeenten in de Leidse Regio werken we aan de transformatie Maatschappelijke Zorg vanuit het programma Maatschappelijke Zorg Leidse Regio. In 2024 wordt een start gemaakt met de uitvoering van de ontwikkelagenda. Deze agenda richt zich op inspanningen voor inwoners die behoren tot de doelgroep maatschappelijke zorg. Onder deze inspanningen vallen het realiseren van (tijdelijke) woon- of verblijfsplekken, het verder ontwikkelen van Wmo ondersteuning en de toegang tot Wmo, beschermd wonen en maatschappelijke opvang, het vergroten van bestaanszekerheid en het voorkomen van dakloosheid. De eind 2023 vastgestelde doelen en prestaties worden per 2025 onderdeel van de programmabegroting. De ontwikkelopgave binnen de regionale Maatschappelijke Zorg bevat voor 2024 de uitbreiding van het aantal specialistische plekken Wonen en Ondersteuning om de wachttijd te verkorten.

9D1.3 Uitvoering geven aan opvang en huisvesting van kwetsbare groepen

In Leiden zijn, onder andere vanuit de rol als centrumgemeente, van oudsher relatief veel voorzieningen voor de opvang van kwetsbare mensen. De verschuiving van de verantwoordelijkheid van Holland Rijnland naar individuele gemeenten leidt ertoe dat Leiden de komende jaren mogelijk enkele voorzieningen zal kunnen afbouwen, waar andere gemeenten juist voorzieningen zullen moeten opbouwen. Een uitzondering hierop is de regionale opvangvoorziening voor jongeren, die op initiatief van gemeente Leiden gerealiseerd wordt aan het Maansteenpad. Deze voorziening is toegankelijk voor dakloze jongeren die behoefte hebben aan constante toezicht en begeleiding, vanuit de gehele regio Holland Rijnland.

Zelfstandig wonen

In 2024 zetten we in op meer zelfstandig wonen met ambulante ondersteuning, voor cliënten waarbij dat mogelijk is. Ook zullen we blijven inzetten op scheiden van wonen en zorg, met als streven de cliënt meer regie te geven over het eigen leven. De grootste uitdaging blijft het creëren van meer mogelijkheden voor uitstroom uit intramurale opvang naar zelfstandige sociale huurwoningen, omdat het aantal woningen dat beschikbaar wordt gesteld niet voldoende is. De prestatieafspraak om 10% van de nieuw te bouwen sociale huurwoningen hiervoor te reserveren, zullen we in overleg met de woningcorporaties verder invullen.

Oekraïners

In Leiden vangen wij op dit moment meer dan 700 gevluchte Oekraïners op, terwijl de gemeentelijke opgave is om 517 plekken in opvanglocaties te realiseren. We vangen momenteel ongeveer 600 mensen op in gemeentelijke opvanglocaties, wat betekent dat wij ongeveer 80 mensen meer opvangen dan vereist. Daarnaast worden bij particulieren thuis ook nog meer dan 100 mensen opgevangen. De verwachting is dat de opvang in 2024 doorloopt. Het uitgangspunt is dat er niet meer Oekraïners, bovenop het huidige aantal, zullen worden opgevangen.

Statushouders

Naar verwachting moeten er de komende jaren hoge(re) aantallen statushouders gehuisvest worden. Dit heeft te maken met de prognoses van het Rijk waaruit blijkt dat de instroom van asielzoekers naar Nederland – bij ongewijzigd beleid – de komende jaren structureel blijft toenemen. Het voldoen aan de taakstelling zal in de toekomst steeds uitdagender worden, omdat de verwachting enerzijds is dat de taakstelling voor het huisvesten van statushouders aanhoudend hoog zal blijven en dat er anderzijds door het grote aantal geplande bouwprojecten veel ‘stadsvernieuwingsurgenten’ zijn te verwachten de aankomende jaren, die ook op zoek zijn naar een nieuw thuis. Er wordt nu uitgegaan van een instroom van ruim 70.000 asielzoekers, waarmee we voor de grote opgave staan om de huisvestingstaakstelling te realiseren. Wij werken de komende maanden samen met de woningcorporaties aan een aanpak, waarbij het uitgangspunt is om te blijven opereren binnen de bandbreedte van de prestatieafspraken. De aanpak betreft zowel voorstellen voor het vergroten van de woningvoorraad als voor het inzetten op de beheersbaarheid van de impact van dit vraagstuk voor de komende jaren (2024-2026) in de stad. Met een aantal projecten en pilots hebben we al een begin gemaakt en deze zetten we waar mogelijk door.

Asielzoekers

Er is helaas nog steeds sprake van een tekort aan opvangplekken, waardoor het Rijk nog steeds een beroep doet op gemeenten om opvangplekken te realiseren om te voorkomen dat mensen opnieuw buiten moeten overnachten. We hebben begin 2023 een AZC geopend aan de Haagse Schouwweg 8a tot n en een noodopvang voor asielzoekers is in augustus 2023 geopend. De mogelijkheid bestaat dat deze noodopvanglocatie ook in 2024 tijdelijk voortgezet wordt. Vooruitlopend op de aangekondigde Spreidingswet verkennen wij ook de mogelijkheid om vanaf 2024 circa 200 aanvullende reguliere opvangplekken voor asielopvang te realiseren in de stad. Het eventueel uitstellen van de implementatie van de wet i.v.m. de val van het kabinet heeft hierop geen invloed.

