Programmabegroting 2024

Structureel en reëel evenwicht

Op basis van onderstaand overzicht wordt aangetoond of de meerjarenraming 2024-2027, conform de uitgangspunten in het BBV, structureel in evenwicht is. Dit houdt in dat structurele lasten kunnen worden gedekt met structurele baten. Indien dit niet het geval is, is de kans groot dat er op termijn een begrotingstekort ontstaat.

Structureel evenwicht
Als in het betreffende begrotingsjaar structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Incidentele lasten mogen gedekt worden door zowel structurele als door incidentele baten.

Reëel evenwicht
Reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn. Bij de toets of het realiteitsgehalte van de ramingen voldoende is spelen diverse onderwerpen een rol:

  • Uitgangspunten in de begroting (o.a. realiteit van: ombuigingen, verwerking loon- en prijsstijgingen en algemene uitkering);
  • Weerstandsvermogen en risico’s;
  • Ontwikkeling van de grondexploitaties;
  • Onderhoud van kapitaalgoederen (wegen, groen, gebouwen en riolering) ;
  • Onderzoek van de jaarrekening.

Analyse van het structureel begrotingsevenwicht
Het structureel begrotingsevenwicht wordt berekend door de som van de incidentele lasten en de toevoegingen aan reserves te verminderen met de incidentele baten en de onttrekkingen aan reserves. Hierbij is het uitgangspunt dat alle toevoegingen aan en onttrekkingen uit reserves incidenteel van aard zijn. Uitzondering is een onttrekking ter dekking van kapitaallasten. Dit soort onttrekkingen zijn structureel van aard. Leiden kent nog een aantal andere uitzonderingen. Die staan in de tabel hieronder. Als de bedragen groter zijn dan € 250.000 wordt de mutatie kort toegelicht. Het structurele saldo moet op termijn positief zijn (de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten). De provincie spreekt als financieel toezichthouder een oordeel uit over het al dan niet structureel en reëel sluitend zijn van de begroting.

De Programmabegroting 2024 heeft in alle jaren een structureel evenwicht:

 

2024

2025

2026

2027

Saldo baten en lasten

-4.049

-10.106

5.930

5.956

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

4.049

10.106

-5.930

-5.956

Resultaat na bestemming

-

-

-

-

Af: Incidentele lasten

26.845

23.973

16.897

10.985

Bij: Incidentele baten

10.701

8.555

5.466

6.188

Af: toevoegingen aan reserves

19.751

34.121

26.706

23.041

Bij: onttrekkingen aan reserves

15.702

24.015

32.636

28.997

Af: Structurele onttrekking reserve afschrijving investeringen

589

1.138

1.396

1.437

Af: Structurele onttrekking reserve afkoopsommen erfpacht (inclusief administratiekosten)

1.511

1.511

1.511

1.511

Af: Structurele onttrekking reserve grondexploitaties (kap.lasten)

44

44

44

44

Af: Structurele onttrekking bedrijfsvoering ELO (kap.lasten)

12

12

12

12

Bij: Structurele storting reserve duurzame stad (zal tzt omgezet worden naar kap.lasten en/of andere structurele lasten)

1.932

1.898

1.589

1.234

Bij: Structurele storting reserve bereikbaarheidsprojecten (zal tzt omgezet worden naar structurele onderhoudskosten)

75

75

75

75

Bij: Structurele storting reserve asbestsanering

106

106

106

106

Structureel saldo van de begroting

-20.236

-26.150

-6.694

-431

Structureel evenwicht

JA

JA

JA

JA

Het structureel saldo is door onder meer de verwerking van de meicirculaire, verwerking van de aangepaste meerjaren investeringsplanning en indexering voordeliger dan de aanname bij Kaderbrief 2023-2027. In de Kaderbrief 2023-2027 zijn meerdere tijdelijke intensiveringen opgenomen op verscheidene beleidsterreinen die het college als incidenteel heeft aangemerkt. De provinciaal toezichthouder zal hierover een oordeel vormen. Als de toezichthouder van mening is dat deze posten eigenlijk structureel van aard zijn, zal hij deze corrigeren op het structureel saldo. Gezien de marge in het structureel saldo van 20,2 miljoen in 2024 zal dit geen gevolgen hebben voor het toezichtsregime.