9D2 Verminderen van (de gevolgen van) huiselijk geweld

Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in Nederland. In 2024 wordt de nieuwe Regiovisie Huiselijk Geweld Hollands Midden 2024-2028 ter verstelling voorgelegd aan de raad. Daarin bouwen we voort op de resultaten van de afgelopen jaren, met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen. Eén van deze nieuwe ontwikkelingen is het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming, een landelijk programma waarbij een nieuwe, effectievere werkwijze wordt beoogd in beschermingsvraagstukken van huishoudens met en zonder kinderen. We verwachten in 2024 wetgeving over zogenaamde regionale veiligheidsteams, maar het is nog onduidelijk welke gevolgen dit gaat hebben voor gemeenten en haar partners. Regionaal is er een plan van aanpak opgesteld en is de inzet gericht zijn op de noodzakelijke ontwikkeling in de hulp aan gezinnen. Een andere relevante politieke ontwikkeling is de presentatie van het landelijk Actieprogramma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag en Seksueel Geweld in 2023 (zie ook programma 2A Veiligheid). De doelen uit het actieprogramma worden in de tweede helft van 2023 vertaald naar een lokale aanpak. Vanuit verschillende beleidsterreinen wordt al veel ingezet om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld tegen te gaan. In deze aanpak komt dit samen. In 2024 wordt gestart met de gezamenlijke aanpak. Dit raakt ook aan de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling, omdat veel seksueel misbruik achter de voordeur plaatsvindt. Lokaal vragen een aantal thema’s om doorlopende aandacht, zoals het werken volgens de Meldcode, de deskundigheid van uitvoerende partners en een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen. 

9D2.2 Uitvoering geven aan opvang van slachtoffers van geweld in huiselijke kring

Vrouwenopvang Rosa Manus wordt erkend als expert op het gebied van evident huiselijk geweld en gaat uit van het principe ambulant tenzij en regionale opvang tenzij. Dat betekent inzet van ambulante hulp als dat kan, opvang indien nodig en zo veel mogelijk regionaal. Bij de hulp en begeleiding aan cliënten gaat Rosa Manus uit van het vertrouwen dat individuen, partners en gezinnen in staat zijn hun leven weer zelfstandig vorm en inhoud te geven. Vaders van de kinderen worden eerder betrokken en er wordt gewerkt aan professioneel begeleide omgang met de vader. We hebben met het Leids Universitair Behandel- en Expertise Centrum (LUBEC) en Rosa Manus afspraken gemaakt over traumabehandeling aan vrouwen in de opvang en aan hun kinderen. Hiermee krijgt deze doelgroep voorrang en hoeven ze niet langdurig op de wachtlijst van de reguliere GGZ te staan. De moeders kunnen door verwerking van trauma beter voor hun kinderen zorgen en traumahulp aan hun kinderen kan de overdracht van geweld op de volgende generatie voorkomen. Komend jaar werken we toe naar de uitbreiding van de doelgroep met gezinnen die ambulante hulp krijgen van Rosa Manus. De Universiteit Leiden is betrokken om onderzoek te doen naar effecten en het duurzaam borgen van deze samenwerking.

Effectindicatoren bij 9D Kwetsbare groepen

Effectindicator

Realisatie

Streefwaarden

Bron

2024

2025

2026

2027

Doel 9D1 Stabiele leefsituatie voor kwetsbare groepen

9D1.a Aantal huisuitzettingen (uit corporatiewoningen) Leiden

17 (2017)
11 (2019)
12 (2021)

12

12

12

12

GGD

9D1.b Gemiddelde verblijfsduur in regionale opvang De Nieuwe Energie in dagen*

-

90

90

90

90

Binnenvest

9D1.c Gemiddelde verblijfsduur in de vrouwenopvang in maanden**

6 (2020)
6 (2021)
9 (2022)

6

6

6

7

Rosa Manus

9D1.d Gemiddelde wachttijd in aantal maanden na uitstroom van de wachtlijst beschermd wonen cliënten Leidse regio.***

11,7 (2022)

-

-

-

-

 

9D1.e Aantal gehuisveste statushouders in Leiden****

88 (2020)
180 (2021)
147 (2022)

-

-

-

-

COA

Algemeen: ten opzichte van de Programmabegroting 2023-2026 is indicator 9D1.a ‘Aantal feitelijk daklozen' niet meer opgenomen. Deze streef- en realisatiewaarden zouden vanuit de VNG monitor komen, deze is echter (nog) niet beschikbaar.
* Ten opzichte van de Programmabegroting 2022 is indicator 9D1.b ‘Gemiddelde verblijfsduur in nachtopvang in dagen’ vervangen door ‘Gemiddelde verblijfsduur in regionale opvang De Nieuwe Energie in dagen’.
** Dit is de gemiddelde verblijfsduur in de vrouwenopvang. De werkelijke verblijfsduur van elke cliënt is volledig afgestemd op de persoonlijke situatie. De opvang van een cliënt duurt zo lang als nodig is om de juiste vervolgstap te kunnen zetten. Dit kan dus veel langer of veel korter zijn dan de gemiddelde verblijfsduur.
*** De streefwaarden voor deze indicator zijn nog niet vastgesteld.
**** Voor indicator 9D1.f zijn geen streefwaardes voor aankomende jaren opgenomen omdat het Rijk deze per half jaar bepaalt.

Een overzicht van realisatie- en streefwaarden van de indicatoren (ook uit vorige begrotingen) staat op LeideninCijfers.